Werkplaats Stadsnatuur/Urban Ecology en Biobased Solutions is een samenwerkingsverband van onderzoekers, projectmanagers en adviseurs van de gemeente Amsterdam, verschillende universiteiten en hogescholen die geïnteresseerd zijn in toegepast onderzoek in de stad.
Om de maand organiseren we een bijeenkomst waarbij naar gelang experts kunnen aanschuiven.
De leden bestaan uit stadsmakers, onderzoekers, beleidsmakers, studenten, deskundigen.
Thema's zijn gerelateerd aan de toekomstbestendige stad, waarbij onderwerpen zoals klimaat adaptatie, natuur-inclusief ontwerpen, donkerte, beplantingsplannen, groenbeheer, circulaire ontwikkelingen en bv stadslandbouw kunnen worden uitgediept.
Doelen van de bijeenkomst:
Netwerk versterken van gelijkgestemden
Presenteren van projecten en onderzoek
Discussiëren over thema's gerelateerd aan de ontwikkeling van de toekomstbestendige stad
Kennis delen tussen onderzoekers, beleidsmakers en stadsmakers
In een samenwerking tussen de Gemeente Amsterdam, Naturalis, NIOO-KNAW, Inside Outside en Artis is BiodiverCITY tot stand gekomen. In het boek staat het belang van een vitaal bodemleven centraal en hoe wij zonder bodem niet kunnen leven. Het bodemleven met een netwerk van plantenwortels, schimmels en 100 miljoen soorten micro-organismen zorgen voor een gezonde en leefbare omgeving. Toch gaan we onzorgvuldig om met de bodem en zorgt de groeiende verstedelijking voor veel bodemstress. BiodiverCITY geeft maatregelen en uitwerkingen die leiden naar een vitaal bodemleven.
Met de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte neemt de Gemeente Amsterdam deel aan de Guest Cities Exhibition at SBAU2021. Van de 5 Crossroads windrose die worden gepresenteerd, draagt Amsterdam bij aan Crossroad 1 over Urbanism in het thema van "Above/Below". BiodiverCITY is een doorontwikkeling van de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte.
Link naar Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte
Hoe ontwerp je een inclusieve stad voor iedereen? Deze vraag stond centraal in één van de kennissessie tijdens de conferentie Reinventing the City 2024. Het antwoord: houd je aan stelregels en neem in je ontwerp ook de wilde dieren mee.
Simon Drolsbach, Priya Nair en Louisa van den Brink in gesprek met Faezeh Mohammedi en het publiek over inclusief design (picture by openresearch)
De sessie was ontstaan nadat de sprekers van twee apart geplande sessies - eentje over inclusief ontwerpen en de ander over ontwerpen voor wilde dieren in de stad - door omstandigheden besloten ter plekke de koppen bij elkaar te steken. Het resultaat was een vloeiende dialoog waaruit bleek dat de ontwerpregels voor zowel mens als dier goed samengaan.
Wanneer we na enig beraad om de lange tafel hebben plaatsgenomen, worden de uitgangspunten van inclusief ontwerp ons aangereikt door programmamanger Faezeh Mohammadi (Pakhuis de Zwijger). Op basis van de geleerde lessen uit de debatreeks Designing Cities for All. legt zij uit dat één ervan inhoudt dat je inclusiviteit in een stad alleen kunt bereiken als je van hier van tevoren, in je ontwerp, al bij stilstaat.
Keuzes en context
Daarbij moet inclusiviteit breed geinterpreteerd worden, en tegenlijkertijd moeten er keuzes worden gemaakt: wanneer je een bepaalde plek in een stad voor de één ontwerpt sluit je een ander uit. Tegelijkertijd kan een andere plek juist weer meer voor de ander worden ontworpen. Context is daarbij van groot belang: wat op de ene plek werkt, werkt niet altijd op de andere plek.
Dat laatste wordt door het publiek herkend. "Ik heb me in het buitenland weleens bezig gehouden met het plaatsen van bushokjes op een kaart, maar er bestond voor die bussen geen tijdschema", vertelt iemand uit het publiek. Een andere toehoorder herkent het belang van context ook."Het is moeilijk om vanuit je kantoor iets te ontwerpen voor een plek in de stad die je niet zelf kunt 'voelen'.
Faezeh Mohammadi (Pakhuis de Zwijger) in gesprek over inclusief design op de AMS Conference 2024 (foto door redactie openresearch)
Faezeh Mohammadi (Pakhuis de Zwijger) in gesprek over inclusief design op de AMS Conference 2024 (foto door redactie openresearch)
Een infrastructuur voor egeltjes
Wat dieren betreft is dat voelen nog moeilijker, zo blijkt wanneer Louisa van den Brink (urban designer), Simon Drolsbach (urban mobility expert) and Priya Nair (ecoloog)de presentatie overnemen. Aan de hand van een foto van een kleine overdekte fietsenstalling krijgen we te horen dat deze plek in tegenstelling to wat we denken een favoriete stek is van veel egeltjes.
Maar ontwerp voor dieren gaat over veel meer dan een fietsenstalling. Met de egeltjes als voorbeeld laten de consultants zien dat we ook na moeten denken over infrastructuren in de stad, zodat ze veilig van de ene egelvriendelijke plek naar de andere kunnen. De dieren leggen namelijk nogal wat afstanden af. Volgens de consultants is het probleem vaak dat er weinig data zijn over dieren waardoor ze niet worden meegenomen in ontwerptrajecten. Ook ecologen zitten vaak niet of te laat aan tafel.
Vanuit de zaal wil iemand weten hoe het zit met beleid in Nederlandse steden rondom diervriendelijk ontwerpen. "Ik kom uit Zuid-Afrika en daar zit men over het algemeen niet te wachten op meer dieren in de stad", licht hij toe. Wanneer iemand opmerkt dat de dieren evengoed de stad in komen, knikt hij, maar zijn opmerking is volgens de presentatoren zee begrijpelijk: 'Ontwerpen voor egeltjes is één ding, als je te maken hebt met gevaarlijker dieren is het een ander verhaal.'
Misschien is de kunst dan toch vooral om een stad zodanig inclusief te kunnen ontwerpen dat het ontwerp het conflict tussen mens en dier vermindert. En wat dat betreft ook maar meteen tussen mens en mens.
Area Development and Accessibility for Urban Wildlife
Stedelijke fauna wordt nog vaak vergeten in het ontwerp van steden. In deze presentatie, gegeven op de AMS-conferentie Reinventing the City 2024, laten de auteurs van bureau Witteveen & Bos zien dat wilde dieren vaak niet voorkomen in data die worden gebruikt voor het ontwerp van steden, en dat ecologen dat wel doen. vaak te laat aan tafel. Ontwerpen voor dieren, zo stellen de auteurs, gaat ook niet alleen over het creëren van aangewezen gebieden voor dieren, maar over diervriendelijke infrastructuren en het begrijpen van hun gedrag, voorkeuren en mobiliteit samen met die van bewoners en bezoekers in de stad.
Bron: Van den Brink, L., Nair, P. & Drolsbach, S.(2024), Design for Wildlife Migration in Cities, Witteveen & Bos, slides gepresenteerd op de AMS conference Reinventing the City, april 2024
Het verslag van de sessie die de auteurs hielden lees je hier.