Artikel

Welke rol heeft een ambtenaar in transities?

Kennisbijeenkomst met spreker: Rik Braams (Min. Infrastructuur & Waterstaat)

“Is het wel de taak van de ambtenaar om te werken aan transities?" daagt Rik Braams, promovendus aan de Universiteit Utrecht, de aanwezigen van het strategienetwerk V&OR uit. De noodzaak van structurele veranderingen is onbetwijfelbaar, maar wat er van de overheid en specifiek Amsterdamse ambtenaren wordt verwacht is vaak discutabel en ambigue. Redenen hiervoor zijn volgens Rik Braams de tegenstellingen tussen traditionele bestuurskunde en de dynamische transitietaken van de overheid. Hieronder leest u het verslag van deze bijeenkomst en vindt u de slides van zijn presentatie.

Verslag kennisbijeenkomst

Op donderdag 19 januari begon het strategienetwerk van Verkeer en Openbare Ruimte (V&OR) het jaar door urgente opgaven en hun rol als ambtenaar aan elkaar te verbinden. De maatschappij en organisaties kijken naar de overheid als het gaat om de grote opgaven. Ook transitietheoretici claimen dat de overheid een belangrijke rol speelt. ‘Juist in deze tussentijd van chaos en turbulentie, waarin de samenleving een andere ordening en de economie een nieuw fundament krijgen, wordt van de overheid  lef en leiderschap gevraagd om scherpe keuzes te maken en tijdelijk weer het heft in handen te nemen’ schrijft de koploper van de transitietheorie, Jan Rotmans in zijn boek Omarm de Chaos. Daar sluit Rik Braams, onderzoeker bij de Universiteit Utrecht, maar ook medewerker bij het ministerie Infrastructuur en Waterstaat, zich bij aan. Daarnaast probeert hij ook te verklaren waarom ondernemende ambtenaren voor rollen-dilemma’s komen te staan.

Overheidsrollen-dilemma’s

‘Het is helemaal niet gek als je nu onrustig bent. Sterker nog: het zou gek zijn als je dat niet was. Het is heel onrustig in de wereld, en het voelt alsof we in een permanente crisis zitten’. Met deze zinnen opent Jan Rotmans zijn boek Omarm de Chaos. Hij omschrijft dat we in een verandering van tijdperk leven, een transformatieve verandering. Deze verandering is het wezenlijk en structureel anders denken, handelen en organiseren. Ambtenaren die deze transities willen omarmen stuiten volgens Rik Braams nogal eens op verzet bij collega’s. Dit komt enerzijds door de bestuurskundige principes die conflicteren met transitietaken. Wat zijn volgens hem deze transitietaken? Dat is richting geven, governance creëren, het nieuwe stimuleren, het onduurzame destabiliseren en interne structuren en capaciteiten creëren. Waarom stuiten deze taken op verzet? De overheid is georganiseerd volgens bestuurskundige principes als betrouwbaarheid, stabiliteit, willekeur voorkomen, rechtmatigheid en doelmatigheid. Deze traditionele taken conflicteren met de transitietaken. Want wanneer er ambtelijk of bestuurlijk keuzes worden gemaakt dan moeten die goed te onderbouwen en te verantwoorden zijn terwijl een transitie zich kenmerkt door onbekende factoren. Daarom is het lastig voor ambtenaren om een legitieme basis te vinden om de transitietaken uit te voeren.

X-Curve en innovaties

Laten we even teruggaan naar een basisinstrument vanuit de transitietheorie; de X-Curve (ontwikkelt door onderzoeksinstituut DRIFT). Deze curve duidt transities aan de hand van 2 stromen: een afbraak en opbouw-stroom. De afbraak richt zich op de genormaliseerde processen die dagelijks worden geoptimaliseerd, maar vaak juist niet gericht zijn op de gewenste toekomst maar het behouden van het bestaande. De opbouwstroming richt zich op de nieuwe ontwikkelingen, zoals innovaties. Volgens Braams werkt de optimalisatie van het bestaande de volwassenwording van innovaties tegen. Het regime, het huidige functioneren, is behoudend en wil stabiliteit behouden. Terwijl innovaties en experimenteren zich karakteriseren met openheid en vrijheid wat moeilijk te sturen is. Het verder optimaliseren van het bestaande zorgt ervoor dat niches moeite hebben om mee te gaan in de transitie. Terwijl juist de innovatie alternatieven biedt voor de niet meer functionaliserende processen en systemen. Daarom pleit Braams ervoor dat er genoeg tijd moet zijn om experimenten op te schalen en onderdeel te worden van de organisatie en cultuur.

Cultuuromslag

‘Hoe waarschijnlijk is het dat een directie een transitie-taak geeft?’. Voor zijn onderzoek vroeg Rik Braams dit aan zijn collega’s bij het ministerie Infrastructuur en Waterstaat en ook waarom het lastig is om de transitietaken uit te voeren. Daar kwam onder andere naar voren dat  rijksambtenaren het lastig vonden om ambities te concretiseren of deze over de tijd stabiel te houden. Er is  een onwilligheid voor de potentie van chaos, een open proces met diverse stakeholders of om tegen gevestigde belangen in te gaan. Daarnaast is er een voorkeur om het nieuwe wel aan te moedigen, maar niet om bestaande niet-functionerende processen af te bouwen die nieuwe processen tegenwerken. Om daarbij terug te komen op de vraag: welke rol heeft een ambtenaar  in een transitie? Rik pleit voor een transformatieve overheid die koers mag houden boven politieke stroming uit en legitimiteit haalt uit het behalen van transitiedoelen. Jan Rotman stelt dat ambtenaren geen regisserende, maar een faciliterende rol zouden moeten hebben. Dat betekent een proactieve, stimulerende en agenderende gemeente. ‘Ruimte bieden aan andere spelers door duidelijke kaders te stellen en heldere spelregels te formuleren. Ruimte bieden door mentale, juridische, financiële en organisatorische barrières weg te nemen en ongedachte coalities te stimuleren’. Een ware cultuuromslag!

Slides presentatie Rik Braams

Afbeelding credits

Header afbeelding: Transitie wave - Maria Fraaije

Media

Documenten