Het doel van de werkplaats VO/ROCVA is driedelig:
- Hoofddoel is om leraren te equiperen om les te geven in de grootstedelijke context. Het is van belang dat jongeren geloof in eigen kunnen ontwikkelen en om kunnen gaan met verschillende perspectieven in de maatschappij. Door de werkplaats vo/mbo kunnen leraren en scholen ondersteuning bieden aan leerlingen bij het maken van eigen keuzes en reflectie. Het overkoepelende thema is ‘zelfverantwoordelijk leren’.
- door praktijkonderzoek wordt bijgedragen aan relevante en toepasbare kennis voor de onderwijspraktijk. Met de hieruit volgende onderwijsinterventies levert de werkplaats een tastbare bijdrage aan zowel de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs als de onderwijskundige en vakdidactische theorie.
- De Academische werkplaats is gericht op professionalisering van leraren en scholen. De werkplaats stimuleert een onderzoeksgerichte houding binnen scholen en stimuleert kennisdeling tussen onderwijsteams en scholen. Er vindt een uitwisseling van kennis en talent plaats tussen docenten en scholen, opleidingsinstituten en kennisinstellingen.
In de werkplaats werken 8 (AcOA, ieder halve dag p.w.), 4 (Esprit, ieder hele dag p.w.), 3 (ROCVA, ieder hele dag p.w.) docenten die de rol van docent-onderzoeker op zich nemen en telkens 1 onderzoeker van de HvA en de UvA onder begeleiding van 2 senior onderzoekers van telkens de HvA en de UvA.
De werkplaats bestaat uit 19 personen. De docent-onderzoekers voeren praktijkonderzoek uit op hun school in samenspraak met hun schoolleiding en afgeleid van hun schoolplan. De producten (buiten een verslag en een poster als eindproduct) variëren van workshops of begeleidingstrajecten voor docenten, lessenseries of instrumenten die de zelfregulatie van leerlingen bevorderen. De docent-onderzoekers maken bij aanvang van hun traject een verspreidingsplan en de schoolleiders stellen hun docent-onderzoekers in staat om hun kennis te delen op studiedagen, in teams en in vaksecties. De schoolleiders zien er op toe dat de kennis binnen de school wordt benut en verspreid. Daarnaast wordt de kennis gedeeld tussen de scholen binnen de werkplaats, mede doordat de werkplaatsbijeenkomsten telkens op locatie van één van de deelnemende scholen plaatsvindt en op conferenties die de scholen organiseren. Buiten de werkplaats wordt de kennis gedeeld op congressen zoals b.v. VELON of ORD. Aan het eind van elk onderzoeksjaar is er een slotsymposium voor collega’s, leidinggevenden, schoolopleiders en instituutsopleiders, bestuurders en gemeente.
Beoogde resultaten Academische Werkplaats
- Per deelnemende school (in totaal 10 scholen) wordt een eindproduct gemaakt. Bij de start van de academische werkplaats wordt nagedacht wat voor product dit is. Te denken valt aan een handleiding, werkmethode of een (onderzoeks)rapport. Dit eindproduct is openbaar en kan gebruikt worden door leraren, onderwijsteams en/of scholen in Amsterdam.
- Een traject met een school duurt twee jaar (?); aan het eind van dit traject wordt het eindproduct opgeleverd
- Er worden (bijvoorbeeld) twee wetenschappelijke artikelen geschreven, voortkomend uit het onderzoek en de ontwikkelde producten
- Het traject met een school duurt twee jaar (?); aan het eind van dit traject worden de wetenschappelijke bevindingen gepubliceerd
- Er wordt jaarlijks een symposium georganiseerd voor een doelgroep van x aantal mensen, met docenten, onderzoekers etc.
Beoogde effecten en monitoring
Met de deelnemers worden de beoogde resultaten geëvalueerd. Welke effecten zijn behaald met de academische werkplaats? Ook wordt besproken welke verandering de academische werkplaats in de school heeft bewerkstelligd en hoe de onderzoekspraktijk daaraan heeft bijgedragen. Hier wordt een verslag van gemaakt.
Neveneffecten
Met het duurzame karakter van de samenwerking en dialoog krijgt de kennisontwikkeling binnen lerarenopleidingen, bij opleiders en studenten meer sturing vanuit de onderwijspraktijk. Omgekeerd stimuleert deze werkplaats de ontwikkeling van een onderzoeksgerichte houding binnen scholen op studiedagen en door kennisdeling binnen teams, doordat de onderzoeks-docenten hun collega’s informeren over hun onderzoek. Op deze wijze geeft de werkplaats een belangrijke impuls aan professionalisering bij alle partners. Alle producten zijn in principe openbaar en worden gedeeld via een publiek beschikbare website.
Scope
De werkplaats richt zich op onderzoeksvragen die gedestilleerd worden uit de kwaliteitsdoelen van scholen en raakvlakken hebben met de aanwezige expertise binnen de kennisinstellingen. Deze onderzoeksvragen komen voort uit de grootstedelijke onderwijspraktijk van de betrokken scholen en worden breder herkend. Dit met de ambitie om ontwikkelde kennis en interventies breder te kunnen inzetten in het onderwijsveld. De afgelopen periode heeft de werkplaats gewerkt met de thema’s metacognitie en het versterken van de zelfregulatie van leerlingen in de grootstedelijke context. De ambitie is om deze thema’s verder te verbreden en verdiepen. Na een periode van twee jaar (juli 2019) leveren de deelnemers aan de werkplaats een onderzoeksproduct op. Dit jaar in de vorm van een poster, een onderliggend verslag en ronde tafelgesprekken. Een belangrijke bijkomende opbrengst van de werkplaats is de professionalisering van de onderzoeks-docent. Deze leert door middel van onderzoek met een meer onderzoeksmatige blik naar het onderwijs te kijken. Verder is de mogelijkheid om zichzelf te professionaliseren door het doen van onderzoek voor docenten die daar affiniteit mee hebben een interessante ontwikkelingsrichting binnen zijn beroep.
IInhoudelijke focus werkplaats
De partners zijn sterk verankerd in de stad Amsterdam en ervaren de urgentie het onderwijs beter aan te laten sluiten op uitdagingen waar leerlingen in een stedelijke context mee te maken hebben. Jongeren moeten hun weg vinden in een wereld waar verschillende perspectieven worden gehanteerd en waar het ontbreekt aan een vanzelfsprekend gedeeld normatief referentiekader. Zeker in deze context is het van groot belang dat jongeren geloof in eigen kunnen ontwikkelen, zowel t.b.v. schoolse contexten als hun maatschappelijk functioneren. Scholen kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren door de ruimte te bieden voor en te ondersteunen bij het maken van eigen keuzes en reflectie. Voor VO is inmiddels gekozen voor het thema ‘zelfverantwoordelijk leren’. Zelfverantwoordelijk leren vraagt om geloof in eigen kunnen, vaardigheid in het sturen van het eigen leerproces en het daaraan betekenis geven. De scholen werken met telkens drie (ROCVA) twee (AcOA) of één (Esprit) docent-onderzoeker per school en elke school heeft binnen het gemeenschappelijke thema een eigen deelthema. De docent-onderzoekers komen jaarlijks acht keer bijeen en leveren aan het eind van een periode van twee jaar een afgerond product af, inclusief disseminatieplan. Dit kan een onderzoeksverslag, een presentatie, een poster, een workshop of een lessenserie zijn. Jaarlijks vindt aan het eind van het onderzoeksjaar een symposium plaats.