Auteur: Rosaline Pinto
Masterscriptie voor de Master Sustainable Development, Faculteit Geosciences van de Universiteit Utrecht. Track: Earth System Governance
In 2023 and 2024 the City Science Initiative was looking for ways to make acceleration for climate adaptation in cities possible. Municipalities and other local governments are designed for maintaining public space and shared services. Adaptation and innovation require different competences. Two explorations were carried out:
1. Universities as Catalyst for Change: with students in different cities worksops took place about their futures
2. ESG for Cities: building upon the new CSRD and ESG frameworks, different scenario's for collaboration between public-private and civic sectors were sketched.
Dit onderzoek richt zich op de bestuurlijke capaciteit van Rotterdam en Utrecht bij het aanpakken van stedelijke groene (on)rechtvaardigheid. Door de kwetsbaarheid van stedelijke gebieden voor de gevolgen van klimaatverandering en de toenemende noodzaak voor steden om actie te ondernemen, wordt stedelijk groen ingezet als strategie om zich aan te passen aan klimaatverandering. Recente studies tonen echter aan dat de voordelen van stedelijk groen ongelijk verdeeld zijn, wat leidt tot klimaat(on)rechtvaardigheidsproblemen. Dit onderzoek maakt gebruik van een embedded multiple case study methodologie met als doel om meer inzicht te krijgen in hoe stedelijke (on)rechtvaardigheid wordt beoordeeld en om de bestuurlijke capaciteit in relatie tot stedelijke (on)rechtvaardigheid te analyseren.
Zowel Rotterdam als Utrecht tonen een mate van betrokkenheid bij het aanpakken van stedelijk groene (on)rechtvaardigheid. Ze erkennen bestaande ongelijkheden in de kwantiteit en kwaliteit van stedelijk groen, met name in oudere wijken en het stadscentrum. Utrecht toont een sterkere betrokkenheid door de ongelijkheid expliciet te erkennen en de verschillen in stedelijk groen consequent te erkennen. Rotterdam daarentegen heeft een bredere focus op de algehele aantrekkelijkheid en leefbaarheid van de stad, zonder expliciete vermelding van ongelijkheid of verdeling van groene onrechtvaardigheid in de onderzochte documenten en visie. Verder laten de bevindingen zien dat er behoefte is aan meer op maat gemaakte en inclusieve benaderingen om bewoners te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Op dit moment hebben belanghebbenden het gevoel dat hun inbreng door de autoriteiten wordt genegeerd, wat duidt op een kloof tussen aspiraties voor procedurele groene rechtvaardigheid en de praktische uitvoering. Hoewel beide steden in hun beleidsdocumenten niet expliciet ingaan op erkenning van groene (on)rechtvaardigheid, erkennen ze wel de diversiteit van de stad. Er is echter nog ruimte voor verbetering als het gaat om de vertegenwoordiging van de diversiteit van buurten in participatieprocessen.
De bestuurscapaciteit van beide steden draagt bij aan het aanpakken van klimaat(on)rechtvaardigheid in stedelijke groene initiatieven, waarbij Utrecht iets hoger scoort. Alle dimensies van bestuurscapaciteit (weten, willen en mogelijk maken) zijn echter even belangrijk voor effectieve verandering. Het toenemende bewustzijn van stedelijke groene (on)rechtvaardigheid als prioriteit wordt waargenomen in beide steden, met name in Utrecht.
Concluderend benadrukt dit onderzoek het belang van bestuurscapaciteit bij het aanpakken van klimaat(on)rechtvaardigheid in stedelijke groene initiatieven. Met de verwachting van voortdurende klimaatverandering en meer extreme weersomstandigheden, zal stedelijke groene (on)rechtvaardigheid wereldwijd steeds relevanter worden. De bevindingen bieden waardevolle inzichten voor Rotterdam, Utrecht en andere steden, die de ontwikkeling van meer inclusieve en rechtvaardige benaderingen van stedelijk groen in het licht van de uitdagingen van klimaatverandering vergemakkelijken.
Auteur: Rosaline Pinto
Masterscriptie voor de Master Sustainable Development, Faculteit Geosciences van de Universiteit Utrecht. Track: Earth System Governance
Klimaatverandering is niet alleen een opgave voor de fysieke inrichting van onze stad. Het is ook een uitdaging voor de Rotterdamse samenleving. De gevolgen van klimaatverandering zijn namelijk op alle plekken van de stad en voor iedereen anders. Daarom is het belangrijk om tijdens een project rekening te houden met welk perspectief je werkt en of er eventueel perspectieven vanuit de stad missen. Het klimaatwiel van ICAR kan je hierbij helpen.
Het klimaatwiel is gebaseerd op “The wheel of power/privilege” van Sylvia Duckworth. Met haar illustratie visualiseert ze de term ‘marginalisatie’. Hoe verder je van ‘privilege’ staat, hoe meer je je genegeerd en onbelangrijk voelt omdat je niet aan de gemaakte ‘standaarden’ van de hedendaagse maatschappij voldoet. Wanneer je echter de verschillende categorieën afgaat zie je dat marginalisatie en privilege zich afwisselen tussen de verschillende categorieën. Je kan dus privilege hebben in de ene categorie en gemarginaliseerd zijn in de andere. Door de volgende stappen te volgen weet je met welk perspectief je zelf naar je project kijkt. De vakjes die overblijven zijn de perspectieven die je collega’s binnen het project eventueel bezitten. Zo niet, dan mis je deze perspectieven in je project. Dit hoeft niet altijd erg te zijn, zolang het bewust is overwogen.
Er zijn meer categorieën waar je rekening mee kunt houden. Een aantal factoren zijn minder goed te definiëren in relatie tot marginalisatie en privilege omdat ze meer context afhankelijk zijn, en daarom niet opgenomen in het wiel. Denk bijvoorbeeld aan leeftijd; in de ene situatie heeft een jongere meer klimaatprivilege, in de andere een oudere. Maar ook het type huishouden en mate van sociaal netwerk en -contact.
Het klimaatwiel is een dynamisch product wat altijd in ontwikkeling is, aangepast en doorontwikkeld door nieuwe inzichten en perspectieven.
De term klimaatprivilege kan worden onderverdeeld in drie categorieën: boodschap/aanpak, impact en handelingsperspectief.
In het kader van communicatie dient namelijk een boodschap of aanpak overgebracht te worden, bijvoorbeeld in de vorm van een hitteplan of aankondigingen van (klimaat-adaptieve) projecten.
Communicatie naar Rotterdammers beperkt zich momenteel enkel tot het gebruik van de Nederlandse taal. Hierdoor kunnen Rotterdammers die de Nederlandse taal niet of minder goed vaardig zijn onze boodschap/aanpak mogelijk minder goed of niet begrijpen.
Binnen categorieën zoals opleiding kunnen individuen zonder startkwalificatie moeite hebben met het begrijpen van gemeentelijk taalgebruik. Duidelijk (B1) taalgebruik in onze communicatie is hierdoor essentieel. Categorieën uit het wiel die mogelijk effect ondervinden bij boodschap/aanpak zijn: taal, burgerschap, opleiding en neurodiversiteit.
De impact van klimaateffecten kunnen mogelijk intenser zijn voor gemarginaliseerde posities binnen categorieën als gender, lichamelijke beperking en neurodiversiteit. Zo lopen mensen met lichamelijke beperkingen, zoals hart-, long- en nierproblemen, een verhoogd risico tijdens extreme weersomstandigheden. Neurodivergente individuen kunnen in sommige gevallen moeite hebben met het uiten van hun behoeften tijdens dergelijke extreme weersituaties. Ook mensen met ernstig overgewicht en ouderen behoren tot een risicogroep bij bijvoorbeeld extreme hitte.
Het handelingsperspectief varieert afhankelijk van iemands financiële situatie en huisvesting. Mensen met een laag inkomen hebben mogelijk minder middelen om hun huis klimaatadaptief te maken en kunnen moeite hebben met het gebruik (en voorschieten) van subsidies. Huurders zijn afhankelijk van hun verhuurders voor grootschalige klimaatadaptieve maatregelen, terwijl de eigenaren van koopwoningen, ondanks mogelijke privileges, ook belemmeringen kunnen ervaren bij het financieren van dergelijke maatregelen.
Dit artikel is geschreven door het ICAR team van de gemeente Rotterdam.
Wilt u meer weten over het gebruik van het wiel, of over de beweging Inclusive Climate Action Rotterdam? Mail ons dan via icar@rotterdam.nl of connect met ons op LinkedIn via Inclusive Climate Action Rotterdam (ICAR) | LinkedIn.
"Klimaatracisme, klimaatarmoede, klimaatongelijkheid, wat is dat eigenlijk? Hoe moeten we dat begrijpen? Hoe klimaat(on)rechtvaardig is Rotterdam eigenlijk? En wat zijn de verhalen, stemmen en perspectieven waar we naar móeten luisteren? We maakten er een video-podcast over."
"In deze video-podcast, opgenomen in het Gemaal op Zuid, gaan Marjolijn van Eijsden en Esther Barfoot in gesprek met Rosemarie van Ham (oprichter ICAR) en met Hanadi Al-Baz (ICAR) over de klimaatveerkrachtigheid van vluchtelingen. Daarnaast vertellen Lilian Cardoso (Stichting Female Force), Vanessa Umboh (Stichting Stem zonder Gezicht) en Nathan Davids wat klimaatonrechtvaardigheid in de praktijk betekent."
In de podcastserie ‘Hoe creëer ik een beweging?’ van Rotterdams WeerWoord hoor je hoe Rotterdam een beweging heeft opgezet voor een nog gavere, sterkere stad in een extremer klimaat.
Presentatoren Esther Barfoot en Marjolijn van Eijsden hebben de afgelopen jaren met vele anderen de beweging van de Rotterdams WeerWoord (en voorganger Water Sensitive Rotterdam) opgebouwd. In de podcast-serie met 7 afleveringen, spreken zij meer dan 25 mensen die de beweging lieten groeien en bloeien. Ze analyseren verschillende fases en geven jou inzicht in ‘het recept’. Beluister de podcast op Spotify en Apple Podcasts.
Opname, editing en productie door Björn Plooster. www.bjornplooster.com | info@bjornplooster.com
Ga voor meer informatie en contactinfo van de makers naar: www.rotterdamsweerwoord.nl/podcast
Bron: Rotterdams WeerWoord
Wilt u meer weten over Inclusive Climate Action Rotterdam (ICAR)?
Mail ons dan via icar@rotterdam.nl of connect met ons op LinkedIn via Inclusive Climate Action Rotterdam (ICAR) | LinkedIn.
Onderzoeker Daphina Misiedjan vertelt over klimaatongelijkheid in deze uitzending van Studio Erasmus. Als je het hebt over klimaatongelijkheid wordt er gekeken naar hoe verschillende mensen en/of landen door klimaatverandering worden getroffen. Op welke verschillende manieren worden ze getroffen, en zijn deze verschillen te verklaren of rechtvaardigen? Daphina Misiedjan richt zich op verschillende niveaus, bijvoorbeeld globaal: welke landen ervaren meer effecten van het veranderende klimaat? En binnen Nederland: welke verschillen zie je tussen steden, en tussen wijken? Ze merkt op dat bepaalde mate van sociale ongelijkheid, milieuongelijkheid versterkt.
Rechtvaardigheid moet, net als doelmatigheid en rechtmatigheid, een belangrijke pijler zijn van het Nederlandse klimaatbeleid. Het klimaat en het klimaatbeleid zullen de komende decennia veranderen. Niet alleen moet de CO2-uitstoot in 2050 teruggebracht zijn tot netto nul, ook zal Nederland steeds meer te maken krijgen met een stijgende zeespiegel en extreem weer. Deze opgaven gaan gepaard met hoge kosten. Als de verdeling van deze klimaatkosten niet als rechtvaardig wordt ervaren, dan komt het draagvlak voor het klimaatbeleid onder druk. In het rapport Rechtvaardigheid in klimaatbeleid. Over de verdeling van klimaatkosten doet de WRR daarom drie aanbevelingen: (1) Verbreed het debat en behandel het klimaatbeleid als een verdelingsvraagstuk. (2) Veranker de aandacht voor rechtvaardigheid in het beleidsproces door verdelingsbeginselen stelselmatig en vroegtijdig expliciet te maken. (3) Zorg voor institutionele borging en toetsing van de aandacht voor een rechtvaardige verdeling van klimaatkosten.
Het rapport gaat over de verdeling van de kosten van het klimaatbeleid. Met klimaatbeleid bedoelt de WRR drie opgaven:
De kosten die gepaard gaan met mitigatie, adaptatie en klimaatschade schaart de WRR onder de noemer “klimaatkosten". Als klimaatkosten niet rechtvaardig worden verdeeld, dan heeft dat negatieve gevolgen hebben voor het draagvlak voor klimaatbeleid. Daarom is het belangrijk om een rechtvaardige verdeling van die kosten een centrale plaats te geven in het klimaatbeleid.
De WRR onderzoekt op welke manieren klimaatkosten op een rechtvaardige wijze verdeeld kunnen worden. Wij onderscheiden tien verdelingsprincipes zoals ‘de vervuiler betaalt’, een verdeling naar draagkracht of ‘de verduurzamer verdient’. Aan de hand van vier case studies komen we in het rapport tot de conclusie dat het verdelingsvraagstuk in klimaatbeleid vaak niet expliciet aan bod komt bij beleidsontwikkeling. Daardoor blijft onduidelijk voor welk verdelingsprincipe is gekozen, en waarom die keuze is gemaakt. Daarnaast heeft de WRR een onderzoek laten uitvoeren door I&O Research onder ruim 2.300 burgers. Dat onderzoek liet zien dat burgers een eerlijke verdeling van klimaatkosten belangrijker vinden dan een zo groot mogelijke reductie van CO2-uitstoot. Ook liet het onderzoek dat het afhangt van de concrete klimaatmaatregel welk verdelingsprincipe burgers het meest rechtvaardig vinden.
In deze podcast bespreken Raadslid Suzanne Hulscher en projectcoördinatoren Annick de Vries en Gijsbert Werner het belang van een rechtvaardige verdeling van klimaatkosten, en lichten zij toe hoe dat in het beleid centraal gesteld kan worden.
Auteurs: Suzanne Hulscher, Mark Bovens, Annick de Vries,
Gijsbert Werner, Victor Toom & Elsenoor Wijlhuizen.
Bron: WRR
Dr. Daphina Misiedjan is assistent-professor mensenrechten en milieu aan het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag en ze is een expert binnen het Harmony with Nature-programma van de VN. Dr. Misiedjan is gespecialiseerd in kwesties met betrekking tot mensenrechten en milieurechtvaardigheid.
Auteur: Daphina Misiedjan
In deze collectie treft u artikelen over energiearmoede in de stadsdelen. De artikelen bestaan uit onderzoeken, presentaties en lezingen die u kunt terugkijken.
Beeld (c) BZK