Author(s) Adrichem, M.H.C. van; Buijs, J.A.; Goedhart, P.W.; Verboom, J.
Source Lutra 56 (2013)2. - ISSN 0024-7634 - p. 77 - 91.
Collectie
(17)
Onderzoek 2017 GGD
-
Artikel
Factors influencing the density of the brown rat (Rattus norvegicus) in and around houses in Amsterdam
The current strategy of the pest management department of the Public Health Service in Amsterdam is
to identify causal factors in order to reduce the carrying capacity of pest populations and to minimise the use of pesticides. Rats have been controlled with rodenticides for decades, which has increased the survival of resistant rats. Rodenticide resistance has now been found in several rat populations in Europe.
The main aim of this study was to establish the relationship between brown rat (Rattus norvegicus) occurrence in Amsterdam and a number of environmental and socio-economic factors. A second aim was to point out factors that can be managed by the local authorities as a next step towards prevention and pro-active, integrated pest management.
The paper begins with a short overview of the biology of the brown rat, with an accent on diseases and habitat factors. The number of rat reports at the neighbourhood level during the years 2009-2012 is then related to 16 environmental and socioeconomic variables including availability of water, availability of urban green space, sewer type, construction year of houses, property tax value, number of inhabitants and population composition. A generalised linear model was used; it had a negative binomial distribution and all candidate models were fitted with a maximum of five terms. The most significant terms were number of inhabitants, percentage of area occupied by urban green space, the percentage of houses with a construction year before 1960, and either the length of foul water sewer (separated sewer) or the length of combined sewer. Rats have a short generation time and can produce a large number of offspring. A rat population is therefore able to recover quickly from a reduction in number. It is therefore important to change the carrying capacity of the habitat in which rats are unwanted. This can be achieved by changing the amount of food and cover they can find. The results of the regression analysis suggest that houses constructed before 1960 and their gardens could be evaluated to see if there may be general solutions that would make them less amenable to rats. Furthermore, the results suggest that the structure of urban green space may be adapted to make it less attractive to rats; an example of this would be to replace evergreen shrubs with deciduous shrubs and to mow high vegetation near buildings more frequently. Moreover, the influence of waste near and in urban green space should be investigated. Finally, we suggest that the inspection and maintenance of sewers be continued and that this should include the connection between properties and the public sewer. -
Collectie
Academische werkplaatsen GGD
Een Academische Werkplaats is een kennisinfrastructuur waarin praktijk, onderzoek, beleid en onderwijs samenwerken. Concreet betekent dit vaak dat praktijk- en beleidsprofessionals van een of meerdere GGD'en structureel samenwerken met opleiders en onderzoekers van een universiteit
Samenwerking tussen praktijkprofessionals (zoals verpleegkundigen en artsen van GGD'en) en onderzoekers is meestal niet vanzelfsprekend. Beiden hebben hun eigen werkzaamheden, werken vaak in verschillende organisaties en komen elkaar weinig tegen. Dat is jammer, want er valt veel van elkaar te leren. Door een Academische Werkplaats verkleint de kloof tussen praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs, wat uiteindelijk ten goede komt aan de kwaliteit van de gezondheidszorg.
Bron en meer informatie: werkplaatsen GGD
-
Artikel
Gezondheid in Beeld
'Gezondheid in Beeld' is een makkelijk toegankelijke en interactieve website die inzicht geeft in de gezondheid, het welzijn, de leefstijl en de leefomgeving van de bevolking in het werkgebied van de GGD Amsterdam. Gezondheid in Beeld wordt gevoed door gegevens uit de diverse monitorstudies die binnen de GGD Amsterdam plaatsvinden. Uniek is dat de bezoeker zelf bepaalt welke informatie hij/zij wil zien. Na het kiezen van een informatiebron en onderwerp wordt de informatie op het scherm getoond in de vorm van tabellen, kaarten, taartgrafieken, histogrammen en lijndiagrammen.
Looptijd: 2010-2019
-
Artikel
ClairCity
Europees project (8 steden) met Amsterdam als pilotstad voor het betrekken van burgers bij luchtkwaliteit en klimaatverandering.
'Hoe wil jij wonen, werken en reizen in de stad van de toekomst? Dat is de vraag die we stellen aan burgers in heel Europa voor een groot nieuw project: ClairCity. ClairCity wil bewustwording onder burgers creëren over luchtvervuiling en over de uitstoot van CO2 in onze steden.
Samen met inwoners van Amsterdam willen wij onderzoeken hoe je als burger zelf kunt bijdragen aan het oplossen van die problemen. Uniek aan dit project is dat burgers de hoofdrol krijgen om, samen met het onderzoeksteam, uit te vinden wat de beste oplossingen zijn.'
Dit EU project wordt uitgerold in zes partner steden: Amsterdam in Nederland (Gemeente Amsterdam AMS en Trinomics), Bristol in het Verenigd Koningkrijk, Ljubljana in Slovenië, Sosnowiec in Polen, de Aveiro regio in Portugal en de Liguria regio in Italië. De burgers van deze steden zullen betrokken worden in ons project door middel van een online spel, een app, school competities en lokale workshops en evenementen.
Dit project brengt gedetailleerde informatie over luchtkwaliteit in elke stad samen met het gedrag en het dagelijks leven van burgers. We zullen geavanceerde toekomstscenario’s genereren waarin verschillende beschikbare beleidsopties voor de steden worden verwerkt. Deze toekomstscenario’s zullen niet alleen gebaseerd zijn op statistische data. Inwoners van iedere stad zullen hun eigen visie geven op hun stad van de toekomst, zodat de modellen ook echt de aspiraties van de lokale bevolking weerspiegelen.
Bron en meer informatie: website ClairCity
Zie ook: website Team Europese Subsidies Het project is met 6,7 miljoen Euro gefinancierd door het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020. Looptijd: mei 2016- april 2020
-
Artikel
Kijk! Een gezonde wijk!
Slotermeer is uitgekozen voor een groot onderzoeksproject waarmee via een mobiele app wordt gemeten hoe mensen de gezondheid in hun wijk ervaren. Kijk! Een gezonde wijk heeft als doel om meer en betere informatie verzamelen over hoe gezond de wijk is ingericht en hoe gezond de bewoners van Slotermeer zijn.
In totaal verrichtten 74 buurtonderzoekers gezamenlijk 531 geldige metingen in Slotermeer tussen 29 april en 7 juni 2017. De onderzoekers beoordeelden 24 bestaande speel- en sportplekken die in speurtochten waren verwerkt. Ook maakten zij melding van andere plekken in de wijk, waar zij mensen zagen bewegen. Hier kwamen nog 19 nieuwe locaties uit.Het onderzoek werd gedaan met de mobiele app Kijk! Een gezonde wijk, die werd gebouwd door onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in samenwerking met bewoners uit Slotermeer. Experimenteren met zogeheten ‘burgerwetenschap’, waarin bewoners actief deelnemen aan wetenschappelijke onderzoeken wordt steeds populairder. Aan deze laatste, grote onderzoeksronde ging een uitgebreid traject vooraf dat al in 2014 startte.
Partners: GGD, HvA, Stadsdeel Nieuw-West, RIVM, Huis van de Wijk Eigenwijks
Bron en meer informatie: http://www.kijkeengezondewijk.nl
-
Artikel
Adembenemende brommers
In september 2016 is de bijdrage van brommers en scooters aan luchtverontreiniging op fietspaden onderzocht door metingen van luchtverontreiniging op 19 fietspaden in Amsterdam, Arnhem, Harderwijk en Nijmegen.
Het onderzoek toont een duidelijke bijdrage van tweetakt en viertakt brommers en scooters aan concentraties ultrafijnstof en fijnstof aan. Brommers en scooters dragen op de meetlocaties uit dit onderzoek op de gemeten momenten 2 tot 23% bij aan de concentraties ultrafijnstof op de fietspaden. Op een fietspad in een tunnel waren de concentraties ultrafijnstof veel hoger en droegen de brommers en scooters meer dan 40% bij aan de luchtverontreiniging. Opvallend is dat tweetakt en viertakt brommers en scooters ongeveer evenveel bijdragen aan de luchtverontreiniging op fietspaden.
Brommers en scooters blijken verantwoordelijk te zijn voor de meeste hele hoge pieken ultrafijnstof die zijn gemeten op de fietspaden.
Daarnaast is ook een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder 847 mensen met een longziekte. De helft van de longpatiënten die fietsen ervaart meer last van benauwdheid op de fiets dan thuis. Een kwart van de patiënten mijdt sommige fietsroutes vanwege de luchtkwaliteit en een kwart fietst door de luchtkwaliteit minder dan ze zouden willen. Brommers, scooters en ander wegverkeer worden aangewezen als bronnen van luchtwegklachten tijdens het fietsen.
Dit onderzoek is uitgevoerd door Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM), Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS) Universiteit Utrecht, GGD Noord- en Oost-Gelderland, GGD Amsterdam, GGD Gelderland-Zuid, met inbreng van TNO en Provincie Gelderland.
Het onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door de Academische Werkplaats Milieu en Gezondheid, de gemeenten Amsterdam, Arnhem, Harderwijk en Nijmegen, GGD Gelderland-Midden, GGD Noord- en Oost-Gelderland, GGD Amsterdam en GGD Gelderland-Zuid. Universiteit Utrecht en Provincie Gelderland hebben apparatuur beschikbaar gesteld.
Bron en meer informatie: site academischewerkplaatsmmk
-
Artikel
Effectiviteit maatregelen in lokaal geluidbeleid
Met het compact bouwen en de toenemende populariteit van stedelijk wonen neemt ook het bouwen van woningen toe op lawaaibelaste plekken. Door buitenruimtes of geopende ramen te vrijwaren van overmatig lawaai kunnen mensen in principe ook daar met een open raam slapen zonder veel lawaai binnen te halen. Het is echter niet bekend wat deze geluidmaatregelen, inclusief ventilatie en eventuele opwarming, voor effect hebben op de woontevredenheid en ervaren geluidshinder.
Dit project is een verkenning van de effecten van dergelijke ‘moderne’ maatregelen op de beleving van bewoners. In Amsterdam en Utrecht, waar deze maatregelen voortvloeien uit lokaal geluidbeleid, worden een aantal woonprojecten geselecteerd waarin deze geluidmaatregelen zijn toegepast. Bewoners daarvan worden ondervraagd naar hun beleving van de woning en woonomgeving. In de analyse wordt de relatie van die beleving met het geluidniveau en de maatregel deels kwantitatief en deels kwalitatief onderzocht.
Project van de Academische Werkplaats Milieu & Gezondheid (AW-MMK)
GGD Amsterdam m.m.v. UvA, Gemeente Utrecht, RIVM), Gemeente Amsterdam (Ruimte en Duurzaamheid), Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Informatiebron: http://www.academischewerkplaatsmmk.nl/projecten/afgeronde_projecten/2017/effectiviteit_maatregelen_in_lokaal_geluidbeleid
-
Artikel
Onderzoek infectieziekten GGD
Sinds 1984 doet de GGD Amsterdam, team Infectieziekten Onderzoek en Preventie van de afdeling Infectieziekten, onderzoek naar hiv en andere seksueel- en bloedoverdraagbare aandoeningen.
Naast de cohortstudies lopen er ook diverse andere onderzoeksprojecten en samenwerkingsverbanden.
Informatie: GGD site
-
Artikel
Jeugdgezondheidsmonitor Amsterdam
Met de Jeugdgezondheidsmonitor wordt periodiek de lichamelijke en psychosociale gezondheid van kinderen en jeugdigen in kaart gebracht.
Nemen bepaalde gezondheidsproblemen af of juist toe? De Jeugdgezondheidsmonitor is gebaseerd op informatie verzameld via (papieren of digitale) vragenlijsten bij kind, ouder en leerkracht en via registraties in het digitale kinddossier van de jeugdgezondheidszorg. De Jeugdgezondheidsmonitor geeft inzichten in de gezondheid van kinderen op gemeentelijk niveau, maar ook op stadsdeel- en schoolniveau. Op basis van de Jeugdgezondheidsmonitor kunnen gemeenten, stadsdelen en scholen het gezondheidsbeleid vorm geven.
Doel
Het verkrijgen van inzicht in (determinanten van) de lichamelijke en psychosociale gezondheid van kinderen en jeugdigen.
Doelgroep
Kinderen en jongeren woonachtig en/of schoolgaand in Amsterdam in de leeftijd van 0-19 jaar.
Bron: site GGD
-
Artikel
Gezond slapen
Het project Gezond Slapen richt zich op het stimuleren van gezond slaapgedrag onder kinderen in de leeftijd 4-12 jaar.
Gezond slaapgedrag (d.w.z. een combinatie van voldoende slaapduur, een vast slaapritme en een goede slaaphygiëne) is van cruciaal belang voor een optimale lichamelijke en cognitieve ontwikkeling, psychosociale gezondheid en schoolprestaties van kinderen. Echter, in de literatuur en praktijk is er onvoldoende kennis over determinanten van gezond slaapgedrag bij kinderen, de prevalentie van slaapproblematiek bij kinderen in Amsterdam, en hoe gezond slaapgedrag bij kinderen te stimuleren.
In dit promotietraject zal de promovendus een interventie via het Intervention Mapping protocol (Bartholomew et al., 2011) ontwikkelen en evalueren om gezond slaapgedrag bij kinderen (4-12 jaar) te stimuleren.Projectgegevens
Onderzoeker: Laura Belmon, Vincent Busch, Maartje van Stralen
Projectleider: Prof. dr. Mai Chin A Paw Praktijkorganisatie: GGD Amsterdam
Andere betrokkenen: Amsterdam UMC (locatie VU Medisch Centrum), Vrije Universiteit
Periode: 2016-2020Bron:site VUmc
-
Artikel
Lekker Gezond
Het project 'Lekker Gezond' evalueert het gezonde voedingsbeleid van Jump-in.
Jump-in ondersteunt basisscholen in Amsterdamse achterstandswijken om gezond beweeg- en eetgedrag onder hun leerlingen te stimuleren. Het programma-onderdeel gericht op beweging is effectief bewezen.
Zowel voor de school als de thuis situatie wordt onderzocht wat het effect van Jump-in is op de consumptie van water, suikerhoudende dranken, melk, fruit, groenten, snacks en volkoren brood. Ook brengen de onderzoekers in kaart aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om het gezond voedingsbeleid succesvol te kunnen implementeren.
Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht van de Gemeente Amsterdam.Bron: site VUmc
-
Artikel
OGGZ monitor 2014
De openbare gezondheidszorg draagt zorg aan personen of gezinnen waarbij de basisvoorwaarden van het bestaan ontbreken of bedreigd worden als gevolg van (psychiatrische) gezondheidsproblemen en onvoldoende door de hulpverlening worden bereikt.
Bijvoorbeeld dakloze verslaafden, vereenzaamde psychiatrische patiënten of slachtoffers van huiselijk geweld. In de OGGZ monitor worden de ontwikkelingen binnen de Amsterdamse Openbare Geestelijke Gezondheidszorg en haar doelgroep periodiek in kaart gebracht. Het gaat daarbij vooral om de trends in de tijd en (voor de komende monitor) om de vergelijkbaarheid met andere steden. Deelgebieden die van bijzonder belang zijn voor Amsterdam worden apart beschreven in specifieke monitoren (alcoholmonitor, monitor Maatschappelijke Opvang).
Auteurs: Albert van Hemert, Addi van Bergen, Marcel Buster, Resnke Gilissen, Eva Mandos, Judith Wolf
Bron: site GGD
Zie ook: site G4 user
-
Artikel
Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM)
Meetinstrument dat door de GGD Amsterdam in samenwerking met de Gemeente Rotterdam is ontwikkeld om uitkomsten van de Openbare (Geestelijke) Gezondheidszorg (OG(G)Z) in kaart te kunnen brengen.
Inmiddels wordt de ZRM onder andere in de vier grote steden (G4) gebruikt voor het screenen en evalueren van cliënten in de OGZ en aanverwante velden. De toepassing van de ZRM biedt nieuwe mogelijkheden voor onderzoek maar stelt ook enkele nieuwe vragen en eisen aan het meetinstrument.
Bron en meer informatie: site GGD
Zie ook: https://www.zelfredzaamheidmatrix.nl
-
Artikel
Healthy Urban Route Planner (HURP)
Ontwikkeling van een routeplanner voor fietsers en voetgangers, waarbij naast reistijd ook blootstelling aan vieze lucht en hitte worden meegenomen. Op basis van dagelijkse voorspellingen van temperatuur en luchtvervuiling kunnen fietsers zo een gezonde route kiezen. Deze planner draagt bij aan de bewustwording over luchtkwaliteit en hitte en geeft gebruikers de kans hun gedrag aan te passen.
Quickest route, shortest route, route with the least traffic… Contemporary route planners offer people an array of route choices for getting from A to B. But with pollution rates varying from street to street, what about the most healthy route?
Good quality of environmental factors is important for citizens in Amsterdam, especially for the vivid crowd of active urban dwellers who travel by bike and on foot between home, work and for errands. These commuters are exposed to polluted air in general and urban heat during warm summers and can benefit from data on environmental factors that affect their health.
Air pollution causes substantial health risks. The quality of air depends on the time of day, location in a city and traffic intensity as well as weather conditions like wind speed. Urban heat islands are another health risk. During summers, cities are substantially warmer than the countryside due to the morphology in street canyons, the low green vegetation cover and heat emitted by humans. Such heat islands have negative consequences for human health, labor productivity and energy demand. It was found that the “urban heat island effect” makes Amsterdam on average 6 degrees Celsius warmer than its surrounding plus heat loads differ between neighborhoods.
Healthy Urban Route Planner (HURP)
Amsterdam citizens currently do not have access to suitable information with which they can minimize exposure to negative environmental factors, such as air pollution and urban heat. They view urban air pollution instead as unavoidable. The Healthy Urban Route Planner (HURP) project empowers citizens to make healthier choice in real time with high resolution data on forecasts. In turn, this project raises awareness and provides options to avoid environmental risk factors - it simply allows citizens to take the healthiest route to their chosen destination.
HURP developed a route planner for bikers and pedestrians that suggests routes and departure times. Each suggestion is based on forecasts for weather and air quality within 100 meters and updated every day. The planner offers a healthy route in addition to traditional optimized travel time and distance which in turn contributes to a connected and vital city.
How does it work?
At first, pollution emissions are mapped based on traffic data and industrial sources. An urban land use map characterizes density to estimate urban heat storage. These maps provide the data/input a forecast of urban air quality and weather to predict the transport and chemistry of air pollutant. The forecast maps also temperature and pollutant concentrations.
Each hour, the weather-air quality model feeds data to the route planner in order to identify healthy routes. The planner raises awareness of heat and air quality issues in Amsterdam and provides innovative adaptation tool for its citizens. The planner is developed by a team of atmospheric and geo-information scientists in cooperation with the GGD Amsterdam and the Fietsersbond Amsterdam.
Partners: AMS, WUR, Fietsersbond, GGD Amsterdam
-
Artikel
Evaluatie trajecten Meedoen Werkt Amsterdam 2016
Door GGD en OIS Gemeente Amsterdam is een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar Impulstrajecten en Wmo-doorstroomtrajecten van het programma Meedoen Werkt. Onderzocht is wat daarin de werkzame elementen zijn en in welke mate verandering in zelfredzaamheid wordt bereikt. Ruim 2.800 deelnemers zijn ingestroomd in de onderzochte trajecten. Hun zelfredzaamheid is bepaald aan de hand van de zelfredzaamheid-matrix (ZRM).
Behandeld in Commissie Werk & Economie 19 juli 2017 en 14 juni 2017
Behandelend ambtenaar: Annet Tesselaar, a.tesselaar@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Door GGD en OIS Gemeente Amsterdam is een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar Impulstrajecten en Wmo-doorstroomtrajecten van het programma Meedoen Werkt. Onderzocht is wat daarin de werkzame elementen zijn en in welke mate verandering in zelfredzaamheid wordt bereikt. Ruim 2.800 deelnemers zijn ingestroomd in de onderzochte trajecten. Hun zelfredzaamheid is bepaald aan de hand van de zelfredzaamheid-matrix (ZRM).
In het onderzoek zijn twee type trajecten onderzocht:
Trajecten waarin cliënten van reguliere (Wmo-)dagbesteding worden begeleid naar een meer zelfstandige vorm van dagbesteding, in de richting van zelfstandige deelname aan de arbeidsmarkt (Wmo-doorstroomtrajecten).
Trajecten waarin Amsterdammers met gering perspectief op werk deelnemen aan (buurt)activiteiten en/of worden doorverwezen naar de lokale zorginfrastructuur (Impulstrajecten).
In opdracht van: WPI, Gemeente Amsterdam
bron: Rapport Meedoen Werkt
-
Artikel
Huiselijk geweld en kindermishandeling in kaart
Bij de gemeenten van Amsterdam en Amstelland is er behoefte aan informatie ter onderbouwing van de preventie, (vroeg)signalering en interventies bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Als gevolg van de decentralisaties worden gemeenten met ingang van 2015 volledig verantwoordelijk voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiervoor heeft per 2015 een herverdeling van middelen plaatsgevonden. Belangrijke vraag hierbij is wat de risicowijken binnen de gemeenten zijn en in hoeverre er zicht is op huiselijk geweld en kindermishandeling.
Bron en meer info: site GGD
-
Artikel
Onderzoek naar wijkmaaltijden (Oost)
Met het onderzoek naar wijkmaaltijden in stadsdeel Oost is een eerste aanzet gedaan om (een onderdeel van) de basisvoorzieningen in Amsterdam te analyseren. Omdat de basisvoorzieningen beogen een laagdrempelig en informeel aanbod te zijn, wordt met opzet weinig tot niets van de deelnemers geregistreerd. Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek was daarmee de dataverzameling.
Voor het onderzoek naar wijkmaaltijden is een literatuurstudie uitgevoerd en is bij 7 wijkservicepunten (WSP’en), 14 wijkrestaurants in stadsdeel Oost onderzocht wie, hoe vaak en waarom deelneemt aan deze voorziening. Tussen 31 oktober en 13 november 2016 zijn 166 mensen geïnterviewd door middel van een vragenlijst. Daarnaast zijn de bezoekers van de maaltijden (indien gewenst anoniem) geregistreerd.
De literatuurstudie is door een student uitgevoerd. Ten behoeve van de master Management, Policy Analysis and Entrepreneurship in Health & Life Sciences aan de Vrije Universiteit is er een veelheid aan (inter)nationale wetenschappelijke artikelen bestudeerd om de mogelijke effecten van een wijkmaaltijd op fysieke, sociale en psychische gezondheid te bepalen.
Omdat we in heel korte tijd zoveel mogelijk deelnemers aan de wijkmaaltijden wilden spreken is ook voor de dataverzameling de hulp ingeroepen van studenten. Er is contact gezocht met BOOT (Buurtwinkel voor Onderwijs, Onderzoek en Talentontwikkeling), de kenniswinkel waar studenten van de Hogeschool van Amsterdam diensten leveren aan bewoners en organisaties in Amsterdamse wijken. Met BOOT en de HvA is afgesproken om met studenten die de minor Social Advacacy volgen de dataverzameling op te zetten en uit te voeren. Met de hulp van de zes studenten (van de HvA en VU) hebben we uiteindelijk 166 deelnemers van de wijkmaaltijden bereid gevonden deel te nemen aan het onderzoek.
Bron en meer info: rapport Wijkmaaltijden