Artikel

VOC werf Oostenburg (1660-1799)

Archeologische onderzoeken op het Storkterrein op Oostenburg (2000-2015)


Het voormalige Werkspoor-Stork terrein is gelegen op het eiland Oostenburg dat tussen 1660 en 1665 speciaal is aangelegd als bedrijfsterrein voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) langs de oever van het IJ. Na oplevering van het werfterrein werd het direct ingericht met scheepshellingen, werkplaatsen en het Zeemagazijn, een multifunctioneel pakhuis van 215 m lengte. Tussen 2000 en 2015 zijn meerdere archeologische onderzoeken uitgevoerd vanwege de grootschalige herinrichting van het gebied voor bedrijfs- en woningbouw. Dit leverde nieuwe informatie op de over de inrichting en de oorspronkelijke bebouwing van de VOC-werf.

Op het Stork terrein op Oostenburg was van 1660 tot aan het faillissement in 1799 het bedrijfsterrein van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) gevestigd. Het ontwerp voor het haveneiland Oostenburg was gemaakt door stadsarchitect Daniel Stalpaert en stadslandmeter Dankertsz de Rij. Oostenburg bestond uit vijf afzonderlijke eilanden; vier achter elkaar tussen de Nieuwe Vaart en het IJ en één langgerekt flankerend eiland aan de oostzijde. Het voorste eiland aan de Nieuwe Vaart (1) was gereserveerd voor woningbouw, particuliere bedrijfsgebouwen en de stadsschuitenmakerij. Het tweede eiland (2) werd over de volle breedte in beslag genomen door het zeven verdiepingen tellende Zeemagazijn, het centrale pakhuis voor alle ingevoerde goederen en de scheepsuitrustingen van de uitgaande schepen. Via de centrale onderdoorgang van dit pakhuis waren de overige twee eilanden bereikbaar. Het derde eiland (3) was ingericht met gespecialiseerde werkplaatsen en het vierde eiland (4), aan de oever van het IJ, was de eigenlijke scheepswerf waar VOC-schepen werden gebouwd en tevens enkele bedrijfsgebouwen stonden, waaronder de smidse en de apotheek. Het vijfde langgerekte eiland (5) ten oosten van het complex was bestemd voor de lijnbanen van de Admiraliteit en de VOC.

Detail van de stadsplattegrond van De Broen (1774-1782) met de drie Oostelijke eilanden: Oostenburg, Wittenburg en Kattenburg

Na het vertrek van de VOC was de werf kort in gebruik bij de Admiraliteit. Midden 19de eeuw werden de grachten tussen de eilanden gedempt en in 1844 vestigde zich de Koninklijke Fabriek van Stoom en andere Werktuigen, firma Paul van Vlissingen & Dudok van Heel op het westelijke deel van het voormalige werfeiland. Dit bedrijf groeide uit via Werkspoor NV tot het latere Stork Werkspoor Diesel dat tot 2000 actief bleef op Oostenburg. Het bedrijf Werkspoor NV produceerde vanaf 1905 locomotieven, treinstellen en scheepsmotoren in drie werkhallen naar een ontwerp van architect A.L. van Gendt. Deze Van Gendthallen waren in 1922 uitgegroeid tot een complex van vijf hallen.

In 2002 werd de fundering van de Van Gendthallen onderzocht wat de gelegenheid bood tot een archeologische verkenning naar de mogelijke  overblijfselen uit de VOC-tijd onder de 19de-eeuwse hallen. Door middel van een sleuf van 150 m lengte binnenin één van de hallen zijn de randen van de drie werfeilanden en tussenliggende grachten in kaart gebracht. Er zijn verschillende oeverbekistingen van de twee noordelijke eilanden teruggevonden, en twee grote met hout beklede mortelbakken en  een ton met pek tdat gebruikt werd voor het breeuwen van de scheepsnaden.

Sleuf in de Van Gendthal, oeverbeschoeiing van een van de eilanden, ton met pek (MenA)

De belangrijkste vondst waren de funderingsmuren van het VOC-Zeemagazijn dat in 1665 was gebouwd. Het was een bedrijfsgebouw van ongeveer 215 m lengte met vier verdiepingen en een dubbele vliering dat zich langs de gehele zuidrand van de werf uitstrekte en in 1822 was ingestort. De funderingen van de westelijke vleugel bestonden uit drie oost-west georiënteerde traveeën met daartussen noord-zuid gerichte booggewelffunderingen. Deze fundering diende, anders dan historisch werd aangenomen, niet alleen voor het voor- en achtergebouw van het Zeemagazijn maar ook voor de laad- en loskade langs de noordkant van het pakhuis. Een andere verklaring voor het voorkomen van een fundering met drie traveeën is dat oorspronkelijk een driebeukig gebouw was ontworpen, maar dat men zich heeft beperkt tot een tweebeukige uitvoering.

Het Zeemagazijn na instorting van de westelijke vleugel in 1822, tekening A.Lutz, J.Jacobs & Co (Rijksmuseum Amsterdam

Uit de muurresten kon worden afgeleid dat de instorting van de westelijke vleugel waarschijnlijk aan de zuidzijde vanuit het centrale gebouw is begonnen. Hier is de muur in zijn geheel van zijn funderingspalen gegleden en zijn vervolgens de overige muren ieder afzonderlijk in noordwestelijke richting omgevallen. Uit de muurresten kan worden gereconstrueerd dat het oorspronkelijke grondplan 26 m breed was.

De verschillende funderingsmuren van het Zeemagazijn onder de Van Gendthallen (MenA)

Restanten van de scheepsbouwfaciliteiten op de oever van het vierde eiland zijn in 2000-2001 opgegraven bij de bouw van het INIT-gebouw. Dit onderzoek leverde nieuwe informatie op over de bouwwijze van de  VOC-scheepshellingen.  Zo bleek de eigenlijke helling, waarop de schepen werden opgebouwd, niet uit een schuinliggend plankier te bestaan maar uit een talud van klei. Deze bouwhelling was gefundeerd op een zwaar uitgevoerd, horizontaal beukenhouten plankier van ca. 12 x 60 m. Een dergelijke bouwwijze was een innovatie in de inrichting van 17de-eeuwse scheepbouwcomplexen. Deze aanpak had als voordeel dat stabiliteit van de constructie voor de lange duur was gegarandeerd terwijl de helling van klei tussentijds eenvoudig kon worden vernieuwd en dat de planken werkvloer tussentijds aangepast kon worden. Dit archeologisch onderzoek biedt zo een unieke inkijk in de grootschalige semi-industriële scheepsbouwpraktijk in de 17de en 18de eeuw.

Het beukenhouten funderingsplankier van de VOC-scheepshelling (MenA)

 

Meer informatie is te vinden in onderstaande rapporten AAR18, AAR58, AAR89 en BMA Jaarboek2002 artikel (zie Documenten)

 

 

 

Afbeelding credits

Icon afbeelding: OOST2 (2002) 016.jpg

Media

Documenten