Artikel

Communicatie-onderzoek Ouderen en sport

Samenvatting

Voor ouderen in Amsterdam zijn er veel mogelijkheden om te sporten, en zij zijn ook van mening dat sporten belangrijk is voor iedereen. Toch ervaren ouderen verschillende belemmeringen om gebruik te maken van het sportaanbod. De voorlichting over de sportmogelijkheden sluit niet altijd voldoende aan op hun belevingswereld. Door de voorlichting hier meer op aan te laten sluiten, zowel qua boodschap als kanalen, en intensiever samen te werken met sportaanbieders, vergroot de gemeente de kans dat Amsterdamse ouderen gebruik zullen maken van het aanbod.

Dit blijkt uit literatuuronderzoek en interviews onder ouderen en sportaanbieders in Amsterdam. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Amsterdam. Er is gekeken naar alle ouderen vanaf 65 jaar en waar mogelijk is het onderzoek toegespitst op ouderen die de Nederlandse taal niet beheersen.

Sporten is van groot belang
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat sporten van groot belang is voor ouderen. Het zorgt er onder andere voor dat zij fit, mobiel en zelfstandig blijven. Daarnaast zorgt het voor minder eenzaamheid. De ouderen bevestigen in de interviews dat zij vinden dat iedereen moet sporten, maar ze doen er niet allemaal aan mee. Ondanks hun kennis over de voordelen van sporten doen ze ook weinig om vrienden en familie te stimuleren om te gaan sporten en bewegen.

Rekening houden met verschillende factoren
Uit het onderzoek is gebleken dat verschillende factoren meespelen in de drijfveren en belemmeringen voor ouderen om te sporten en bewegen. Zoals ook verschillende modellen gericht op gedragsverandering laten zien, spelen sociale context, praktische zaken en fysieke competenties een rol. Een veel gehoorde belemmering is dat de oudere eraan twijfelt of hij/zij de activiteit wel kan. Soms zijn ouderen niet gewend om te sporten. Zij herkennen zichzelf niet in de doelgroep zoals die in de communicatie voor de sportactiviteiten wordt neergezet. Wat hen drijft zijn de gezelligheid, het werken aan de vitaliteit en het aanbrengen van structuur in de week. Zo noemt één van de ouderen, een 84-jarige die elke woensdagochtend zwemt: “Ik vind het heerlijk om ’s morgens om 8 uur de deur uit te gaan om te gaan zwemmen, door weer en wind”.

Ouderen met een migratieachtergrond lastig te bereiken
Ouderen met een migratieachtergrond en/of die de Nederlandse taal niet beheersen lopen achter op andere ouderen in hun sportparticipatie. Zij zijn vaak niet opgegroeid met sporten en bewegen. Ook kunnen er belemmeringen meespelen die met hun cultuur te maken hebben. Zo willen vrouwen met een migratieachtergrond vaak alleen met andere vrouwen sporten en het liefst in een omgeving met privacy.

Intermediairs
De rol van intermediairs is groot bij het stimuleren van sportparticipatie onder ouderen. Intermediairs kunnen zijn: huisartsen, fysiotherapeuten, enzovoort. Vooral voor ouderen met een migratieachtergrond zijn medici belangrijk om hen aan te zetten tot sporten. Ook kunnen hiervoor familieleden of buren ingezet worden. Maar ook sportaanbieders hebben veel invloed: zij weten hoe ze ouderen moeten bereiken en welke activiteiten effectief zijn. Zij organiseren immers al jaren succesvolle activiteiten voor ouderen in Amsterdam en zetten verschillende communicatiemiddelen in.

Communiceren naar ouderen
Om ouderen te bereiken, moet communicatie op een andere manier ingezet worden dan bij andere doelgroepen. Ten eerste hebben ouderen langer de tijd nodig om informatie tot zich te nemen, waardoor communicatievormen als video’s afvallen. Het liefst zien zij geprinte middelen, zoals flyers. Daarop moet alle informatie over de sportactiviteit te vinden zijn (in ieder geval de 5 W’s: wie, wat, waar, wanneer en waarom). Als de oudere ergens nog vragen over heeft, bellen ze het liefst. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat ouderen een boodschap meerdere keren voorbij moeten zien komen of ervan moeten horen, voordat zij overtuigd zijn om deel te nemen (cues to action). Ze willen graag het gevoel hebben dat zij vrij zijn in deze keuze. Tot slot is het benadrukken van het sociale aspect in de communicatie belangrijk.

Communicatieaanpak in 3 onderdelen
Om het communicatieprobleem aan te pakken, is het advies om op 3 onderdelen te focussen:

  1. Samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en sportaanbieders intensiveren
    De sportaanbieders in Amsterdam hebben contact met verschillende stadsdelen van de gemeente. Hier is nog winst te behalen. Het advies is om een regelmatig overleg in te plannen tussen sportaanbieders en medewerkers van de gemeente Amsterdam om het aanwezige aanbod duidelijker in beeld te krijgen. Zo kan de gemeente helpen met het verbeteren van de promotie van de sportactiviteiten.

  2. Gericht inzetten van de communicatieboodschap
    Een gerichte inzet van de communicatieboodschap is van belang. Dit vanwege het feit dat er veel verschillende ouderen zijn en ouderen een boodschap meerdere keren moeten zien of horen. Om te beginnen kunnen flyers ingezet worden, die verspreid kunnen worden door de hele stad en informatie over sportactiviteiten bevatten (zie punt 1). Daarnaast kan de gemeente met een communicatiecampagne het gewenste effect bereiken. Ouderen ervaren verschillende belemmeringen, dus wanneer zij zichzelf herkennen in de communicatieboodschap kunnen belemmeringen weggenomen worden. Door verschillende ouderen met quotes op posters af te beelden, worden zo veel mogelijk ouderen aangesproken. De quotes kunnen een boodschap (cues to action) omvatten als:
    ‘Ik heb goede vrienden/vriendinnen leren kennen bij de dansles’
    ‘Sinds ik wekelijks sport, voel ik me een stuk fitter’
    ‘Ik dacht dat sporten niet bij mij paste, maar ik doe het op mijn manier’
  1. Specifiek richten op ouderen met migratieachtergrond
    Om de doelgroep ouderen met een migratieachtergrond (en ouderen die de Nederlandse taal niet beheersen) te bereiken, moet gebruik gemaakt worden van hun sociale omgeving. Denk bijvoorbeeld aan huisartsen, fysiotherapeuten, familie (met name de jongere generatie), buren en kennissen. Daar nemen zij het meeste van aan en deze mensen zijn bekender met het sportaanbod en de voordelen van sporten. Door flyers en andere communicatiemiddelen op veel plekken te verspreiden en op te hangen, komen niet alleen de ouderen zelf, maar ook mensen in hun omgeving in aanraking met het aanbod. Zo kunnen ouderen door hun sociale omgeving gestimuleerd worden om te gaan sporten. Mond-tot-mond reclame werkt hier het best. Door de mogelijkheid te geven voor ouderen om iemand mee te nemen naar een (gratis) proefles, worden zij op een effectieve manier gestimuleerd.

Reacties
De adviseur sportstimulering, afdeling Sport, stadsdeel West: “Ik ben heel blij met de aanbevelingen, vooral die van het meer in overleg gaan en beter luisteren naar de sportaanbieders die al met deze doelgroep werken. Zij zijn tenslotte een deel van de instrumenten die wij als gemeente gebruiken om onze sport- en beweegbeleidsdoelstellingen te behalen. En zij hebben veel ervaring in het werven en behouden van deze doelgroep. Ik denk dat het veel kan opleveren als wij onze communicatie aan hen aanpassen in plaats van andersom.”

Aanleiding voor het onderzoek
De gemeente Amsterdam heeft de ambitie om alle Amsterdammers in beweging te krijgen. Dat is onderdeel van de Agenda Sport en Bewegen 2019-2022. Sommige bevolkingsgroepen blijven achter in de sportparticipatie, waaronder ouderen. De gemeente Amsterdam wil weten wat er speelt bij ouderen, waarom zij niet deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten, én hoe zij deze doelgroep kan stimuleren en activeren om dat wel te doen.

Onderzoeker
Het onderzoek is uitgevoerd door een student aan de Hogeschool van Amsterdam.

Onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag luidt: Hoe kan de gemeente Amsterdam ouderen in Amsterdam (waaronder ouderen die de Nederlandse taal niet beheersen) bereiken en activeren om meer te sporten en te bewegen en hoe vertaalt dit zich in een communicatiestrategie?

Opzet van het onderzoek
Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag, is zowel literatuur- als veldonderzoek uitgevoerd. In het literatuuronderzoek zijn relevante theorieën en modellen verzameld om het communicatieprobleem in beeld te krijgen. Zo is een theoretisch kader voor dit probleem gevormd.

In het veldonderzoek zijn 9 ouderen en 3 sportaanbieders geïnterviewd. De sportaanbieders vertelden over hun ervaringen met sportactiviteiten voor ouderen en het stimuleren van ouderen. Ouderen vertelden over de mate waarin zij sporten en bewegen en waarom zij wel of niet sporten. Er zijn ouderen gesproken van verschillende leeftijden (tussen 65 en 90 jaar), van verschillende geslachten, niveaus en met verschillende achtergronden. Zo is een representatief beeld gevormd van de doelgroep en de drijfveren en belemmeringen.

Meer weten?
De eindrapportage bevat nog veel meer informatie over het onderzoek. Wil je meer weten of heb je vragen? Neem dan contact op met Lisette Tilma, adviseur onderzoek en monitoring bij het Communicatiebureau: l.tilma@amsterdam.nl 06 102 50 176