Amsterdam staat de komende jaren een grote transitieopgave in de openbare ruimte te wachten. Een die wordt aangedreven door de klimaatverandering, de overgang naar duurzame energiebronnen, de toenemende schaarste aan grondstoffen en de digitalisering van de samenleving. Daarnaast groeit de stad gestaag en verdicht steeds verder. De ondergrondse infrastructuur groeit mee, maar raakt vol. De transitie stagneert als wordt vastgehouden aan de huidige stadsen gebiedsontwikkeling. Bij nieuwe inrichtingsplannen is het traditionele van bovengronds naar ondergronds denken passé. De in deze publicatie geïntroduceerde ontwerpmethode, waarin de ondergrond en het meervoudig functiegebruik vooropstaan, programmeert de openbare ruimte integraal. Publieke en private partijen gaan in een vroeg stadium om de tafel zitten om ondergronds ruimte te reserveren voor een gezond leefmilieu, nieuwe energiesystemen, de hitte- en neerslagproblematiek, de gewenste circulariteit en natuurinclusief ontwerpen. Deze stapeling van maatregelen draagt bij aan een groene, aantrekkelijke en kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte, waar het fijn wonen, werken, recreëren, sporten en verblijven is.
Het eerste deel, Casus Amstel-Stad, Amsterdam, geeft achtergrondinformatie over het gebied Amstel-Stad en beschrijft de nieuwe ontwerpmethode aan de hand van dit concrete voorbeeld.
Inhoudsopgave
Introductie, Amstel-Stad en de Nieuwe Methode / p. 7
De ruimtelijke opgaven van de gebiedsthema’s / p. 59
Programmeren straatprofielen / p. 163
Register en Colofon / p. 196