Bron: Urban Resort
-
Collectie
Urban Resort
Urban Resort is een professionele not-for-profit organisatie die sinds 2007 broedplaatsen beheert in Amsterdam. Haar kerntaak is betaalbare werkruimtes – soms gekoppeld aan woonruimte – te realiseren voor kunstenaars, creatieve ondernemers en sociaal maatschappelijke initiatieven. Urban Resort bewerkstelligt broedplaatsen waar de huur laag is en de betrokkenheid hoog; waar reusachtige installaties en miniatuurtheater ontstaan; waar ruimte is om een festival te organiseren en jong talent zich voor het eerst op het podium waagt, waar spontaan de buren op de koffie gevraagd worden, maar ook ruimte is voor geconcentreerd monnikenwerk.
-
Project
Movisie
Movisie is hét landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken. Samen met de praktijk ontwikkelen we kennis over wat echt goed werkt en passen we die kennis toe. De unieke rol van Movisie is het versnellen van leerprocessen. We zijn alleen tevreden als we een duurzame positieve verandering voor mensen in een kwetsbare positie realiseren.
Nederland is een welvarend land, waar de meeste mensen gelukkig zijn en zich goed kunnen redden. Toch kampen we met sociale vraagstukken, zoals eenzaamheid, armoede en schulden, een toenemende kloof tussen hoog- en laag opgeleiden, radicalisering, discriminatie… Iedereen kan door allerlei oorzaken in een kwetsbare positie terechtkomen. Hoe eenvoudig dat soms gaat, zo taai is het vaak om die kwetsbaarheid te verminderen of de gevolgen ervan te verzachten. Dat is wél precies wat Movisie drijft. We willen met de doelgroep zelf, de mensen om hen heen en professionals ontdekken wat in de praktijk aantoonbaar het beste werkt om kwetsbaarheid te voorkomen én de negatieve gevolgen ervan te verminderen. Daarom is Movisie hét landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken.
-
Collectie
Academie van de Stad
Hoe kunnen we studenten systematisch laten bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen van de stad? Met deze vraag startte in 2008 de ideële stichting en sociale onderneming Academie van de Stad.
Sindsdien zet deze zich in voor de leefbaarheid en ontwikkeling van de stad. Academie van de Stad haalt actuele vraagstukken op bij stedelijke partijen en vertaalt deze vervolgens naar een project en een heldere opdracht voor studenten en young professionals. Op die manier werken studenten en young professionals in maatschappelijke projecten aan grootstedelijke vraagstukken voor een echte opdrachtgever.
In deze collectie leest u meer over de onderzoeksverslagen, impact die Academie van de Stad heeft. -
Project
Marineterrein Amsterdam
Marineterrein Amsterdam is testgebied én stadskwartier voor leren, werken en wonen in een leefbare stad. In de bijzondere en flexibele aanpak ontwikkelt het testgebied zich stapsgewijs tot een stadskwartier waar ruimte is voor open innovatie, bijzondere woonvormen, sport, recreatie en groen.
Nu de wereld steeds sneller verandert, is er een nieuwe aanpak nodig voor het oplossen van maatschappelijke problemen. Hoe houden we onszelf koel tijdens de warme zomers en beperken we het verkeer in onze straten? Hoe blijven we ons leven lang leren en beperken we het grote aantal schoolverlaters? Welke rol kan technologie hierin spelen?
Midden in de stad is Marineterrein Amsterdam dé plek waar kleine en grote bedrijven, organisaties, hogescholen en universiteiten experimenten doen op het gebied van leren, werken en wonen. In deze partnerschappen wordt volop geëxperimenteerd met technologie en hoe deze de leefomgeving kan verbeteren.
Met deze bijzondere en flexibele aanpak ontwikkelt het testgebied zich stapsgewijs tot een stadskwartier waarin ruimte is voor open innovatie, bijzondere woonvormen, sport, recreatie en groen. De impact van wat we hier doen, is merkbaar in de stad, het land en de wereld.
Op het Marineterrein vinden al verschillende experimenten plaats in de publieke ruimte. Zo zijn er tests met autonome bootjes en is er een blauw-groen dak om te experimenteren met het terugdringen van stadshitte. Een volledig overzicht van de lopende en toekomstige experimenten vind je hier.
En wil je bekijken wat er allemaal te doen is de komende tijd? Marineterrein Amsterdam organiseert met regelmaat events. Bekijk de agenda hier: https://www.marineterrein.nl/agenda/
Website Marineterrein Amsterdam
-
Collectie
de Groene Hub
Coöperatie de Groene Hub is een doe- en leergemeenschap voor sociale en duurzame initiatieven in Amsterdam Zuidoost. De coöperatie verbindt bewonersinitiatieven met partners (overheden, bedrijven en non-profit organisaties) zodat duurzame bedrijvigheid en ontwikkelingsperspectief ontstaat voor steeds meer bewoners in Zuidoost. Daarbij is het concept van de Donut economie van Kate Raworth een inspiratiebron die in het gebied zelf al heeft geleid tot diverse Donut Deals. Dat zijn afspraken van tenminste 2 partners om zowel sociale impact op 3 onderwerpen als ook positieve ecologische impact op tenminste 1 onderwerp te realiseren.
De lessen die daarbij worden geleerd zullen in een Donut Deal expertisecentrum ook andere initiatieven en partners inspireren om een positieve spiraal te creëren waarin mooie initiatieven die voor mens en milieu echt waardevol zijn, verder kunnen doorgroeien. De Groene Hub zelf heeft verschillende partners om zich heen om de Donut economie verder vorm te geven door middel van het project Gebiedsgericht SLIM dat financieel wordt gesteund door Kansen voor West met middelen van de Europese Unie uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). -
Project
Amsterdams Stadmaken
Hoe moet de stad eruit zien? Dat bepalen we graag samen: Amsterdammers, bewoners(organisaties), gemeente, corporaties, ontwikkelaars en ondernemers. Samen stadmaken klinkt goed, maar hoe doen we dat in de praktijk?
Waarom
De Omgevingswet vraagt om een andere werk- en denkwijze van de overheid en maakt ruimte voor andere vormen van samenwerking met maatschappelijke partners, burgers en ondernemers. Het gaat o.a. om integraal kijken naar en samenwerken aan opgaven, meer participatie van burgers en ondernemers en ruimte bieden voor maatschappelijke initiatieven.
Dit vraagt om aanpassing van werkprocessen én om andere vaardigheden, gedrag en houding. Het gaat een flinke stap verder dan gebiedsgericht werken en de huidige bewoners participatie. Belanghebbenden in de stad moeten een grotere zeggenschap krijgen over hun directe omgeving en de ontwikkelingen van de stad als geheel. Dit vraagt om actie: daarom starten we in het kader van de Agenda Samen Stadmaken het Leer- en Ontwikkeltraject Amsterdams Stadmaken!
Wat willen we bereiken
Doel van het Leertraject is om een nieuwe werkwijze samen te ontwikkelen en te implementeren; een die beter afgestemd is op de huidige praktijk en een die onderdeel wordt van het Amsterdams DNA. Uitgangspunt is dat we blijvend effect willen sorteren: andere werkwijzen (of verbetering van bestaande), die daarna als basis gelden voor stadsontwikkeling of gebiedstransformatie. We doen dit door kennisoverdracht en door praktijkervaring (al doende leren). Zo kan het Leertraject een bijdrage leveren aan een handelingsperspectief dat de gemeente wil bieden bij participatie in gebiedsontwikkeling.
Voor wie
Het Leertraject richt zich op partijen die een rol spelen bij gebiedsontwikkeling, met (in eerste instantie) een sterke focus op gemeente (en bestuur), bedrijven en bewoners.
Stand van zaken
In 2021 startte Amsterdams Stadmaken met onderzoek naar ervaringen van partijen en belanghebbenden aan de hand van interviews met betrokkenen in gebiedsontwikkeling. Wat ging er goed, wat ging er niet goed en waar moeten we in de toekomst meer aandacht voor hebben? Experts uit kennisinstellingen en belangenorganisaties gaven input op het onderzoek en de werkwijze. We hebben deze kennis omgezet in constructieve ingrediënten en opgenomen op deze groeiende website. In Q1 en Q2 2022 is deze basis gebruikt voor het zoeken naar een werkvorm. Dit is gedaan met een denktank van experts uit diverse werkvelden, waaronder gemeente, bewonersorganisaties, bedrijven, kennisinstellingen, corporaties, projectontwikkelaars.
De resultaten uit dit onderzoek bieden een basis voor leren in de praktijk. Het heeft geresulteerd in het opzetten van zogenaamde Werkplaatsen. In 2022 zijn we zodoende gestart met leren op praktijkplekken, aan de hand van de schijven van Amsterdams Stadmaken. De kennis en ervaringen die we hierin opdoen, zullen we via deze website delen. Zo wordt zullen we voortdurend ervaringen en kennis aanvullen.
Kijk voor de meest actuele ontwikkelingen op onze website Amsterdamsstadmaken.nl
-
Collectie
LaBGreen De Bretten
Natuurgebied De Bretten is een groene parel die loopt van de Haarlemmerpoort tot Halfweg, ten Noorden van de N200/Haarlemmerweg. Het is een Amsterdamse stadswildernis. Een plek waar mens, dier en natuur samenkomen. Sinds 2019 werkt het Brettenteam aan het toekomstbestendig maken van De Bretten. Wat inhoudt om zowel de natuur te beschermen en te versterken als het toegankelijker en aantrekkelijker te maken. Zodat mensen uit de omgeving in De Bretten de verbinding met de natuur kunnen ervaren. In 2019 en 2020 liep het participatietraject met de naam LaBGreen De Bretten.
Door de gebiedsontwikkeling rondom Sloterdijken omschreven in de Gebiedsvisie Sloterdijk West, wordt er een groei van het aantal bezoekers verwacht in De Bretten. In het participatietraject is in samenwerking met bewoners en ondernemers nagedacht over het toekomstbestendig maken van De Bretten. Deze twee onderdelen sluiten op elkaar aan; de verwachting van meer bezoekers willen we niet ten koste van De Bretten laten gaan. Daarom werken we eraan dat De Bretten in de toekomst mooi, ruig en aantrekkelijk blijft. Hierbij staan drie kernwaarden centraal: duurzaamheid, innovatie en respect voor de natuur!In deze collectie is het ontwikkelboek LaBGreen De Bretten te vinden, alsmede het Natuurwaardenonderzoek over De Bretten.
Deze fietskunstroute gaat door De Bretten: https://izi.travel/nl/51dc-kunstroute-sloterdijk-spaarnwoude-park/nl
Ook is er een gratis te beluisteren verhaal voor kinderen en volwassenen, dat een spannend avontuur vertelt dat zich in stadswildernis De Bretten afspeelt:
Soundcloud: https://m.soundcloud.com/de-bretten/het-best-bewaarde-geheim-van-amsterdam-luisterverhaal?si=046a9a0c90434b6da34dcfdf2795a045&utm_source=clipboard&utm_medium=text&utm_campaign=social_sharing
Het verhaal is ook met beelden van De Bretten te bekijken op vimeo: https://vimeo.com/665946769
-
Collectie
Ongedocumenteerden in de stad
Het aantal ongedocumenteerden in Nederland wordt geschat op 25.000 tot 58.000 mensen. Een groot deel daarvan leeft in Amsterdam. Sommigen van hen zijn al langer dan 20 jaar illegaal – en dus rechteloos – in Nederland. Het project “Te oud om illegaal te zijn’’ van De Regenboog Groep, in samenwerking met de UvA en andere universiteiten richt zich op deze groep onzichtbare Amsterdammers.
Sociaal-wetenschappelijk onderzoek
De Regenboog Groep werkt samen met onderzoekers van verschillende universiteiten om inzicht te krijgen in de problematiek van de groep oudere ongedocumenteerden. Wie zijn de ouderen en hoe het komt dat ze al zo lang ongedocumenteerd in Nederland zijn? Het rapport komt in oktober dit jaar uit.
Juridisch onderzoek
Met juristen en andere deskundigen hebben we geïnventariseerd wat de juridische obstakels zijn voor oudere ongedocumenteerden om legaal verblijf te krijgen. Het rapport kun je hier downloaden. We werken aan de aanbevelingen.
Het project van de Regenboog besteedt speciale aandacht aan de situatie en de rechtspositie van oudere Surinamers die al jaren ongedocumenteerd in Nederland verblijven ondanks dat zij als Nederlander werden geboren.
Website: De Regenboog Groep
-
Artikel
RoundAround
Keeping the center of Amsterdam connected to other areas that are rapidly (re)developing can be a challenge. Could a fleet of autonomous boats bridge the waterway between Marineterrein Amsterdam and the Amsterdam City Center?
A waterway separates the Amsterdam City Center – highlighted by the NEMO Science Museum - from Marineterrein Amsterdam, an area in full swing of development. Without a bridge across the canal, it takes more than 10 minutes to walk the almost one kilometer from one side to the other. roundAround could reduce this travel time to less than two minutes.
Researchers at MIT, in collaboration with the Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS Institute), have developed the concept of roundAround, the world’s first dynamic ‘bridge’ made of Roboat units. roundAround will connect the waterway between Marineterrein Amsterdam and the City Center of Amsterdam, seamlessly transporting hundreds of people per hour across the water while pushing the boundaries of technology and design.
A need for more dynamic infrastructures in cities
The idea of roundAround should open up discussions to also consider innovative and dynamic ways to make changes to the city’s infrastructure. The city of Amsterdam is growing rapidly, and various new areas are being developed. With this the question arises on how to keep the city connected. Permanent infrastructural developments are complex and lengthy processes. To keep up with developments the dynamic infrastructure of roundAround could be used as a temporary solution. When needs change the boats can be used at a different location or for a different purpose.Marineterrein Amsterdam Living Lab
In the past year AMS Institute has relocated to Marineterrein Amsterdam, a partly decommissioned military area in the heart of Amsterdam that is rapidly becoming a hub of innovation. The area is developing into a location where organizations with the shared goal of making and keeping cities livable can research, experiment and test urban innovations in a real-life setting in order to develop scalable innovations.How does roundAround work?
Equipped with cameras and Lidar technologies powered by artificial intelligence, roundAround’s multifunctional hulls are designed to transport people and goods across the canal while constantly evaluating the surrounding environment to maximize safety and efficiency. The Roboat units move in a continuous circle across the canal. Once at the quayside, these electric boats are guided by rail to a platform with inductive charging infrastructure where they can pick up and drop off passengers. Platforms are furnished with benches for passengers along with interpretive material showing details and real-time updates about the Roboat project.Transporting people and deploying a flexible infrastructure are just two of the possible use cases of the Roboat platform. Other Roboat use cases include collecting household garbage and transporting construction materials via Amsterdam’s canals, both of which could relieve pressure from the busy roads in the city center.
Expanding the range of urban infrastructural solutions
roundAround is part of a larger effort to understand what the most suitable method will be to bridge this waterway. Various options are being considered, ranging from more traditional options to roundAround. Autonomously bridging the waterway between NEMO and Marineterrein Amsterdam would continue the Dutch tradition of innovation in naval technology and illustrates how the intersection of science, technology and design can bring about creative solutions to urban challenges.
For more information visit the roundAround project website or www.roboat.org. -
Artikel
Area Development Game
City game for higher spatial quality among public and private stakeholders concerning housing, retail and public space in ArenAPoort, Amsterdam
purpose: Create a shared agenda for higher spatial quality among public and private stakeholders concerning housing, retail and public space
partners: Municipality of Amsterdam Project Management Office -PMB- and Planning and Sustainability [R&D]
client: Municipality of Amsterdam, City Development [Grond en Ontwikkeling]
engagement: about 40 participants
project duration: May 2018–ongoing
Municipality of Amsterdam and Play the City of Amsterdam join forces to design the area development game “ArenAPoort”. The game offers a space where public and private parties can jointly consult guidelines for a sustainable and inclusive future of ArenAPoort. ArenAPoort is the center of Amsterdam Zuidoost and covers the area from the Ziggo Dome to the Anton de Komplein, roughly bordered by the Burgermaster Stramanweg, Holterbergweg, Bijlmerdreef and Hoogoorddreef. The demand for an area development game stems from the change of ArenApoort from a (mainly) recreational area to a versatile, highly urbanized and, above all, multifunctional center, in which new housing is being introduced by 6,000 (or office-transformed) units. Due to the rapid pace of developments and large-scale investments, the ultimate form of this central area is of great importance to Amsterdam. From the AMC to the Amstelkwartier, the urban landscape will be faced with a huge quantity and quality boost over the next 10 years, with ArenAPoort as the beating heart.
Beyond stimulating necessary conversions, the game is designed to provide a detailed 3D simulation of the development area with building units and cards. These building units and cards mark decisions that will influence spatial composition with respect to building envelope, public space, accessibility, sustainable strategies and more.
Stationskwartier
During the second test session, a team of players [among which also designers] could visualize the program set as max newly built 170.000 sqm. We observed that the team had difficulty in agreeing to place all volumes to the quarter. Concerns on the lack of public spaces and require water and green surfaces left more than 30.000 sqm outside the final block composition.
Villa Arena
While Stationskwartier has detailed design parameters, the game approached Villa Arena in Entreekwartier as a tabula rasa where teams can think freely but in context of the surrounding development. after a pressure cooker session using game units 5 teams could come up with five distinct concepts for the redevelopment of the shopping mall.
1. Ultimate mix: Transformation of the existing building through a cooperative approach. A mixed program is added with limited retail. Roofs intensively used for urban farming and major voids to allow natural light.
2. International gaming center: Villa ArenA transforms into a 24h international gaming and knowledge center, which will take over around 30000m2 of the existing vacant retail. A place to entertain but also to learn, discuss and create city through gaming. Solar panels on the roof will supply enough energy to the gaming center, closing the circle.
3. A cosy urban neighbourhood: A new living area, mainly apartments around quiet courtyards with space for work and recreate. The Lifeline connects to an urban square in the midst of the redevelopment. Burgemeester Stramanweg corner gets marked with museum, a cultural landmark.
4. Green and quiet: In contrast with the high density city fabric of ArenAPoort, this new area remains low density residential neighborhood with generous public green spaces for recreation.
5. Urban jungle: An urban high density mid rise program redevelopment plan with ambitious public green and water utilizing roofscape. Living, working and recreation coexist in contact with nature. A green inner street network connects itself through multiple green paths on various levels.
The winning team has been the third proposal treating the site as a cosy mixed program neighborhood with culture and working units as a contrast to larger scale leisure program surrounding it. this proposal also contained a clear reference to developing Life Line ending in a generous but relatively quiet square. -
Artikel
Play Buiksloterham
The fate of this former industrial site in decline, in Amsterdam North, changed dramatically in just a few years. Today, hardly anyone will deny that Buiksloterham (BSH) is one of Amsterdam’s fastest-growing living and working quarters. Here, the latest experiments in clean building technologies are developed by an active community of city innovators, who kept believing, and investing, in BSH during the real estate crisis. These innovators demand recognition for BSH’s success.
Play Buiksloterham
Circular transformation of a brownfield
A strategy game designed for local builders to exchange knowledge on innovations in circular urban development.
purpose: Accumulate real stakeholder knowledge on circular economy for urban development
partners: Citylab Buiksloterham, Isocarp, and Pakhuis de Zwijger
client: The Hackable City, Beleef Buiksloterham, and Alliantie
engagement: 50 stakeholders
project duration: May–November 2015
Urban challenge
A closer look at the neighborhood reveals a number of behind-the-scenes innovations in city-making, such as building groups uniting to increase their scale, colloquially referred to as Tussenmaat; social housing corporations collaborating with individual self-builders to generate spatially diverse urban blocks; residents developing a floating self-sustainable village, a citizen-initiated public park and an elevated boat office on polluted land; and surprisingly, housing companies seeking business opportunities in using ‘wastes’ as resources.
Meanwhile, as larger players in the construction sector are beginning to re-activate their standard ‘building game,’ the question arises: will BSH continue to be Amsterdam’s innovation ground, or will ‘business as usual’ prevail?
Process
Our team was briefed on this challenge by the Citylab Buiksloterham, the Hackable City and the local builders’ association Beleef Buiksloterham, in May 2015. We spent the summer designing and testing a strategy game for circularity in urban development, involving stakeholders and interested officers from housing corporations, such as Alliantie and Eigen Haard. In November 2016, about 30 local BSH stakeholders gathered to play in order to strategize a way forward for this brownfield site in transition.
Project Results
Mapping Shared Goals
During the game, players introduced a number of goals for BSH: One of the participants planned construction of a communal solar panel roof atop one of the local big box DIY-stores, exploring opportunities to realize this with other players. Others argued that BSH would need systems to buffer energy; for instance, by building parking garages out of brick-shaped batteries. Another participant expressed the desire to set up a bio-refinery, which would require some 2,400 ‘person-equivalents’ (approx. 1,000–1,200 households) to be connected to a special pipe system that separates the collection of “gray” and “black” water. Again, opportunities were explored for collaboration, and discussion ensued: Which developers would be interested in adjusting their sanitation systems to connect to the bio-refinery? Participants also exchanged knowledge about the cost, which would be around €2,200 per household.
All in all, the game setting revealed a number of points concerning the further development of BSH. Some of these were expressed merely as fantastical wishes, without a concrete action plan for realizing them – such as the desire for more green areas and parks. In other instances, players were able to share knowledge on what it would take to realize these goals, and to connect with other players who could collaborate with them. Real local actors played the game, such as the real estate and investment company Amvest, the water company Waternet, and theatre initiators who shared their concrete agendas with the ambition of seeking partners outside the game.
Impact of Legal Framework
The game addressed regulations that mostly challenged players’ communal agenda. The question was how regulations could contribute to the realization of an urban development following circular principles. Players simulated how to bend the existing rules, making the necessary revisions for a circular environment to be possible. Composition of the kavelpaspoort — a set of rules and guidelines for the development of a particular plot — turned out to be the key. Some argued that, for instance, a rule to build a double sanitation system for both black and grey water could be an important measure to force developers to adhere to circular economy principles. Players concluded that if the City is serious about endorsing the goals of a circular economy, then it should use its legal frameworks to actualize this.
The majority of players pointed out that some of the proposed ideas could actually hinder innovation, and did not leave enough room for out-of-the-box solutions. For instance, regulations on Energy on Location (EPL) have specific requirements for the production of energy used on a plot, but in some cases it can be more efficient to outsource energy production to solar panels or wind turbines in other locations. However, because the energy is no longer produced on location, although the arrangement might be beneficial from a net energy-saving perspective, it is not allowed. One developer said that he could mount a small number of solar panels on his own land that would fulfill all of the municipality’s requirements, as well as optimize energy production. These issues seem to raise a red flag, calling for a new way to formulate requirements that focus on outcomes rather than on the means through which they are achieved. This resonates with broader societal discussions regarding the introduction of doelwetgeving, meaning that laws and regulations shouldn’t prescribe what someone or something should or should not do, but rather, set goals to be realized, leaving more room for innovation.
The game session on the legal context serves two purposes. On the one hand, participants exchange knowledge about how to deal with certain regulations, as well as ways of legally circumventing them, providing them with new opportunities. On the other hand, of course, these discussions are of interest for lawmakers and regulators.
Organization and Realization of Common Goals
The third game session focused on how various goals for BSH could be realized. Interactions played out on two levels. On one, the game served as a ‘market place’, where various parties could learn about the goals of others and make alliances with one another, or at least explore the effectiveness of this strategy. On the other level, important questions were raised as to which role each party should take on, and how (new) business models could help them to attain their goals. One interesting development was that new roles seemed to emerge around the management and organization of particular collective goals.
In relation to the development of housing, a number of architects have taken on new roles in BSH, as architect-developers who run a number of CPO-projects (Collective Private Development) on one big plot that became available after a large private developer backed out during the financial crisis. The architects developed apartment buildings, in close cooperation with their future owners, and adhering as much as possible to principles of the circular economy. As a group, they also collaborated and exchanged knowledge about sustainable building processes and materials, and learned a lot from one another. They would like to expand their knowledge by collaboratively developing a new plot. Because they have created a role that doesn’t formally exist in current development schemes, applying for the development of new plots has been cumbersome. They aren’t able to comply with the rules set up for large private developers, and in the collective form it’s also difficult to sign up for neighboring plots that are assigned to be developed by individuals.
This session revealed possible challenges for business models around circular economy projects. For instance, in analyzing the bio refinery plan to extract nutrients from wastewater, while this is beneficial for the environment, currently, individuals who would like to contribute to such a system must make a private investment to install the correct wastewater systems, making this a partially inverted problem of the commons. The investment is individual, while the gains are collective. Currently, there is no financial model to stimulate individual private investments such as these in return for communal gains.
The most important conclusion from this part of the discussion is that the development of a circular economy requires new models of organization that allow stakeholders to take on the role of managing collective processes and resources. These range from energy production to housing development. However, current legal and financial development models need to be re-thought in order to make important progress in this area.
The need for future innovation in Buiksloterham is not driven only by technological progress. Rethinking the systems that restrict innovation on an organizational, legal, and financial level is just as important. What we discovered during this session is that the real game changers in Buiksloterham are actively experimenting with new possibilities all the time.
Full article retrieved from Playthecity
-
Artikel
Vergroening Kwakersplein (Service Design / Place Making / Citizen Driven)
In this article, we share the story of design research of the Vergroening Kwakersplein Project in Oude West, as told by Gebiedscoördinator Frans Vlietman and Gebiedsmakelaar Jessica ter Maat.
What was the main reason for starting this research through design project?
Frans: The starting point of the case was the lack of trust that residents had in the government.
Jessica: The residents of the neighbourhood felt themselves isolated from the decision-making processes. The attention by the city council was going to big parties like food service or corporations. On the other hand, the Kwakersplein was unliveable, with only big trucks passing in between. The creation of two kiosks was planned, but the residents were not involved in deciding to build those kiosks.
Frans: In the 90’s the municipality had agreed that every decision making about the neighbourhood would be first discussed with the residents. But in time, this agreement was forgotten by the municipality. As members of a Gebiedsteam, we made the residents go from complaining to doing. We wanted to assist them with their own place making!
Why did you choose this approach?
Frans: Place making is a new way of working. If you want something, make a plan and do it! In overheidsparticipatie we just help to design the process (if needed), the rest is up to the residents. But in order to do this, first we had to get the residents’ trust.
How did you start?
Frans: It took a lot of negotiations, especially about the two kiosks. The situation was that the residents never wanted a kiosk in the square, so at first, they were busy with stopping the construction of the first one by suing the municipality. In the meantime, the neighbourhood management (Bestuur) gave permission to the kiosk owner to build a second one.
Jessica: So, the first thing we did was to solve the problem of kiosks. We talked with the owner of the kiosk, and also brought the residents together to talk to them.
Frans: Then, the things got confusing because the kiosk owner decided to sue the municipality because they revoked his permit to build the second one!
What was the crucial moment in the trajectory?
Frans: We talked with the people on what they really wanted. They told us that one kiosk was okay if it was not built in the middle of the square. But they did not want a second one. Then, we explained the situation to the kiosk owner and discussed about how to solve this problem. Luckily another place was found for the second kiosk to be built, so we arranged that. And then we went back to the people to ask if they would be okay with this.
When the people saw that we turned the situation around, the world opened! There was an energy of change and people started to trust us. Then it was possible to start with place making. What we wanted was the people to stay from the beginning until the end, unlike following a normal process where you design everything for the others.
How did you develop it?
Jessica: Everything had to happen very fast because we had funding coming that had to be spent within that year. And we were already in July when the negotiations ended! If we did it in the government way, it would have taken over a year.
Frans: The Amsterdam Economic Board had an agreement with a creative design office to make a competition for a place making project. Kwakersplein was perfect for this project. The designer has a big network in the neighbourhood, from service design to creative people. She called other creative designers to make a competition for re-designing the square.
What happened then?
Frans: Frederike organised a workshop before the competition. She, Jessica, and the project leader Liane invited residents from the neighbourhood and asked them, "if you dream about a green square, what do you see?” People wrote down on post-its. Then three groups were made in the workshop and each group was matched with a designer. Later on, these became two groups with two main designers.
Jessica: The second meeting was about the presentation of the two designs. The people looked at each design and voted. The winner design won with only one vote difference. Because of this, the residents who were supporting the losing design got very angry, especially because they were the ones living around the square!
Frans: When this situation happened, some of the residents moderated the situation, so they found a way to figure it out themselves!
What did you learn from this experience?
Frans: It is very important to have a project leader from participation background, who knows how to talk and organise the people. In such intervention, the organisers should do a few things: Get the people together (1), Create design groups (2), and get the biggest activitists from the neighbourhood involved (3)! In the end, it was all about making the people heard.
How do you see the result?
Jessica: It was beautiful, during the summer it was awesome!
Frans: It also adjusts to the seasons.
Jessica: In all seasons there are plants and they are different. This is what the municipality by itself could not do. They always use the same sorts of plants, while people wanted also other things. They even agreed that they would take care of it!
What do you think about the future of these initiatives?
Jessica: There are not many other initiatives like this in this Stadsdeel, but I believe that this approach can one day grow again. You need to see the bigger picture, it is not only about green, design but how you live with each other.
Frans: Ownership of public space by residents is what we have to strive for, that's place making. If we want more ownership of the public space than we have to trust residents more in what they are capable of, share our vision about to set up public space with theirs. Don't be afraid of emotions that comes up. Talk and listen. As Gemeente we see this project as something we can hold on to, however the people look at what is happening today.
-
Artikel
WASTED
WASTED is a multi-faceted initiative aiming to integrate local community members and actors in giving new value to plastic waste. In this article, the founder of CITIES Foundation Francesca Miazzo gives us insights about the project’s trajectory.
What was the main reason for starting this project?
Since the beginning, CITIES foundation works to engage people in global issues related to urban development. Our method is checking a global issue, and trying to come up with ideas beyond the system by talking to people, to organisations, to businesses that can take part in this issue to help us understand the values behind it.When we started with WASTED in 2015, plastic was the global problem that we wanted to take a closer look at. It was remarkable to find out that usually people throw away 90% of what they buy. Around the world landfills are being made, and plastic pollution is becoming a more significant problem.
How did you start?
In 2015, we started by working in a small area in Noord. Now we are working in the whole Stadsdeel Noord. In the beginning, we did a lot of analysis and interviews about why people recycle and why they don’t, would it make them happier if they recycled, and also about what do they like and they don’t like about their neighbourhood.And then we came up with an idea for a project that not only affected the trash separation habit of the residents, but also their consumption habit and behaviour. We noticed that the people started to buy less products with packaging because they started noticing the plastic waste.
What was the crucial moment in the trajectory?
After the success we achieved in 2015, in 2016, we started to test new solutions and to reach to new communities, especially focusing on the material aspect. Our research question then became: “How can you give a value to the waste that you separate, and how can we then make sure that the value stays within the community?”At that moment, we realised that in essence, we were creating value from the act of separating, instead of the material itself. This is unique. We decided therefore that this would be our focus, and explored this concept deeper to make it accessible to the municipality and to the people.
How did you develop it?
This year, with the support of the municipality, we digitalized our system and started to work more with different materials; plastic, paper, textile and glass. Our approach developed in collaboration with the municipality; we use Amsterdam’s infrastructure for waste, but then we work on finding innovative ways to have more waste collection in their containers. At the same time, the municipality helps us to spread information about this project in communities.Our intervention is a digital system through which the users can earn digital coins thanks to the waste they separate. It works by providing the users trash bags and trash containers with barcodes on them. The users have a profile page on the system and when they are disposing their waste, they scan the barcode of the container, and they upload a picture of their garbage bag, depending on what type of waste they are separating. After they upload the picture it is checked by our system, and then they receive digital coins. There are stores all over the city where the coins can be spent.
Now there are around 2000 people using this system, and we are also getting contacted by different neighborhoods who want to join this system. There are 40 locations in Amsterdam where the coins can be spent. Especially citizens with low income or students appreciate this project because it lets them access new services.
How did the project proceed?
The poverty department of the municipality noticed the success of WASTED within the people on welfare, and collaborated with us to start another project. Our goal was to reach more people, and so to connect as many as users as possible, we translated our information flyers into Moroccan and Turkish. In 2 months, we developed 6 more locations where the people can show the waste, get the coin and throw the waste in the bin.We also realised that many residents were detached from the idea that waste can be a resource. To bring this new perspective, we organised workshops to bring people together with their waste. We had 10 workshops in Noord with the people from the community center, about plastic, glass and paper, where we asked people to create something with this and we exhibited their creations at the end of the year.
What are the lessons to look for in these kind of initiatives?
If you want to bring a different perspective on an issue, you can do this by using the existing resources. In our case, to bring awareness on the issue of waste, and to create places where people bring their waste, we made use of Amsterdam’s existing infrastructure. Our project added new functions to the existing infrastructure, and these ideas came up because we are extremely connected to the existing resources. To bring innovation in neighbourhoods, you need to connect with different stakeholders, gebiedsmakelaars and other neighbourhood-based professionals to get different opinions, and to work with the right people to create a new approach.More information on WASTED:
WASTED website: https://wastedlab.nl/en/#home
Link to the public report: https://issuu.com/citiesthemagazine/docs/wasted-pilot-public-report
Link to article on Cities in Transition EU: https://citiesintransition.eu/cityreport/lets-re-think-amsterdam-through-wasted
-
Artikel
Leefstraten in Amsterdam West
‘Leefstraten’ is een concept uit Gent. In dit interview vertelt Mischa Woutersen ons over zijn ervaring met de Leefstraten in Amsterdam West en hoe het ontwerptraject vorm kreeg.
Wat was de aanleiding om met dit project te beginnen?
Ik had een idee bedacht voor het tijdelijk afsluiten van straten. Het idee was meer een verkeerskundige maatregel om uit te proberen wat het afsluiten van grote straten doet met het verkeer, de circulatie en hoe dat het sociale leven beïnvloedt. We hebben het initiatief eerst Flexstraten genoemd. We wilden een straat sluiten voor een periode van zes maanden, in één richting of helemaal. Vervolgens wilden we daarmee laten zien dat het helemaal geen probleem is om een richting af te sluiten. Dus dat er meer flexibiliteit is dan wij denken. Het is wel een probleem in Amsterdam dat er niet zoveel plekken op straat bestaan waar de mensen samen kunnen komen. Om Amsterdam bereikbaar te houden moet je ook grote parkeervrije straten kunnen maken en daarom ook meer ruimte beschikbaar laten voor openbare ruimte, voor fietsen of voor andere vervoersmiddelen.
Hoe is het project gestart?
In een werkgroep bij stadsdeel West met alle ambtenaren over Flexstraten kwam ook Leefstraten op tafel. We merkten dat het idee van Leefstraten makkelijker was om te implementeren, omdat het probleem van het gebrek aan openbare ruimte vaak over de kleinere straten ging. Dat was bekend bij de ambtenaren en daarom hebben we besloten daarop in te zetten. Toen heb ik met mijn collega Jesse om tafel gezeten omdat hij het idee van Leefstraten goed kent. Dus hebben we de Flexstraten losgelaten. In plaats daarvan hebben wij de afgelopen twee jaar een aantal Leefstraten in West gemaakt.
Hoe wordt een straat een Leefstraat?
Leefstraten is een concept uit Gent. Wat er gebeurt is dat een straat voor een periode van twee maanden wordt afgesloten voor autoverkeer en de bewoners gezamenlijk gaan beslissen over de inrichting van de straat. Als ze beslissen om helemaal geen fietsen toe te laten, dan wordt het geen fietsen. Dus de bewoners zijn in overeenstemming en dan het is belangrijk dat iedereen zegt: wij gaan het gewoon doen. Dat betekent dat de bewoners gezamenlijk langs de deuren moeten, aanbellen, het verhaal aan de buurt vertellen en ook samen een programma bedenken voor hun straat.
In stadsdeel West zijn we nu aan het kijken hoe de aanpak eigenlijk is, ook vanuit het stadsdeel. Ten eerste, moet het stadsdeel natuurlijk officieel toestemming geven. Dus wij zijn nu een methode aan het ontwikkelen voor stadsdeel West, zodat zij het traject goed kunnen communiceren.
Hoe heeft het traject vorm gekregen? Wat waren de resultaten?
In Amsterdam West zijn twee Leefstraten gerealiseerd: een deel van de Hugo de Grootkade (‘Leefkade Hugo de Groot’) en de Filips van Almondestraat. Bewoners van stadsdeel West hebben in aanvang zes Leefstraten aangemeld, van daaruit is een selectie gemaakt door het stadsdeel. De bewoners zijn daarna aan de slag gegaan om langs de deuren te gaan om in gesprek te gaan met hun buren. In Gent wordt er een paar maanden uitgetrokken om de bewoners te overtuigen. In Amsterdam West was dit gedaan in de zomervakantie en gerealiseerd binnen een kleine maand. Een aantal bewoners waren op vakantie, kwamen terug en konden hun auto niet meer parkeren. Deze mensen waren nooit geconsulteerd omdat alles in een maand was gedaan. Als wij terugkijken zou het meer succesvol zijn als je eerder begint met betrekken en informeren en als je goed nadenkt over proces.
Kun je een toolbox vullen vanuit je ervaringen?
Door meer feedback van de bewoners en ambtenaren kan ik stappen formuleren die van belang zijn om in een toolbox te zetten. Ik vind het begrijpen van het juridisch deel van de project belangrijk. Dus ga ik ambtenaren interviewen om naar dit aspect te vragen. Ik ga contact opnemen met Gent over hoe het daar gaat. Amsterdam is ook een andere stad dan Gent. In de straten van Gent hebben de huizen ongeveer twee tot drie woonlagen. Bij de meesten is er een woonhuis per adres. In Amsterdam West zijn er meestal vier of vijf woonlagen en bijna allemaal appartementen, dus losse adressen. De woondichtheid in Amsterdam West is veel groter, de kleinste straat heeft honderd bewoners. Daarom hebben we een ander service design nodig dan Gent.
Wat zijn de ‘lessons learned’ in dit design trajectory?
Om een idee of concept te maken moet je eerst kijken van wat het beeld is van een buurt, waar behoefte aan is en wat of welke aanpak daar het beste bij aansluit. Er zijn op dit moment zo veel initiatieven, zoveel projecten, die wel of niet succesvol zijn. Het is een hele belangrijke les om te begrijpen aan welke factoren dat ligt. Ga eerst op verkenning uit in een buurt, leer hoe de buurt in elkaar zit, wat de behoeftes zijn en ontwerp daarop de goede aanpak. En als je al zelf een concept hebt bedacht, zorg dat het concept flexibel is en je het kan aanpassen.
-
Artikel
BankjesCollectief
BankjesCollectief is een project opgezet door Jesse Jorg en Cathelijn de Reede, van Stichting We The People. Sinds 2014 zijn al meer dan 1.500 bankjes geopend in 20+ landen.
Wat is het project BankjesCollectief? Hoe begon het?
BankjesCollectief is een project opgezet door Jesse Jorg en Cathelijn de Reede, van Stichting We The People. Bankjescollectief is ontstaan toen aan het werk waren in Bangkok en ontdekten daar hoe leuk het is dat de straten ontzettend levendig zijn, altijd gezellig, en dat iedereen met elkaar spreekt.
In Amsterdam missen wij dat wel; iedereen is in zijn eigen 'social bubble', en bewoners praten niet met elkaar. Wel zien zij dat mensen in Amsterdam Centrum op bankjes met elkaar zitten op zonnige dagen. Dus zij zien wel dat er bankjes in de binnenstad staan, voor de deur van de huizen, en dat de buren gezellig met elkaar zaten een glaasje wijn drinken, een broodje eten of zo.
Toen hebben zij ook een bankje voor de deur gezet, en zagen ze dat het eigenlijk meteen leuk was. Er kwamen gewoon andere mensen uit de buurt op een bankje te zitten, en ook de mensen die zij normaal nooit spraken. Er waren ook mensen die elkaar helemaal niet kenden.
Dus vonden ze de sterker sociale verbinding in de buurt heel leuk. Als gevolg, voor meer contact onderling en voor het scheiden van barrières op het gebied, van taal, inkomen, opleiding niveau, hebben ze deze project ingezet. Eigenlijk, alle culturen in Amsterdam lopen samen. 80% procent van de ontmoetingen tussen gebeuren op de stoep.
Dankzij deze ervaring hebben zij een aanvraag gedaan bij het Stichting Doen, en hebben zij in 2014 Bankjescollectief opgezet. En dat is per stap gegroeid tot wat het nu is: een collectief met meer dan 1500 bankjes in 27 landen. Waarbij allerlei diverse manier ontmoetingen worden georganiseerd door de bewoners van de buurt zelf, of de organisatie, maar groot deel de bewoners zelf die dat doet.
Hoe werkt het project Bankjescollectief?
Het begint eigenlijk bij een idee: “Wat is leuk om te doen in een buurt?”, “Waar heb ik zin in?”, “Wat zou een ondernemer graag in de buurt doen?”, en “Wat is belangrijk in deze buurt?”.
Vervolgens kies je een bankje of een plek. Je kan zelf een bankje neerzetten voor je deur, maar het kan ook werken met een bankje op de straat, of een paar stoelen. Vervolgens ga je naar de website bankjescollectief.nl, waar je alle bankjes terug kan vinden. Je mag zelf kiezen, als je een prijs stelt, als je je telefoonnummer daar wil zetten of niet, en daarna, zorg je ervoor dat je buren ook komen. Dus dan maak je een persoonlijk uitnodiging door mensen te bellen, en daardoor betrek je ze echt bij een bankje. En dan heb je een hele leuke middag die makkelijk is, of je zit met 20 op een bankje: het maakt het niet uit. Veel deelnemers zijn enthousiast omdat het een manier is om samen te komen.
Waar zit de magic in?
Allereerste het eigenaarschap van de bewoner zelf. BankjesCollectief is een concept zoals Leefstraten, waar de invulling is zelf bepaald. Dus er is niet een precies manier om dat te doen, om in te richten. Mensen bepalen zelf hoe ze hun bankje willen doen, en ze bepalen zelf hoe ze de Leefstraten inrichten. Dat is een heel belangrijk, tof woord.
Video: https://vimeo.com/136520187
Ga naar de website van BankjesCollectief: http://www.bankjescollectief.nl/nl/
-
Artikel
Wisselwinkel
De wisselwinkel is een initiatief van Mama Louise en Ymere in samenwerking met team Eigen Werk van de Dienst Werk en Inkomen van de Gemeente Amsterdam. Verborgen ondernemingen en onontdekt talent uit de buurt krijgen via deze pop-upformule een kans om op een laagdrempelige manier en met professionele ondersteuning een winkel te openen. In dit artikel vind je het interview met Mischa Woutersen, freelance medewerker met het design initiatief.
Hoe kom je op de wissel winkel?
Wisselwinkel is een project van Stichting Mama Louise. Ik heb samengewerkt als freelancer. Het begon in 2009 in Van der Pekstraat, in Stadsdeel Noord. In die gebied blijkt dat veel mensen in uitkering zaten en te gelijkt dat was toen ook veel leegstand winkelen. En toen is Mama Louise gekomen met de idee van Wisselwinkel.
De ondernemers krijgen 10 maanden de kans om hun onderneming te runnen, door slechts 150 euro per maand te betalen en zij dragen nog 6 procent van de omzet af naar de stichting.
De deelnemers van de project krijgen een begeleiding, dus worden ze gecoached door andere ondernemers, of door een expert financiële zaken. De winkelier krijgt ook een huisstijl en de branding, dus een eigen logo, zo gewoon tof uitziet en een eigen interieur.
We hebben dus samengewerkt met een ontwerpster, Moscollectief. We gingen van de standaard interieur naar een flexibel interieur, die de ondernemer zelf een deel kan invullen. Als wissel winkel succesvol was, die ondernemer dan na 10 maanden een verdienmodel heeft, en dus winst maakt en kan blijven. Want een succesvol ondernemen kan ook doorgroeien van de andere pand in de straat. Dit project gestopt in Amsterdam noord, omdat het straat volle was.
Twee ondernemers die zijn doorgestart hebben van de Perkstraat hetzelfde wisselwinkel of een winkel gerund. Twee andere hebben niet een winkel bij hem aansloot maar ze zijn nu wel van de uitkering naar het ondernemerschap gegaan. Ze doen koffiebakverkoop, en webshops. Dus ze hebben veel geleerd om te ondernemen, en ze hebben ook geleerd dat als de winkel is niet voor hem de juiste keuze is dan dat is ook goed.
Wat zijn de lessen die zijn getrokken uit dit ontwerpproces?
Ten eerste moeten we een buurt maken die gaat de wijk in, die de mensen kunnen herkennen wie de potentiele ondernemers zijn, en volgens maken we een selectie en kiezen we daarover een bepaald concept. Dit gaat over onderzoek, verkenning te doen, en daarna goed tijd krijgen om het te evalueren, dat is echt voldoende.
Om meet stakeholders te betrekken, het is belangrijk om een mooi design manier te denken om iets te vragen aan de mensen: Wat vind je leuk om te doen? Poffertjes verkopen. Dan gaan we dat doen! Je moet flexibel zijn, je moet mee bewegen. Soms de mensen weten, dat is ook belangrijk om te begrijpen.
Link naar de initiatief Wisselwinkel uit de Mama Louise Website: http://mamalouise.nl/initiatieven/wisselwinkel/over-de-wisselwinkel
-
Artikel
Tuinen van West
Ondernemersvereniging Tuinen van West werd opgericht in 2015 om de partijen in de polders te verbinden, versterken, en verder te ontwikkelen in de toekomst. De vereniging bestaat uit ondernemers, verenigingen, stichtingen, ZZP-ers, kunstenaars en bewoners. Wij spraken met Norinda Fennema van Flower Power @ Tuinen van West, tweede voorzitter en secretaris van de ondernemersvereniging, over de geschiedenis en toekomst van de vereniging.
Hoe is de ondernemersvereniging voor de Tuinen van West gestart?
Deze vereniging is opgericht in 2015 en is nu aan het groeien. Wij zitten nu in Fruittuin van West, een biologisch-dynamische fruittuin. Hier vlakbij staan ook stadslandbouwprojecten. Precies een jaar na het begin hebben we een contract afgesloten met de gemeente voor samenwerkingsovereenkomsten en daaruit hebben we een subsidie gekregen, die loopt voor vijf jaar. Met dat geld zorgen wij dat het gebiedverder ontwikkeld wordt in de richting die wij willen en wat ook het Stadsdeel wil: duurzaam. Wat heel bijzonder hieraan is, is dat in het DNA van de ondernemersvereniging stadslandbouw, recreatie, landschap, cultuur en duurzaamheid zit.
Hoe ziet dat eruit, de ondernemersvereniging?
De vereniging bestaat uit mensen die elkaar in een gezamenlijk doel herkenden, die meer wilden en hun krachten te bundelen. Het grootste deel van de mensen in dit gebied is lid van de vereniging. Het is een ondernemersvereniging, maar ook de bewoners natuurlijk mogen er ook bij. Wij hebben een algemene ledenvergadering en die proberen wij door te vertellen waar we mee bezig zijn. Wij nodigen de mensen uit om mee te denken en ook kritiek hebben. Bekendheid creëren is een fase waar wij nu veel aandacht aan besteden, dat is vanaf het begin ook een groot doel.
Wat is jullie rol in buurtverbinding en de samenleving?
Wij zijn trots op het gebied en denken dat wij iets uit kunnen stralen en iets kunnen bieden. Wij willen hier eigenlijk een nieuwe economie maken en laten zien dat het kan. Dat is ook een voorbeeldfunctie: ik geef graag mensen de boodschap dat ze ook zelf iets kleins (voor bijen en vlinders) kunnen doen, in hun tuin. Wij hopen dat mensen van ons ideeën overnemen, of mee gaan doen aan een van de projecten van de Circulaire ProefTuin. Wij proberen samen te werken met andere initiatieven die hier ook bezig zijn.
Hoe maken jullie direct contact met grote thema’s zoals duurzaamheid?
Wij hebben twee “vaste richtingen”: duurzaamheid en landschap. Voor duurzaamheid hebben wij een adviseur, zij is de vaste motor voor de duurzame projecten en werkt veel samen met de Hogeschool van Amsterdam. Wij houden ook vast aan de landschapsarchitect als adviseur, die voor een groot deel de herindeling van dit gebied heeft bedacht.
Een voorbeeld van het thema duurzaamheid is het gemeenschappelijk composthoopproject: daarvoor hadden we geld nodig om mensen te onderhouden. We hebben onderzoek gedaan en een werkconferentie georganiseerd. Een ander thema is schonere energie en warmte. Daar komen veel mensen op af en die nemen het verhaal en de voorbeelden weer ‘mee naar huis’.
Wat zijn de belangrijke lessen geleerd?
Een goede koers hebben en goede doelstelling is heel belangrijk. Transparantie en openheid naar buiten maar ook onderling en gezamenlijkheid, dat de ondernemers van ons een paar keer per jaar horen waar wij mee bezig zijn. Dat ze uitgenodigd worden en vooral meedoen aan projecten. Communicatie en de verbinding met de stad is alles.
Een klein voorbeeldje waar het bijna mis ging: bij mijn stadstuin was een wildgroei van gebouwtjes, dat mag helemaal niet. Je moet ergens toestemming krijgen. Wij mogen wel een beetje creatief met de regels omgaan, maar hier was het iets te veel. Daarbij was het fijn dat wij die korte lijntjes met de gemeente hebben om samen te gaan oplossen. Wij moeten niet alleen naar onze eigen projecten kijken, maar ook hoe dit over komt op andere mensen.
-
Artikel
Buurtwerkplaats Noorderhof
Buurtwerkplaats Noorderhof is een ontmoetings- en ontwikkelplek aan de Sloterplas in Amsterdam Nieuw-West. Kern van de buurtplaats is ontwerpen, maken, kennis delen en genieten. De buurtwerkplaats is een doorlopend project van ontwerpers Peik Suyling, Tobias Krasenberg en Sander Borsje.
Wat is de aanleiding van Buurtwerkplaats Noorderhof?
Wij zijn met z’n drieën begonnen: ikzelf (Tobias), Peik Suyling en Sander Borsje, alle drie ontwerpers en social designers. Wij werkten al in heel veel projecten samen en ook inmiddels al twaalf jaar in Nieuw-West. Wij wisten dus ongeveer wat speelt en waar de behoefte lag. Daardoor waren wij ook bekend bij het stadsdeel en gevraagd voor de opdracht. Vijf jaar geleden zijn we op een afgezet parkeerterrein van het Sloterparkbad begonnen. Het terrein vormde een barrière tussen de buurt, het park en de Sloterplas.Op het parkeerterrein hebben wij een kamp gemaakt en meteen de buurt uitgenodigd: kom meedenken, mee-ontwerpen, meebouwen.
Hoe is de buurtwerkplaats gestart?
Op een gegeven moment was deze buurt, het Noorderhofje, onderdeel van een avond in Pakhuis de Zwijger waar het als casus werd gebruikt: wat zou je nou kunnen met zo’n plek? Daar kwamen enorme ideeën uit, zoals een hotel of een spa. Maar wij kenden die mensen daar en konden gewoon volgende week met onze wagens daar iets beginnen samen met de buurt. Binnen een half jaar stonden wij daar met een heel klein goedkoop gebouwtje. Wij hebben wat gereedschap gekregen en wij hebben de buurt uitgenodigd voor een klein evenement, dus wij zijn van het begin af aan samen een programma gaan ontwikkelen. Simpelweg van persoon tot persoon: dit is wat wij leuk vinden, waar onze interesses liggen, wat wij kunnen, waar liggen jullie interesses en wat zullen wij doen?
Biedt de buurtwerkplaats ruimte voor experimenten?
Experimenten kunnen hier plaatsvinden omdat wij de hardware en software hebben: mensen, ruimte, plekken. Er zijn veel mensen en kleine ondernemingen die hier gewoon met hun eigen plannen beginnen en dat groeit dan wel of niet uit tot iets dat blijft. Een voorbeeld van een experiment/project is Bakkerij ‘de Eenvoud’. Wij kwamen op het idee om een broodoven in een kar te maken. Het is een antiek bakprincipe, want je stookt de oven warm met een houtvuur. Als de oven warm genoeg is kun je het vuur uit laten gaan en dan kan je hier een aantal uren brood in bakken. De kar werd een neutrale plek waar tijd en rust is en waar je ook lekker brood kan eten. Dit project is uitgegroeid tot inmiddels zes bakkerijen door heel Nederland en die functioneren allemaal als een sociale bakkerij en ontmoetingsplek.
Hoe bereik je de mensen en de buurt?
Wij organiseren verschillende evenementen en daarmee profileer je jezelf. Wij hebben ook altijd een open karakter. Er is altijd ruimte voor mensen om bij te dragen. Buurtwerkplaats was direct een plek van heel veel verschillende mensen uit de buurt. Hoogopgeleiden tot werklozen en ouderen. Dat kleine begin is verder gegroeid en nog steeds zijn wij een plek die je van iedereen mag noemen.
Wij zagen dat deze zomer nog verder uit te breiden omdat wij wat meer faciliteiten hebben dan voorheen; een sportdag voor LGBTQ-vluchtelingen en de Amsterdamse homoscene, en Turkse vrouwen die actief zijn met allerlei dingen organiseren, bijvoorbeeld een braderie. Dat is best wel bijzonder want gaandeweg ontmoeten die mensen elkaar ook natuurlijk. En wij zeggen niet dat ze samen moeten komen. Je wil liever een plek zijn die uitnodigt om dingen te gaan ondernemen en dat mensen zelf vormgeven aan hun leven.
Was het ooit spannend tijdens het opzetten of ontwikkelen van deze plek?
Je kan kiezen: het was spannend als je van plan was om te institutionaliseren en bestendigen en mensen op een loonlijst zetten. Maar dat wilden we niet, dus wij wisten constant dat het een spel was van de mogelijkheden en die zo vorm te geven zodat wij verder konden. Dus het is wel spannend, maar niet omdat het misschien niet goed zou kunnen gaan. Toen wij weg moesten van onze ruimte aan de overkant, konden wij ook ergens anders in de stad een braakliggend terrein zoeken en daar had het vast door kunnen gaan. Toen kwam uit de buurt heel duidelijk het signaal dat het de BUURTwerkplaats is, dus het moest hier blijven. Toen waren wij op zoek gegaan naar een bestendiging hier. Deze plek hebben wij samen gevonden met Optisport (beheerder Sloterparkbad, red.), maar ook dat is weer een kans! Dat is voor tien jaar een oplossing, maar niet een gesetteld iets. Dus wij blijven bewegen. Het is een uitdaging eerder dan dat het spannend is.
Wat is de financiële situatie van buurtwerkplaats?
Uit eigen initiatief hadden wij wel snel contact met de Gemeente en toen ze zagen dat het wel werkte, toen waren er af en toe financiën uit gekke potjes. Interimbeheer voor braakliggende terreinen of zo. Dat was wel ook steun; wij hebben ook geld nodig. Voor kleine programmabudgetjes. Nu is Stichting Doen een financier van ons, onder het kopje nieuwe ontmoetingsplekken. Maar die betalen ook niet alles dus het is altijd lappendeken van verschillende geldstroompjes.
Hoe kijken jullie naar deze plek vanuit je perspectief als social designers?Wij behandelen eigenlijk dit hele traject als een ontwerpopgave en ontwerpproces: je hebt te maken met de buurt, met allerlei partijen, belangen, eigen interesses en ambities. Anders waren wij misschien een buurthuis geworden. Wij proberen dat het in een constante staat van vormgeven blijft; mag groeien, mag ook veranderen, maar liever niet helemaal af zijn.
Wat zijn belangrijke lessen geleerd of tips voor een initiatiefnemer?
De buurtwerkplaats draait omdat iedereen zelf een verandervraag of passie of nieuwsgierigheid meeneemt die eigenlijk die beweging voedt. En ik denk dat dat een enorme grondslag is voor wat hier al die jaren best wel samenwerkt: vanuit eigen beweging. Dat kan filosofisch zijn, maar het kan ook heel praktisch zijn. Ga nooit een buurtwerkplaats beginnen met het schrijven van een plan! Dat werkt gewoon niet. Probeer gewoon maar wat te gaan doen, hoe klein en onbevangen het ook is en bouw daarop door. Dat kan voor heel veel buurtinitiatieven gelden.Een andere is dat je breed geïnteresseerd moet zijn in allerlei werkelijkheden. Je moet jezelf verhouden tot de wereld om je heen, tot de formele stad. Je moet op allerlei speelborden tegelijk zin hebben om mee te doen. En daar moet je de capaciteit ook voor hebben en daarvoor heel veel tijd. Als je dit soort meegedragen processen wil organiseren, heb je al vijf keer zo veel tijd nodig dan dat je denkt dat je nodig zou hebben. Dat is ook wel leuk want dan weet je dat het goed doet. En je kunt ook zeggen dat de rationaliteit die er normaal veel tikt, die tikt hier veel minder. Het hele tijdsbesef is hier heel anders.
Hoe kijken jullie naar de toekomst van dit plek?
Wij zitten volop erin. Wij reflecteren samen met iedereen en zorgen dat betrokkenheid op alle lagen zit door het letterlijk en figuurlijk bijdragen en vorm geven aan de plek. Wij weten dat wij in principe hier langer kunnen blijven, vergunning-technisch. En wij hebben nu te maken met vijf jaar ervaring die je in het begin niet hebt, dus dat heeft ook invloed op een toekomstvisie. En het stadsdeel verandert en de wereld om ons heen en dat heeft wel een grote invloed. Maar wij hebben belangrijke kernwaarden die vanaf het begin af aan al hierin zitten en die ook moeten blijven. Dus super open karakter, hoog do-it-yourself-gehalte, oprechte samenwerking met partijen uit de buurt – Zorg komt hier ook om gebruik te maken, maar ook samen het over te hebben over thema’s, zoals hoe kan je andersom omgaan met dagbesteding. Dat vind ik mooie voorbeelden van hoe deze plek moet blijven functioneren. En dat het voor iedereen is; niet alleen voor mensen met problemen of rijke mensen, maar dat het een bijzondere mix blijft. -
Artikel
Street Art Museum Amsterdam
Overal in Nieuw-West kun je de kleurige kunstwerken van het Street Art Museum Amsterdam tegenkomen. Ze zorgen voor aandacht van over de hele wereld, trots en meer veiligheid.
Het Melkmeisje van Vermeer met een glimp van een sexy been, omringd door vogels. Een vrouw met een kapsel van takken vol vogeltjes, een hamster met een handtasje en daaronder ‘Hello Hamsterdame’. Overal in Nieuw-West kun je de kunstwerken van het Street Art Museum Amsterdam tegenkomen. Op kale muren, elektriciteitskastjes, pilaren, rolluiken.
Funky marketingDrijvende kracht achter dit kleurige openluchtmuseum is de Oekraïense expat Anna Stolyrova, die in 1999 in Nieuw-West neerstreek. Anna: ‘Er werd gezegd dat wij in Nieuw-West tweederangsburgers zijn en dit soort kunst niet nodig hebben. Nieuw-West staat niet eens op de plattegronden van Amsterdam, bij Bos en Lommer houdt het op. Ik dacht: ik ga Nieuw-West op de kaart zetten, want dit is een prachtig stadsdeel. Het Street Art Museum is marketing voor Nieuw-West, maar dan funkyer.’
Bekende artiestenSinds 2012 haalt Anna bekende graffitiartiesten naar Nieuw-West. Internationale, zoals Stinkfish, Pez Kenor, Orticanoodles en lokale, zoals Danny Recal en Bunny Brigade. Zij laten zich door de locatie en de bewoners inspireren om kale muren te transformeren naar kleurrijke straatkunst. Met enorme inzet, hulp van Dianne Riley en inmiddels een aantal stagiairs en vrijwilligers, heeft ze meer dan 150 werken gerealiseerd, van een 150 vierkante meter grote muurschildering tot 10 cm kleine houtschilderijtjes. Het is niet moeilijk om kunstenaars bereid te vinden voor een zacht prijsje werk te komen maken. ‘Ze doen alles om in Amsterdam te schilderen.’
Sociale projectenAnna wordt gevraagd voor opknapprojecten, door woningcorporaties, bewoners die lelijke betonblokken willen opfleuren en soms ziet ze zelf een mooie muur. ‘Dan denk ik: Oh my God, stel je deze kunstenaar voor op die muur!’ Vaak koppelt ze de schildersessies aan sociale projecten met de buurt en workshops.
Trots‘De buurtbewoners love it, ze doen alles voor me’, zegt Anna. Zij en Dianne hebben al bij talloze woningen aangebeld om handtekeningen te verzamelen voor het beschilderen van een kale muur. ‘Vaak zeggen ze: wat moeten we met een muurschildering? Maak liever het portiek schoon. Maar als de schildering er is, merken we dat de omgeving schoner en veiliger wordt. Ze zetten er soms zelfs verlichting op. Ze zijn er trots op en beschermen hun schildering.’
Groen en leukAnna organiseert tours waar veel belangstelling voor is. Scholen, opleidingen en mensen van over de hele wereld komen erop af, zelfs de dochter van Picasso. Nieuw-West lift er mooi op mee. ‘Mensen uit andere delen van de stad zeggen: Wow, ik heb me nooit gerealiseerd dat het hier zo groen en leuk is! Ze vinden hier winkels en Turkse kappers waar ze al jaren naar zoeken. Via het Street Art Museum leren ze Nieuw-West kennen. Dat was precies de bedoeling.’
Link naar de originele artikel:
-
Artikel
De Jacoba's
In de Jacoba’s aan zet bespreken vrouwen hun situatie van armoede en huiselijk geweld. ‘Je ziet mensen meer regie krijgen.’
In de Jacob Geelbuurt is veel armoede en huiselijk geweld. Veel vrouwen zijn financieel afhankelijk van hun man en hebben het gevoel hun kinderen niet alles te kunnen geven wat zij nodig hebben, zoals fruit mee naar school of zwemles. Ze schamen zich en komen vaak nauwelijks de deur uit, behalve om de kinderen naar school te brengen.
Praten en opvangenNa een tragisch incident door huiselijk geweld, hadden de vrouwen behoefte om hier met elkaar over te praten. Gebiedsmakelaar Fatima el Houfi organiseerde een bijeenkomst met de wijkagent op de wekelijkse koffieochtend in de school. ‘Ze hebben elkaar opgevangen en doorgepraat over hoe het kan dat je elkaar op het schoolplein spreekt en toch niet weet wat zich achter de voordeur afspeelt.’
RegieZo ontstond de vrouwengroep Jacoba’s aan zet. ‘De vrouwen hebben de regie, zij geven aan wat ze hoe willen.’ Fatimzahra el Abdellaoui-Baba van Stichting Samenbinding begeleidt hen. Fatima: ‘Fatimzahra kan heel mooi het ijs breken en drempels wegmasseren. Ze gaat met hen in gesprek, bespreekt wat ze nodig hebben en welke thema’s ze willen aanpakken. Waar nodig, ondersteunt het stadsdeel.’
Oplossingen besprekenJacoba’s aan zet begonnen najaar 2017 met twintig vrouwen, inmiddels zijn het er 86, vooral Marokkaanse, maar ook Turkse en Cubaanse. Twee ochtenden per week komen ze bij elkaar. De vrouwen bespreken met elkaar oplossingen voor hun problemen, organiseren trainingen over voorzieningen, budgetbeheer en waar ze hulp kunnen zoeken. Ze worden ambassadeurs voor andere vrouwen in dezelfde situatie en brengen hun kennis op hen over.
Elkaar stimulerenFatima: ‘Het is fijn te praten met mensen die in dezelfde situatie zitten en te horen hoe een ander het aanpakt. Ze kijken met elkaar hoe ze goedkoop boodschappen kunnen doen, gaan samen achter de computer zitten voor een aanvraag, stimuleren elkaar.’ Ook zijn ze bezig een coöperatie op te zetten van waaruit ze tegen een kleine vergoeding diensten gaan uitwisselen voor de wijk. ‘De inkomsten gaan naar wie de grootste nood heeft. Daar beslissen ze gezamenlijk over.’
Krachtig en creatiefFatimzahra: ‘Alles wat hier gebeurt, komt uit de vrouwen zelf. Je ziet hoe krachtig ze zijn en hoeveel potentie er zit. Je ziet mensen veranderen, en creatiever worden. Ze delen artikelen en informatie met elkaar, doen vrijwilligerswerk of gaan aan het werk. Ze krijgen meer regie over hun situatie en zien weer perspectief.’
Fleurige kledingFatima: ‘Je ziet het ook aan de kleding. Eerst brachten ze stilletjes in grauwe kleding hun kinderen naar school. Nu dragen ze fleurige kleding, roze jassen en maken ze hun ogen op. Vóór de zomervakantie hebben ze een gezamenlijk ontbijt georganiseerd. In plaats van weer niet op vakantie en zes weken thuiszitten, hebben ze nu een programma bedacht om, met het weinige dat ze hebben, het leuk met elkaar en hun kinderen te hebben.’
DromenFatimzahra: ‘Ze zorgen voor elkaar, ieder met wat ze kan, worden weer trots op hun buurt en leuker voor hun kinderen. Ze krijgen weer vertrouwen, zelfs dromen.’
Link naar origineel artikel: https://stemvannieuwwest.amsterdam.nl/artikel/28
-
Artikel
Geluksdisco
De Geluksdisco is een vrolijke en goedbezochte disco waar mensen van uiteenlopende achtergronden uit de hele buurt op afkomen. Initiatiefnemer Dorèndel Overmars: ‘Mensen die elkaar op straat voorbijlopen, dansen hier zij aan zij en kijken voortaan toch anders naar elkaar.’
‘Een aantal jaar geleden werkte ik mee aan een theaterprogramma waar mensen uit de buurt hun geluk verbeeldden’, zegt Dorèndel Overmars. ‘Toen het project was afgelopen, zei een van de jongens die had meegedaan: “Ik zou zo graag dj op een disco worden”.’
Lekkere hapjesEr waren nog weinig uitgaansgelegenheden in Nieuw-West, en naast broedplaats De Vlugt kwam net een ruimte vrij.’ Dorèndel zag kansen. ‘Buurtbewoners mochten die ruimte tijdelijk gebruiken om activiteiten in te ontwikkelen. Zo is de Geluksdisco geboren. Met een lage entreeprijs, lekkere hapjes en diverse buurt-dj’s. Het was meteen een daverend succes.’
CadeautjeNa zeven Geluksdisco’s werd de ruimte anderhalf jaar verbouwd tot het huidige Westside Slotermeer. Een bewonerscoöperatie waar mensen samenwerken om de plek draaiende te houden. De activiteiten lopen er uiteen: van rommelmarkt tot studiezaal en karaoke avond. Alles wordt gefaciliteerd door Westside Café, een plek met lekker eten en drinken voor lage prijzen waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ervaring opdoen. Dorèndel: ‘Ik was helemaal niet van plan verder te gaan met de Geluksdisco, maar ik kwam op straat steeds mensen tegen die het zo misten. Ik dacht: ik woon en werk in deze wijk, dit is mijn cadeautje aan de wijk.’
BereidwilligDus bouwt ze elke twee maanden met ontwerper Dieuwertje en andere buurtbewoners Westside om tot een echte disco. Iedereen helpt belangeloos en enthousiast mee. ‘Mensen zijn heel bereidwillig. Aan het eind van de avond staat een aantal bezoekers te dweilen.’
Voor en door de buurtDorèndel verzorgt het zo dat de hele buurt zich welkom voelt. Dus flyert ze samen met haar zus steeds weer in een andere wijk en bij de Voedselbank in Westside. Er zijn gratis hapjes, zoals Pakistaanse samosa’s en Turkse Börek, gemaakt door buurtbewoners. Dj’s uit de buurt draaien plaatjes. ‘Laatst ook dj Socrates, die op grote evenementen draait en hier altijd z’n koffie drinkt.’ Ook zijn er optredens van buurtmuzikanten, zoals een Surinaamse drumband, en van opkomende talenten.
Iedereen komtResultaat is een vrolijke disco waar leeftijd, afkomst, inkomen, opleiding en religie geen rol spelen. Dorèndel: ‘Het bijzondere is dat er zoveel mensen van verschillende achtergronden komen, alles komt bij ons. Geluksbewaarders houden in de gaten of iedereen gelukkig is. De sfeer is altijd relaxed en gezellig.’
Begrip‘De Geluksdisco is het meest multiculturele feestje in Nieuw-West’, ziet ook dagelijks bestuurslid Ronald Mauer, zelf vaak als bezoeker aanwezig. ‘De laagdrempeligheid maakt dat iedereen er komt en met elkaar danst. Het is echt een begrip in Nieuw-West, en misschien zelfs wel in Syrië, Irak en Suriname.’
Verbinding
De Geluksdisco werkt verbindend, merkt Dorèndel. ‘Die Surinaamse man die altijd op het winkelplein zit en die bakfietsmoeder die altijd aan hem voorbijloopt, staan hier zij aan zij en kijken voortaan toch anders naar elkaar.’ Tot haar grote verrassing en trots won de Geluksdisco de Nieuw WeSter Cultuurprijs 2017. ‘Ze zagen dat hier echt wat beweegt en mengt, met inzet van kunst en cultuur. Het is een ontmoetingsplek voor iedereen.’
-
Artikel
I Can Change the World with My Two Hands
‘I Can Change the World with My Two Hands ’ laat zien wat er mogelijk is op het gebied van lokale voedselproductie, buurtcomposteren en regenwateropvang. We spraken met Natascha Hagenbeek, kunstenaar en oprichtster.
Hoe ben je op dit initiatief gekomen?
Ik had een voorgevoel — in 2003 liet iemand mij een gemeenschappelijk park in New York zien. Toen dacht ik: “daar wil ik wel wat mee als kunstenaar.” Ik leerde later ook over community gardens, waar mensen fruit, groente en kruiden kweekten. Later tijdens een onderzoek dat ik deed zag ik de Whole Earth Catalogue en daar ging het heel erg over zelf doen, off-grid leven en zelfstandig zijn binnen de maatschappij, autonomie. Toen ik hier kwam wonen in 2009, kwam er op een gegeven moment een flyer in de bus met het verzoek wie er een goed idee had voor de buurt. Als kunstenaar ik heb een budget aangevraagd om deze tuin op te zetten.
Hoe is de tuin dan ontstaan?
Ik was met deze tuin een van de eersten in Amsterdam, dus ik moest heel veel voorwerk doen en pionierswerk verrichten. Ook snapte ik niks van stadslandbouw en mijn plan toen was om echt een productietuin te maken met verkoop van groenten. De tuinruimte was een klein zwembad en een speeltuin met afgekeurde speeltoestellen. De gemeente had wel gevraagd om goede ideeën in de buurt en omdat de buurt eens was met mijn idee, moesten ze wel een plek voor mij zoeken. In juni 2011 kon ik beginnen. Het was geen vruchtbare grond, het was zand. Dus wij moesten ook aarde naar binnen brengen. Dat hebben wij allemaal zelf gedaan. Het kost heel veel energie om de gemeente te overtuigen. Op een gegeven moment zeiden ze, “het mag” en moesten wij het gewoon doen! En zo is het ontstaan.
Hoe heb je de juiste plek gevonden?
Ik wist al van deze plek omdat ik verderop woon. Ik zag kinderen uit de poort komen met handdoeken om. Dat was al speciaal en ik vond het een fascinerende plek. Maar de gemeente wilde dat helemaal niet, want het moest geld opleveren en was van de afdeling Vastgoed. Het was al een openbare plek met gillende kinderen. Daarom dacht ik dat het perfect was. Er zijn al heel veel tuinen ontruimd in openbare plekken, dit was dus nodig.
Wat zag je, vanuit je blik als kunstenaar?
Ik had vooraf niet zo veel ideeën. Ik wist niet waar ik aan begon. Dat is een voordeel van kunstenaar zijn, je ziet geen beer op de weg. Je denkt, “Ja, doe maar!” Het was wel moeilijk en heftig. Ik was geen manager, er was geen ontwerp en ik had geen goede voorbeelden. Ik moest alles uitvinden.
Heb je onderzoek gedaan voordat je begon?
Ik heb natuurlijk gezocht en ik kwam in Rotterdam uit. Daar maakten ze educatieve plekken uit braakliggende terreinen. Maar dat was niet stadslandbouw. Boerenstadwens heet nu eetbaar Amsterdam. Annette van Hoorn had een cursus voor buurtmoestuintrekkers.
In het begin wil je ook een groepje vormen. Maar dat was ook voor mij nieuw. Het was ‘learning by doing’. Hier was het echt organisch groeien: wij hadden eerste tien tuinen, aarde neergelegd, toen kwam iemand erbij, enzovoorts. En hoe het verder groeit, hangt ook erg van de trekker af!
Als je terugblikt, zijn er bepaalde spannende, cruciale, of belangrijke momenten?
De eerste kerngroep was belangrijk. Ik was zelf onervaren, dus met de eerste kerngroep ging het heel erg mis. Het was super veeleisend. Als trekker had ik tien rollen: administrateur, inkoper, vrijwilligersbegeleider. Langzaam gingen al die mensen eruit. Op een gegeven moment hadden wij een bijeenkomst met weinig opkomst en daar wilden wij wat aan doen.
Onze opzet is je huurt een tuintje en je werkt drie dagen in een heel seizoen mee, staat in onze contract. Maar meewerkdagen werkte niet. Niemand wou daarmee helpen coördineren, daarom besloten wij dat de contributie per persoon een klein beetje hoger zou zijn en daaruit zou een meewerkdagen coördinator betaald worden. Want het moest beter geregeld worden en dat kon ik niet doen. Sindsdien gaan de meewerkdagen supergoed!
Hoe kom je aan mensen voor de kerngroep?
Het is een proces. Je hebt een aantal goede mensen in de kerngroep, die brengen goeie dingen in, die verbeter je steeds en laat je groeien. Bij problemen kijk je naar specifieke oplossingen. Regels maakten het werkbaar. We hebben vacatures uitgeschreven. Wij hadden altijd een wachtlijst. We hadden ook een jaar een regel dat mensen in de kerngroep voorrang kregen voor een tuin. Het is ook erg goed dat ik niet in de kerngroep zit; die kerngroep kan nu samen weer verder.
Wat zijn de belangrijkste dingen die je hebt geleerd?
Vooral leren pragmatischer dingen te bekijken. Maar kijk, voor iedereen is het anders, dus dan moet ook iedereen andere dingen leren. Een manager moet misschien menselijker zijn, maar voor mij was het ook leren om minder activiteiten te organiseren, niet te veel. En te verzakelijken en professionaliseren. Je moet ook beseffen dat je een aantal kwaliteiten zelf nooit zal hebben en misschien niet kan leren.
Als advies zou ik geven dat je samen moet werken en samenwerkingen moet zoeken. Voor activiteiten doe ik dat nu vooral. Nu met een tuin beginnen zou ik aanraden om met een goeie groep van vier of zo te beginnen. Ontwikkeling van kerngroep is een uitdaging.
Iets menselijks: er zijn zo veel dingen die gebeuren in iedereens leven - dat was voor mij veel te veel. dit is turbulent en veranderd continu. En de belangrijke ingrediënten zijn: doorzetten, een goeie groep mensen, capaciteit om te leren, innovatief nadenken, wat regels… daar geloof ik heel erg in. Maar misschien zegt een ander, juist geen regels!
Wij evalueren ook regelmatig; het is ingebouwd in het proces. De kerngroep vergadert maandelijks. Wij evalueren ook onze terugkerende evenementen zoals de Startersdag of de Oogstfeest. Dat hebben wij ook geleerd dankzij iemand die dat in een andere organisatie deed. Met mijn ervaring van de afgelopen jaren heb ik ook een overkoepelende mening.
Hoe ziet de toekomst eruit van deze tuin?
Door te gaan met professionaliseren tot onze organisatie, voor wat het is, heel erg stevig staat. De laatste drie jaar heb ik erg ingezet in het inkaderen, versmallen en beter organiseren. Langzamer wordt het supergeorganiseerd. Op een gegeven moment zal het zo goed zijn dat bijna niks meer aan mij hangt. En dat ik het volgende project kan beginnen.
Het was voor mij als kunstenaar heel moeilijk, omdat ik altijd iets nieuws wil. Maar wij moeten dat wat wij hebben consolideren. Dat een pragmatische vorm geven, is helemaal tegen mijn aard in. Dat was voor mij heel leerzaam maar ook heel zwaar. Daarom wil ik er ook nu uit, want ik krijg geen energie van alles steeds steviger organiseren. Dat heb ik wel gedaan omdat het nodig was.
Ons contract loopt af en er moet een nieuw contract komen, maar mij is gezegd dat ik daar geen zorgen over hoef te maken. Ik denk dat de gemeente nu ook ziet dat het een project is dat zichzelf heeft waargemaakt. Wij bestaan nu zeven jaar. Vind maar iemand die zo knettergek is om zeven jaar als een halve vrijwilliger hier te werken en een professionele organisatie op gaat zetten, met allemaal wisselende vrijwilligers!
Vanuit de perspectief van de stad, wat betekent deze plek?
Wij hebben een pioniersrol vervuld, heel veel voorwerk gedaan en anderen geïnspireerd. De plek is in Bos en Lommer, een opkomende achterstandswijk en hiervoor was er niks voor mensen. De tuingebruikers zijn niet allemaal hetzelfde als mij, maar hiervoor waren veel activiteiten sociaal gericht. Er was nog niet heel veel voor de nieuwe mensen in de wijk. Deze tuin heeft de verbintenis gemaakt tussen tuiniers. Je bouwt een community op in de buurt, je draagt bij aan sociale cohesie. Duurzaamheid was zeven jaar geleden ook nog niet echt een hot issue, maar wij hebben veel over educatie en groeien verspreid. Dus wij hebben ook een grote bewustzijnsrol in de buurt. Wij geloven heel erg in wat wij doen!
-
Artikel
Coöperatieve Vereniging Westside
Westside Slotermeer is een bewonerscoöperatie, wat betekent dat buurtbewoners en bewonersgroepen samenwerken om deze plek draaiende te houden. Sommige leden beoefenen hier wekelijks hun hobby; anderen organiseren evenementen, studieplekken, dansavonden of naailessen.
De locatie is zeven dagen per week beschikbaar voor iedereen die er een openbaar toegankelijke activiteit wil organiseren. Westside café is het hart van de bewonerscoöperatie. Een plek waar je zalig kan lunchen, maar ook kan genieten van een speciaal biertje. Het café is ondersteunend aan de activiteiten die door de leden worden ontplooid. Het café is zes dagen per week geopend en past bij avondactiviteiten zijn openingstijden aan.
Binnen Westside is veel mogelijk: iedereen die bezig is of wil zijn met talentontwikkeling, kunst, cultuur, leren en ondernemen is welkom. Je kunt zelf een activiteit opzetten of meehelpen met wat er al is. Drukbezochte activiteiten zijn onder meer de Geluksdisco, de voedselbank en studiezalen.
-
Artikel
De Ceuvel
De Ceuvel is een prijswinnende, duurzame broedplaats voor creatieve en sociale ondernemers op een voormalige scheepswerf aan het Van Hasseltkanaal in Amsterdam-Noord. In 2012 diende een groep architecten het winnende plan in voor een prijsvraag van de gemeente Amsterdam. Ze kregen het terrein voor 10 jaar te leen.
Nu is het een bruisende gemeenschap van ondernemers en kunstenaars met een groen hart, die eigenhandig hebben meegebouwd aan hun werkplek in Amsterdam’s eerste circulaire kantoorpark. Met creatieve werkplekken, een cultureel podium, café-restaurant, ruimtes voor verhuur en in de nabije toekomst een drijvend bed & breakfast.
Op de voormalige werf realiseren we één van de meest unieke stedelijke experimenten in Europa. Oude woonboten zijn met fundering en al op het zwaar vervuilde terrein geplaatst, verbouwd tot duurzame werkplekken en verbonden door een meanderende steiger. Rondom de boten krijgen bodemreinigende planten vrij spel om de vervuilde grond te zuiveren. De Ceuvel is niet alleen een ‘verboden tuin’ die na 10 jaar schoner wordt achtergelaten, maar ook een speeltuin voor duurzame technieken: door duurzame technologie te integreren voorzien we zoveel mogelijk in onze eigen elektra en verwerken we ons eigen afval op innovatieve, nieuwe manieren.
-
Artikel
Hotel Buiten
Hotel Buiten is een creatieve en inspirerende plek, voornamelijk opgebouwd uit hergebruikte materialen. Aan drie kanten omringd door water, misschien dat we daarom zo graag een vuurtje stoken. In de houtkachel, vuurkorf of de barbecue. Vuur verbindt en verwarmt. Doe mee met de Do it Yourself barbecue, meldt je aan voor een Ik Kook Ook avond of ontdek onze Bring your Own Wine formule. Geniet van Amsterdams biologisch schepijs, natuurdesem brood en local craft beer. De keuken werkt met produkten uit de buurt en in het seizoen. We vinden maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijk en hebben een aantal leveranciers die plek bieden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Alles wordt met liefde bereid en geserveerd. Maar het is hier geen hotel. Nog niet.