Artikel

I Can Change the World with My Two Hands

‘I Can Change the World with My Two Hands ’ laat zien wat er mogelijk is op het gebied van lokale voedselproductie, buurtcomposteren en regenwateropvang. We spraken met Natascha Hagenbeek, kunstenaar en oprichtster.

Hoe ben je op dit initiatief gekomen?

Ik had een voorgevoel — in 2003 liet iemand mij een gemeenschappelijk park in New York zien. Toen dacht ik: “daar wil ik wel wat mee als kunstenaar.” Ik leerde later ook over community gardens, waar mensen fruit, groente en kruiden kweekten. Later tijdens een onderzoek dat ik deed zag ik de Whole Earth Catalogue en daar ging het heel erg over zelf doen, off-grid leven en zelfstandig zijn binnen de maatschappij, autonomie. Toen ik hier kwam wonen in 2009, kwam er op een gegeven moment een flyer in de bus met het verzoek wie er een goed idee had voor de buurt. Als kunstenaar ik heb een budget aangevraagd om deze tuin op te zetten.

 

Hoe is de tuin dan ontstaan?

Ik was met deze tuin een van de eersten in Amsterdam, dus ik moest heel veel voorwerk doen en pionierswerk verrichten. Ook snapte ik niks van stadslandbouw en mijn plan toen was om echt een productietuin te maken met verkoop van groenten. De tuinruimte was een klein zwembad en een speeltuin met afgekeurde speeltoestellen. De gemeente had wel gevraagd om goede ideeën in de buurt en omdat de buurt eens was met mijn idee, moesten ze wel een plek voor mij zoeken. In juni 2011 kon ik beginnen. Het was geen vruchtbare grond, het was zand. Dus wij moesten ook aarde naar binnen brengen. Dat hebben wij allemaal zelf gedaan. Het kost heel veel energie om de gemeente te overtuigen. Op een gegeven moment zeiden ze, “het mag” en moesten wij het gewoon doen! En zo is het ontstaan.

Hoe heb je de juiste plek gevonden?

Ik wist al van deze plek omdat ik verderop woon. Ik zag kinderen uit de poort komen met handdoeken om. Dat was al speciaal en ik vond het een fascinerende plek. Maar de gemeente wilde dat helemaal niet, want het moest geld opleveren en was van de afdeling Vastgoed. Het was al een openbare plek met gillende kinderen. Daarom dacht ik dat het perfect was. Er zijn al heel veel tuinen ontruimd in openbare plekken, dit was dus nodig.

Wat zag je, vanuit je blik als kunstenaar?

Ik had vooraf niet zo veel ideeën. Ik wist niet waar ik aan begon. Dat is een voordeel van kunstenaar zijn, je ziet geen beer op de weg. Je denkt, “Ja, doe maar!” Het was wel moeilijk en heftig. Ik was geen manager, er was geen ontwerp en ik had geen goede voorbeelden. Ik moest alles uitvinden.

 

Heb je onderzoek gedaan voordat je begon?

Ik heb natuurlijk gezocht en ik kwam in Rotterdam uit. Daar maakten ze educatieve plekken uit braakliggende terreinen. Maar dat was niet stadslandbouw. Boerenstadwens heet nu eetbaar Amsterdam. Annette van Hoorn had een cursus voor buurtmoestuintrekkers.

In het begin wil je ook een groepje vormen. Maar dat was ook voor mij nieuw. Het was ‘learning by doing’. Hier was het echt organisch groeien: wij hadden eerste tien tuinen, aarde neergelegd, toen kwam iemand erbij, enzovoorts. En hoe het verder groeit, hangt ook erg van de trekker af!

 

Als je terugblikt, zijn er bepaalde spannende, cruciale, of belangrijke momenten?

De eerste kerngroep was belangrijk. Ik was zelf onervaren, dus met de eerste kerngroep ging het heel erg mis. Het was super veeleisend. Als trekker had ik tien rollen: administrateur, inkoper, vrijwilligersbegeleider. Langzaam gingen al die mensen eruit. Op een gegeven moment hadden wij een bijeenkomst met weinig opkomst en daar wilden wij wat aan doen.

Onze opzet is je huurt een tuintje en je werkt drie dagen in een heel seizoen mee, staat in onze contract. Maar meewerkdagen werkte niet. Niemand wou daarmee helpen coördineren, daarom besloten wij dat de contributie per persoon een klein beetje hoger zou zijn en daaruit zou een meewerkdagen coördinator betaald worden. Want het moest beter geregeld worden en dat kon ik niet doen. Sindsdien gaan de meewerkdagen supergoed!

 

Hoe kom je aan mensen voor de kerngroep?

Het is een proces. Je hebt een aantal goede mensen in de kerngroep, die brengen goeie dingen in, die verbeter je steeds en laat je groeien. Bij problemen kijk je naar specifieke oplossingen. Regels maakten het werkbaar. We hebben vacatures uitgeschreven. Wij hadden altijd een wachtlijst. We hadden ook een jaar een regel dat mensen in de kerngroep voorrang kregen voor een tuin. Het is ook erg goed dat ik niet in de kerngroep zit; die kerngroep kan nu samen weer verder.

 

Wat zijn de belangrijkste dingen die je hebt geleerd?

Vooral leren pragmatischer dingen te bekijken. Maar kijk, voor iedereen is het anders, dus dan moet ook iedereen andere dingen leren. Een manager moet misschien menselijker zijn, maar voor mij was het ook leren om minder activiteiten te organiseren, niet te veel. En te verzakelijken en professionaliseren. Je moet ook beseffen dat je een aantal kwaliteiten zelf nooit zal hebben en misschien niet kan leren.

Als advies zou ik geven dat je samen moet werken en samenwerkingen moet zoeken. Voor activiteiten doe ik dat nu vooral. Nu met een tuin beginnen zou ik aanraden om met een goeie groep van vier of zo te beginnen. Ontwikkeling van kerngroep is een uitdaging.

Iets menselijks: er zijn zo veel dingen die gebeuren in iedereens leven - dat was voor mij veel te veel. dit is turbulent en veranderd continu. En de belangrijke ingrediënten zijn: doorzetten, een goeie groep mensen, capaciteit om te leren, innovatief nadenken, wat regels… daar geloof ik heel erg in. Maar misschien zegt een ander, juist geen regels!

Wij evalueren ook regelmatig; het is ingebouwd in het proces. De kerngroep vergadert maandelijks. Wij evalueren ook onze terugkerende evenementen zoals de Startersdag of de Oogstfeest. Dat hebben wij ook geleerd dankzij iemand die dat in een andere organisatie deed. Met mijn ervaring van de afgelopen jaren heb ik ook een overkoepelende mening.

Hoe ziet de toekomst eruit van deze tuin?

Door te gaan met professionaliseren tot onze organisatie, voor wat het is, heel erg stevig staat. De laatste drie jaar heb ik erg ingezet in het inkaderen, versmallen en beter organiseren. Langzamer wordt het supergeorganiseerd. Op een gegeven moment zal het zo goed zijn dat bijna niks meer aan mij hangt. En dat ik het volgende project kan beginnen.

Het was voor mij als kunstenaar heel moeilijk, omdat ik altijd iets nieuws wil. Maar wij moeten dat wat wij hebben consolideren. Dat een pragmatische vorm geven, is helemaal tegen mijn aard in. Dat was voor mij heel leerzaam maar ook heel zwaar. Daarom wil ik er ook nu uit, want ik krijg geen energie van alles steeds steviger organiseren. Dat heb ik wel gedaan omdat het nodig was.

Ons contract loopt af en er moet een nieuw contract komen, maar mij is gezegd dat ik daar geen zorgen over hoef te maken. Ik denk dat de gemeente nu ook ziet dat het een project is dat zichzelf heeft waargemaakt. Wij bestaan nu zeven jaar. Vind maar iemand die zo knettergek is om zeven jaar als een halve vrijwilliger hier te werken en een professionele organisatie op gaat zetten, met allemaal wisselende vrijwilligers!

 

Vanuit de perspectief van de stad, wat betekent deze plek?

Wij hebben een pioniersrol vervuld, heel veel voorwerk gedaan en anderen geïnspireerd. De plek is in Bos en Lommer, een opkomende achterstandswijk en hiervoor was er niks voor mensen. De tuingebruikers zijn niet allemaal hetzelfde als mij, maar hiervoor waren veel activiteiten sociaal gericht. Er was nog niet heel veel voor de nieuwe mensen in de wijk. Deze tuin heeft de verbintenis gemaakt tussen tuiniers. Je bouwt een community op in de buurt, je draagt bij aan sociale cohesie. Duurzaamheid was zeven jaar geleden ook nog niet echt een hot issue, maar wij hebben veel over educatie en groeien verspreid. Dus wij hebben ook een grote bewustzijnsrol in de buurt. Wij geloven heel erg in wat wij doen!

 

http://www.icanchangetheworldwithmytwohands.nl/agenda

Media