-
Collectie
Dakennieuws, ontwikkelingen en kennisdeling
In deze collectie bundelen we nieuws en video's over daken in Amsterdam en daarbuiten
Amsterdam heeft 25 vierkante kilometer aan dakoppervlak, waarop al van alles gebeurt. Maar ook liggen nog veel daken leeg. Dit wil Amsterdam veranderen. Want daken bieden een antwoord op onze dringendste uitdagingen rondom klimaatverandering, biodiversiteit, energietransitie, wonen en leefbaarheid.
Met kennisdeling en inspiratie kunnen we de ontwikkeling van het daklandschap in beweging houden. Daarom bundelen we hier nieuws en media. -
Artikel
Kennisdeling: Nieuwsartikelen over daklandschap
Amsterdam heeft 25 vierkante kilometer aan dakoppervlak, waarop al van alles gebeurt. Maar ook liggen nog veel daken leeg. Dit wil Amsterdam veranderen. Want daken bieden een antwoord op onze dringendste uitdagingen rondom klimaatverandering, biodiversiteit, energietransitie, wonen en leefbaarheid.
Met kennisdeling en inspiratie kunnen we de ontwikkeling van het daklandschap in beweging houden. Daarom bundelen we hier het nieuws.Juni 2024
Hardloopwedstrijd promoot potentie van ‘daklandschappen’
Het is niet de Dam tot Damloop, maar de Dak tot Dakloop. Met een hardloopwedstrijd op hoogte werden donderdag de mogelijkheden gepromoot van de ‘enorme bak ruimte’ die benut kan worden op de daken van een drukke stad.
Lees meer
Zuid-Holland ziet veel ruimte voor woningbouw op bestaand daklandschap
‘Onze daken bieden een schat aan ruimte, die ook benut kan worden voor woningbouw’, aldus gedeputeerde Anne Koning tijdens de opening van de Rotterdamse Dakendagen afgelopen week. In Zuid-Holland gaan gemeenten en woningcorporaties aan de slag om de zogenoemde ‘optoppers’ te realiseren.
Lees meer
Mei 2024
2,1 miljoen euro subsidie voor groene daken en tuinen in Amsterdam
Amsterdam geeft weer subsidie voor groen in de stad. Amsterdammers kunnen de Subsidie Groen gebruiken om een groen dak aan te leggen, de tuin groener te maken of een monumentale boom te onderhouden. Meer groen en minder tegels helpt de stad koeler te houden, zorgt dat regenwater beter kan weglopen en helpt de dieren en insecten in de stad.
Lees verderVerdieping erbij: optoppen zit in de lift, maar op grote schaal nog ver weg
Optoppen staat in de belangstelling vanwege de enorme woningkrapte. Ook in Amsterdam zijn er inmiddels meerdere initiatieven op dit vlak. Toch ligt de grootschaligheid van optoppen nog niet in het verschiet: door de kosten, het bouwen zelf en vooral de regelgeving blijft dat lastig.
Lees verderNa twee jaar weer geld beschikbaar voor groene daken, tuinen en monumentale bomen
Na ruim twee jaar kan er in Amsterdam weer subsidie aangevraagd worden voor het vergroenen van daken en tuinen. De gemeente heeft daarvoor 2 miljoen euro opzijgeschoven.
Lees verderFebruari 2024
Smart Mobility Hub Amsterdam-Zuidoost combineert meerdere functies
Naast de Johan Cruijff ArenA en de Ziggo Dome in Amsterdam gaat Heijmans de zogeheten Smart Mobility Hub bouwen. In dit bouwwerk worden parkeerplekken gecombineerd met commerciële en maatschappelijke functies en een sportpark op het dak.
Lees verder
-
Artikel
Integraal Daklandschap
De beschikbare ruimte in Nederland wordt steeds schaarser en de maatschappelijke opgaven worden
steeds omvangrijker. Dit vraagt om slimme oplossingen. Het dak is hier bij uitstek voor geschikt. Over het algemeen is het dak ongebruikt, terwijl dit op tal van wijzen invulling kan krijgen. Beleid is een belangrijk instrument om hier als overheid een positieve invloed op uit te oefenen. Het dak biedt dus ruimte. Bij overheden staat de opgave vaak centraal en wordt vervolgens gezocht naar ruimte voor kwaliteit om de opgaven te realiseren. Die ruimte heeft het dak. Leeswijzer Handreiking Integraal Daklandschap bestaat uit twee delen. Het eerste deel is gericht op het individuele dak en de dakeigenaar of initiatiefnemer. Deel twee zoomt uit naar een grotere schaal om met een stedenbouwkundige blik naar de potentie en toekomst van het daklandschap te kijken.Behandeld in Gemeenteraad 21 december 2023, Commissie Ruimtelijke Ordening 15 november 2023
Behandelend ambtenaar: R&D, Marije Schuurman marije.schuurman@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht gemeenteraad klik hier
Bron Integraal dealerlandschap:
Handreiking Integraal Daklandschap Amsterdam
Opdrachtgever: Patrick van Beveren (R&D)Opgesteld door: Ruimte en Duurzaamheid
Nina Kopp, Marije Schuurman, Szymon Michalski, Henriette Goldbeck, Annemarie WagemakerIn samenwerking met: Ernst de Beaufort (constructeur), Alex Pixley (tekst en redactie)
Beeld voorkant: Fotomontage Amsterdams daklandschap, Oorspronkelijke foto van Hollandluchtfoto, Bewerking door Giacomo Santoro
-
Artikel
De kansen liggen op het dak
Luke Liplijn ontving tijdens Data Studio op New Business Radio Jan Henk Tigelaar, directeur van Rooftop Revolution, en Luuk Laagwater, data analist bij Matrixian. Ze gingen in gesprek over hoe daken beter benut kunnen worden en wat de kansen daarvan zijn.
Luister hier naar de podcast 'De kansen liggen op het dak', waarin Jan Henk Tigelaar, directeur van Rooftop Revolution, en Luuk Laagwater, data analist bij Matrixian in gesprek gaan over hoe daken beter benut kunnen worden.
-
Artikel
RESILIO - HvA
Amsterdam gaat 10.000 m2 aan slimme blauw-groene daken aanleggen op corporatiewoningen en particuliere woningen. Op deze daken kan onder het groene oppervlak extra water worden opgeslagen, zodat de woningen en hun omgeving beter beschermd zijn tegen extreme regenval of droogte en hitte. De HvA onderzoekt als een van de partners wat de impact is van deze blauw-groene daken en welke organisatie en randvoorwaarden nodig zijn om blauw-groene daken op grote schaal te realiseren.
Aanleiding
Metropoolregio Amsterdam staat voor de grote opgave om de stad klimaatbestendiger te maken. Door het faciliteren van een innovatief netwerk van blauw-groene daken wordt gestreefd om water management in de toekomst te optimaliseren en water- en hitteoverlast te verminderen.
Aandeel HvA
De HvA draagt op verschillende manieren bij aan het project. Onder leiding van lector Willem van Winden brengen onderzoekers van het Centre of Expertise Urban Governance and Social Innovation de organisatie en randvoorwaarden voor succesvolle realisatie en opschaling van blauw-groene daken in kaart. Er wordt in de diepte een actoranalyse gemaakt waarin de verschillende betrokken partijen en hun rollen worden geïnventariseerd. Dit onderdeel van het onderzoek brengt uiteindelijk de mogelijkheden tot opschaling in kaart. Ook ontwikkelen we een kosten baten analyse en onderzoeken we de rol van inwoners en hun betrokkenheid en op welke manier we bewoners beste kunnen betrekken in de realisatie en opschaling van de blauw-groene daken.
Onder leiding van lector Jeroen Kluck zullen onderzoekers van Urban Technlogy zich buigen over het effect van blauw-groene daken op de stad. Er wordt met veel belangstelling gekeken naar de mogelijke positieve effecten van blauw-groene daken op hittestress, leefbaarheid, waterafvoer, luchtzuiverheid, zeker nu we in dit project meerdere aaneengesloten daken blauw-groen maken.
Waarom blauwgroene daken?
De blauw-groene daken hebben als voordeel op groene daken dat ze veel meer water kunnen opvangen en dus ook langer vocht verdampen tijdens hitte en droogte. Daardoor blijft het koeler in de huizen en de buurt. Ook kunnen er meer verschillende soorten planten groeien, waardoor de biodiversiteit toeneemt. Vernieuwend in deze proef is het slimme systeem met sensoren, waardoor het dak water vasthoudt of juist loost gebaseerd op de weersvoorspelling. De slimme daken worden in een netwerk verbonden, waardoor een nieuw soort watermanagement op wijk- en gebouwniveau ontstaat. Tijdens het aanlegproces wordt integraal gewerkt met diverse publieke en private partijen en worden 1500 inwoners uit de vijf buurten betrokken.
Amsterdamse buurten
Er zullen 10.000 m2 slimme blauw-groene daken worden aangelegd in vier Amsterdamse buurten: Oosterparkbuurt, Indische Buurt, Rivierenbuurt, Slotermeer en Kattenburg. Deze locaties zijn gekozen omdat deze buurten een verhoogd risico hebben op wateroverlast en schade bij extreme regenval en er voldoende geschikte daken zijn van corporatiewoningen die aan vervanging toe zijn.
Samenwerkingspartners
RESILIO staat voor ‘Resilience nEtwork of Smart Innovative cLImate-adapative rOoftops’ en is een samenwerkingsverband tussen de Gemeente Amsterdam, Waternet, Polderdak, Rooftop Revolution, HvA, VU, Stadgenoot, De Key. Het RESILIO project wordt mede gefinancierd uit het ERDF fonds van de Europese Unie via het Urban Innovative Actions programma. Het UIA-programma biedt ieder jaar subsidie voor innovatieve pilot projecten op verschillende thema‘s.
Bron: HvA - RESILIO
-
Artikel
Amsterdamse aanpak voor klimaatveerkracht
In deze presentatie benadrukt Sacha Stolp (IB, gemeente Amsterdam) dat samenwerking tussen overheid, bedrijven en kennisinstellingen essentieel is om stedelijke uitdagingen aan te pakken. Ze bespreekt de urgentie van het aanpassen van steden aan klimaatverandering en gebruikt Amsterdam als casestudy. Sacha belicht innovatieve projecten, zoals een levend laboratorium met groene daken, waaruit de toewijding van de stad aan duurzaamheid blijkt. Ze benadrukt het belang van financiering en het creëren van leefbare steden door voortdurende samenwerking en financiële toewijding.
-
Artikel
RESILIO Final Report
In today’s city environments, extreme weather conditions are a fact of life. Amsterdam, Mumbai, Nairobi or Sydney… climate change issues need to be tackled all around the world. In the last couple of decades, Amsterdam has dealt with larger amounts of rainwater, severe heat stress and a decreased biodiversity. In order to strengthen urban resilience to climate change, bluegreen (BG) roofs are increasingly being introduced. BG roofs place an additional water layer underneath the green layer. The idea is that these roofs reduce runoff after rainfall by retaining precipitation and mitigate heat stress, caused by increased evapotranspiration (the sum of evaporation from the land surface and transpiration from plants) and a higher albedo effect (the ability of surfaces to reflect sunlight).
Living laboratory
With RESILIO, a project which lasted from November 2018 to April
2022, Amsterdam created a living laboratory: 10,000 m² of BG roofs
on existing social housing and privately owned real estate. The latter
took place through a municipal grant scheme. The roofs have a ‘Smart
Flow Control’ which anticipates heavy rain or drought, releasing or
retaining water accordingly. The roofs are connected in a network,
enabling remote regulation of rooftop water levels, based on weather
forecasts and watermanagement settings.
Ambitious ‘ecosystem’
RESILIO was developed in an Amsterdam ‘ecosystem’ which has
experimented with BG roof solutions since 2013. Many of the
partners involved in the project knew each other and their ambitions
beforehand. Pilots and experiments, such as the first Polder roof
and Project Smart Roof 2.0 (see chapter 2), had already brought the
concept of micro watermanagement to life before the start of RESILIO.
Considerable progress
The RESILIO partnership, consisting of a quadruple collaboration
between public authorities, knowledge institutes, the private sector
and the voluntary sector, booked considerable progress in the
adoption of governance strategies, cost-benefit analyses (CBA) and
business case approaches, community involvement and engagement,
public procurement, data collection and usage, as well as new Internet
of Things (IoT) technology in a Decision Support System (DSS).
This report will guide you through the project and inform you
about the lessons learned. -
Artikel
Evaporation from (Blue-)Green Roofs
orldwide cities are facing increasing temperatures due to climate change and increasing urban density. Green roofs are promoted as a climate adaptation measure to lower air temperatures and improve comfort in urban areas, especially during intensive dry and warm spells. However, there is much debate on the effectiveness of this measure, because of a lack of fundamental knowledge about evaporation from different green roof systems. In this study, we investigate the water and energy balance of different roof types on a rooftop in Amsterdam, the Netherlands.
Based on lysimeter measurements and modeling, we compared the water and energy balance of a conventional green roof with blue-green roofs equipped with a novel storage and capillary irrigation system. The roofs were covered either with Sedum or by grasses and herbs. Our measurements and modeling showed that conventional green roof systems (i.e., a Sedum cover and a few centimeters of substrate) have a low evaporation rate and due to a rapid decline in available moisture, a minor cooling effect. Roofs equipped with a storage and capillary irrigation system showed a remarkably large evaporation rate for Sedum species behaving as C3 plants during hot, dry periods. Covered with grasses and herbs, the evaporation rate was even larger. Precipitation storage and capillary irrigation strongly reduced the number of days with dry-out events. Implementing these systems therefore could lead to better cooling efficiencies in cities.
-
Artikel
MSc Thesis - Strategieën voor circulair beheer van zonnepanelen op Amsterdamse daken
Mathijs Stockvisch heeft onderzoek gedaan naar circulaire strategieën om end-of-life beheer van zonnepanelen op Amsterdamse daken op te schalen. Het doel van dit onderzoek is om de circulariteit van afgeschreven zonnepanelen in Amsterdam te verbeteren door de barrières voor circulair beheer en oplossingsrichtingen hiervoor te identificeren. Dit creëert een beter idee van de rol en de mogelijkheden van steden om toekomstige PV-afvalstromen te verkleinen. Dit biedt stof om na te denken over hoe de ambitieuze doelen van Amsterdam om zowel een klimaat-neutrale als een circulaire stad te zijn in 2050 kunnen worden geïntegreerd.
-
Artikel
Groene daken
Met een groen dak leg je een laag begroeiing op je normale dak. Groene daken zijn er in verschillende soorten en maten, maar ze vangen allemaal water op en dragen op verschillende manieren bij aan een gezondere en prettigere leefomgeving.
In duurzame en klimaatbestendige steden worden groene daken steeds vaker toegepast. Groene daken hebben veel voordelen. Naast dat ze er simpelweg mooier uitzien dan standaard bitumen daken, vergroten ze de sponswerking van een rainproof stad, warmen ze (en de onderliggende ruimtes) minder op en dragen ze bij aan de biodiversiteit in de stad. Verder verminderen groene daken geluidshinder en de luchtkwaliteit kan verbeteren doordat ze fijnstof opvangen. Tenslotte beschermen groene daken de oorspronkelijke daklaag die eronder ligt, waardoor daken langer meegaan en minder regelmatig vervangen hoeven te worden.
Groene daken bestaan over het algemeen uit vier onderdelen: een vegetatielaag met bijvoorbeeld sedum en andere planten; een substraatlaag, de ‘grond’ waarin de planten wortelen; een drainagelaag, waarin het water wordt opgevangen en waaruit het langzaam wegstroomt; en een beschermingslaag die tussen de hiervoor genoemde lagen en het bestaande dak ligt. Afhankelijk van het soort dak worden er nog extra lagen toegevoegd, zoals een filtermat.
Verschillende soorten groene daken
Er bestaan verschillende soorten groene daken. Ze verschillen in hun opbouw, waar ze voor gebruikt worden en hoeveel water ze kunnen opvangen.
- Standaard (extensief) groen dak: standaard groene daken zijn de dunste variant van een groen dak. Ze hebben een dunne substraatlaag en sedum als begroeiing, eventueel aangevuld met kruiden en grassen. Sedum is zeer geschikt voor een dak, omdat deze planten veel water opslaan en tegen lange droogte kunnen. Vanwege het lage gewicht wordt het standaard groen dak vaak toegepast op bestaande bebouwing. Deze laag begroeide daken kunnen ook gecombineerd worden met zonnepanelen. Het groen zorgt voor een hogere efficiëntie van de panelen.
- Natuurdak (intensief): een natuurdak heeft een gevarieerde beplanting en kan daardoor meer regenwater vasthouden dan een standaard groen dak. De vegetatie kan bestaan uit struiken, bomen en verschillende bodembedekkers. De substraatlaag kan daardoor ook op het dak zelf in dikte variëren. Afhankelijk van de vegetatie hebben natuurdaken regelmatiger onderhoud nodig. Een natuurdak weegt verder zwaarder en is duurder.
- Verblijfsdak, of daktuin: in tegenstelling tot een standaard groen dak, waar je normaal alleen op loopt om deze te onderhouden, is een daktuin een groen dak waar je op kunt verblijven. De dikte van de substraatlaag hangt af van de gewenste vegetatie. Meestal worden er grotere planten en andere vegetatie geplant op een verblijfsdak, soms zelfs bomen. Verder worden er vlonders of tegels neergelegd om op te lopen. Een daktuin heeft over het algemeen dus een sterkere draagconstructie nodig. Ook afhankelijk van de soort vegetatie heeft een daktuin verder regelmatig onderhoud en een bewateringssysteem nodig. Dit laatste kan eventueel gerealiseerd te worden door de daktuin als polderdak aan te leggen.
- Het polderdak is een speciale variant waarin het groene dak en het waterdak gecombineerd worden.
Welk dak is geschikt?
Of een dak geschikt is om een groen dak op aan te leggen, hangt voornamelijk af van de draagconstructie van het dak. In Nederland zijn platte daken over het algemeen berekend op een belasting van 100 kg per m2 voor een grindlaag. Hoe zwaar een groen dak is, hangt af van het type. Een standaard groen dak weegt circa 80 kg per m2, terwijl een verblijfsdak meer dan 500 kg per m2 kan wegen. Schakel daarom altijd een specialist in om in te schatten wat er mogelijk is op jouw dak.
Ook de helling van het dak beïnvloedt de mogelijkheden. Standaard groene daken zijn tot hellingen van 35 graden aan te leggen, bij schuinere daken zijn er extra voorzieningen nodig. Zwaardere daken kunnen alleen op minder schuine daken aangelegd worden.
Hitte
Beplanting warmt minder op dan een standaard bitumen (zwart) dak of een grindlaag en verdampt water. Daardoor vermindert een groen dak lokaal de hittestress. Daktuinen worden soms beplant met bomen die extra schaduw en verdamping bieden. Of een groen dak goed bestand is tegen hitte en droogte, hangt af van het type beplanting en of er een bewateringssysteem is aangelegd.
-
Artikel
Intensieve groene daken
Een intensief groen dak, ook wel natuurdak genoemd, heeft een gevarieerde beplanting en kan daardoor in vergelijking met extensieve groene daken, relatief veel regenwater vasthouden. Intensieve groene daken verhogen de sponswerking van de stad. Door directe en indirecte verdamping (via planten) en waterberging in de substraatlaag stroomt er minder regenwater van het dak af.
En er zijn nog meer voordelen: groene daken kunnen een bijdrage leveren aan een grotere biodiversiteit in de stad, geluidsreductie bevorderen en fijnstof binden. Water dat afstroomt van groene daken is bovendien schoner. Daarnaast beschermen groene daken de bitumeuze dakbedekking waardoor deze minder vaak vervangen hoeft te worden. Natuurdaken hebben afhankelijk van de plantkeuze wel onderhoud nodig, zoals water geven, snoeien, bemesten en onkruid wieden. Ook zijn natuurdaken hoger in gewicht en kostbaarder in aanleg dan sedumdaken.
Ruime keuze in bedekking en beplanting
Een natuurdak heeft meer gevarieerde beplanting dan een eenvoudig sedumdak. Zo kan het bestaan uit struiken en bomen aangevuld met bodembedekkers en andere hoge planten. Het heeft een in hoogte variërende substraatlaag onder de beplanting; deze is nodig om ook grotere beplanting zoals kruiden en heesters te laten groeien.
De substraatlaag kan uit verschillende materialen bestaan, zoals minerale gesteenten, gerecyclede materialen of organische stoffen. De waterdoorlatendheid in deze laag is afhankelijk van de opbouw. Ook dient de keuze van de beplanting afgestemd te worden op de keuze van de substraatlaag.
Onder de substraatlaag bevindt zich een drainagelaag of drainagesysteem met filter, een wortelkerende laag en een waterkerende laag. Daaronder ligt de dakconstructie en isolatie. De drainagelaag vangt het overtollige water uit de substraatlaag op en voert het vertraagd af richting de dakgoot en regenpijp. Het zorgt er ook voor dat de wortels van de planten niet te nat blijven. Bij elementen met holle ruimtes of een hoger gelegen dakuitlaat kan de drainagelaag water vasthouden voor de planten.
Het bufferende effect is het grootst bij kleine tot gemiddelde regenbuien. Bij heftigere en langdurige regenbuien wordt de eerste piek van de bui wel afgezwakt, maar verzadigt het pakket sneller. Ook is bij korte heftige zomerse buien en in de koude wintermaanden het effect van de verdamping relatief klein.
Welk dak is geschikt?
In Nederland zijn platte daken over het algemeen berekend op een belasting van 1 kN/m2 voor de grindlaag. Natuurdaken zijn doorgaans iets zwaarder. Bij het aanleggen van een natuurdak in bestaande en in nieuwbouwsituaties, dient per geval onderzocht te worden of extra constructieve maatregelen nodig zijn.
Er is goede documentatie beschikbaar van verschillende producenten met principedetails, uitvoeringsrichtlijnen en technische gegevens. Ook zijn er standaardpakketten verkrijgbaar met verschillende doelstellingen zoals regenwaterretentie en biodiversiteit. Groene daken zijn als totaalpakket van planning, aanleg, onderhoud en alle bijbehorende garanties leverbaar. Enkele aanbieders hebben ook programmatuur ontwikkeld waarmee de invloed van het groene dak op de waterhuishouding kan worden bepaald.
-
Artikel
Het rainproof dak
De infographic geeft in 1 overzicht welke concrete maatregelen je als bewoner of professional kan toepassen om overlast van regen te voorkomen of om ermee om te gaan.
Jouw dak rainproof maken? Zo doe je dat! -
Artikel
Water op groene daken
Samen met Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en Rooftop Revolution hebben we een handige poster gemaakt over water op groene daken. De poster legt uit welke verschillende soorten groene daken er zijn en wat de rol van water is. Dat deze rol groot is, zal zeker duidelijk worden. Lees verder om alvast wat meer over deze duurzame daken te leren en ontdek hoe je onze poster aan de muur kunt hebben!
Waarom groene daken?
Even terug naar de basis: we krijgen vaker te maken met hoosbuien. De sponswerking van de stad, het tijdelijk kunnen opnemen van het gevallen water en het langzaam weer afgeven, vermindert door de toenemende verharding. Dit leidt tot steeds meer overlast en schade. Een groenblauw dak is een groen dak met een extra laag om regenwater op te vangen. Bij groen kan je denken aan allerlei soorten planten en zelfs gewassen.
De voordelen van water op een groen dak
Een waterlaag onder het groene dak biedt veel voordelen. Doordat deze daken water vasthouden en de afvoer vertragen, kan wateroverlast worden beperkt bij hoosbuien. Bij warm weer verdampt het water, wat er vervolgens voor zorgt dat het gebouw zelf en de omgeving eromheen afkoelt. Het opgevangen regenwater wordt door de planten gebruikt om te groeien. Afhankelijk welk groenblauwe dak je kiest, kan je bijdragen aan de beperking van wateroverlast. Dit kan namelijk variëren van 15 liter tot wel 100 liter per vierkante meter.
Bron: Amsterdam Rainproof - Water op groene daken
-
Artikel
Waterdaken
Bij waterdaken blijft het regenwater tijdelijk op het dak staan. Het water wordt vertraagd afgevoerd door een geknepen (versmalde) afvoer, zodat er uiteindelijk voor een volgende bui weer genoeg opslagcapaciteit is.
Bij waterdaken wordt een laag water opgevangen doordat de afvoer (de overstort) hoger geplaatst is. Het regenwater stroomt vervolgens geleidelijk af door een extra geknepen afvoer. Dit wordt een statisch waterdak genoemd.
Een dynamisch waterdak is voorzien van een besturingssysteem dat op basis van weersvoorspellingen zorgt dat het water geloosd wordt voor een bui. Hierdoor is de opslagcapaciteit maximaal. Dat betekent ook dat bij de constructie van het dak rekening gehouden moet worden met een hogere belasting voor langere tijd.
Waterdaken bergen tijdelijk een deel van de neerslag op het dak, maar zijn niet voorzien van een groene beplantingslaag zoals wel het geval is bij polderdaken. De kosten voor aanleg en onderhoud zijn dan ook beperkt. Omdat een waterdak alleen regen opvangt dat op het dak valt, kan de grootte van de opvang kleiner zijn dan bij bijvoorbeeld een regenwatervijver.
Er bestaan ook daken waar een deel van het water niet wegloopt. Het is echter aan te raden om te kiezen voor een waterdak dat uiteindelijk binnen een paar dagen leegloopt om te voorkomen dat er een muggenpopulatie kan ontwikkelen. Ook het regelmatig schoonmaken van het dak helpt tegen muggen (bijvoorbeeld bladeren weghalen), zij houden immers van nutriëntrijk (en stilstaand) water.
Welk dak is geschikt?
In Nederland zijn platte daken over het algemeen berekend op een belasting van 1 kN per m2 bij een grindlaag. Doordat er bij waterdaken geen substraat en beplanting nodig is, is al het beschikbare draagvermogen beschikbaar voor de berging van regenwater. In het geval van een maximale belasting van 1kN per m2 komt dat neer op een maximale waterhoogte van 10cm.
Hitte
Het effect van een statisch waterdak op hitte is verwaarloosbaar, omdat de verkoelende laag water na een paar dagen weg is. Bij een dynamisch waterdak kan het water na een zomerse bui op het dak langer vastgehouden worden. Dit zorgt voor verkoeling, voornamelijk onder het dak. Het water op een dynamisch waterdak zal na langere periodes van droogte en hitte opwarmen en uiteindelijk geheel verdampen, waardoor het dak in periodes van langdurige hitte zijn verkoelende effect verliest.
-
Artikel
Duurzame Daken Kansenkaart
Groen is goed voor jou en voor de stad. We worden er gelukkiger van, het zorgt ervoor dat we beter opgewassen zijn tegen klimaatverandering en we bieden ruimte aan biodiversiteit. In de volle binnenstad van Amsterdam liggen de grootste groene kansen op het dak! Daarom gaan we in het Green Light District verschillende daken vergroenen en geven we advies over hoe jij zelf je dak een groene touch kunt geven.
Is jouw dak geschikt?
Jouw dak kan misschien gebruikt worden om de biodiversiteit te vergroten, regenwater op te vangen, energie op te wekken of de stad te koelen en gezonder maken. Het kan je ook nog eens een mooi uitzicht opleveren. Daarbij verlengt groen op het dak de levensduur van daken. Genoeg redenen dus om je dak een nieuwe functie te geven.
De kunst is wel om al deze functies slim in te zetten, passend bij de uitdagingen van een gebied en de constructie van een pand. Om hier inzicht in te krijgen heeft Stichting Rooftop Revolution in samenwerking met het datatechnologiebedrijf Matrixian Group de Duurzame Daken Kansenkaart ontwikkeld. Een interactieve kaart die dak laat zien welke duurzame invulling het meest haalbaar is.
Bekijk hier de Duurzame Daken Kansenkaart
-
Artikel
NATURVATION
NATure-based URban innoVATION is a 4-year project, funded by the European Commission and involving 14 institutions across Europe in the fields of urban development, geography, innovation studies and economics. We will seek to develop our understanding of what nature-based solutions can achieve in cities, examine how innovation can be fostered in this domain, and contribute to realizing the potential of nature-based solutions for responding to urban sustainability challenges by working with communities and stakeholders.
Nature-based solutions use the natural properties of ecosystems. They have the potential to limit impacts of climate change, enhance biodiversity and improve environmental quality while contributing to economic activities and social well-being.
Examples are green roofs and city parks that limit heat stress, city lagoons that store water and permeable surfaces, vegetation and rain gardens to intercept storm water. Yet despite their significant potential, the use of nature-based solutions remains marginal, fragmented, and highly uneven within and between cities.
The use of grey infrastructure and technology-driven solutions continues to dominate urban development, from the design of wastewater systems to efforts to improve energy efficiency in the built environment.
Source: NATURVATION - About
-
Artikel
Computer Vision at Gemeente Amsterdam
Poster presentation by:
Ella Cordus - Green Roof Detection and Recommendation from Aerial Images
Reitze Jansen - Classification of Citizen Reports
Emil Dudev - Backbone Independent Multi-class Crowd CountingBehandelend ambtenaar: Iva Gornishka
-
Artikel
Assessing the hydraulic performance of Blue-Green Infrastructure
Sponge vs Drained Cities
As cities increasingly engage with Blue-Green Infrastructure (BGI) in the context of urban climate adaptation and regeneration, it becomes ever more pressing to robustly assess their hydraulic performance but also to develop smarter ways of managing them in real time.Some examples of BGI include rain-gardens, bioretention cells, green and blue-green roofs, permeable pavements, Sustainable Drainage ponds and managed wetlands. While these features are developed at different scales, from the individual building through to city scale, what is common among these infrastructural options is the fact that they leverage the natural processes of attenuation and infiltration. This is the opposite approach to what we are used to seeing in cities, i.e. impermealizing the cityscape and building underground pipes that collect stormwater to drain the city as fast as possible.
While BGI clearly appears attractive and delivers multiple socio-environmental benefits, the paradigm shift from the drained city to the sponge city will not become a reality until we demonstrate that BGI works and actually works better than traditional grey infrastructure with regards to flood risk reduction. To date, engineers feel very comfortable modelling the hydraulic performance of pipe networks in drained cities (see Figure 1); this is not yet the case for sponge city BGI.
Robust evidence base is needed for both (a) retrofit environments where the option to upgrade pipes is compared against the option of introducing BGI features, and (b) new-built environments where planners and developers design and construct from scratch.
Blue-Green roofs potential contribution
Against this background, this article focuses on the assessment of the hydraulic performance of Blue-Green roofs in the City of Amsterdam, as a state-of-the-art BGI. It aims to answer questions relating to the level of flood risk mitigation they offer. Based on this discussion, it is easy to draw parallels to other decentralised BGI options which can be used as alternatives or in combination to BG roofs.
Understanding flood risk mitigation potential offered by the roofs becomes easier if we breakdown the problem to some simple questions:
- What is the baseline flood risk?
- How does climate change affect baseline flood risk?
- What are the suitable sites for blue-green roofs? (new or retrofit)
- How do we measure the contribution of each roof or network of roofs?
- Going beyond static flood risk management, how do we dynamically manage networks of blue-green roofs?
Understanding the baseline flood risk
The first step to understanding baseline flood risk is collecting historical flood information. Where flooding happens is a useful information to have. We also need to establish the associated storm intensity (i.e. precipitation depth for a specific duration) and return period, i.e. frequency of event occurrence.
One then has to understand how water behaves within the sub-catchment under evaluation. A few possibilities exist:
- One possibility is that water just didn’t have enough time to infiltrate and created localised flooding.
- Alternatively, as happens in many cases, water arises to the surface at the location that is most prone to flooding: as precipitation converts to runoff upstream, it is routed overland or in pipes towards that vulnerable spot. As runoff is too much for those pipes to carry, water will surface through manholes and storm drains (see Figure 2). Typically, this will happen at the flatter areas of the catchment.
- Another case is when runoff in pipes find a constriction or bottleneck and water backs-up.
These different possibilities for flood occurrence can be modelled in urban flood simulation software. The choice of software varies depending on the degree of detail required, type of problem, computational effort, area covered, spatial and temporal resolution of available data among other factors. Typically, a distinction is made between 1D models of the underground system, and 2D models for the surface component. 1D models are simpler, and can be used to identify capacity problems for instance for manhole locations. The US Environmental Protection Agency provides a (free) solution engine on which several other simulators are based. Coupling 1D/2D allows for modelling the resulting surface flood from this capacity exceedance. For instance, Infoworks ICM is used by Waternet, the water authority in Amsterdam and partner in the RESILIO project, as in the example shown in Figure 3.
Accounting for the impact of climate change on the baseline
While an area might be at low flood risk today, as demonstrated through modelling and absence of historical flooding, this is not necessarily the case for the future. Running simulations for the impact of future climate scenarios (low/medium/high) on precipitation patterns can shed light on potential future flood prone areas.
Identifying suitable spaces for blue-green roofs
The next stage is identifying suitable sites for the implementation of blue-green roofs. The selection is based on a number of criteria, e.g. the size and slope of the roof, the location of the building to make sure retention would make sense there (see next step), or even the alternative BGI options in the vicinity of the building. Cost of retrofitting as well as maintenance issues/costs are also critical. A multi-criteria GIS-based analysis can yield quick assessment results. An example of such a GIS-based quick assessment is shown in Figure 4, where slope, size, year of build, and ownership yields different suitable areas. Such a quick scan should always be followed by a detailed building-level assessment, but provides a first indication of suitability of BGI.
Quantifying the contribution of blue-green roofs
This is the most critical part of the assessment: against the baseline, RESILIO explores what is the potential impact of the Blue-Green roofs. Without even performing any modelling, it is clear that there is direct benefit from water retention at the rooftops. Through retention the building “does its part” with respect to net contribution, also known as release at the greenfield rate (i.e. contributing stormwater to the network no more than if the building was not there at all). It is noted that a BG roof performs much better than a green roof; this is because it has higher storage/retention capacity, and is more responsive (i.e. infiltration rate is not a limiting factor). Figure 5 shows an analysis of how extensive BG roof coverage could contribute to flood volume reductions in the Slotermeer neighborhood in Amsterdam, one of the focus areas of the RESILIO project.
However, it is likely that a few roofs combined together can do more than just have zero net contribution: they can potentially protect the neighborhood from flooding by reducing the pressure to the sewer network. For this broader benefit one needs to carry out more detailed modelling analysis. The integrated modelling of BGI and Grey infrastructure has been demonstrated recently for a sub-catchment in South London [2] but also the US EPA provides clear guidance on how BGI components can be modelled [3].
Smart real-time management of the BG roof network
Beyond the multiple benefits of the RESILIO roofs, the project’s approach goes beyond state-of-the-art by supporting the hydrological cycle through real time control. Within the RESILIO project, it is investigated how precipitation forecast can be used to drain water from the roof to create buffer capacity for the incoming rainfall, without compromising water availability for the green layer. After capturing the peak of the rainfall event, and when sensors in the drainage system indicate sufficient capacity, the water can be slowly released from the roof into the drainage pipes. Compared to conventional (green) roofs, this distinct smart feature of blue-green roofs boosts the effectiveness in capturing the peak of the rainfall event.
In dry periods it is crucial to keep the blue-layer closed and save all water on the roof to increase the chance of the roofs’ vegetation to survive the drought.
Click here for the full article with images
Source: UIA - Assessing the hydraulic performance of Blue-Green Infrastructure
-
Artikel
Interim Report: de successen en uitdagingen binnen RESILIO
Dit rapport omschrijft de ontwikkelingen, successen en uitdagingen van het RESILIO project. RESILIO (Resilience nEtwork of Smart Innovative cLimate-adapatIve rOoftops) is een ambitieus klimaatadaptief onderzoeksproject waarbij in vijf wijken blauw-groene daken worden aangelegd.
Het rapport geeft een overzicht van de belangrijkste geleerde lessen vanaf het begin van 2019 t/m oktober 2020. Input is vergaard uit het jaarlijkse voortgangsrapport van 2019 en vanuit de verschillende betrokken partners. -
Artikel
Bouw Groen en Blauw
Door klimaatverandering krijgen we in de toekomst vaker te maken met extreem weer: van zware regenbuien tot hete zomerdagen. Door goed na te denken over de inrichting van de openbare ruimte én het ontwerp van nieuwe gebouwen, kunnen we extreem weer in de toekomst het hoofd bieden.
De gemeente Amsterdam en Waternet willen die inzichten op Centrumeiland samen met bewoners in de praktijk brengen. Zelfbouwers spelen daarin een cruciale rol. Door groen en blauw te bouwen, kunnen we hittestress en regenwateroverlast voorkomen, en ook nog eens bijdragen aan de biodiversiteit en de luchtkwaliteit in de stad.
Deze brochure heeft als doel om u te inspireren en laat u zien hoe u bij kunt dragen aan een groene, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.In opdracht van: Gemeente Amsterdam, Grond en Ontwikkeling
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Amsterdam Rainproof, Waternet
Uitgevoerd door: Atelier GROENBLAUW
Tekstredactie: Saskia Naafs
Vormgeving: Koeweiden Postma -
Artikel
Handboek Natuurinclusief bouwen
Hoe paradoxaal het ook klinkt, bij de realisatie van nieuwbouw bestaan er veel kansen voor de vergroting van de biodiversiteit van Amsterdam. Nieuwe gebouwen kunnen bijvoorbeeld worden voorzien van neststenen voor vogels; een relatief goedkope inpassing die geschikt is voor mussen, gierzwaluwen en spreeuwen. Ook voor vleermuizen kunnen voorzieningen worden ingepast.
Handboek met 20 ideeën
Natuurinclusief bouwen en ontwerpen zorgt voor een gezonde, toekomstbestendige leefomgeving voor mens en dier. Voor elk gebouw of gebied zijn er mogelijkheden. Bijvoorbeeld op de grond (wadi of geveltuin), op het dak en zelfs in de muur. De 20 meest bruikbare ideeën worden toegelicht in het Handboek Natuurinclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën.
-
Artikel
Handreiking Natuurdaken
Deze handreiking Natuurdaken laat zien hoe je met je dak een verschil kunt maken voor de natuur. Niet alleen op het platteland, maar juist ook in de stad. Een natuurdak met bloeiende kruiden, grassen en andere planten brengt de levende natuur terug in onze verstedelijkte omgeving. Natuurdaken kunnen daarbij als stapstenen gebieden verbinden en de biodiversiteit versterken. Zo bieden de platte zwarte daken in industriegebieden en woonwijken prachtige kansen voor het creëren van nieuwe natuur.
In deze handreiking zijn kennis en ervaringen vanuit de praktijk gebundeld door de Green Deal Groene Daken waar NIOO-KNAW partner van is. Natuurdaken staan nog aan het begin van hun ontwikkeling en meer kennis van natuur op daken is nodig. Nieuwe kennis zal ook in komende jaren een plek krijgen in deze handreiking. Zo wordt de handreiking ook een levend document.Handreiking Natuurdaken
Een publicatie van de Green Deal Groene Daken
Auteurs
Wilco van Heerewaarden (BTL Groep, GDGD Werkspoor Biodiversiteit)
Tom Zeegers (BTL Groep, ecoloog)
De Handreiking Natuurdaken is samengesteld door het
Werkspoor Biodiversiteit binnen de Green Deal Groene Daken:
Petra van den Berg (NIOO-KNAW)
Albert Vliegenthart (de Vlinderstichting)
Jip Louwe Kooijmans (Vogelbescherming Nederland)
Harmen Riemens (ZinCo Benelux)
Fons van Kuik (Wageningen UR)
Geertje Wijten (gemeente Amsterdam)
Stef Janssen (dak)innovator, VIBA-Expo)
Met hulp van Kirsten Dingemans en Kim van de Lisdonk(Studenten Van Hall Larenstein);
Marc van Wieringen en Anouk Gloudemans (Studenten HAS Hogeschool). -
Artikel
Dakenpamflet Dapperbuurt
De Dakenrevolutie Dapperbuurt is geschreven om de potentie te laten zien van het gebruik van daken in de Dapperbuurt om de leefbaarheid te verhogen. Het gebruik van ruimte op het dak kan een antwoord zijn op actuele vraagstukken zoals klimaatverandering, woningnood en de energietransitie. Bij het zoeken naar oplossingen voor deze uitdagingen wordt nog steeds te weinig rekening gehouden met daken, ook al heeft de Dapperbuurt meer dan voldoende platte daken.
Bron: Het team Dakenrevolutie Dapperbuurt tems is onderdeel van de TU Delft, Wageningen University en het AMS Institute in opdracht van Jungle Amsterdam. Jungle Amsterdam is een onafhankelijk informatie- en adviescentrum op het gebied van sociale en ecologische duurzaamheid. Zij zagen de voordelen die platte kunnen bieden en hebben daarom ons, studenten van de master Metropolitan Analysis, Design & Engineering, gevraagd om hier naar te kijken
-
Artikel
AAMS - Amsterdam Atmospheric Monitoring Supersite
The weather in cities is crucial for the environmental quality and livability. The Amsterdam Atmospheric Monitoring Supersite (AAMS), a network that consists of 30 weather stations, maps the weather in Amsterdam over the long term.
The weather in urban areas is different from that in rural areas. The urban heat island effect is the best known urban weather phenomena. On hot summer days it can be 6 degrees warmer in the centre of Amsterdam than in surrounding areas. But cities also have their own wind climate, water balance and carbon budget, that influence air quality, comfort, urban water management, energy consumption and sustainability of the city.
Expanding Amsterdam’s meteorological network and monitoring a wide scope of variables, AAMS sets out to increase the understanding of local weather, climate and air, to help improve citizens’ health, air quality, and local hydrology.
The sensors of the installed monitoring network can for instance identify cool neighbourhoods. Based on this information we can identify the "best practices" of these neighbourhoods.
The monitoring network also contains a so-called scintillometer that records the heat exchange and evaporation of the city as a whole. This evaporation is an important term in the urban water balance, and thus for urban water management and groundwater levels.
To record the CO2 balance of Amsterdam, CO2 flux measurements are performed. Generation of sustainable energy by means of solar panels helps to achieve the CO2 objective. To investigate the optimal set-up of solar panels, a special roof with meteorological instruments will be set up as a test location.
In addition to the measurements, a numerical weather forecast model is used in the summer to make a daily weather forecast on a neighbourhood scale, and to validate against observations in the network. The forecasts are available via this website.
-
Artikel
RESILIO
IVM takes part in an Amsterdam consortium that will receive 4.8 million Euro for the project RESILIO to lay out blue-green roofs in four city districts. The water carrying roofs are meant as a measure for climate adaptation and improvement of the biodiversity. By using sensors the roofs are smart and make micro-water management possible.
The blue-green roofs have an advantage over ordinary green roofs that they can absorb and store much more water while the plants continue to evaporate during heat and drought. As a result it stays cooler in the homes and neighbourhood and the houses and their surroundings are thus better protected against heavy rain, drought and heat. Also a wider variety of plants can be grown on these roofs which in turn increases the biodiversity. The roofs will be linked in a network regulating the water level on the basis of the weather forecast. When intense precipitation is expected, the storage is emptied beforehand so that the peak flow from roofs is reduced, limiting the discharge to the sewerage. The coming three years the smart blue-green roofs will be laid on 10,000 m2 roof of social housing buildings on four locations in Amsterdam: van de Bellamybuurt, Geuzenveld, Oosterpark and Kattenburg.
From IVM, Dr Ralph Lasage and Dr Hans de Moel (both from Water and Climate Risk) will be involved, as well as Dr Nicolien van der Grijp (Environmental Policy Analysis). IVM’s main contribution will be to assess the hydrological and ecological impacts of the pilots in the four selected city districts as well as the potential for upscaling city-wide. In addition, IVM will bring in its knowledge about participatory approaches and co-creation of knowledge, and conduct a societal cost-benefit analysis.
Bron en meer informatie: website IVM
-
Artikel
D6.1.7: Governance of BG roofs
In the governance of blue-green (BG) roofs, one of the major challenges is exploring opportunities for the development of an economically viable business case for BG roof investments, based on insights into the total cost of ownership (TCO) and the assessment of economic, environmental, and social benefits that is part of the societal cost-benefit analysis (SCBA).
-
Artikel
MSc Thesis - Roof Buzz: The relation between pollinator diversity and green roof characteristics
Insect populations worldwide have declined, with urbanization as one of the major drivers. Green roofs could provide suitable habitat for insect in urban areas; however, which factors, such as forage availability, structure and the surroundings of the roof, affect insect pollinators on green roofs remains unclear, while being important knowledge for designing pollinator friendly green roofs. Thus, this research tries to answer a) which factors concerning green roofs affect pollinator species richness, abundance and functional richness? and b) if there is a difference between which factors are important between pollinators with and without a nest.
Auteur: Marco Tanis
In samenwerking met: Bureau Stadsnatuur, Naturalis Biodiversity Centre -
Artikel
Green roof or solar? Both is best
The benefits of combining solar panel installations with green roofs has been confirmed by new research, which demonstrates significant improvements in energy production, stormwater filtration and most surprisingly, a major increase in animal biodiversity.
The study, led by UTS researchers Peter Irga, Fraser Torpy and Robert Fleck set out to measure the advantages of green roofs in cities, and was supported by Lendlease and Junglefy.
Undertaken in Barangaroo in central Sydney, the researchers compared the conventional photovoltaic (PV) solar system on International House with a combined PV solar and integrated Junglefy green roof system (biosolar roof) on Daramu House over an eight-month period that spanned summer and winter.
Source: Green Roof & Solar Array: Comparative Research Project. 2021. University of Technology Sydney.
-
Artikel
Blue-Green roofs as accessible space in a 1.5-meter distance world?
An unexpected opportunity
As the RESILIO project had picked up in pace on the procurement and development of the new smart Blue-Green systems, the Covid19 crisis arrived and slowed down activities. However, the social and psychological impacts of confinement precisely due to this crisis, have highlighted the urgency for more accessible space. Blue-green roofs can really contribute to this.
Given that streets and parks as public spaces have not been designed to accommodate social distancing, many municipalities are now trying to find new accessible spaces for citizens. Private building roofs can be part of the solution spectrum when it comes to recreational space requirements.
This applies also to RESILIO whose BG roofs are on social housing corporations buildings, yet the accessibility aspect did not hold a central part in the agenda – partially due to safety and maintenance concerns. However, the InnovationLab of the RESILIO project on the Benno Premselahuis, a building of the Amsterdam University of Applied Science (HvA), is accessible to the public and used as practical example to show residents and other stakeholders in Amsterdam the benefits of BG roofs.
The questions that now arise are "How do we practically leverage this new green space?"; "Where are the best opportunities and how do we strategically plan for new green space?"Space reassignment opportunity
Many cities have a target for maximum distance from green for all residents. The City of Amsterdam, together with Nijmegen and Utrecht, are involved in mapping projects to identify neighbourhoods that lack green spaces. Based on this information the municipalities identify the higher marginal positive effect of adding green spaces in these neighbourhoods, compared to others that already have such space.
In the Netherlands the areas that lack accessible green spaces are quite often in the historic areas and city centres. These areas have been build up over the ages, leaving very little space for green. These areas are many times also densely populated. This is an issue in the oldest part of Amsterdam, but also in, for example, Utrecht and Nijmegen.
The opportunity for space reassignment might not lie on eye level and therefore not be easy to spot. However we might find space that can be easily reassigned on roof level.
An opportunity for well-being
Due to Covid19, a healthy relationship between humans and their home or office environment needs to be enhanced. In this context, blue-green roofs can offer:
- Socialisation opportunities to combat isolation and loneliness
- Urban gardening opportunities which build community
- Exercise space at a time that our living rooms are too small for this
- Safe playgrounds for children, whose emotional wellbeing can suffer from confinement and school closures
- Space to cool down on hot summer days. If citizens are left without options to cool down, it will put an additional burden on healthcare systems as people can suffer from heat-related symptoms.
Good practices for public utilisation and citizen engagement
There are some great examples of accessible green roofs that enhance social interaction in a safe way, while also offering the opportunity to enjoy green spaces while maintaining social distancing. See below the De Boel, FLOOR, CIRCL and DakAkker Roofs - some of the finest examples for public utilisation.
De Boel roof garden in Amsterdam Zuid is a great example (see photo below). The owner of the building, Vesteda, chose to create this park on top of the flat with rental apartments when renovating. The roof is redesigned using a smart blue-green roof. The area is accessible for all tenants.
Another view of the De Boel Blue-Green Roof (photo credits: Vesteda)
FLOOR is another great example (an artist impression below). The renovation of the entire building (2017) consisted of the transformation from an office / school building to an apartment building. Two floors are added on top, with roof terraces on the top floor. In the original plans these terraces were planned on pebble roof. RESILIOS’s partner Rooftop Revolution convinced the owner to turn this into a blue-green roof and, later on, a smart function was added. The roof is accessible for the tenants on the top floor which is a huge benefit for them (adding also to the value of the property).
A small but important detail towards the success of the FLOOR project: in the original design the fencing was planned around the individual terraces and when adding the green roof, the fencing was moved to the outside, creating the idea of a park, rather than individual terraces.
An artist impression of the FLOOR roof (Photo credits: the FLOOR project, ASR real estate)
CIRCL roof garden in Amsterdam Zuid is another success story. This is the roof of the circular pavilion of ABN AMRO Bank in Amsterdam’s financial district. The building is built on a square, a public space, but the roof itself is also publicly accessible, thus the amount of public space that was lost due to the building's construction is limited. The quality of the public space is enhanced, since the roof has a beautiful roof garden, planted only with plants meeting ecological criteria, creating a true oasis in this bustling area next to the railway station and in between high rise office buildings.
The CIRCL green roof seen from inside creating a connection with the natural and human external environment.
DakAkker in Rotterdam operates a community-run permaculture garden with a small restaurant and a smart blue-green roof. The DakAkker is about 1000 sqm rooftop farm and is the largest open-air roof farm in the Netherlands and one of the largest in Europe. The owner’s moto is “How to create a Sustainable City together”. For this reason it showcases how vegetables, edible flowers and fruit are grown and bees are kept. With the smart roof system, it has become a test-site for smart water storage and management.
People relaxing at the café on the DakAkker blue-green roof
Greening as a strategy for social distancing and addressing isolation
A communal space on the roof can provide an easy way to get some fresh air and meet people. In these times of social distancing, some people are anxious to go outside and people who already live in relative isolation face the risk to be isolated even more. A roof provides a safe space, very close to home, where one can relax without meeting other people than their neighbors. Also for people who don’t have a garden, green roofs can provide an alternative space to start gardening or grow their own crops.
We should start seeing roofs as potential gardens and stimulate usage and greening as much as possible. There is a clear need for more green spaces in the city and this need has become even more urgent now that we need to keep social distancing regulations. Stress on space in public parks is high and sometimes parks need to be closed in order to be able to maintain the social distance regulations. If people who do not have a garden could relax on their roofs, stress on public spaces would turn a lot less critical.
In brief, perhaps it is the time to rethink how we manage our roofs and start providing those conditions (investment on safety, accessibility, landscaping) that render them accessible. This applies to our own RESILIO project and beyond.
Information: This is the second web article of a series to follow between 2020-2022 presenting ideas and news about RESILIO. Stay tuned!
Authors: Leon Kapetas is the UIA Expert for the RESILIO project (leonkapetas@gmail.com) & Jan Henk Tigelaar is the Director of Rooftop Revolution
Contact: Mr Age Niels Holstein (a.holstein@amsterdam.nl) - project manager of RESILIO), Leon Kapetas (leonkapetas@gmail.com) and Jan Henk Tigelaar (janhenk@rooftoprevolution.nl)
-
Artikel
Blue-green roofs with forecast-based operation to reduce the impact of weather extremes in cities
Research shows that climate change will increase the intensity and frequency of extreme summer precipitation events as well as heatwaves, over the coming decades. Green roofs are generally seen as an effective climate adaptation measure, but they are also criticized for having a limited water retention capacity during high-intensity rainfall events. Therefore, the city of Amsterdam has started a project RESILIO to investigate a new innovation in this field: smart blue-green roofs. These roofs have an extra water retention layer underneath the green roof, which increases storage capacity during extreme rainfall and functions as a capillary irrigation system for the plant layer on hot and dry summer days.
The smart valve on the roof can be opened when extreme precipitation is forecast to create enough capacity to capture and retain the incoming rainfall. However, it is yet unknown if the forecast accuracy is high enough to provide added value, as false alarms in the forecast can also lead to a reduction of water availability, and therefore a reduction in evaporative cooling and plant health.
To test the magnitude of this trade-off, we evaluate the performance of ensemble precipitation forecasts from the European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) to trigger drainage from blue-green roofs. We simulate blue-green roofs in a hydrological model on 28 locations over the Netherlands, using hourly meteorological observations over the last 7 years and different probabilities of the ECMWF ensemble forecasts to open the smart valve and trigger drainage.
We show that this forecast-based drainage creates enough buffer capacity to capture 70-97% of extreme rainfall (>20mm/h). Moreover, evaporation rates relative to potential evaporation on hot summer days is high (around 70%) , and much higher than from traditional green roofs (around 30%). This serves to underscore the higher capacity of blue-green roofs to reduce heat stress.
These results show that blue-green roofs are much more effective in reducing pluvial flood risk and heat stress than conventional green roofs, and that relatively low-resolution ECWMF forecasts can further increase their effectiveness. Initial results of a suitability analysis to upscale this solution in Amsterdam show that approximately 14km2 of roof surface is potentially suitable for blue-green roof application, which is on average 10% of the area of urban catchments. This underscores the contribution that blue-green roofs could make to help cities adapt to the weather extremes of the future.
In-person Conference
Source: YouTube - COASTAR
-
Artikel
Factsheet Systeembenadering Urban Green
De stad is in transitie naar een duurzame stad en dat wordt o.a. ingegeven door klimaatverandering en demografie. De urgentie blijkt vooral bij ondergelopen straten en woningen, sterfte van ouderen door oververhitting, longaandoeningen door vervuiling. Nieuwe systemen voor daktuinen, gevels, waterbeheer, luchtkwaliteit en andere vormen van groen in de stad, worden bij studenten onvoldoende onder de aandacht gebracht. De ontwikkelingen gaan snel en het is voor docenten welhaast onmogelijk om de ‘state of the art’ ontwikkelingen te volgen.
-
Artikel
Kennispaper: Waar koop ik een duurzaam multifunctioneel dak?
Deze handreiking is geschreven voor dakeigenaren die de wens hebben om het dak te verduurzamen of een functie willen toevoegen maar nog niet precies weten hoe zij dit het beste kunnen aanpakken. Wat zijn de mogelijkheden op daken? Wie betrek je in het proces en wanneer precies? Hoe sluit je de business case? En welke stappen zijn nodig om een succesvolle uitvraag te komen?
Door het stappenplan te doorlopen en de bijbehorende vragen te beantwoorden ontstaat een overzicht van enerzijds de bouwkundige-, installatietechnische- en groenvoorzieningsaspecten van het dak en anderzijds de ambities, belangen en randvoorwaarden van de verschillende stakeholders. Deze informatie vormt de basis om in gesprek te gaan met marktpartijen omDeze handreiking is opgesteld op basis van ervaringen in de gemeenten Amsterdam en Rotterdam en mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds van de Bouwnijverheid.
Rapporteur
Jasper Passtoors, Gemeente Amsterdam
Inhoudelijke begeleiding en advies
Geert-Jan Verkade, SBRCURnet
Sacha Stolp, Gemeente Amsterdam / Amsterdam Rooftop Solutions
Nico Heijmen, Building Changes
Jurgen van der Heijden, AT Osborne
Geertje Wijten, Gemeente Amsterdam
Marloes Gout, Gemeente RotterdamVormgeving
Linda de Haan, SBRCURnet -
Artikel
Stenen eruit, groen erin
Het is een opmerkelijke paradox. Enerzijds levert het tekort aan voldoende schoon water steeds vaker grote problemen op in steden, anderzijds zorgt klimaatverandering ervoor dat er steeds vaker wateroverlast is. Tim van Hattum, programmaleider ‘Klimaat’ van Wageningen University & Research, vertelt aan de hand van 5 stellingen hoe we via groene oplossingen én slimme technologie water kunnen veranderen van vijand naar vriend.
-
Artikel
Dakendossier plan van aanpak
Daken kunnen bijdragen aan belangrijke doelen van de Omgevingsvisie, zoals:–klimaatadaptatie, door wateropvang, vertraagde waterafvoer en isolatie;–biodiversiteit, door het toevoegen van groen;–energietransitie, door het plaatsen van zonnepanelen;–sociale functies, met dakterrassen of sport, spel en bewegen;–verdichting van de bestaande stad.
Behandeld in Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 07 april 2022 en Commissie Ruimtelijke Ordening 9 februari 2022
Behandelend ambtenaar: Ruimte en Duurzaamheid, Bianca Schwarz, b.schwarz@amsterdam.nl en Joyce Langewen, j.langewen@amterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron "Inventarisatie knelpunten gebruiksdaken
Rooftop Revolution, De Dakdokters en Metropolder Company n.a.v. workshop met diverse partijen; de gemeente Amsterdam, de HvA, de VU, Waternet, Rappange en Arduo en marktpartijen als Van Der Tol Hoveniers, 020Groen en Dakterras.nl
-
Artikel
The Rainproof City
City design in the Netherlands is based on current climate conditions and does not account for climate change. Due to climate change, rainfall intensities are expected to increase. Therefore, the urban water system should be designed in such a way that the extremer events of the near future do not cause significant damage.
In the Netherlands pluvial flooding is in most cases prevented by the municipality by implementing drainage systems in public space. In general drainages systems are designed such that rainfall events up to 20mm should not cause any damage. These rainfall events were estimated to occur once every 2 years. In recent years we have seen multiple rainfall events with intensities that were much higher than this normative rainfall event. This has led to the awareness that we should design our drainage systems and also our land surface such that these extreme events do not cause significant damage. Due to climate change rainfall intensities are expected to increase.
Design principles in the Netherlands are based on current climate conditions and do not account for climate change. Although existing water systems are designed to be robust, increased extreme storms (frequency as well as magnitude) may be expected to increase damage due to flooding, both in magnitude and frequency. Solutions can be found in redesign of the drainage systems but this may come with considerable costs. Therefore also reshaping the public space should be considered to increase the capability of storing water in such a way that damage is kept to a minimum. It is interesting to realize that, although frequently stated in the past, only now, since extreme storm events are more probable to occur, spatial planning and water management become really interdependent. The question is how to deal with that fact in a optimal way. Optimal in the sense of cost effective, but also in the way various stakeholders including citizens and their properties are involved.
Precipitation falls both on private property and on public space. Rainfall that falls on roofs as well as on paved gardens is drained directly by the drainage system. It could be argued that citizens can help to prevent pluvial flooding by implementing storage measures on their property. But this first of all requires so called water awareness of citizens. This study will demonstrate the effect of interactive modeling on a high resolution to determine the effect of small scale measures (on the scale of private property) and shows a way to build the required water awareness. Both are presented in the form of a case study for the Buiksloterham, a redevelopment area in the city of Amsterdam.
Source: Adaptive Circular Cities - The Rainproof City
Brolsma, R., van Leeuwen, E., & ten Velden C. (2016). Circular Solutions: Part III: the Rainproof City. TO2 federatie.
-
Artikel
RESILIO
Storing, retaining and managing water on roofs is growing as a robust strategy in the challenge of climate adaptation in Amsterdam. With city developers, investors, real estate managers (social housing and commercial), policy makers and innovative technical partners the concept of micro water management on private property is brought to a standard in new developments.
For the existing real estate the social housing corporations teamed up with a broad consortium in the RESILIO (UIA-funded) project to battle heat, drought and waterlogging stress. Through a public supported Decision Support System the water retention systems (“dynamic sponge”) on the privately owned roofs are managed in a optimal manner. Combining high resolution short and mid-term weather forecasts with all available local water management characteristics to a shared public and private service. The RESILIO-session shares and focuses on participation, academic research results, cost-benefit analysis and the value of a multifunctional roof ambition.
If you able to join our roof top tour we welcome you on the most versatile roof systems available with a grand view on the future!
Click here for more information about RESILIO
Source: AIWW 2021 - RESILIO
-
Artikel
Woordenboek Omgevingsvisie
In de Omgevingsvisie worden woorden gebruikt die misschien vragen om meer uitleg.
We hebben daarom een woordenboek gemaakt waarin de woorden worden toegelicht en uitgelegd.- A
- Agglomeratie
Een agglomeratie is een stedelijk gebied met meerdere kernen dat bestaat uit verschillende gemeenten waarvan de buurten of bedrijventerreinen zo dicht tegen elkaar aan liggen dat het één stad lijkt en door inwoners vaak ook zo wordt gebruikt. In het geval van Amsterdam bestaat de agglomeratie uit het aaneengesloten stedelijk gebied in de gemeenten Zaanstad, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Amstelveen.
- Agglomeratiekracht
Extra waarde die ontstaat als er in een stedelijk gebied concentraties van bedrijven, kennisinstellingen en menselijk kapitaal dicht bij elkaar liggen, die goed zijn verbonden, zowel met elkaar als met de rest van de wereld. Mensen, instellingen en bedrijven kunnen profiteren van de nabijheid van deze concentraties.
- Antropoceen
Betekent ‘geologisch tijdperk van de mens’, waarin menselijke activiteiten overal op aarde klimaat en ecosystemen beïnvloeden.
- Aquathermie
Verzamelnaam voor de winning, opslag en distributie van warmte en/of koude uit oppervlaktewater, drinkwater of afvalwater.
B
- Biodiversiteit
De verscheidenheid van het leven, op het niveau van soorten en ecosystemen. Biodiversiteit omvat alle soorten die er op aarde zijn, waaronder alle dier- en plantensoorten. Naast de verscheidenheid aan soorten omvat biodiversiteit ook de diverse ecosystemen (leefgebieden) waar die soorten voorkomen. In Amsterdam leven zo’n 10.000 soorten dieren en planten.
- Bouwdynamiek in de bestaande stad
Dit betreft het vervangen, aanpassen en uitbreiden van bestaande panden in de stad. Denk aan het uitbouwen in binnentuinen en het bijbouwen van extra verdiepingen, kelders en balkons. Dit speelt vooral in de stadsdelen binnen de ring.
- Burgerberaad
Op basis van loting wordt een groep burgers geselecteerd voor een burgerberaad. Middels onderlinge beraadslagingen en een bindend advies aan het bestuur helpt deze groep bij het doorbreken van politieke impasses en het vinden van draagvlak voor oplossingen voor een complex probleem.
- Buurtbatenovereenkomst
Een buurtbatenovereenkomst is een afspraak waaruit de consensus blijkt over het algemeen nut van een specifiek project in de betreffende buurt. Bij zo’n overeenkomst (behoudens vastgestelde wettelijke ruimte) blijkt voldoende draagvlak in de buurt en mag een project doorgaan. In veel wijken zijn buurtplatforms, Huizen van de Wijk en buurtraden goede contractpartners.
C
- Centrumgebied
De binnenstad en de aangrenzende buurten in West, Zuid en Oost vervullen binnen de stad en ver daarbuiten een unieke en onvervangbare rol als stadscentrum. Hier ligt een grote opgave om de balans te bewaren tussen de stedelijke, nationale en internationale centrumfunctie en de lokale betekenis voor bewoners en mensen die er werken.
- Circulaire hub
Plek waar veel grondstoffen en reststoffen bij elkaar komen en worden verwerkt.
- Community wealth building
Community wealth building is een economisch model dat al in werking is in steden als Cleveland (VS), Preston (VK) en Mondragon (Spanje). Hierbij worden de werelden van semipublieke instellingen (ankerinstituties) en lokaal initiatief kortgesloten, zodat een meer op publieke waarde(n) gebaseerd economisch systeem ontstaat, gestut door een grote coöperatieve beweging. In deze benadering worden grond en vastgoed als publieke goederen behandeld en ontstaat een lokaal gewortelde economie
- Compacte stad
Een compacte stad staat voor een stad waar de ruimte slim en intensief benut wordt, waardoor veel voorzieningen zich op wandel- en afstand bevinden. In de omgevingsvisie wordt deze ambitie gekoppeld aan de wens om ook een mooie stad te zijn.
D
- Dragend openbaar vervoer
Het stedelijk tram- en busnetwerk voor de verbinding en de ontsluiting van wijken. Naast deze categorie in het openbaar vervoer netwerk worden andere categorieën onderscheiden: trein, hoogwaardig openbaar vervoer en onderliggend openbaar vervoer
- Duurzame stad
Een duurzame stad is een stad die toekomstbestendig is en het draagvermogen van de planeet niet overschrijdt. Het bewustzijn dat het klimaat verandert, de invloed van menselijk handelen daarop en dat we maar één aarde hebben, spelen daarbij een belangrijke rol. Dit vergt onder andere nieuwe duurzame energiesystemen, een circulaire economie en een aanpassing van de stad op de gevolgen van veranderingen in het klimaat.
E
- Ecologisch plafond
In de donut-benadering van de economie gaat het om het inrichten van een economie die de planetaire grenzen respecteert. Het ecologisch plafond staat voor de maximale belasting die de aarde aankan. Denk aan luchtvervuiling, klimaatverandering en uitgeputte bodems.
- Energie hub
Plek waar verschillende soorten energie bij elkaar komen en omgezet en opgeslagen worden. In de toekomst gaat het dan vooral om de omzetting van duurzame energiestromen. Denk aan de omzetting van elektriciteit naar waterstof en andersom.
- Energietransitie
De overgang van een op fossiele energie (olie, aardgas, steenkolen) gebaseerde samenleving naar op duurzame energie (wind, zon, waterkracht en biomassa) gebaseerde samenleving. Onderdeel van de energietransitie is ook het benutten van mogelijkheden voor energiebesparing en het meer decentraal organiseren van de energievoorziening.
- Erfpacht
Als u een huis koopt, staat dit meestal op ‘eigen grond’. Maar soms blijft de grond met daarop de woning eigendom van de eigenaar. U krijgt als koper alleen het gebruiksrecht, het erfpachtrecht. In Amsterdam geldt dat veel woningen en andere gebouwen op grond staan die van de gemeente blijft. De eigenaar van het gebouw betaalt hiervoor een jaarlijkse bedrag aan de gemeente. Dat heet erfpachtcanon. De gebouweigenaar kan in Amsterdam de canon ook voor langere tijd of eeuwigdurend afkopen.
F
- Faunauittreedplaats
Plek waar dieren veilig het water in en uit kunnen
- Functiemenging
De mate waarin verschillende soorten ruimtegebruik, zoals wonen, werken, winkelen, zorg, onderwijs en ontspanning, met elkaar gemengd zijn in een gebied. In een buitenwijk en op een bedrijventerrein is sprake van minder functiemenging dan in een 19e-eeuwse stadswijk.
G
- Gebiedsontwikkeling
De ontwikkeling van een afgebakend gebied waarbij alle functies meegenomen worden. Het is een samenwerking van overheid, marktpartijen en instellingen, met inbreng van burgers. Gebiedsontwikkeling kent duidelijke fases van planvorming via bouw tot oplevering en gebruik.
- Gelijkwaardige informatiepositie
Voor iedereen die dat wil moet alle data en informatie die er over de leefomgeving is ter beschikking staan. Dit komt niet alleen ten goede aan de actieve Amsterdammer, die met die informatie beter weet wat er gebeurt en wat er mogelijk is in de leefomgeving. Het zorgt ook voor efficiëntere samenwerking in de keten van planvorming tot uitvoering en beheer. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente dat zij geen informatievoorsprong heeft en snel kan reageren op de aanvullende informatievragen van Amsterdammers.
- Gemengde gebieden
Stadsbuurten met hoge dichtheid aan woningen worden gekenmerkt door een aantrekkelijke afwisseling tussen rustig wonen en levendige concentraties van voorzieningen in stadsstraten en aan pleinen. Het behoud van deze afwisseling staat hier voorop.
- Gemengde stadsbuurt
Buurten waar kansen zijn voor ontwikkeling met een stedelijke dichtheid, met naast wonen een flink aandeel werken en maatschappelijke voorzieningen vooral in de plinten van gebouwen.
- Geothermie
Aardwarmte, die kan worden gebruikt voor de verwarming van huizen, kassen en industrie. De temperatuur loopt op met de diepte: hoe dieper hoe warmer.
- Gezonde stad
Een stad waar mensen gezond en veilig kunnen leven. Dat betekent dat mensen gestimuleerd worden tot gezond gedrag, zoals bewegen, sporten en gezond eten en drinken. En het betekent dat de zorginfrastructuur op orde is, ook gezien de doorgaande vergrijzing. En dat de luchtkwaliteit voldoende is en mensen zo min mogelijk geluidsoverlast ervaren van wegverkeer, luchtverkeer en industrie.
- Groen lint
Straten, lanen en fiets-/wandelroutes, die veel groene elementen bevatten, zoals bomenrijen en geveltuinen. Ze functioneren als verbindende lijnen tussen groene gebieden. Het karakter wordt met name bepaald door de stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke situatie. Voorbeelden zijn de Noordelijke IJdijk in Noord met oude begeleidende beplantingen en het doorlopende groene talud en dijkvoet. En de bomen langs de grachten van de binnenstad.
- Groen-blauw raamwerk
Stelsel van groene en waterrijke gebieden en verbindingen, zoals parken, stadsnatuur, landschappen en groene verbindingen
- Groen-blauwe hotspot
Plek in de stad met een uitzonderlijke landschappelijke kwaliteit, die speciale aandacht krijgen in de omgevingsvisie. Groenblauwe hotspots zijn bij uitstek geschikt voor vrijetijdsfuncties als sportparken, strandjes, buitentheaters en musea. De nadruk ligt op ruimte voor buitenactiviteiten en passende programmaring en inrichting van de openbare ruimte. Eventueel hoort daar gebouwd programma bij, maar altijd zorgvuldig in het groen en water ingepast.
- Groen-blauwe kralenketting
Een aaneenschakeling van kleinere en grotere groen-blauwe hotspots aan de Noordoever van het IJ. Het is een verzameling van stedelijke plekken aan het water, met een verschillend karakter (bijvoorbeeld industrieel of groen). Ze zijn aan elkaar geschakeld door langzaamverkeerroutes die soms langs het water liggen en soms meer landinwaarts.
- Groene corridor
Waterlopen, oevers, recreatieve fiets- en wandelroutes en taluds van dijklichamen, die groene verbindingen vormen met een hoge natuurwaarde. Voorbeelden zijn de spoorberm langs de Tugelaweg in Oost en de Oostertocht langs de Klaprozenweg in Noord.
H
- Hittestress
Een aandoening bij mensen en dieren veroorzaakt door extreme hitte. De opwarming van de aarde vergroot de kans op hittestress. Een groene, schaduwrijke en waterrijke inrichting van de stad kan het probleem van hittestress verkleinen.
- Hoofdgroenstructuur
In de Hoofdgroenstructuur (HGS) is juridisch-planologisch vastgelegd welke groene gebieden waardevol zijn voor de stad en de directe omgeving. Dit zijn groene gebieden die een onmisbare functie vervullen voor de verbetering van het leefklimaat, de waterhuishouding, de biodiversiteit, groene recreatie, voedselproductie, behoud van cultuurhistorische waarden en een gevarieerd totaalaanbod aan groen. In de HGS zijn de gebieden opgenomen waar de planologische functies groen en groene recreatie voorop staan. In de Omgevingsvisie wordt een geactualiseerde visie op de HGS opgenomen, die nog nader zal worden uitgewerkt. Ontwikkelingen binnen de HGS zullen worden getoetst aan de nieuw op te stellen beleidsregels.
- Hoogstedelijk centrum
Plekken in de stad waar ruimte is voor ontwikkeling in hoogstedelijke ontwikkeling met wonen, het grootste aandeel werken en kennis, voornamelijk in grootschaliger gebouwen.
- Hoogstedelijke buurt
Plekken in de stad waar ruimte is voor ontwikkeling een hoge dichtheid met een mix aan verschillende stedelijke functies, zoals wonen, werken en maatschappelijke voorzieningen.
- Hub
Overstappunt naar openbaar vervoer, fiets of deelmobiliteit.
I
- Inclusieve stad
Een stad waar bewoners en nieuwkomers zich kunnen thuis voelen en die kansen biedt om je te ontwikkelen. Een inclusieve stad is ook een ongedeelde stad. Dat betekent dat kansen om je te ontwikkelen overal in de stad even groot zijn. En dat de verschillen in kwaliteit van leven tussen verschillende wijken niet te graat zijn.
- Innovatie
Vernieuwing van een techniek, een product, dienst of een organisatie. Het gaat bij een innovatie niet alleen een uitvinding of nieuw idee, maar vooral om de doorwerking daarvan in de praktijk. Dat vraagt om het creatief benaderen van probleemstellingen.
- Internationaal knooppunt
Het functioneren van een stedelijk gebied als knooppunt internationale stromen van mensen, goederen en informatie.
K
- Kenniseconomie
Een economie waarin substantieel deel van de groei voortkomt uit kennis.
- Kenniskwartier
Gebieden in de stad waar kennisontwikkeling, onderzoek en innovatie centraal staan. Ze bieden ruimte aan klein- en grootschalige werkgebouwen. Kenniskwartieren kennen een eigen focus en kleuring qua type onderzoek en bedrijvigheid. Sommige zijn zeer ruimte-intensief en publiekstrekkend, andere meer extensief met laboratoria en onderzoek.
- Kernstad
Centrale stad in een groter stedelijk systeem. Zo wordt Amsterdam gezien als kernstad van de Metropoolregio Amsterdam.
- Klimaatadaptatie
Klimaatadaptatie is het aanpassen van samenlevingen en gebieden aan veranderingen in het klimaat, zodat de kwetsbaarheid hiervoor vermindert of er geprofiteerd wordt van de kansen die een veranderend klimaat biedt.
- Klimaatbestendig
De ambitie om bestand te zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. Denk daarbij aan zeespiegelstijging, perioden met heftige regens, perioden van droogte en hittestress.
- Klimaatneutraal
De ambitie om niet bij te dragen opwarming van de aarde en daarmee samenhangede klimaatverandering. Belangrijk daarvoor is dat de CO2 uitstoot wordt teruggedrongen.
L
- Landschapspark
Een landschapspark is een samenhangend gebied van parken en landschap, bestaande uit landbouwgrond, ruigtegebieden, recreatiegebieden en sportlandschappen, verbonden door recreatieve routes. Hier wordt gezocht naar mogelijkheden om, passend bij de kwaliteiten van het gebied, de recreatieve toegankelijkheid en gebruiksmogelijkheden te vergroten. Voorbeelden zijn het Twiske, de Tuinen van West, het Diemerpark en het Diemerbos en het Amsterdamse Bos.
- Logistieke hub
Een plek in de stad waar ruimte is voor overslag van goederen.
- Luwe gebieden
Wijken met een relatief lage dichtheid. Deze zijn met name te vinden in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost, Buitenveldert en naoorlogs Noord.
- Luwe stadsbuurt
Plekken in de stad waar kansen liggen voor de ontwikkeling van woonbuurten met een relatief lage dichtheid.
M
- Maakindustrie
Het deel van de industrie dat materialen tot nieuwe producten verwerkt. Tot de maakindustrie behoren onder meer de sectoren machinebouw, scheepsbouw, transportmiddelen, elektronica, kunststofverwerking en textiel.
- Meerkernige ontwikkeling
De ontwikkeling van de stad en de regio waarin verschillende stedelijke kernen sterker worden en de druk op het centrum verminderd wordt. Binnen Amsterdam komt daarbij de nadruk te liggen op de ontwikkeling van Noord, Nieuw-West en Zuidoost.
- Metropool
Een metropool is een grote stad of stedelijke agglomeratie waar lokale, regionale, nationale en internationale voorzieningen en netwerken samenkomen. Het is een internationaal knooppunt voor de uitwisseling van goederen, maar vooral ook van kennis en ideeën.
- Metropoolregio
Een metropoolregio bestaat uit een of meerdere grote steden, met kleinere steden en dorpen rondom die sociaal en economisch sterk verbonden zijn met die grote steden. Een metropoolregio functioneert als een samenhangend systeem, dat meestal een belangrijke rol speelt in de economie van een land.
De metropoolregio van Amsterdam loopt van west naar oost loopt van Zandvoort tot Lelystad, en van noord naar zuid van de Beemster tot aan Uithoorn. Hij is van oudsher opgebouwd uit meerdere stedelijke kernen, omgeven door een divers en aantrekkelijk landschap.
- Metropoolvorming
Het proces waarin een grote stad en de stedelijke kernen daaromheen meer als een samenhangend systeem gaan functioneren. In de metropoolregio Amsterdam is dit proces aan de gang. Daarbij is sprake van een concentratie van werkgelegenheid en publieksvoorzieningen in Amsterdam en een spreiding van inwoners en stadsverzorgende bedrijven naar de rest van de regio. Metropoolvorming is deels een autonoom proces maar kan door overheidsingrijpen gestimuleerd en bijgestuurd worden.
- Milieuruimte
Denkbeeldige ruimte die samenhangt bedrijfsactiviteiten die geluid, stank en/of ontploffingsgevaar kunnen veroorzaken. In deze milieuruimte zijn woningen of andere kwetsbare functies zoals scholen te vestigen niet toegestaan.
- Mobiliteitsmilieu
Type gebied waar een bepaald type mobiliteit bij hoort. In de omgevingsvisie worden de volgende mobiliteitsmilieus onderscheiden: centrumstedelijk, agglomeratie, haven en Schiphol.
- Mobiliteitstransitie
Een structurele verandering in hoe we ons in de stad bewegen en door het land reizen. Dit betekent vooral een verschuiving van autogebruik naar andere manieren van vervoer. Onderdeel van de mobiliteitstransitie is ook de verschuiving van fossiel naar uitstootvrij, van groot naar klein en van bezit naar gebruik. Het betekent dat we duurzamer en gezonder gaan bewegen.
- Multimodale knoop
Plek waar verschillende soorten vervoer, verschillende modaliteiten, bij elkaar komen.
N
- Naoorlogse stad
Delen van de stad die in de eerste decennia na de 2e wereldoorlog zijn gebouw. Deze delen liggen voor een groot deel buiten de ring, zoals in Nieuw-West en in Zuidoost.
- Natuurinclusief
De natuur een volwaardige plek geven in de stad. Hiermee bedoelen we het natuurinclusief bouwen, ontwerpen, inrichten en beheren van de openbare en private buitenruimte. Zo streven we naar een optimale lokale biodiversiteit en natuurwaarden.
O
- Omgevingseffectrapport (OER)
Het rapport dat het resultaat is van de omgevingseffectrapportage.
- Omgevingseffectrapportage (o.e.r.)
Een rapportage waarin een mogelijke ontwikkeling wordt beoordeeld op de effecten op verschillende waarden in de fysieke leefomgeving. Een o.e.r. heeft daarmee een bredere scope dan een milieueffectrapportage (m.e.r.). In de omgevingseffectrapportage van de omgevingsvisie Amsterdam 2050 zijn drie verstedelijkingsalternatieven en een voorkeursalternatief beoordeeld op twaalf kernwaarden.
- Omgevingsplan
Digitaal raadpleegbaar ‘plan’ dat alle gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving bevat. Het gaat om regels voor toedeling van activiteiten en functies aan locaties. Vanaf de inwerkingtreding van de omgevingswet is er in eerste instantie sprake van een tijdelijk omgevingsplan, dat van rechtswege ontstaat en dat bestaande bestemmingsplannen, beheers verordeningen en de bruidsschat bevat. In de bruidsschat zitten de regels die het Rijk overdraagt aan gemeenten.
- Omgevingsprogramma
Dit is een instrument voor beleidsontwikkeling in het kader van de omgevingswet. In een programma bepaal je wat, hoe, wanneer en met welke middelen je een bepaald beleidsdoel wil bereiken. Dit kan een programma voor de hele gemeente zijn of voor een specifiek gebied.
- Omgevingsveiligheid
De mate van veiligheid waarin mensen beschermd zijn tegen ontploffingsgevaar, die samenhangt met bedrijfsactiviteiten en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook wordt er in het kader van omgevingsveiligheid gekeken naar de veiligheidsrisico’s van nieuwe ontwikkelingen zoals de opkomst van elektrische voertuigen en houtbouw.
- Omgevingsvisie
Een integrale langetermijnvisie van een bestuursorgaan op de ontwikkeling van een gebied. Daarin moeten alle aspecten van de fysieke leefomgeving aan bod komen. Gemeenten, provincies en het rijk maken zo’n visie voor hun eigen grondgebied. Buurgemeenten kunnen ook besluiten om gezamenlijk één omgevingsvisie op te stellen. Elke gemeente moet uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de omgevingswet een omgevingsvisie hebben.
- Onderliggend openbaar vervoer
Het fijnmazige tram- en busnetwerk voor de verbinding en de ontsluiting van buurten. Naast deze categorie in het openbaar vervoer netwerk worden andere categorieën onderscheiden: trein, hoogwaardig openbaar vervoer en dragende openbaar vervoer.
- Onderstation
Elektrische installatie in het hoogspanningsnet. De meest voorkomende onderstations transformeren de spanning tussen de regionale en stedelijke distributie. Door de toenemende vraag naar elektriciteit zijn er veel nieuwe onderstations nodig in de stad.
P
- Productieve bedrijvigheid
Industriële en ambachtelijke bedrijven waar fysieke goederen worden geproduceerd, gerepareerd of gerecycled.
S
- Stadmaken
Stadmaken slaat op het volledige spectrum van activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van de stad. Van grootschalige gebiedsontwikkeling door de gemeente en vastgoedontwikkelaars tot het buurtinitiatief voor de inrichting van een groene pluktuin. Iedereen kan stadmaken.
- Stadshub
knooppunt waar overstap van het (inter)nationale/regionale vervoersniveau naar het stedelijke vervoersniveau plaatsvindt. Gelegen in de (hoog)stedelijke delen van de agglomeratie.
- Stadslaan
Brede straat met een overwegend groene inrichting met een sterke bomenstructuur begeleid door bebouwing.
- Stadslobben
Delen van het aaneengesloten stedelijke gebied die zich als de vingers van een hand vanuit het centrum van Amsterdam uitstrekken het omliggende landschap in. De groene gebieden tussen de lobben worden scheggen genoemd.
- Stadsstraat
Straat met een stedelijk karakter, door de aanwezigheid van winkels, horeca en/of andere stedelijke functies. De inrichting van de straat biedt naast ruimte voor verkeer ook veel ruimte voor ontmoeting en groen.
- Stadsverzorgende ruimtevragers
Ruimte vragende activiteiten die nodig zijn voor het functioneren van de stad. Denk aan bepaalde soorten bedrijvigheid zoals garages en loodgieters en activiteiten die te maken hebben met afvalverwerking.
- Stationskwartier
De directe omgeving van de grotere stations worden buurten met een hoogstedelijke dichtheid en een gemengd voorzieningenaanbod, waaronder grootstedelijke voorzieningen. Ze hebben een belangrijke rol in het regionale voorzieningenaanbod en de meerkernige ontwikkeling van de stad en regio. Ze zijn via aantrekkelijke straten en langzaam verkeerroutes goed aangesloten op de omliggende buurten en het is er ook prettig wonen.
- Stedelijk centrum
In de stedelijke centra concentreren zich lokale en stedelijke voorzieningen. Ze hebben een verzorgende rol voor omliggende buurten en het stadsdeel (boodschappen, dienstverlening en ontmoeting). Door het toevoegen van stedelijke functies (werk, cultuur en vrije tijd) krijgen ze betekenis voor de hele stad en dragen ze bij aan een meerkernige ontwikkeling.
T
- Transformatiegebied
Een gebied dat van functie verandert. In Amsterdam gaat het dan om bedrijventerreinen en havengebieden die veranderen in gemengd stedelijk gebied met een combinatie van wonen en werken.
- Transitie
Een structurele verandering in de samenleving over een periode van decennia die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen. Denk aan de energietransitie, de mobiliteitstransitie en de voedseltransitie.
V
- Verdeelring A10
Situatie waarbij de A10 functioneert als verdeelring tussen buurten binnen de ring waardoor doorgaand verkeer over straten in de stad zoveel mogelijk onnodig wordt.
- Verdichten
Het intensiever benutten van de ruimte in de stad, waardoor er meer mensen in stad kunnen wonen en werken en voorzieningen zoveel mogelijk op loop- en fietsafstand te bereiken zijn. Dat kan door laagbouw te vervangen door hogere bebouwing, door bestaande bebouwing beter te benutten en door open ruimte, bijvoorbeeld langs infrastructuur, te bebouwen.
- Vergrijzing
De verandering in de bevolkingssamenstelling waarbij het aandeel van ouderen groter en de gemiddelde leeftijd stijgt.
- Vergroenen
Het groener inrichten van de stad. Dat kan door straten, pleinen en binnenterreinen groener in te richten en door gebouwen natuur inclusief te maken, met begroeide gevels en groene daken.
- Vitale stad
Een economisch vitale en goedbereikbare stad. Belangrijke randvoorwaarden voor een vitale economie zijn een hoogwaardige kennisinfrastructuur, aantrekkelijke en diverse stedelijke milieus en werkmilieus, vrije ruimte, een goed ondernemersklimaat, een goede relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt en goede infrastructuurnetwerken, ook onder de grond.
- Vooroorlogse stad
Wijken die voor de 2e wereldoorlog gebouwd zijn. Deze bevinden zich hoofdzakelijk binnen de ring.
- Vrije ruimte
Vrije ruimte kent vele verschijningsvormen, met als gemeenschappelijk kenmerk dat vrije ruimte-initiatieven van onderop zijn ontstaan en collectief zijn vormgegeven. Het zijn plekken waar mensen elkaar ontmoeten, reflecteren en kunnen experimenteren. De kracht van deze vorm van ruimtegebruik is dat het initiatief bij burgers ligt, in de luwte van marktwerking en overheidsbeleid. Dit betekent kansen voor lokale waardecreatie.
W
- Waardecreatie
Met waardecreatie in de Omgevingsvisie worden de mogelijke, lokale baten bedoeld voor een buurt die ontstaan door ruimtelijke ontwikkelprojecten. Het gaat om de mate waarin lokale gemeenschappen kunnen meeprofiteren van de ontwikkeling van de stad.
- Wooncoöperatie
Een wooncoöperatie is een vorm van collectief woningbezit en wonen. Bewoners bepalen samen hoe zij het gebouw ontwikkelen en beheren. De wooncoöperatie is vaak ook een gemeenschap waarin bewoners meer of minder met elkaar delen. Dat varieert van bijvoorbeeld een gemeenschappelijke tuin tot een gezamenlijk huishouden, van gemeenschappelijk ingekochte zorg tot een gezamenlijke opvang van kinderen.
- Contact
omgevingsvisie@amsterdam.nl
-
Artikel
Daken Draaiboek
Het Daken Draaiboek is geschreven om de enorme potentie te laten zien van het gebruik van daken om meer leefbare steden te creëren. Het gebruik van ruimte op het dak kan een antwoord zijn op actuele vraagstukken zoals klimaatverandering, woningnood en de energietransitie. Hoewel Nederland ruim 600km2 aan platte daken ter beschikking heeft wordt bij de aanpak van deze uitdagingen nog steeds te weinig rekening gehouden met daken.
Auteurs: Gabriel Hirlav, Thijs Rang, Jessica Stolk & Marit Vuyk
-
Artikel
Evaporation from (Blue-)Green Roofs: Assessing the Benefits of a Storage and Capillary Irrigation System Based on Measurements and Modeling
Worldwide cities are facing increasing temperatures due to climate change and increasing urban density. Green roofs are promoted as a climate adaptation measure to lower air temperatures and improve comfort in urban areas, especially during intensive dry and warm spells. However, there is much debate on the effectiveness of this measure, because of a lack of fundamental knowledge about evaporation from different green roof systems. In this study, we investigate the water and energy balance of different roof types on a rooftop in Amsterdam, the Netherlands. Based on lysimeter measurements and modeling, we compared the water and energy balance of a conventional green roof with blue-green roofs equipped with a novel storage and capillary irrigation system. The roofs were covered either with Sedum or by grasses and herbs. Our measurements and modelin showed that conventional green roof systems (i.e., a Sedum cover and a few centimeters of substrate) have a low evaporation rate and due to a rapid decline in available moisture, a minor cooling effect. Roofs equipped with a storage and capillary irrigation system showed a remarkably large evaporation rate for Sedum species behaving as C3 plants during hot, dry periods. Covered with grasses and herbs, the evaporation rate was even larger. Precipitation storage and capillary irrigation strongly reduced the number of days with dry-out events. Implementing these systems therefore could lead to better cooling efficiencies in cities.
Auteurs
Dirk Gijsbert Cirkel
Bernard R. Voortman
Thijs van Veen
Ruud P. Bartholomeus