Sinds de decentralisatie van delen van de AWBZ in 2015, is er regelmatig discussie over de effecten van de eigen bijdrage op het gebruik van langdurige (thuis-)zorg (persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding). In dit paper schatten we deze effecten aan de hand van de wijziging in de vermogensinkomensbijtelling (VIB) van januari 2013. Deze wijziging leidde er toe dat zorggebruikers met belastbaar vermogen een hogere eigen bijdrage moesten betalen. We vergelijken deze personen met zorggebruikers zonder vermogen, maar vergelijkbare overige karakteristieken.

Onze resultaten laten zien dat na de wijziging van de VIB de kans op zorggebruik door de getroffen personen daalde met 5,7%. Dit is een gemiddeld effect over heel 2013. Het effect neemt toe over tijd; de eerste maanden na de wijziging is het nog niet significant, maar het stijgt tot circa 11% in de laatste maanden van 2013. De gemiddelde toename van de te betalen eigen bijdrage is 42%. Op basis hiervan schatten we een ruwe elasticiteit van -0,14 over heel 2013 en -0,26 over de laatste maanden van 2013. De elasticiteit is relatief beperkt wanneer we deze afzetten tegen het beschikbare Nederlandse onderzoek.

Het geschatte effect is sterker voor personen in meerpersoonshuishoudens en voor gebruikers van persoonlijke verzorging. Dit suggereert dat voornamelijk cliënten met een relatief eenvoudige zorgbehoefte en toegang tot mantelzorg afzien van formele zorg. Daarnaast vinden we, als verwacht, dat de effecten groter worden naarmate de toename van de eigen bijdrage groter is.

 

Auteur: Mariëlle Non

CPB Discussion Paper 363, 3 november 2017

Bron: website CPB

Downloads