Artikel

Risicoschatting op overdracht van hepatitis B, hepatitis C en hiv bij prikaccidenten met een intramusculair gebruikte injectienaald; wel of geen bloed bij de bron

Doel van dit onderzoek is om de landelijke prikaccidentenrichtlijn in de toekomst te kunnen verbeteren en blootgestelde personen beter te beschermen wanneer het onduidelijk is of er bloed bij de blootgestelde aanwezig was.

Ieder jaar worden in Nederland tussen de 25.000 en 30.000 personen middels een prikaccident mogelijk blootgesteld aan bloed-overdraagbare infectieziekten. Daarvan vindt 95% plaats tijdens het werk met name in de zorg. Bij de GGD Amsterdam krijgen we ieder jaar ongeveer 350 meldingen van een prikaccident. Ter preventie van ziektes die via het bloed kunnen worden overgedragen als hepatitis B, hepatitis C en HIV vindt na een prikaccident een risico inschatting plaats. Hierbij wordt aan de hand van de anamnese een indeling gemaakt in geen, een laag of een hoog risico op overdracht van deze ziektes. Bepalend voor het risico bij prikaccidenten met een intramusculair gebruikte injectienaald is de aanwezigheid van bloed bij de bron. Echter in de praktijk weet de blootgestelde vaak niet meer of er bloed bij de bron aanwezig was waardoor voorzichtigheidshalve vaak gekozen wordt voor een hoog risico accident. In dit onderzoek observeren we bij injecties of er bloed aan de naald of de insteekwond van je injectie aanwezig is. Daarnaast proberen we risicofactoren te vinden die voorspellend zijn voor het vinden van bloed aan de naald. Het doel hiervan is om de richtlijn in de toekomst te kunnen verbeteren en blootgestelde personen beter te beschermen wanneer het onduidelijk is of er bloed bij de blootgestelde aanwezig was.

Looptijd: 1-4-2023 - 31-12-2024