Artikel

HPV vaccinatie: wie beslist, regio Noord-west

In Nederland is de ziektelast t.g.v. het Humaan Papillomavirus (HPV) hoger dan voor enige andere infectieziekte (inclusief pneumonie en infectieziektes die d.m.v. vaccinatie voorkomen zouden kunnen worden) [McDonald et al., 2017; van Lier A, et al., 2016]. De vaccinatiegraad is lager in de grote steden; in Amsterdam is het zelfs minder dan 40% (geboortecohort 2003) [www.volksgezondheidenzorg.info]. De vaccinatiegraad is lager onder meisjes met ouders met een niet-westerse Nederlandse migratieachtergrond [Rondy et al., 2010].

In 2014 onderzocht de GGD Amsterdam wat hier de mogelijke redenen voor zouden kunnen zijn en of er aanleiding is om de aangeboden informatie anders vorm te geven of inhoudelijk te veranderen voor groepen met een migratie achtergrond [Alberts et al., 2017]. Dit onderzoek wees uit dat de factoren die de HPV vaccinatiebereidheid in etnische minderheden beïnvloeden nagenoeg dezelfde waren als de factoren die speelden onder Nederlandse ouders. Het onderzoek liet ook zien dat in beide groepen ouders de verwachte voor- en nadelen van de HPV vaccinatie en de invloed van de sociale omgeving het meest bepalend waren bij het nemen van een beslissing omtrent de vaccinatie. Ook vonden we in het onderzoek van 2014 dat er een relatief grote groep ouders was, vooral met een niet-westerse migratie achtergrond, die een initieel positieve houding hadden om te vaccineren tegen HPV, maar uiteindelijk hun dochter niet lieten vaccineren tegen HPV. Het is mogelijk dat de meisjes hierin een doorslaggevende rol speelden. Inzicht hierin geeft mogelijkheden tot aanpassing van campagne materiaal om de vaccinatiebereidheid te vergroten en deelname te verbeteren.

Looptijd: 4 juli 2019 - 31 december 2019

Alle rechten voorbehouden