OIS heeft de belangrijkste ontwikkelingen in de jeugdwerkloosheid in beeld gebracht door jongeren op basis van de kenmerken onderwijs, werk en werkloosheid in te delen in zes groepen. De cijfers, gebaseerd op de internationale definitie van werkloosheid, zijn nu voor 2014 tot en met 2018 beschikbaar.
Jeugdwerkloosheid Amsterdam lager dan Rotterdam en Den Haag
De totale Amsterdamse jeugdwerkloosheid ligt met 6,2% rond het landelijke gemiddelde (6,5%). In Den Haag (9%), Rotterdam (10%) is nog steeds sprake van hogere jeugdwerkloosheid dan in Amsterdam. In Utrecht (6%) ligt de jeugdwerkloosheid op eenzelfde niveau als in Amsterdam.
Jongere zonder startkwalificatie die geen onderwijs meer volgen vaakst werkloos
Laagopgeleide jongeren zijn vaker dan andere groepen werkloos (11%), dit geldt het sterkst voor de laag opgeleide jongeren (jongeren zonder startkwalificatie) die geen onderwijs meer volgen (16%). Ook jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond (8% werkloos) zijn nog steeds vaker werkloos dan jongeren zonder migratieachtergrond (5% werkloos), maar het verschil is wel kleiner geworden in de afgelopen jaren. Wanneer opleidingsniveau en migratieachtergrond gecombineerd worden, blijkt dat het verschil in werkloosheid tussen jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en jongeren met een Nederlandse achtergrond blijft bestaan voor laag- en middelbaar opgeleide jongeren. Bij hoogopgeleide jongeren is er geen verschil meer in werkloosheid tussen jongeren met een niet-westerse en jongeren met een Nederlandse migratieachtergrond.
Aantal jongeren met bijstand daalt
Op 1 januari 2019 ontvingen 2.854 jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 26 jaar een uitkering in het kader van de participatiewet (1,9% van de jongeren). In januari 2015 ontvingen 2.769 jongeren een uitkering (2%), 83 minder dan begin 2019. Dat het totaal aantal bijstandsuitkeringen van 18-26 jarigen vrijwel gelijk is gebleven in de afgelopen jaren komt door de instroom van statushouders. Zij zijn, zeker in de eerste jaren na hun komst naar Nederland, nog vaak afhankelijk van bijstand. Als alleen wordt gekeken naar de ontwikkelingen van het aantal jongeren met bijstand exclusief de statushouders dan was er tussen januari 2015 (2.558, 1,8%) en januari 2019 (1.743, 1,2%) sprake van een daling van 33%.
Groot deel bemiddelingen naar school en werk duurzaam
In 2015 is de aanpak jeugdwerkloosheid gestart met als doel in vier jaar tijd tenminste 21.000 jongeren naar school of werk begeleiden. Dit is gelukt, er zijn 24.684 jongeren bemiddeld naar een opleiding (18%) of een baan (82%). Van deze bemiddelingen is nagegaan in hoeverre zij duurzaam zijn. Dat wil zeggen minimaal zes maanden onafgebroken onderwijs volgen of werken. Van de jongeren die een opleiding zijn gaan volgen is zes maanden later 83% nog steeds bezig met een opleiding. Van de jongeren die zijn gaan werken is zes maanden later 60% nog steeds werkzaam. Verder blijkt dat bemiddelingen naar een baan voor minimaal 12 uur per week en banen met een vast karakter (bepaalde of onbepaalde tijd) vaker duurzaam zijn dan bemiddelingen naar bijvoorbeeld uitzendbanen. Zie de rapportage bemiddelingen jeugdwerkloosheid 2015-2018 voor meer informatie.
Infographic_jeugdwerkloosheid_2014-2018.pdf