Met behulp van sensoren op de spikes van de atleten worden grondcontacttijden en stapfrequenties van alle stappen gemeten. Hierover is al eerder bericht in Sportgericht b.v. in het kader van het horde lopen. Nieuw is dat we nu ook de zuivere looptijden registreren vanaf het begin van de eerste beweging van de voet tijdens de afzet (t=0 s) tijdens de start. De 30 en 60m tijden meten we door middel van speciaal ontwikkelde tijdpoortjes: mechanische klappoortjes op borsthoogte die zijn uitgerust met sensoren die worden gesynchroniseerd met de sensoren op de spikes van alle atleten. Tijdens de metingen kan een hele groep atleten meerdere testloopjes doen zonder dat er tussendoor iemand op knoppen of toetsenborden hoeft te drukken. De meest recente ontwikkeling is dat we nu op basis van slechts twee gemeten tijden (op 30 m en 60 m) een zeer goede schatting kunnen maken van het volledige snelheidsverloop tijdens een maximale sprint over 60 m. We hebben hiervoor geen (prijzig) laser of radar systeem of andere bewerkelijke methoden (video, Optojump) nodig. Dit stelt ons ook in staat om van elke atleet een kracht-snelheidsprofiel op te stellen, waarbij o.a. de horizontale afzetkrachten en de geleverde vermogens berekend kunnen worden gedurende de sprint 6. Daarnaast kunnen we nu ook redelijk nauwkeurig en geautomatiseerd staplengtes te bepalen gedurende de sprints. We laten dit allemaal in dit artikel zien aan de hand van de testdata van één atleet (twee sprints, oktober 2017). Hierbij geven we soms ook de reproduceerbaarheid van de sprints gebaseerd op de metingen van 15 atleten (3 vrouwen). We eindigen met wat kanttekeningen en praktische aanpassingen in de training die naar aanleiding van de testresultaten bij deze atleet hebben plaatsgevonden.
de Ruiter, C. J., & van Noorduyn, E. (2018). Versnellingsvermogen in beeld: Geautomatiseeerde analyses bij de 60 meter sprint. Sportgericht, 72(6), 44-48. Retrieved from here.