Artikel

Presentatie door Leo Pols

Auteur talloze artikelen zoals Van wie is het landschap? en co-auteur studies Vier scenario’s voor inrichting Nederland in 2050 en Naar een breder gedragen natuurbeleid Nederland

Toespraak tijdens de bijeenkomst "Tijd", vierde evenement van de serie Academische Werkplaats Bodem.

Leo Pols kwam als laatste in de rij inspirerende sprekers aan het woord. Van huis uit is hij landschapsarchitect en stedenbouwkundige en werkte lang voor Planbureau voor de Leefomgeving. Als start toont hij op rij geologische kaarten van Nederland, van 9000 voor Christus (Holoceen) tot 2000 na Christus (Antropoceen), met een visionair doorkijkje naar het toekomstige landschap rond 2200. Opvallend was de ontwikkeling van veengebieden in heel Nederland rond begin jaartelling, die langzaam weer verdween door ontginning van het land voor bewoning en landbouw. Pols stelde: er is altijd angst geweest voor nieuw landschap, heel veel mensen zijn bang voor verandering. Of juist andersom, mensen kunnen ook stug doorgaan met fout handelen, zoals bouwen in te laag land. Als voorbeeld haalde hij de Zuidplaspolder aan, waar volop wordt gebouwd terwijl de polder 6 meter onder NAP ligt. Er is een meter opgehoogd om op te bouwen, maar komt er een stormvloed (+4 NAP), dan is men niet veilig op hun zolder. En toch blijven ze maar doorbouwen.

Om meer inzicht in eigenaarschap en beheer van landschap te geven nam Pols het publiek mee om te zien van wie het landschap nu eigenlijk is. Een ingekleurde kaart van NL toonde de verschillende grondeigenaren dat buiten de stad het landschap voor boer en bedrijf is (samen 71%), in de stadsranden het landschap vooral in handen ligt van overheid én particulieren en dat in de stad het landschap vooral in handen van de overheid is. Uit de kaart blijkt ook dat gemeenten veel grond in de stadsranden bezitten, daar liggen dan ook flinke mogelijkheden voor vergroening om bodemfuncties te herstellen.

Helaas constateerde Pols tegelijkertijd dat water en bodem in Nederland slecht worden beheerd door landeigenaren. Zo wordt de kwaliteit van de bodem van het land van natuurorganisaties beïnvloedt door eigenaren van buiten hun grondgebied. Vier grote bodemdreigingen vallen op te merken: 1_Stikstofdepositie (landbouw, scheep- en luchtvaart, bouwsector), 2_ Bodemdaling (CO2, waterbeheer, veiligheid), 3_ Verdroging en daling grondwaterstand (natuur, landbouw) en 4_ Verzilting (landbouw). Het is slecht gesteld met de bodem- en waterhuishouding in Nederland, 98% voldoet niet aan het Kaderrichtlijn Water (KRW - opgericht om de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa op orde te brengen), met andere woorden: Nederland is het slechtste jongentje van de EU-klas! Naast de vier dreigingen zijn er nog andere gevaren: sluipende verstedelijking en industrialisering van landbouwbedrijven waardoor ‘ons’ landschap nog meer onder druk staat.

Waar het ooit het land van velen was, is nu het land steeds meer in privaat eigendom! In de 19e eeuw waren er nog veel ‘woeste gronden’ van de staat. In de 21ste eeuw bezitten steeds meer boerenbedrijven per bedrijf meer land. Met andere woorden, steeds minder mensen bezitten meer land, en daarmee worden de boeren machtiger, die ook gaan ontwikkelen. Waarmee grondeigendom van boeren verschuift naar bedrijven en beleggers.

Conclusie: nog maar minder dan 25% van landschap en steden in Nederland is in eigendom van overheden en natuurorganisaties. In de stadsranden ligt dit hoger, hier is 44% in bezit bij overheden en natuurbeheerders. Grondbezit is van cruciaal belang bij gebiedsontwikkeling. Hierop sturen kan doorslaggevend zijn! In de stadsranden – de schakels tussen stad en land - liggen de beste kansen!

Als laatste onderdeel van de lezing loodst hij de bezoeker langs vier toekomstscenario’s voor de inrichting van NL in 2050. Met deze scenario’s trokken hij en collega’s van PBL door het land gegaan om gesprekken te voeren en workshops te doen met allerlei overheden, instellingen en diensten. De vier scenario’s zijn ontwikkelt om verder vooruit te kijken en dieper na te denken wat kan en moet voor een toekomstgericht landschap. Daarbij maakt Pols gelijk de kanttekening dat de vier scenario’s geen visie weergeven, maar mogelijke perspectieven om meerdere zaken te onderzoeken biedt, zoals: stippen op de horizon zetten want transities vergen decennia en dus meerdere kabinetsperiodes. De vier scenario’s gaven inzichten wat per scenario de rol van de overheid was, wel of geen samenwerking tussen natuur en landbouw, en wat wordt voorop gesteld, Profit of Planet first?

De conclusies van de vier scenario’s leerde het team wat is toekomstbestendig/robuust beleid?

Leren omgaan met onzekerheden, in zowel de opgaven (klimaat, demografie, economische groei), als ook hoe deze te realiseren (samenleving, politiek). Maar vooral inzetten op robuuste en flexibele maatregelen voor een natuurinclusieve stad, waar meervoudig ruimtegebruik en een water- en bodemsysteem leidend worden. Gebruik daarnaast het stikstofdossier om te verbinden en denk tevens goed na over nieuwe concepten voor meervoudig landgebruik.

 

Leo Pols - Tot voor kort werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving en auteur talloze artikelen zoals Van wie is het landschap? en co-auteur studies Vier scenario’s voor inrichting Nederland in 2050 en Naar een breder gedragen natuurbeleid Nederland

 

Bekijk deze video extern op: Vimeo

Video credits: Ingrid Oosterheerd

Afbeelding credits

Header afbeelding: Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte - banner

Icon afbeelding: IOOR AWB 20240711 Tijd Henri Blommers 09