Artikel

Shigella infecties bij mannen die seks hebben met mannen MSM in Amsterdam

Doel van het onderzoek: vaststellen prevalentie shigellose, salmonellose en campylobacteriose onder MSM in Amsterdam.

Shigella is een belangrijke verwekker van bacteriële diarree in Amsterdam. Het aantal gemelde, door kweek bewezen gevallen in Amsterdam in 2017 bedroeg 98, waarvan 42 in MSM (Jaarverslag afdeling Infectieziekten 2017). MSM zijn daarmee een belangrijke risicogroep voor deze infectie. Het daadwerkelijke aantal gevallen zou echter aanzienlijk hoger kunnen zijn. Haagsma et al. schatten dat 14% van patiënten met diarree, veroorzaakt door Shigella naar de huisarts gaat, dat de huisarts bij 50% van deze patiënten een kweek laat verrichten (met name bij bloederige diarree) en dat de kweek bij 28% van de patiënten positief is(1). Dat zou betekenen dat slechts 7% wordt getest en dat ongeveer 1,9% positief gediagnosticeerd wordt. Dus voor elke Shigella melding blijven er ongeveer 52 Shigella gevallen onontdekt. Er van uitgaand dat MSM net zo vaak met diarree naar de huisarts gaan als andere patiënten en dat de huisarts op dezelfde wijze kweken inzet, zou dit betekenen dat jaarlijks in totaal 52 x 42 = 2.184 gevallen van Shigellose onder MSM in Amsterdam voorkomen. Uitgaande van een totale populatie van 10.000 MSM met hoog risicogedrag in Amsterdam zou dit neerkomen op een jaarlijkse incidentie van 22% onder MSM.

Antibioticaresistentie is een toenemend probleem onder Shigella stammen. Het algemene advies voor behandeling van Shigella is afwachtend; bij ernstige infecties wordt echter wel antibiotische therapie aangeraden. Echter, resistentie voor ciprofloxacin, amoxicilline en cotrimoxazol – de eerste keuze middelen voor behandeling van Shigella – komt vaak voor. Op het GGD streeklaboratorium was voor deze middelen in de periode 2016-2018 respectievelijk 30%, 50% en 78% van de Shigella isolaten resistent (Jaarverslagen GGD Streeklaboratorium). Ook resistentie voor azitromycine en extended-spectrum cefalosporines komt in toenemede mate voor. Public Health England (PHE) heeft sinds enkele jaren een Shigella surveillance, gebaseerd op whole genome sequencing (WGS), ingesteld. In 2018 is tweemaal via een alert door PHE een early warning gegeven voor verspreiding van een multiresistente Shigella stam binnen de MSM populatie(2). In beide gevallen zijn daarna genetisch identieke stammen aangetoond binnen de Amsterdamse MSM risicogroep (persoonlijke communicatie, A. van Dam). Het RIVM is daarom ook, in samenwerking met Amsterdamse laboratoria en de afdeling infectieziekten van de GGD, gestart met een experimentele Shigella surveillance en zal WGS verrichten van in Amsterdam verzamelde isolaten.

De uitscheidingsduur van Shigella na een infectie is gemiddeld 1-4 weken, en kan oplopen tot enkele maanden(3). Het is dus goed mogelijk dat –zeker wanneer de incidentie van Shigellose zo hoog is als hierboven verondersteld wordt- ook vanuit een willekeurige populatie van MSM, Shigella met enige regelmaat aantoonbaar is na een doorgemaakte periode van diarree. Daarnaast weten wij niet hoe vaak in deze groep asymptomatische infecties kunnen optreden. In het algemeen wordt verondersteld dat Shigella infecties gepaard gaan met klachten en in eerdere case-control studies werd geen Shigella aangetoond bij personen zonder klachten(3,4). In deze studies werd de MSM-populatie echter niet specifiek gesampled.

Salmonella en Campylobacter komen ook in verhoogde frequentie onder MSM met diarree voor(5, 6). Binnen de algemene populatie monsters ingezonden voor bacteriële PCR vinden wij 0,6% positief voor Salmonella en 4,5% voor Campylobacter (Jaarverslag 2017, GGD Streeklaboratorium). Aangezien deze infecties niet meldingsplichtig zijn is niet bekend hoe vaak zij specifiek onder MSM voorkomen. Gericht onderzoek naar bacteriële verwekkers bij MSM met of zonder diarree is in Amsterdam niet eerder uitgevoerd.

 

Looptijd: 1 oktober 2019 - 30 juni 2020

Alle rechten voorbehouden