Auteurs: Dr. Peer Smets, Dr. Jasper Muis, Carmen Buijtendorp, Tijn Rümke, Rick Zijlma (Afd. Sociologie Vrije Universiteit Amsterdam)(2023) .
Collectie
(8)
Onderzoek 2023 gezamenlijke stadsdelen
-
Artikel
Nextdoor buurtonderzoek 2023
Hoe beoordeel jij jouw buurt in het algemeen? – Het eerste deel van dit onderzoek is gebaseerd op een online enquête die verspreid is onder gebruikers van de buurtapp Nextdoor. Hierin beantwoordden in totaal 8.682 respondenten de bovenstaande vraag, uitgedrukt in een bepaald rapportcijfer voor hun buurt. Dit cijfer geeft vooral aan in hoeverre men zich thuis voelt in de buurt. De gemiddelde rapportcijfers van 247 buurten in Nederland met minimaal 20 respondenten leverde een ranglijst op met de tien best beoordeelde buurten in 2023. Bovendien zijn de gemiddelde scores ook op gemeenteniveau onderzocht.
Twee Amsterdamse buurten nader onderzocht – Naast de kwantitatieve studie hebben we ook twee Amsterdamse buurten diepgaander onderzocht vanuit een kwalitatief perspectief. Dit laat een verdieping zien van hoe sociale cohesie zich manifesteert in verschillende contexten: de Oostelijke Eilanden/Kadijken (in Centrum-Oost) en Osdorp Oost /Wildeman (in stadsdeel Nieuw-West).
Waarschuwing/disclaimer:
Opmerkelijk aan de nieuwe publicatie is dat de 2 geselecteerde casusbuurten dezelfde zijn als in 2022. De bevindingen in 2023 zijn voor een deel letterlijk overgenomen uit die van 2022.
Ook de respons van het kwantitatieve deel is zeer beperkt. Gebruik het onderzoek alleen als kwalitatieve aanvullende info.
-
Artikel
Sterk en Zwak in Amsterdam
Met de ZRM als voorbeeld wordt in dit project een beschrijving van de (O)GGZ situatie van een wijk / gebied van Amsterdam gemaakt. Op verschillende relevante domeinen wordt aan de hand van indicatoren een score gemaakt waardoor overzichtelijk is in welke wijken op welke domeinen er sprake is van een probleemsituatie.
Looptijd: 01-01-2015 - 31-12-2024
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marcel Buster en/of Claudia Verhagen, onderzoekers.
-
Artikel
Woonwensen van Amsterdamse jongeren
In opdracht van de directie Wonen heeft Onderzoek en Statistiek de woonwensen en
woonsituatie van Amsterdamse jongeren van 18 tot 35 jaar in beeld te gebracht en onderzocht
hoe groot hun woonvraag is en wat hun mogelijkheden op de Amsterdamse woningmarkt zijn.
Hierbij zijn ook de jongeren uit Weesp meegenomen. Voor de analyse is gebruik gemaakt van
CBS-microdata, data uit de tweejaarlijkse enquête ‘Wonen in de Metropoolregio Amsterdam’
(\WiMRA) en data van Woningnet.Behandeld in Commissie Woningbouw en Volkshuisvesting 31 oktober, 27 september 2023, 6 september 2023
Behandelend ambtenaar: Directie Wonen, Joost Bos, joost.bos@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron: O & S
In opdracht van: Wonen
Auteur: Hester Booi, Laura de Graaff
E-mailadres: h.booi@amsterdam.nl
onderzoek.amsterdam.nl
Amsterdam, januari 2023
Foto voorzijde: Studenten- en jongerenhuisvesting Little Manhattan in Nieuw-West, fotograaf
Edwin van Eis (2017 -
Collectie
Stadsdeelfactsheets Armoede in Beeld 2021
Team Onderzoek Stadsdelen heeft op basis van de onderliggende cijfers van de Armoedemonitor 2021 een analyse gemaakt voor alle stadsdelen en stadsgebied Weesp om in het werk te kunnen gebruiken. De factsheets geven een beeld van de armoedeproblematiek op stadsdeel-, gebied-, wijk- en buurtniveau. Er is gekeken naar de omvang en kenmerken van de minima en naar de voorzieningen die er voor de minima zijn en hoe het bereik van die voorzieningen is.
-
Artikel
Potentiële onderwijsachterstanden
Een derde van de leerlingen in het primair onderwijs (33%) en het voortgezet onderwijs (35%) in Amsterdam had een potentiële onderwijsachterstand in het schooljaar 2021/’22. Onder alle Amsterdamse peuters (van twee tot vier jaar oud) betreft dit ruim een kwart (27%). Onder leerlingen in het primair onderwijs is dit een lager percentage dan vorig jaar, onder leerlingen in het voortgezet onderwijs en de Amsterdamse peuters is dit gelijk gebleven.
Auteurs:
Leyla Reches en Sara Rubingh (O&S)Opdrachtgever:
Onderwijs, Jeugd, Zorg en Diversiteit (OJZD)
-
Artikel
Dienstverlening van de hersteloperatie toeslagenschandaal kinderopvang
Amsterdam telt ruim 5.000 huishoudens die zich hebben gemeld als slachtoffer van het toeslagenschandaal. Dit zijn vooral gezinnen met kinderen in Zuidoost (1710 huishoudens), Nieuw-West (790 huishoudens) en Noord (660 huishoudens). Huishoudens in Zuidoost is met 12% van alle huishoudens met kinderen het vaakst geraakt. Eén op de drie huishoudens met kinderen in Zuidoost is aangemeld als gedupeerd..
In Amsterdam bieden de buurtteams de gemeentelijke ondersteuning aan. Dit doen zij op het gebied van schulden, wonen, gezin, werk en zorg. De meeste Amsterdamse gedupeerden hebben contact gehad met een buurtteam. Drie op de tien gedupeerden ontvangen ook ondersteuning, vaak op meerdere domeinen.Aantal en aandeel gedupeerden
Het aandeel gedupeerden dat hulp ontvangt, verschilt tussen stadsdelen. In Zuidoost en Oost is voor een klein deel van de gedupeerden sprake van geregistreerde hulp: tussen de vijf en vijftien procent. Onderzoek en Statistiek heeft onderzoek gedaan, door middel van interviews, naar de ervaringen met de dienstverlening van gedupeerden en buurtteammedewerkers. Wat vinden zij goed gaan? Waar zien zij verbeteringen?
Totaal en naar huishoudens met kinderen per stadsdeel, oktober 2022 (afgeronde aantallen en percentages)
Stadsdeel aantal gemeld aandeel huishoudens met kinderen in Amsterdam aandeel onder huishoudens met kinderen in stadsdeel Centrum 120 2% 2% Nieuw-West 790 16% 3% Noord 660 13% 4% Oost 620 12% 3% West 430 8% 3% Zuid 320 6% 2% Zuidoost 1.710 34% 12% onbekend 440 9% totaal 5.090 100% 4% Gedupeerden vinden gemeentelijke dienstverlening redelijk goed
Er gaat veel goed in de ondersteuning voor gedupeerden van het toeslagenschandaal. De meeste gedupeerden voelen zich gehoord, geholpen en gesteund, zowel op praktisch als mentaal vlak. Er is duidelijk veel behoefte aan de ondersteuning die buurtteams bieden. Ook de buurtteammedewerkers zelf ervaren dat zij de gedupeerden kunnen helpen.
Het meest effectief is ondersteuning die snel en eenvoudig toegankelijk is. Voorbeelden hiervan zijn het maatwerkbudget en gemeentelijke regelingen waarbij voor gedupeerde ouders soepeler met de voorwaarden wordt omgegaan. Hiermee kunnen acute noden snel worden opgelost. Buurtteammedewerkers zijn verder positief over het onderlinge contact en over het contact met het doorbraakteam en andere gemeentelijke afdelingen. Een buurtteammedewerker zegt:
Het contact met de afdelingen loopt wel goed. Ik denk dat iedereen wel hart heeft voor de gedupeerden. Dat mensen ze echt willen helpen.
Ruimte voor verbetering
Er is ook ruimte voor verbetering, menen buurtteammedewerkers en gedupeerden. Ten eerste vinden ze dat de regels vaak centraal worden gesteld in plaats van de gedupeerde Amsterdammers. Buurtteammedewerkers en gedupeerden worden geconfronteerd met trage en bureaucratische processen. Dit speelt zowel bij de Belastingdienst als de gemeente. Ten tweede vinden buurtteammedewerkers en gedupeerden dat de dienstverlening lijdt onder de hoge werkdruk en personele wisselingen onder buurtteammedewerkers. Hierdoor staat het onderling contact tussen de buurtteammedewerkers onder druk en daarmee hun kennis van de sociale kaart. Gedupeerden geven aan soms lang te moeten wachten op een ontmoeting met de buurtteammedewerker of aangevraagde ondersteuning. Een gedupeerde ouder zegt:
Bellen kan wel, maar zien duurt soms een maand. Ik denk dat de opvolging lang duurt omdat er te weinig personeel is.
Ten derde hebben zowel de buurtteammedewerkers als de gedupeerden behoefte aan betere informatievoorzieningen. Ze willen weten welke ondersteuning beschikbaar is. De regels voor de ondersteuning veranderen regelmatig. Hierdoor is men niet altijd goed op de hoogte van de mogelijkheden. Tot slot menen de betrokkenen dat de veelheid aan acute problemen maakt dat de nadruk van de ondersteuning vaak ligt op ‘brandjes blussen.’ Er blijft zo minder tijd en aandacht dan gewenst over voor andere ondersteuning. Betrokkenen hebben ook behoefte aan ondersteuning gericht op emotioneel herstel. Daarnaast is er vraag naar ondersteuning gericht op de toekomst, zoals opleiding, werk en het herstellen van ouder-kindrelaties.
Meer informatie leest u op de website van O&S:
Auteur: Sara Rubingh, Renske Hoedemaker, Marloes de Hoon en Lotje Cohen.
-
Artikel
Monitor Warenmarkten 2022
Amsterdam is de stad met de meeste markten per inwoner in Nederland. Er zijn kleine warenmarkten waar buurtbewoners hun boodschappen doen, themamarkten met gespecialiseerd aanbod voor verzamelaars en hobbyisten en grote meerdaagse markten waar niet alleen buurtbewoners, maar ook dagjesmensen en toeristen op afkomen. Economische Zaken en Cultuur (EZC) van de gemeente Amsterdam wil graag weten hoe de markten in Amsterdam er voor staan en wat gebruikers en ondernemers van de markten in Amsterdam vinden. Daarom zijn in het najaar van 2022 15 gemeentelijke warenmarkten en 2 markten op afstand onderzocht door Onderzoek en Statistiek (O&S). De laatste keer dat een dergelijk onderzoek is uitgevoerd was in 2017. De bevindingen daarvan zijn gepubliceerd in de Markten Monitor 2017. Beide onderzoeken richten zich op het oordeel van bezoekers op de markten, passanten in de nabije omgeving en marktondernemers op de markten.
Voor het huidige onderzoek zijn deze groepen tussen september 2022 en november 2022 door enquêteurs van O&S benaderd om vragenlijsten in te vullen over het gebruik en waardering van de markt. Voor de vergelijking met de bevindingen uit 2017 zijn vragenlijsten zoveel mogelijk hetzelfde gelaten.Behandeld in Gemeenteraad 7 juni 2023 en Commissie Sociaal, Economische Zaken en Democratisering 19 april 2023
Behandelend ambtenaar: Team Markten, Economische Zaken en Cultuur, MarktenEZ@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht Commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht Gemeenteraad klik hier
Bron:
In opdracht van: Economische Zaken en Cultuur, gemeente Amsterdam
Auteur: Rogier van der Groep - rogier.van.der.groep@amsterdam.nl
data.amsterdam.nl
Foto voorzijde: Albert Cuyp, fotograaf Marjolijn Pokorny (2016) -
Artikel
Monitor Gebiedsopgaven
De stadsdelen hebben voor de huidige bestuursperiode per gebied gebiedsopgaven en bijbehorende doelstellingen opgesteld. In de Monitor Gebiedsopgaven wordt de ontwikkeling van de gebiedsopgaven gevolgd aan de hand van bestaande indicatoren. De monitor laat zien welke indicatoren zich m.b.t. de doelstellingen gunstig en ongunstig ontwikkeld hebben. Daarnaast maakt de monitor duidelijk in welke in de doelstellingen gespecificeerde wijken en buurten een indicator zich opvallend gunstig of ongunstig ontwikkelt. Het doel van de Monitor Gebiedsopgaven is om te volgen hoe de gebiedsopgaven zich ontwikkelen zodat de gebiedsteams, dagelijks bestuurders en directies een betere informatiepositie hebben om eventueel bij te sturen in de uitvoering en om koers te bepalen in de volgende bestuurstermijn. De Monitor Gebiedsopgaven zal worden opgeleverd in januari 2024, 2025 en 2026 en bij het gebiedsjaarverslag gevoegd worden.