Heeft u ook onderzoek, lopende projecten of materiaal wat hier moet staan? Stuur een mail naar de redactie: openresearch@amsterdam.nl
Elke Amsterdammer verdient de kans om zich los van zijn of haar achtergrond te ontwikkelen tot wie zij of hij kan of wil zijn.
Dat is een van de belangrijkste uitdagingen van Amsterdam. In een rechtvaardige stad heeft iedereen dezelfde kansen en mogelijkheden, onafhankelijk van de plek waar je geboren bent, de buurt waarin je opgroeit en het netwerk om je heen. Mensen uit alle inkomensgroepen, opleidingsniveaus en typen migratie-achtergrond moeten in de stad kunnen wonen, deelnemen, zich ontplooien en hun eigen toekomst vorm kunnen geven.
Heeft u ook onderzoek, lopende projecten of materiaal wat hier moet staan? Stuur een mail naar de redactie: openresearch@amsterdam.nl
In deze collectie staan stukken om jongeren beter te betrekken bij democratisering
Behandelend ambtenaar: Aartie Mahesh
Amsterdam wil een diverse en inclusieve organisatie zijn voor al haar medewerkers. Inclusief betekent: dat je kan en mág zijn wie je bent. In een omgeving waar verschillen worden omarmd en talenten benut. Waar je prettig en veilig je werk kan doen. Hoe is het met inclusie gesteld bij Amsterdam? De uitkomsten laten zien dat er werk aan de winkel is, waaronder voor collega’s met een beperking, een bi-culturele achtergrond en collega’s die mantelzorg verlenen. De vragenlijst is door 53% van alle collega’s ingevuld. De belangrijkste resultaten vind je hieronder.
Behandelend ambtenaar: Stedelijk Programmateam Inclusie en Diversiteit
Dit zijn projecten van Community Service Learning studenten over 'inclusieve & toegankelijke stad'.
Lees hier meer over Community Service Learning aan de VU.
Gemeente Amsterdam wil een inclusieve en diverse organisatie zijn voor al haar medewerkers. Inclusief betekent dat je kan en mág zijn wie je bent. In een omgeving waar verschillen worden omarmd en talenten benut. Hoe is het met inclusie gesteld bij de gemeente? De Nederlandse InclusiviteitsMonitor (NIM, van de Universiteit Utrecht) heeft het inclusie- en diversiteitsbeleid van de gemeente onderzocht. Dit door middel van een medewerkersscan en een beleidsscan. De beleidsscan brengt de opzet, uitvoering en resultaten van het beleid in beeld. De informatie komt vanuit het Programma Inclusie en Diversiteit (2020-2023). De medewerkersscan gaat over hoe medewerkers inclusie op de werkvloer ervaren. Ruim een kwart van de medewerkers (26%, 4.753 medewerkers) vulde daartoe in 2021 een vragenlijst in. In 2019 deed men vaker mee (toen 53%respons). Vergelijking tussen beide jaren is daardoor niet betrouwbaar. De respons verschilt sterk per cluster (van 8% tot 34%) en per directie (van 18% tot 62%). Tussen de stadsdelen zijn de verschillen minder groot; van 40% respons tot 52%. De uitkomsten laten zien dat medewerkers met een migratieachtergrond, arbeidsbeperkten en 35-plussers minder positief zijn over inclusie op de werkvloer dan anderen. Hieronder worden de resultaten samengevat.
Behandelend ambtenaar: Stedelijk Progammateam Inclusie en Diversiteit
In deze factsheet zijn de meest recente Amsterdamse cijfers opgenomen over ongelijkheid. De meeste cijfers zijn afkomstig uit onderzoeken van de gemeentelijke directie Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS). Andere cijfers komen uit andere bronnen: de politie, de GGD, het Meldpunt Discriminatie en het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Uit de cijfers blijkt dat laagopgeleide mensen, vrouwen, en mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond in Amsterdam relatief minder kansen en negatievere ervaringen hebben. Groepen Amsterdammers bij wie kenmerken samenvallen, hebben te maken met een opeenstapeling van ongelijkheid, onveiligheid en gebrek aan kansen. Overigens doet deze factsheet niet volledig recht aan de werkelijkheid van een hyperdiverse stad. Op de indeling in een ‘westerse’ of ‘niet-westerse’ migratieachtergrond is bijvoorbeeld het nodige af te dingen. Om informatie goed inzichtelijk te maken, vallen nuances noodgedwongen weg.
Behandeld in Commissie Kunst Diversiteit en Democratisering 27 januari 2021
Behandelend ambtenaar: OJZD/Diversiteit, Milanne Mulder, milanne.mulder@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
KeTJA, de voorloper van KeTJAA (Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Amsterdam-Amstelland) werkte veel met en voor de Ouder- en Kindteams. In deze twee later binnengehaalde projecten van KeTJA stonden diversiteit en inclusie en participatie van jeugdigen met psychische problematiek centraal.
In Diversiteit in Transformatie (2016-2019) werd met verschillende andere academische werkplaatsen en diverse partners in Amsterdam gewerkt aan meer inclusief werken in wijkteams. Er is onder andere gewerkt aan deskundigheidsbevordering bij het Ouder-en Kindteam (meer informatie Marjolijn Distelbrink, mdistelbrink@verwey-jonker.nl). Een eindproduct was de Handreiking werken met culturele diversiteit. In dit artikel is meer over de opbrengsten van het project binnen en buiten Amsterdam te lezen.
Het project participatie van jeugdigen met psychische problematiek resulteerde in een website met handzame tools voor ondersteuning van jongeren in de praktijk. Met als onderwerpen: ondersteuning bij eenzaamheid, informatie over bejegening, en over peer-to-peer ondersteuning. Zie Hulp voor jongeren met psychosociale problemen - HvA.
Meer informatie bij Leonieke Boendermaker (l.boendermaker@hva.nl).
Bron: http://neja.nl/ketja/
Hoe zorgen we ervoor dat Amsterdamse jongeren gelijke kansen hebben en opgroeien in een veilige en gezonde leefomgeving?
Hoe kunnen docenten, jongerenwerkers, de gemeente en ouders ervoor zorgen dat de jongeren van onze stad zich op gelijkwaardige wijze kunnen ontwikkelen? In deze collectie vind je uiteenlopende onderzoeken waarin naar antwoorden wordt gezocht op deze vraag. Klik op 'meer informatie' voor een uitleg over de verschillende onderdelen in deze collectie.
In het burgerschapsonderwijs in de hoofdstad staat vooral ‘het Amsterdammerschap’ centraal. Dit blijkt uit overheidsdocumenten, voortgangsbrieven, lesmaterialen en georganiseerde evenementen. Op de website van de gemeente staat dat Amsterdammerschap ‘staat voor je eigen mening hebben en respect hebben voor die van de ander’ (Amsterdam.nl, n.d.). En in alle beleidsdocumenten, onder meer over het ‘Stadslab’, wordt uitsluitend gesproken over ‘Amsterdammerschap in het onderwijs’ (bv. 2e voorgangsbrief, 21 december 2021).
Dit white paper staat stil bij mogelijke nadelen van het gebruik van ‘Amsterdammerschap’ als niveau van identificatie en instructie binnen burgerschapsonderwijs op basis- en middelbare scholen in de gemeente Amsterdam. Voor alle duidelijkheid, dit betekent niet dat de keuze van de gemeente voor het Amsterdammerschap als speerpunt van burgerschapsonderwijs onwenselijk is. Wel is het verstandig stil te staan bij mogelijke gevolgen van deze keuze om te kunnen bespreken welke kansen mogelijk blijven liggen.
De gemeente Amsterdam vindt het belangrijk dat kinderen van diverse achtergronden elkaar ontmoeten op school. In opdracht van Onderwijs, Jeugd en Zorg brengt Onderzoek, Informatie en Statistiek jaarlijks de segregatiemonitor primair onderwijs uit.In deze monitor wordt de stand van zaken omtrent onderwijssegregatie en de ontwikkeling hierin in het Amsterdamse primair (inclusief speciaal) onderwijs in kaart gebracht. Onderwijssegregatie betreft de ongelijke verdeling van leerlingen over scholen op basis van ongelijkheden in termen van sociaaleconomische, etnische of andere kenmerken. In deze segregatiemonitorwordt ten eerste naar de diversiteit onder leerlingen gekeken wat betreft hun sociaal economische positie (gemeten door het ouderlijk opleidingsniveau en de sociaaleconomische score) en migratieachtergrond. Daarnaast wordt gekeken naar de mate van segregatieop scholenop basis van het opleidingsniveau van de ouders. Ook wordt antwoord gegeven op twee verdiepende vragen. Ten eerste wordt gekeken naar de samenhang tussen schoolgrootte en segregatie. Gaan leerlingen op kleine scholen over het algemeen meer gesegregeerd naar school dan op grote scholen? En er wordt dieper ingegaan op de relatie tussen onderwijssegregatie en woonsegregatie. In welke mate wordt de segregatie op Amsterdamse scholen veroorzaakt door segregatie tussen woongebieden en door verschillende keuzes van leerlingen binnen het woongebied?
Behandeld in commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 27 januari 2021, 6 januari 2021
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Behandelend ambtenaar: OJZD/Onderwijs, Maggie Wissink ook Geerdink, m.wissinkookgeerdink@amsterdam.nl
In opdracht van: Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ
Frederique van Spijker (OIS) Lotje Cohen (OIS) Soufyan Ahamiane (OIS) Willem Boterman (UvA)
AI heeft op vele domeinen veel kansen gecreëerd voor innovatie. Echter, hierbij komen onverwachte en soms ongewenste gevolgen bij kijken. Algoritmen kunnen bijvoorbeeld discrimineren of leiden tot het oneerlijk behandelen van groepen mensen. Dit vraagt om een verantwoorde benadering van AI.
AI heeft een schat aan kansen gecreëerd voor innovatie op vele domeinen. Echter, samen met deze kansen komen onverwachte en soms ongewenste gevolgen. Algoritmen kunnen bijvoorbeeld discrimineren of leiden tot oneerlijke behandeling van groepen mensen. Dit vraagt om een verantwoorde benadering van AI.
De noodzaak van een verantwoorde benadering van AI wordt wereldwijd erkend, zoals blijkt uit de vele manifesten en ethische richtlijnen die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. De Europese Unie roept bijvoorbeeld op tot betrouwbare AI en definieert een aantal belangrijke vereisten, zoals de behoefte aan menselijk handelen en toezicht, transparantie en verantwoordingsplicht. Maar wat betekent dit in de praktijk? Hoe kunnen mensen die betrouwbare AI willen creëren dat doen? Dat is de vraag die het onderzoek van het Responsible AI Lab van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) aanstuurt.
Het Responsible AI Lab is een van de zeven labs die zijn opgericht door het Expertise Centre of Applied AI (ECAAI). Het lab doet onderzoek naar toegepaste en verantwoorde AI die mensen sterker maakt en de samenleving ten goede komt, met een bijzondere focus op de creatieve industrie en het publieke domein.
Verantwoordelijke AI betekent verschillende dingen voor verschillende mensen. Voor het Responsible AI Lab begint verantwoorde AI met het besef dat AI-systemen het leven van mensen op zowel verwachte als onverwachte manieren kan beïnvloeden. Dit geldt voor alle technologie, maar wat AI anders maakt, is dat een systeem de regels kan leren die zijn gedrag bepalen en dat dit gedrag in de loop van de tijd kan veranderen. Bovendien hebben veel AI-systemen een zekere mate van keuzevrijheid om zonder menselijke tussenkomst tot conclusies of acties te komen.
Om deze impact beter te begrijpen, moet men een AI-systeem in context en door middel van experimenten bestuderen. Naast inzicht in de technologie vereist dit ook inzicht in het toepassingsgebied en de betrokkenheid van de (toekomstige) gebruikers van de technologie.
Er is veel aandacht geweest voor vooringenomenheid, oneerlijkheid en discriminatie door AI-systemen, een recent voorbeeld is het probleem met gezichtsherkenning op Twitter en Zoom. Wat je hier ziet is dat data een afspiegeling is van de cultuur, inclusief vooroordelen, bewuste en onbewuste vooroordelen en machtsstructuren, en de AI pikt deze culturele vooroordelen op. Vooringenomenheid is dus een feit van het leven, niet alleen een artefact van een dataset.
Hetzelfde geldt voor een andere vorm van vooringenomenheid, of liever subjectiviteit, die van invloed is op de impact die een AI-systeem kan hebben: de vele beslissingen, groot en klein, die worden genomen in het ontwerp- en ontwikkelingsproces van een dergelijk systeem. Denk bijvoorbeeld aan een aanbevelingssysteem voor producten of diensten, zoals vluchten. De volgorde waarin de resultaten worden weergegeven, kan van invloed zijn op het aantal 'clicks' dat elk ontvangt en daarmee op de winst van de concurrerende leveranciers. Elke keuze die tijdens het ontwerpproces wordt gemaakt, heeft een effect, hoe klein ook. Idealiter reflecteren ontwerpers en ontwikkelaars tijdens de ontwikkeling op dergelijke keuzes. Dat is op zich al moeilijk genoeg, maar voor AI-systemen die een deel van hun gedrag leren van data, is dit nog uitdagender.
Om verantwoorde AI-systemen te ontwikkelen die ons vertrouwen waard zijn, hebben beoefenaars hulpmiddelen nodig om:
Tools kunnen verschillende vormen aannemen. Denk aan verantwoorde algoritmen, zoals algoritmen die uitleg geven over de keuzes die een AI-systeem maakt of algoritmen die onder meer optimaliseren voor eerlijkheid om ervoor te zorgen dat de uitkomsten niet meer ten goede komen aan de ene groep mensen dan aan de andere. Tools kunnen ook de vorm aannemen van beoordelings- of audit-tools die AI-algoritmen testen op bepaalde vormen van vooringenomenheid. Dergelijke tools kunnen tijdens de ontwikkeling en implementatie worden gebruikt om te zien of eventuele wijzigingen aan het systeem ongewenste resultaten kunnen opleveren.
Beide soorten tools kunnen helpen bij het bereiken van verantwoorde AI, maar technologie alleen kan ons niet zo ver brengen bij het omgaan met vooroordelen. Aangezien vooringenomenheid een afspiegeling is van cultuur, is menselijk begrip nodig om weloverwogen keuzes te maken. Daarom omvatten verantwoorde AI-tools ook best practices, ontwerppatronen en in het bijzonder ontwerpmethodologieën. Deze variëren van co-creatie workshopformaat tot prototyping en checklists die helpen om de waarden te verduidelijken die nu in technologie zijn ingebed. Deze methodologieën helpen om kritisch na te denken over deze waarden en om AI te ontwerpen en te implementeren vanuit gewenste waarden, terwijl ze de eindgebruikers een stem geven tijdens de ontwikkeling en implementatie van AI-applicaties.
Bij ECAAI, en met name in het Responsible AI Lab, doen ze onderzoek met mensen uit verschillende domeinen om alle drie soorten tools te ontwikkelen en te evalueren: verantwoorde AI-algoritmen, geautomatiseerde beoordelingstools en AI-ontwerpmethodologieën. Ze willen ervoor zorgen dat de AI om ons heen de AI is waarmee we willen leven. Zo ontwikkelen ze samen met de Nederlandse omroeporganisaties NPO en RTL en de Hogescholen Rotterdam en Utrecht ontwerptools voor pluriforme adviessystemen en voor inclusieve taalverwerking. Verder onderzoeken ze samen met de gemeente Amsterdam hoe ze inclusie en diversiteit in AI-systemen voor werving kunnen garanderen.
Bron: Wiggers, P. 2020. Responsible Artificial Intelligence in Practice, Amsterdam Data Science.
Voor meer informatie over verantwoordelijke AI zie:
De corporate communicatiemiddelen sluiten voldoende aan op de wensen en behoeften van een grote groep Amsterdammers. Favoriet zijn de website, de huis-aan-huis krant en de digitale nieuwsbrief. De website vinden zij wat betreft taal begrijpelijk, maar informatie is vaak moeilijk te vinden. Op de app, die in ontwikkeling is, wordt enthousiast gereageerd. Ook op de online omgeving Mijn Amsterdam reageren respondenten vooral positief. Als men kanalen mist, dan worden onder meer lokale bijeenkomsten en persoonlijk contact genoemd. Het type informatie dat respondenten missen is vooral wijkgerichte informatie, informatie over (weg)werkzaamheden en over afval.
Dit blijkt uit een kwantitatief en kwalitatief onderzoek onder 1.179 Amsterdammers en 1.448 ondernemers in Amsterdam. Het onderzoek is maart en in mei van 2022 uitgevoerd om te kijken of de corporate communicatiemiddelenmix nog volstaat, om feedback te krijgen op de content van de website en om op te halen welke wensen er zijn voor Mijn Amsterdam en de app, die in ontwikkeling is.
Uitkomsten
Aanbevelingen
Achtergrond
We beschikken over uiteenlopende data die ons informatie geven over gebruik, maar we wilden diepgaander onderzoek om te achterhalen waar de Amsterdammer precies behoefte aan heeft. Intussen volgen we ook de trends en ontwikkelingen in het communicatiedomein en innoveren we waar dat kan. Op dit moment werkt de gemeente aan een Amsterdam app. Om een app te kunnen maken die voldoet aan de behoefte, wilden we achterhalen welke wensen en voorkeuren Amsterdammers hebben. Daarnaast bestaat de functie ‘Mijn Amsterdam’ binnen de website. We wilden graag weten of deze functie in een behoefte voorziet.
Onderzoeksvragen
Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief onderzoek gevolgd door een kwalitatief deel waarin verder gevraagd is naar de verwachtingen en wensen van Amsterdammers en ondernemers in Amsterdam.
Opzet van het onderzoek
Het online panel van OIS is ingezet voor een kwantitatief onderzoek onder Amsterdammers in de leeftijd 18 jaar en ouder. Steekproefgrootte: 2.000, respons 1.179. Een bestand van de kamer van koophandel is ingezet voor kwantitatief onderzoek onder ondernemers met een bedrijf in Amsterdam. Steeproefgrootte: 10.000, respons 1.448. Ten opzichte van de populatie zijn de respondenten relatief vaker hoogopgeleiden van 50 jaar en ouder, zonder migratie achtergrond. Dit pleit voor aanvullend onderzoek onder Amsterdammers met een migratieachtergrond, ‘jongere’ Amsterdammers tot 35 of 49 jaar, en praktisch opgeleide Amsterdammers.
Voor het kwalitatief onderzoek zijn respondenten uit het kwantitatief onderzoek uitgenodigd. In vier focusgroepen zijn zeventien Amsterdammers en ondernemers in gesprek gegaan over de onderzoeksvragen. Hierbij is bij bewoners gesegmenteerd naar leeftijd (jonger dan 49 en ouder dan 49). Bij ondernemers is onderscheid gemaakt tussen ZZP’ers en ondernemers met personeel.
Opdrachtgevers
Sebas van der Sangen (teammanager concernmedia/ hoofdredacteur).
Bart Veilbrief (teammanager programma online)
Onderzoeker
Marktonderzoeksbureau MWM2
Meer weten?
De rapportages van de onderzoeken bevatten nog veel meer informatie over het onderzoek. Wil je meer weten of heb je vragen? Neem dan contact op met de adviseur onderzoek bij de directie Communicatie, Lisette Tilma: E. l.tilma@amsterdam.nl. T. 06 102 50 176.
Het Actieplan 2021-2023: naar een inclusief communicatiedomein staat geschreven dat zowel de organisatie als de externe communicatie inclusiever moet worden. Om verbeterplannen te maken, moet eerst worden onderzocht hoe inclusief de communicatie op dit moment is en wat er beter kan. Dit onderzoek richt zich op non-binaire mensen, een deelgroep binnen de lhbtiq+-gemeenschap.
Behandelend ambtenaar: Lisette Tilma.
In deze collectie staat informatie over het promotieonderzoek van Yasmin Muradin. Zij werkt bij de Gemeente Amsterdam en schrijft daarnaast in deeltijd aan een proefschrift over een onderwerp dat van belang is voor de stad Amsterdam.
Haar onderzoek richt zich op twee hoofdvragen: Hoe wordt de voortuitgang in de loopbaan van vrouwen binnen de gemeente Amsterdam geadresseerd in het diversiteits- en inclusieplan, en hoe verhoudt vrouwenemancipatie zich tot vraagstukken over multiculturalisme, diversiteit en inclusie?
Looptijd: 2021-2025
Begeleiding: Prof. dr. Sarah Bracke (UvA, Sociologie)
Hier treft u de scan op genderstereotypering van het re-integratie- en participatiebeleid van de gemeente Amsterdam inclusief het addendum met aanvullend data-onderzoek van de directie Onderzoek Informatie en Statistiek (OIS). Daarin is de belangrijkste conclusie dat het re-integratiebeleid genderneutraal is.
Dat betekent dat de gemeente zich wel bewust is van mogelijke verschillen in de situatie van mannen en vrouwen maar geen specifiek beleid voert om eventuele verschillen tussen mannen en vrouwen in beeld te brengen en terug te dringen. En waaruit blijkt dat de uitstroom uit de bijstand naar betaald werk van vrouwen lager is dan van mannen, waarbij we ook binnen de groep vrouwen verschillen in uitstroom zien.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 7 april en 17 maart 2021
Behandelend ambtenaar: WPI, Annet Tesselaar, a.tesselaar@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Bron: Atria.nl
Auteurs Atria.nl
Ir. Esther de Jong
Drs. Max de Blank
In order to overcome the existential threat of climate change the energy transition is needed. The energy transition has multiple challenges, one of them being that it risks increasing inequality. This challenge also occurs in Amsterdam Zuidoost. In Amsterdam Zuidoost almost one out of five households lives already in energy poverty, which risks to increase due to the energy transition. The LIFE project, located in Amsterdam Zuidoost, aims to reduce energy poverty and contribute to the transition towards clean energy. LIFE is an acronym for Local Inclusive Future Energy. The aim of the project is to stimulate smart energy use which enables flexibility of the local energy system. To ensure meaningful interaction between future users and the design of the project, this research aims to develop a framework that presents the conditions for interventions that contribute to a more inclusive energy transition in Amsterdam Zuidoost.
De Refugee Academy biedt een kader waarbinnen we bestaande academische, professionele en lokale kennis aan elkaar verbinden om onderzoek en praktijk rondom vluchtelingenproblematiek dichter bij elkaar te brengen. De Refugee Academy is een initiatief van professor Halleh Ghorashi, themaleider Veerkracht, diversiteit en inclusie bij het Institute for Societal Resilience van de Vrije Universiteit.
Het onderzoek van de Refugee Academy is gericht op het vergroten van het lerend vermogen en het reflectief vermogen van partijen die zich bezighouden met het vluchtelingenvraagstuk vanuit beleid, instellingen, bedrijfsleven, NGO’s, civil society of onderzoek te vergroten. Onze thema’s zijn:
Voor vragen kunt u contact opnemen met dr. Elena Ponzoni van de Vrije Universiteit.
Bron: Website VU - refugee academy
LinkedIn: LinkedIn Refugee Academy