van den Akker, J., van Hees, M., Mulder, M., Lange, K., Schrik, Y., & Oskam, I. (2017). Benutten van organische reststromen in stadslandbouwgebied NoordOogst. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.
Bron en meer informatie: website HvA
Wat zijn de mogelijkheden voor de decentrale verwerking van organische reststromen? Levert het lokaal verwerken van materialen als gft, snoeiafval, horeca-afval en gewasresten in brede zin meer op dan afvoer naar grootschalige verwerkers? Die vraag staat centraal in het project RE-ORGANISE, geleid door de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met verschillende kennispartners en ondernemers. Twee Amsterdamse stadslandbouwlocaties fungeren hierbij als onderzoekscases: Tuinen van West (grenzend aan de wijken Geuzenveld en Osdorp) en NoordOogst (in Amsterdam Noord). Er is gekozen voor stadslandbouwlocaties omdat hier organische reststromen vrijkomen, en er tegelijk behoefte is aan de producten die uit deze reststromen gemaakt kunnen worden. In juli 2017 zijn drie deelproducten opgeleverd van het eerste jaar van onderzoek. Deze casusbeschrijving van Noordoogst is er daar een van; verder is er een casusbeschrijving van de Tuinen van West beschikbaar, en een rapport over de ontwikkeling van technologische concepten voor het hergebruik van organische reststromen. In de casusbeschrijvingen wordt de aanwezigheid en het gebruik van organische reststromen beschreven voor de betreffende locatie. Basis hiervoor vormen ruim 38 interviews met ondernemers en belanghebbenden in beide gebieden, en twee workshops waarin werd nagedacht over het verbeteren van het gebruik van deze reststromen.
van den Akker, J., van Hees, M., Mulder, M., Lange, K., Schrik, Y., & Oskam, I. (2017). Benutten van organische reststromen in stadslandbouwgebied NoordOogst. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam.
Bron en meer informatie: website HvA
Het beleidsideaal van hybridisering in het sociaal domein staat voor een situatie waarin professionals en informele partijen steeds meer onderling verweven raken in hun ondersteuning van kwetsbare huishoudens. Informele en formele partijen zouden in dat ideaal steeds nauwer met elkaar optrekken en taken uitwisselen, en op basis van gelijke waardeoriëntaties komen tot een ‘coproductie’ van ondersteuning. Hybridisering is een belangrijk streven in de gebieden waarin het wijkteamonderzoek van de werkplaats Sociaal Domein (2016-2018) is uitgevoerd. Met dit onderzoek werpen wij licht op de invulling van dat beleidsideaal in de praktijk, door te bestuderen of en hoe professionals uit wijkteams samenwerken met uiteenlopende informele partijen. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de bevindingen van het deelonderzoek dat binnen dit project is uitgevoerd in Oud Noord (Amsterdam Noord). Voor dit onderzoek zijn diepte-interviews afgenomen met professionals van Samen Doen teams, activeringsteams, de Ouder- en Kind Teams en de wijkzorgnetwerken in Oud Noord. Daarnaast zijn diepte interviews afgenomen met ‘Informele partijen’. ‘Informele partijen’ worden in dit onderzoek opgevat als een brede categorie van diverse spelers; uiteenlopend van sociale netwerken, vrijwilligers, actieve buurtbewoners, verenigingen, sociaal ondernemers en ervaringswerkers. Onze conclusie is dat in Oud Noord eerder sprake is co-existentie dan van hybridisering. Formele en informele partijen benadrukken vooral het verschil tussen henzelf en de andere partij in hun manier van omgaan met bewoners. Informele partijen stellen zich in dit gebied vaak op aan de kant van de bewoner, als belangenbehartiger van de bewoner ten opzichte van de formele partijen. Ze beschouwen zichzelf als een essentiële schakel om formele voorzieningen voor bewoners toegankelijk te maken. Die rol lijkt ontstaan in reactie op het lage vertrouwen dat verschillende groepen bewoners hebben richting het formele domein.
Welschen, S., Metze, R., Haijen, J., & Rijnders, J. (2018). Met elkaar of naast elkaar? wijkteamprofessionals en informele krachten in Oud Noord over kwesties bij de gezamenlijke ondersteuning aan huishoudens in
kwetsbare posities . Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Lectoraat Stedelijk Sociaal Werken.
Bron: website HvA
Europees project (8 partners) dat zicht richt op bewustzijn vergroten bij beleidsmakers en planners over de verschillende baten van groen (green infrastructure).
Uitvoerende partij en belangrijke partners zijn de GGD Amsterdam, TCPA (Londen, lead partner) en 6 andere Europese partners.
Het groen in en rondom de stad draagt bij een aan prettige en gezonde leefomgeving en heeft een positieve invloed op de leefkwaliteit. De GGD is partner in het Europese project PERFECT (https://www.interregeurope.eu/perfect/ ). PERFECT is in 2017 gestart en heeft een looptijd van 5 jaar. Doel van PERFECT is de meerwaarde van groen onder de aandacht brengen, en het bewustzijn over de verschillende sociale, ecologische en economische voordelen van groen verhogen.
De GGD richt zich binnen dit project op het belang van groen voor de gezondheid. De afdeling Leefomgeving doet onderzoek naar effecten van ruimtelijke ingrepen in het Noorderpark op bezoekersaantallen en beweeggedrag en doet onderzoek naar het vergroenen van schoolpleinen in Amsterdam. In het project worden ‘best practices’ en beleidservaringen tussen de verschillende partners uitgewisseld. In Amsterdam wordt nauw samengewerkt met collega’s van de RVE Ruimte & Duurzaamheid (R&D) en PMB.
Contactpersoon project: Imke van Moorselaar
Het ministerie van Justitie en Veiligheid, de gemeente Amsterdam (OIS, OOV en stadsdeel Noord) en twee vmbo-scholen in stadsdeel Noord werken samen in een pilot waarin een interventie is ontwikkeld en wordt uitgevoerd met het doel om straatintimidatie onder scholieren tegen te gaan. De interventie is gebaseerd op de ‘social norms approach’. Volgens deze theorie is de mate waarin jongeren denken dat vrienden iets goedkeuren, in dit geval intimidatie, van invloed is op de eigen acceptatie en daarmee het eigen gedrag. Deze waargenomen ‘peers acceptance’ wordt vaak overschat. Een interventie dient daarom eventuele mispercepties van deze norm bij te stellen teneinde intimidatie terug te dringen. Dergelijke interventies zijn al meerdere malen succesvol toegepast om bijvoorbeeld het drankgebruik of pestgedrag onder jongeren te reduceren. In de bijgevoegde rapportage worden de werkwijze en de bevindingen verder toegelicht.
Tuindorp Nieuwendam en Tuindorp Buiksloot zijn geen ontwikkelbuurten, maar kennen wel een bovengemiddeld kwetsbare bevolking. Vooral de bewoners van Tuindorp Buiksloot zijn relatief vaak kwetsbaar. Het percentage ‘meest kwetsbare’ 18-26 jarigen behoort er tot de hoogste in Amsterdam. Tuindorp Nieuwendam telt veel ouderen, waaronder bovengemiddeld veel kwetsbaren. De gebiedsmakelaar van de tuindorpen Nieuwendam en Buiksloot wil graag een beter beeld hebben van de kwetsbare bewoners in zijn wijken: Wie zijn de kwetsbare bewoners in Tuindorp Nieuwendam en Tuindorp Buiksloot? Uit welke factoren bestaat de kwetsbaarheid van deze bewoners? Als eerste stap in dit onderzoek is OIS gevraagd om een kwantitatieve, verdiepende analyse te verrichten om zo meer zicht te krijgen op de kwetsbaarheid van de bewoners in de twee tuindorpen. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek bekijken we met elkaar of en welk vervolgonderzoek nodig is. Dit onderzoek wordt in januari 2020 opgeleverd.
Deze presentatie geeft inzicht in de spreiding van kwetsbare bewoners in Noord. De presentatie is opgebouwd uit twee delen:
1. Kwetsbaarheidsscore
Hoe zijn de kwetsbare bewoners verspreid over de wijken en buurten van Noord?
2. Woningtoewijzingen aan kwetsbare groepen
Hoe zijn de woningtoewijzingen van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen (PHKG)
verdeeld over de wijken en buurten van Noord?
Achtergrond kwetsbaarheidsscore:
De kwetsbaarheidsscore combineert de vier belangrijkste voorspellers voor een lagere kwaliteit van leven in één getal:
- een laag inkomen
- een laag opleidingsniveau
- geen werk
- een slechte gezondheid
Met een getal tussen 0 en 4 wordt aangegeven op hoeveel van deze voorspellers een persoon kwetsbaar is. Bij een score van 3 of 4 wordt iemand tot de meest kwetsbaren gerekend. Scores voor 4 leeftijdsgroepen: kinderen/jongeren, jongvolwassenen, volwassenen en ouderen. Inmiddels zijn cijfers voor 2 jaren beschikbaar: 2016 en 2017. (Opleidingsgegevens en inkomensgegevens CBS lopen altijd paar jaar achter.)
Achtergrond Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen:
Meer informatie over het PHKG is hier te vinden: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisatie/ruimte-economie/wonen/huisvesting/
Voor de naoorlogse ontwikkelbuurten in Noord (Kleine Wereld, Waterlandpleinbuurt, Banne Noord en Zuid, Molenwijk) is onderzoek gedaan naar de oorzaken van de discrepantie tussen subjectieve en objectieve veiligheid en de veiligheidsbeleving. Ondanks dat de cijfers over subjectieve veiligheid in deze buurten aangeven dat bewoners zich onveilig voelen, zijn de cijfers over objectieve veiligheid in deze buurten niet opvallend hoog.
Om de situatie in ontwikkelbuurten te verbeteren is er behoefte aan cijfers die een objectief beeld geven over deze buurten. Volewijck is één van de ontwikkelbuurten. In opdracht van het team dat zich bezighoudt met deze wijk is een factsheet gemaakt waarin cijfers over deze wijk voor verschillende thema’s zijn gepresenteerd. De thema's die aan bod komen zijn bevolking, wonen, openbare ruimte, economie, sociaal en veiligheid.