Artikel

De markt voor huishoudelijke hulp

Gemeentelijk inkoopbeleid en gebruik door burgers onder de Wmo 2007

Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in 2007 (Wmo 2007) zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het leveren van huishoudelijke hulp aan zelfstandig wonende burgers die niet zonder hulp een huishouden kunnen voeren. Deze decentralisatie ging samen met een andere organisatie van de markt waarop huishoudelijke hulp werd ingekocht.

Dit boek beschrijft de ontwikkelingen op de markt voor huishoudelijke hulp vanaf het eerste jaar van de decentralisatie tot en met het een na laatste jaar voor de invoering van de ‘nieuwe’ Wmo in 2015. Centraal staan de manier waarop gemeenten huishoudelijke hulp inkopen en de vraag welke gevolgen dit heeft voor de burger. Maakt het voor de marktaandelen en prijzen van aanbieders uit welke aanbestedingsprocedure gemeenten toepassen? Kunnen samenwerkende gemeenten lagere prijzen bedingen dan gemeenten die zelfstandig inkopen? In hoeverre werken prijsverschillen tussen aanbieders en tussen gemeenten door in de eigen bijdragen die gebruikers afdragen en wat betekent een hogere eigen bijdrage voor het uiteindelijke gebruik?

Deze studie werpt met behulp van een rijke dataset nieuw licht op deze vragen. Dit levert niet alleen inzichten op over de werking van de markt voor huishoudelijke hulp, maar biedt – gelet op de duidelijke parallellen – ook lessen voor het inkoop- en eigenbijdragebeleid omtrent de Wmo-voorzieningen die in 2015 zijn gedecentraliseerd.

Auteurs: Remco van Eijkel (CPB), Ab van der Torre, Mark Kattenberg (CPB), Evelien Eggink

 

Bron: website SCP

Media

Documenten