Artikel

Het verhaal van de dochter van een Kantraki

Een boek van Ramdew Krishna

De maker Ramdew Krishna heeft een beeldverhaal gemaakt van zijn voorouder aan moeder's kant. Van hoe zij in India woonde en leefde tot aan haar nazaten hier en nu in Amsterdam. In dit artikel zijn een aantal door de maker gekozen afbeeldingen van schilderijen te zien, met bij behorende tekst. Dit wordt voorafgegaan door de inleiding uit het boek.

Inleiding

De slavernij in de Nederlandse koloniën werd in 1863 afgeschaft, de ketenen werden verbroken, en de 'vrijgemaakten' werd vrijheid in het vooruitzicht gesteld. Niet voor lang, want om te kunnen blijven produceren voor de Europese markt werden de 'vrijgemaakten' gedurende  de tien jaar daarna direct onder 'bijzonder toezicht' van de staat gesteld.

Ze werden verplicht om, weliswaar tegen betaling, te blijven werken op de door hen zo gehate plantages, en voor dezelfde meesters. Lang voor de afschaffing van de slavernij waren de Nederlanders al gestart met het zoeken naar andere arbeiders, bij voorbeeld uit China, maar dat werd geen succes. De Britten bleken ondertussen zeer tevreden over de Indiërs in Brits-Guyana, en op verzoek kreeg Nederland toestemming om onder strikte voorwaarden 'contractanten' te gaan werven in Brits-Indië.

De eeuwenlange Britse, en daarvóór de Mogul overheersing had Brits-Indië behoorlijk uitgezogen. De bevolking leefde door uitbuiting onder de armoedegrens: men was ongeschoold en had geen geld, oogsten mislukten en er heerste hongersnood. Hoop op  een betere toekomst was er niet, totdat er 'wervers' kwamen....

De arbeiders voor de plantages werden door de lokale wervers meestal op een eerlijke manier geworven, maar de 'assistenten' dachten daar anders over; dat bleken niet zelden ordinaire ronselaars. Deze arkathiya's verleidden de arme arbeiders met fantastische verhalen over Sri Ram Tapoe, het eiland van Shri Ram, een nobele koning uit een verre geschiedenis.

De contractanten, Kantraki, geloofde deze verhalen echter, en raakten overtuigd  dat hen daar een nieuw, gelukkig leven wachtte.

Op 5 juni 1873, na een reis van 99 dagen, kwam vanuit Brits-Indië het eerste schip aan in Fort Nieuw-Amsterdam, de Lalla Rookh (Tulpenwang). Aan boord bevonden zich nog 399 contractanten, onderweg waren elf personen overleden. Er zouden hierna nog vele schepen volgen.

De Hindostaanse immigratie was begonnen....

Uit het boek `Het Verhaal van de Dochter van een Kantraki.` van Ramdew Krishna

Begeleidende tekst bij illustratie 1

Het was keihard werken in de felle zon. Maar vader dacht: het zijn toch maar vijf jaren. We kunnen genoeg sparen en daarna teruggaan, zodat we een mooi leven in ons eigen land kunnen hebben.

Dat gaf dan wat extra energie. Waar mijn moeder werkte en wat ze deed, is mij nooit helemaal duidelijk geworden. Als ik het goed begrepen heb, werkte zij in de koffiefabriek, niet ver van de plantage en hun barak. Ik denk dat zij, samen met de andere vrouwen, de geoogste en gedroogde koffiebonen moest ontdoen van slechte bonen en andere zaken die er niet tussen hoorden. 'Uitlezen' werd dit genoemd

Uit het boek `Het Verhaal van de Dochter van een Kantraki.` van Ramdew Krishna (pagina 32)

Begeleidende tekst bij illustratie 2

Wat er in Mariënburg gebeurde, is heel triest.

De contractanten waren de lange onderdrukking en uitbuiting, het harde werken voor een laag loon en de begerige ogen van de blanke bezetter die naar hun vrouwen keken, meer dan zat. Protesteren hielp niet, integendeel: de leider van het protest, Raygaroo, werd gevangengenomen.

Later kwam een grote groep boze contractanten eisen dat hun leider werd vrijgelaten én dat ze meer loon zouden ontvangen. De plantagedirecteur, de Schot James Mavor, wilde daar niets van weten. Toen liep het uit de hand en nadat Mavor door een aantal woedende contractanten op wrede wijze was gedood, werd er door militairen met scherp geschoten op de protesterende groep.

Er vielen volgens mij vierentwintig doden. Niemand weet waar ze zijn begraven.

Uit het boek "Het Verhaal van de Dochter van een Kantraki." van Ramdew Krishna (pagina 35)

Begeleidende tekst bij illustratie 3

Buiten het werken in de koffiefabriek waren er ook vrouwen die actief waren op het veld. Mijn moeder ook. Vrouwen hadden het dubbel zo zwaar als de mannen, want naast het werk deden zij ook nog het huishouden en verzorgden zij de kinderen.

Heel vroeg in de ochtend zorgde mijn moeder ervoor dat de kinderen gewassen werden en het gezamenlijk ochtendgebed naar de opkomende zon deden, en daarna gingen we met z'n allen aan het ontbijt. Moeder at altijd als laatste. Vaak waren er van die dikke roti's die boven het houtvuur werden gebakken, en er was altijd gele erwtensoep, daal, met aubergine of pompoen. Mijn vader at doorgaans een grote stapel van die roti's, en dronk naast de daal ook een grote kan met warme melk.

Zodra de kinderen naar school waren, ging mijn moeder in de plant- en oogsttijd gelijk op weg naar het veld om te helpen.

Uit het boek "Het Verhaal van de Dochter van een Kantraki." van Ramdew Krishna (pagina 67)

Begeleidende tekst bij illustratie 4

Nu we op loopafstand van de Centrale Markt aan de Surinamerivier woonden, besloten we daar een restaurantje te beginnen. Samen met de oudste kinderen bakte ik soms we tweehonderd roti's gevuld met daal, gemalen en gekruide gele spliterwten. Daar moesten we wel rond vier uur 's ochtends voor opstaan. Voor de oudste kinderen was het niet echt prettig, want zij moesten daarna nog naar school. Het kneden van het deeg, het vullen van de bollen (looi) met de fijngemalen en gebakken gele spliterwten, was veel en zwaar werk.

Uit het boek "Het Verhaal van de Dochter van een Kantraki." van Ramdew Krishna (pagina  63)

Begeleidende tekst bij illustratie 5

Het eten werd met succes verkocht. Onze roti's met kip werd een begrip in Paramaribo. Tijdens de lunchpauzes werd het extra druk, want de vaste klantenkring bestond onder meer uit het lokale kantoorpersoneel. De meeste klanten waren overigens niet-Hindoestanen. Tja die konden zelf wel roti's bakken.

Maar toen sloeg het noodlot nóg een keer in mijn leven toe: mijn man stierf  onverwachts aan de gevolgen van een hersenbloeding. Had het urenlang staan koken achter het houtvuur, elke ochtend weer, daar schuld aan? Ik weet het niet. Ik was nu niet alleen mijn partner kwijt, maar ook mijn kok. Ik moet het restaurantje sluiten en er braken weer zware tijden aan.

Meer zien? Dat kan!

Alle illustraties zijn momenteel te bezichtigen in de OBA aan het Oosterdok. De tentoonstelling is tot en met 27 augustus 2023 te bezoeken tijden de reguliere openingstijden. 

Voor meer informatie over het boek is de maker Ramdew Krishna bereikbaar.

Redactie: Haags Bureau|Boekenmakers

Illustraties: Ramdew Krishna

Uitgever: Stichting Ganpati Padam Nataykala

Aanvullende informatie

Afbeelding credits

Header afbeelding: Uit het boek "Het Verhaal van de Dochter van een Kantraki" van Ramdew Krishna (pagina 37)

Media