‘Willen we snel toe naar circulaire oplossingen, dan moeten mbo’ers en hbo’ers gezamenlijk aan vraagstukken van bedrijven werken,’ zegt Odé. Mbo’ers zijn pragmatisch en weten als geen ander waar processen aangepast of materialen bespaard kunnen worden. ‘Dat maakt de vertaling naar toepassingen op de werkvloer een stuk gemakkelijker.’ Het mbo in een vroeg stadium betrekken bij innovatietrajecten heeft nog een voordeel: ‘We kunnen er dan voor zorgen dat er voldoende opgeleid en bijgeschoold personeel klaar staat zodra een innovatie op de markt komt.’
Onderwijs en arbeidsmarkt
Odé is dan ook erg blij met het CIRCOLLAB-programma, dat hij ziet als een logische stap onderweg naar de circulaire economie. ‘Er zijn veel praktijkpartners bij betrokken die helpen de verbinding te leggen tussen onderwijs en arbeidsmarkt,’ zegt hij.
Odé kende de Hogeschool van Amsterdam – penvoerder van CIRCOLLAB – al van een serie gezamenlijke hackatons. ‘We willen deze succesvolle aanpak verder uitbouwen en borgen in het curriculum van het mbo en het hbo,’ zegt hij. ‘Met evenementen rond vraagstukken waar zowel bedrijven, practoraten, lectoraten als studenten van leren.’
Platform bieden
Odé diende samen met het CIRCOLLAB-projectteam een aanvraag in voor het Nationaal Groeifonds. ‘We willen voor een aantal publiek-private samenwerkingen kijken naar hoe we de aansluiting tussen het MKB en de circulaire economie kunnen versterken.’
Veel MKB-bedrijven hebben volgens Odé moeite met de transitie. ‘Ze hebben geen tijd, geen geld, of geen zin. Of ze durven niet toe te geven dat ze er zelf niet uitkomen. Als CIRCOLLAB kunnen we hen een platform bieden waar ze terecht kunnen met vragen.’
Al doende leren
Odé droomt van een gezamenlijke CIRCOLLAB-locatie waar de circulaire economie voor bedrijven, studenten en andere belangstellenden tot leven komt. ‘Een plek die bruist van de creativiteit en ondernemingslust, en waar we al doende leren.’