Artikel

Sporen van slavernij

Slavernij was in Nederland formeel verboden. Dit betekende niet dat slavernij in Amsterdam niet aanwezig was. Zo namen rond 1600 Portugese joden tot slaaf gemaakten mee naar Amsterdam en ook plantage-eigenaren uit Suriname lieten zich op reis naar de Republiek vaak vergezellen door tot slaaf gemaakten. Bovendien waren en zijn de sporen van slavernij overal in de stad te vinden.

Zo hebben veel grachtenpanden een historische connectie met slavernij. Soms door hun beeldende gevelstenen, zoals Herengracht 514, vaak door hun voormalige bewoners. In Amsterdam woonden slavenhandelaren, bewindhebbers van de West-Indische Compagnie en de Sociëteit van Suriname, eigenaren van plantages en negotiatiedirecteuren.

Twee beelden

Herengracht 514 werd in 1680 gebouwd voor koopman Nicolaas Oetgens van Waveren waarbij sinds de bouw twee beelden van Moren boven de deur hangen. De reden voor Van Waveren om deze beelden te laten maken is niet duidelijk. De beelden kregen echter een expliciete betekenis toen Nicolaas’ dochter Cornelia Oetgens van Waveren trouwde met Hendrik van Hoorn en ze aan Herengracht 514 gingen wonen. Hendrik van Hoorn was namelijk suikerraffinadeur en van 1710 tot 1720 directeur van de kolonie Berbice, in het huidige Guyana, dat bekend stond om de uitbuiting van de tot slaaf gemaakte mensen die moesten werken op de plantages. De connectie tussen de beelden van de Moren en de achtergrond van de bewoners toont de zichtbare en onzichtbare sporen van slavernij in Amsterdam.

Suiker

Amsterdam bezat de meeste suikerraffinaderijen van Nederland. De ruwe suiker die daar werd verwerkt was altijd door tot slaaf gemaakten in de koloniën geproduceerd. Tijdens archeologische opgravingen bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn kwamen veel sporen van de raffinage naar boven.

bmab00030000077_008_1.jpg

Herengracht 514

Bron: Gemeente Amsterdam Stadsarchief - Sporen van slavernij

Afbeelding credits

Icon afbeelding: bmab00030000077_008_1.jpg