Auteur:
Dagmar Keim
Klimaatverandering, bevolkingsgroei, nieuwe technologieën, globalisering en de gevolgen van Covid19 veranderen de fysieke leefomgeving. Steden groeien en de stedelijke economie wint aan betekenis. Europese steden staan steeds meer op de agenda van de nationale, en ook de Europese, overheid. Decentralisaties veranderen de rol van lokale overheden. Op de hele wereld ontstaan metropolen en regionale samenwerkingsverbanden.
Auteur:
Dagmar Keim
In de architectuur is ‘habitat’ een ontwrichtende term. Dit is voor sommige mensen misschien een verrassende constatering: habitat lijkt immers op een vanzelfsprekende manier nauw verwant te zijn aan de term habitare, verblijven, aan de architectuur die voorziet in huizen en huisvesting
Auteur:
Dirk van den Heuvel
We zijn volledig afhankelijk geworden van kaarten overal om ons heen. We weten waar we ons bevinden met een paar klikken op onze smartphone, en we volgen blind onze navigatiesystemen in de auto omdat we de ‘objectieve data’ klakkeloos voor waar aannemen. We accepteren kaarten als wetenschappelijk bewijs bij nieuwsartikelen. Deze kaarten tonen uitsnedes van de wereld of een stad, die gevisualiseerd zijn op basis van geografische gegevens en zogenaamde ‘feiten’ die algemeen geaccepteerd worden als neutraal en onpartijdig – de afstanden kunnen nagemeten worden, de informatie kan gecheckt worden en het taalgebruik geeft een gevoel van objectiviteit.
Auteur:
Annelys de Vet
Drie jaar na invoering van de Omgevingswet (medio 2021) moeten alle steden in Nederland een nieuwe omgevingsvisie hebben ontwikkeld: de lokale vertaling van de nieuwe Omgevingswet die aanzienlijk minder regels opwerpt. De vraagstukken zijn complex: energietransitie, circulaire economie, ecologie en sociale ongelijkheid. Ze vragen om een integrale en inclusieve benadering van de stad. Het is een benadering die meer door onderliggende waarden dan door regels zal worden bepaald. Het denken vanuit waarden en kaders is niet nieuw, maar krijgt met de Omgevingswet nieuw elan. Per gemeente is de invulling verschillend. Op 26 maart 2020 kwamen gemeentelijke denkers en doeners op het gebied van de Omgevingswet online bij elkaar tijdens een Zoom-meeting van vijf kwartier, gemodereerd door Farid Tabarki (Studio Zeitgeist). De gedachtewisseling had als doel om de ruimtelijke en democratische mogelijkheden en moeilijkheden te verkennen.
Sprekers: John de Ruiter, Frank van den Beuken, Martin Verwoest, Irma Ramackers, Ellen de Bonth en Arjan Vedder
Tekst: Farid Tabarki en Rindert de Groot
Martien Kuitenbrouwer en Paul Gerretsen spraken elkaar online over de ontwikkeling van de gemeentelijke omgevingsvisies. Dit gesprek vond plaats tegen de achtergrond van drie ontwikkelingen. In 2021 wordt in Nederland de nieuwe omgevingswet van kracht. Deze vervangt en stroomlijnt een enorm struikgewas aan eerdere wetten en eisen ten aanzien van de bebouwde omgeving en stelt overheden – in principe – beter in staat om hun omgevingsplannen op integrale wijze te maken. Tegelijkertijd hebben gemeenten te maken met toenemende complexiteit van de vraagstukken waar ze voor staan. Naast langer bekende vraagstukken als mobiliteit, bereikbaarheid, schoon drinkwater en veiligheid moeten ook nieuwere opgaven als circulaire economie, sociale inclusiviteit, de energietransitie en ecologische regeneratie allemaal in dezelfde gebieden worden gerealiseerd.
Auteurs:
Klaas Kuitenbrouwer
Martien Kuitenbrouwer
Paul Gerretsen
In mei 2016 bleek de luchtkwaliteit in Amsterdam, Maastricht en Rotterdam zorgwekkend slecht te zijn. Al binnen een maand verscheen er een Nederlandse start-up die hierop inspeelde, met nieuwe slimme technologie, die beloofde het probleem op te zullen lossen. TreeWiFi is een klein vogelhuisje dat de huidige luchtvervuiling communiceert aan voorbijgangers door van kleur te veranderen; wanneer de luchtkwaliteit goed is geeft het groen licht en als beloning voor de bewoners biedt het vogelhuisje dan gratis wifi aan. The Guardian wijdde er niet veel later een artikel aan en speculeerde dat dit type uitvindingen onze stedelijke leefomgeving kan helpen verbeteren: Onze steden ‘slimmer’ maken zou de beste manier zijn om klimaatverandering en milieuschade te lijf te gaan.
Auteur:
Maria Kaika
Voedselbos Amsterdam Zuidoost (VBAZO) is een gebied van 55 hectare, gelegen in de K-buurt van Amsterdam Bijlmermeer, waar een groep actieve bewoners werkt aan ontwerp, uitvoering en beheer van een voedselbos. Met leeftijden van de leden die variëren van 26 tot 82 jaar, is de diversiteit van de groep representatief voor de buurt. Samen vormt de groep een ‘community of practice’,1 of praktijkgemeenschap (PG) met een breed scala aan kennis en talenten aangaande de vele deelonderwerpen die met het voedselbos te maken hebben, zoals permacultuur, agroecologie, regeneratieve landbouw, techniek, tuinieren, stedelijk groenbeheer, naaien, koken of voedsel inmaken.
Voedselbossen zijn de oudste vorm van landbouw, die met name in het Zuidelijk Halfrond nog veel wordt gepraktiseerd. Een aangelegd voedselbos reproduceert openingen in het bos en bosranden, waar de meeste biodiversiteit te vinden is. Plant-technisch gezien bestaat een voedselbos uit 7 aangeplante lagen: hoge bomen, lagere bomen, struiken/heesters, klimplanten, kruidlaag, bodembedekkers en knollen/bollen. Sommigen voegen een aparte ondergrondse fungi-laag, en waterschappen toe aan deze lijst en op 9 lagen uit. Een voedselbos is parkachtig en zeer geschikt voor de stedelijke openbare ruimte.
Een voedselbos is een tijdsopname in een ecologische successie, dat wil zeggen dat in plaats van de natuur haar gang te laten gaan waardoor een dicht, donker bos zou ontstaan, een specifieke ontwikkelingsfase door middel van beheer in stand gehouden wordt. Na de initiële studie- en implementatieperiode heeft een voedselbos overigens relatief weinig onderhoud nodig.
Auteur:
Debra Solomon
Multispecies Urbanism (MU) staat voor een rechtvaardige stedenbouw – van beleidsvorming en ontwerp tot stedelijke ontwikkeling en uitvoering – die gebaseerd is op wederkerige relaties tussen mensen en ‘meer-dan-menselijke’ wezens. MU heroriënteert stedenbouwkundige processen op de strategieën van niet-menselijke wezens om te overleven ondanks de door mensen gemaakte crises van klimaatverandering, grondstoffentekorten en het tekortschieten democratische systemen. Crises, zoals de huidige Covid-19 pandemie, worden verergerd door slechte gezondheidsomstandigheden, die aanzienlijk verbeterd kunnen worden als de principes van MU toegepast zouden worden in de ontwikkeling van onze steden. MU beschrijft de methodes, waarden en domeinen waardoor niet-menselijke wezens een stem krijgen en mensen deelnemers worden in ‘multispecies’ gemeenschappen, oftewel beter leren samenleven met planten en dieren, insecten en bacteriën, fungi en overige organismen. Opschaling van deze nieuwe manier van stedenbouw en ontwerp van de openbare ruimte heeft nog niet plaatsgevonden.
Auteur:
Debra Solomon
Aangezien steden steeds complexer worden en meer verbonden worden met en door netwerken en infrastructuren, gaan ze steeds vaker een wezenlijk onderdeel vormen van het dagelijks leven van hun inwoners en, belangrijker nog, worden ze kwetsbaar voor ontwrichtende gebeurtenissen en systeemveranderingen. Deze ontwrichtende veranderingen kunnen sociaal, fysiek of natuurlijk van aard zijn of technologie dan wel milieu gerelateerd zijn. Ondanks het huidige publieke draagvlak voor groene initiatieven mist het beleid nog de vasthoudendheid om Nederland een volhoudbare duurzame weg te doen inslaan. Dit duidt, zou je kunnen zeggen, op een verstoord waardesysteem, of op ernstige cognitieve dissonantie. Daarbij komt dat het onvermogen om veranderingen manifest te maken niet voortkomt uit een gebrek aan (technologische) kennis, maar uit onwil. Tegelijkertijd zijn we ons tegenwoordig volledig bewust van het feit dat de status quo onhoudbaar is en hoewel we de technologische capaciteit hebben om in de basisbehoeften van alle mensen te voorzien, draaien onze technologische en economische systemen om risicomijding en winstmaximalisatie. Echter, we moeten ook onder ogen zien dat technologie alleen ons niet kan redden. Als radicale technologische innovaties niet gepaard gaan met even radicale veranderingen in onze levensstijl en onze sociale en politieke instellingen en gebruiken, worden de eerstgenoemde zinloos. Echte maatschappelijke transformatie kan pas plaatsvinden als we ons realiseren dat innovatie geen kwestie is van het simpelweg veranderen van het metabolisme – het herschikken van de onderdelen van de stedelijke leefomgeving (gebouwen, infrastructuren en de manier waarop ze worden beheerd) en als we niet langer denken dat we alle puzzelstukjes al op tafel hebben liggen.
Auteur:
Arjan van Timmeren
In het rijk van de planten bestaan er in Europa 35 plantensoorten die wettelijk gedegradeerd zijn tot verboden soorten. Het gaat hier om ‘invasieve uitheemse plantensoorten’, die op basis van hun etnische en biologische kenmerken een bedreiging vormen voor inheemse Europese planten. In de gehele EU is het verboden om deze soorten te kweken, te verhandelen en te vervoeren. Als reactie op deze wettelijke bepaling wil Studio Wild met The Forbidden Garden of Europe een internationale discussie op gang brengen over nieuwe manieren van samenleven. Dragen ruimtelijke, sociale en wettelijke beperkingen bij aan de totstandkoming van een meer diverse samenleving?
Auteur:
Het Fisheye-project verkent de wateren van de Venetiaanse lagune, een hybride gebied waar een grote diversiteit aan protagonisten te vinden is – vongole,1 bricole,2 gondole,3 zoutmoerassen en cruiseschepen. Van deze protagonisten, fungeren de bricole als navigatiebakens, die het waterverkeer van de lagune regelen, en tegelijkertijd de leefomgeving zijn van een gemeenschap van species. Door microscopisch in te zoomen op een enkele paal ontdekt men een wereld van micro-organismen, hun relaties en zoneringspatronen.
Het project verbindt uiteenlopende schalen, van micro tot macro, en ondekt zo de verborgen lagen er tussen in. Elke schaal bevat een ander narratief en laat zich anders lezen. De relaties tussen deze zichtbare en onzichtbare werelden, codes en processen staan centraal in dit project. Alle afbeeldingen tonen de verborgen grafische code van de bricole.
Auteur:
Bureau Lada
Met haar Green Deal geeft de Europese Unie blijk van grote ambitie om de Europese economie om te vormen tot een duurzame economie van de toekomst. Deze ambitie heeft betrekking op acht kernthema’s: klimaat, schone energie, circulaire economie, efficiënt gebruik van hulpbronnen, een gifvrij milieu, biodiversiteit, eerlijk voedsel en slimme mobiliteit. Om de gestelde doelen te bereiken, moeten we de manier waarop we ons dagelijks leven leiden veranderen. Dat leven speelt zich voornamelijk in de stad af. De doelen van de Green Deal zijn vanzelfsprekend sterk met elkaar verbonden en er komen niet alleen allerlei te vermijden compromissen en impasses bij kijken, maar ook allerlei vormen van synergie die we juist graag willen benutten. Om al deze onderlinge afhankelijkheden beter te begrijpen, kan de samenleving worden opgevat als een complex systeem waarin heel veel positieve en negatieve terugkoppelingen plaatsvinden. Het ruimtelijke niveau van de stad is relevant en zeer geschikt om ons begrip van dit systeem te vergroten. In de gemeente Amsterdam vinden dagelijks verspreid door de stad en haar omgeving duizenden routinematige processen plaats die gebruikt kunnen worden om – relatief eenvoudig en automatisch – ruimtelijk en temporeel expliciete gegevens te genereren die ons begrip van dit complexe systeem kunnen voeden en verbeteren.
Auteur:
Annemarie van Wezel
“Multiplicity of Other (de ‘meervoudigheid van de ander’) staat voor de meerderheid van informatie, gewoontes, gebruiken en waarden die niet onderdeel zijn van de dominante cultuur; een hele eigen wereld van doen en zijn. Om steden te ontwerpen die daadwerkelijk functioneren op diverse en meervoudige niveaus, moet deze andere wereld gewaardeerd en begrepen worden.”
Auteur:
Affaina de Jong
In de essaybundel The Decolonization of Imagination: Culture, Knowledge and Power (1995), hebben Jan Nederveen Pieterse en Bhiku Parekh toonaangevende denkers gebundeld om de relaties tussen cultuur en macht, tussen overheersing en verbeelding, in diverse contexten kritisch onder de loep te nemen. Het boek bekritiseert eurocentrisme (en andere vormen van westers etnocentrisme), maar stelt eveneens cultureel nationalisme ter discussie, dat in delen van het zuidelijk halfrond (toen nog ‘de derde wereld’ genoemd) opkwam als een vorm van verzet tegen imperialisme. Het boek biedt een andere invalshoek en bepleit de normalisering van cultureel pluralisme en een ‘post-kolonialisme’ dat Noord/Zuid begrenzingen overstijgt.
Auteur:
Azza Karam
Failed Architecture (FA) brengt architectuur terug in verbinding met de echte wereld. We zoeken nieuwe manieren om naar de bebouwde omgeving te kijken en de betekenis van architectuur in onze hedendaagse maatschappij te begrijpen. Sinds 2011 bieden we een platform aan voor een inclusief en kritisch debat over steden en architectuur. We brengen onconventionele verhalen samen vanuit ons internationale netwerk van auteurs met uiteenlopende achtergronden.
Mounir Samuel Werkt als politicoloog op de scheidslijnen van media, kunst en cultuur. Hij is herhaaldelijk bekroond journalist, auteur van tien boeken, performance artist, theatermaker, trainer, dramaturg, documentairemaker, diversvaardigheidsmanager, expositiemaker en meer. Hij beweegt gracieus tussen verschillende werelden en weet zeer uiteenlopende disciplines naadloos met elkaar te verbinden.
Auteur:
Mounir Samuel
Obesitas, ondervoeding en klimaatverandering zijn drie pandemieën die de mensheid wereldwijd bedreigen. In 2019 verklaarde de Lancet Commissie voor Obesitas dat deze drie pandemieën samen een mondiale syndemie vormen – ze spelen zich op hetzelfde moment op dezelfde plaats af, ze hebben een onderlinge wisselwerking waardoor complexe gevolgen ontstaan, en ze hebben gemeenschappelijke onderliggende maatschappelijke oorzaken.1 Welke waarden maken het mensen, gemeenschappen, professionals, beleidsmakers en onderzoekers mogelijk om op een zinvolle manier te overleven in een omgeving die obesogeen is, waar voedselonzekerheid heerst en die de uitstoot van broeikasgassen bevordert?
Auteurs:
Lieke van Houtum
Siegnella Concincion
Vincent Busch
Karen den Hertog
Een geëngageerd academisch project, gericht op de inclusie van vluchtelingen, bracht verschillende belanghebbenden (vluchtelingen, beleidsmakers, HRmanagers, ngo’s die met vluchtelingen werken) samen om kwesties als diversiteit, macht en deelname te bespreken. Het meest indringende voorbeeld van dit project komt van Sarah, die 10 jaar eerder als vluchteling naar Nederland kwam. Toen Sarah werd gevraagd het moment in haar leven te beschrijven waar zij zich het sterkste voelde, antwoordde ze: “Ik denk niet dat ik een dergelijk verhaal heb”. Na aanmoediging van de groep om na te denken over welke aspecten van haar verhaal ze als krachtig zou beschrijven, bleef ze stil. “Ik weet het niet”, antwoordde ze verward. […] Na verschillende sessies in stilte, vertelde Sarah uiteindelijk een verbazingwekkend verhaal over zichzelf als jonge vrouw die vecht voor de vrijheid van zichzelf en die van andere vrouwen in een onderdrukkende, door mannen geregeerde omgeving in Eritrea. Uiteindelijk doet zij daar mee aan de gewapende strijd voor de vrijheid van haar land, waardoor ze haar familie, sociale positie en haar dagelijkse zekerheden achter zich laat. Hoe kan verklaard worden dat een dergelijk verhaal vergeten wordt? Versterkt door de herbeleving van haar activistische verleden, vertelde Sarah dat ze in Nederland alleen negatieve reacties had gehad: “Nee je bent niet goed genoeg.” “Nee, je taal moet je verbeteren.” “Nee, je hebt niet de juiste papieren.” Op deze manier verloor ze niet enkel haar zelfvertrouwen, maar ook haar levensverhaal. In Nederland werd ze alleen aangesproken op haar tekortkomingen en de noodzaak om te verbeteren om in de samenleving te passen. Zo werd ze iemand die “niets te zeggen” had.
Auteur:
Halleh Ghorashi
Grootstedelijke opgaven als energietransitie, klimaataanpassingen of bijvoorbeeld het vergroten van de kansengelijkheid vormen zowel een uitdaging als een kans om nieuwe inzichten, methoden en technologieën te ontwikkelen en toe te passen. Overheden staan onder voortdurende druk om prestaties en effectiviteit verder te verbeteren terwijl de complexiteit van de uitdagingen waar steden voor staan tegelijkertijd groter worden. In toenemende mate is er sprake van meervoudige samenwerkingsrelaties met verschillende partners. Daarom is het noodzakelijk om in korte tijd alle beschikbare informatie zo optimaal mogelijk in beeld te hebben. Onderzoek, kennis over onderzoek en het delen van deze kennis op het juiste moment met de juiste mensen is steeds noodzakelijker. Kennis ontstaat in sociale interactie en voor kennis die noodzakelijk is voor de stad is de interactie tussen experts, belanghebbenden en betrokkenen cruciaal.
Auteur:
Caroline Nevejan
Op 21 april 2020 gaat het digitale platform openresearch.amsterdam open na een ontwikkeling van 2,5 jaar. In dit platform werken onderzoekers van de stad Amsterdam en onderzoekers in universiteiten en hogescholen van Amsterdam samen aan/in/voor en met de stad. Via het platform kunnen onderzoekers elkaar vinden terwijl ze aan een onderzoek werken en elkaars werk versterken vanuit verschillende perspectieven. In de stad zijn opgaven integraal en interdisciplinair. Energietransitie bijvoorbeeld gaat over infrastructuur, over ICT, over gedragsverandering, over cultuur, over mobiliteit, gezondheid en meer. Het platform maakt het mogelijk om eigen onderzoek te publiceren en dan te zien wie nog meer bezig is met datzelfde onderwerp vanuit een ander perspectief. openresearch.amsterdam heeft de ambitie om als platform voor onderzoek en innovatie over, met, door en voor Amsterdam en Regio, synergie te creëren tussen onderzoek in de universiteit, de hogescholen en de stad. Het Chief Science Office van Amsterdam heeft dit platform ontwikkeld en voert regie over het beheer ervan.
Auteurs: Caroline Nevejan, Ida de Freitas, Elisabeth IJmker, Thijs van Schijndel, Carrie Leermakers, Bernadette Hillege
Een reiziger komt aan in een dorp. Zij heeft honger en vraagt aan verschillende bewoners of zij eten hebben voor haar. Nee, zegt de één na de ander. Enigszins vermoeid zoekt zij een steen en maakt een vuurtje in het midden van het dorp. Zij zet een pannetje water op het vuur en legt de steen op de bodem van de pan.
Auteur: Caroline Nevejan
Zowel een gemeente als een universiteit heeft een specifieke bestuurscultuur. Het is complex om tussen dergelijke grote organisaties een nieuwe manier van structureel kennisdelen te introduceren. Is het mogelijk om een governance structuur te ontwerpen voor een platform waar de content wordt geplaatst door redacteuren van allerlei verschillende organisaties, met ieder een eigen cultuur en hiërarchie? Zelfs wanneer de deelnemende partijen allen publieke organisaties zijn, is kennis delen en informatie openbaar maken niet vanzelfsprekend. Dit heeft te maken met angst voor de risico’s van het bekend maken van mogelijk vertrouwelijke of anderszins gevoelige informatie. In de academische wereld is de macht van uitgeverijen, door het beheer van intellectuele eigendomsrechten, groot tot op de dag van vandaag. Dit maakt kennis delen voor academici regelmatig ingewikkeld. Daarom is er een grote beweging op gang gekomen die ‘open access’ propageert en mogelijk maakt. Verschillende steden, zoals Amsterdam en Barcelona bijvoorbeeld, propageren een beleid waarin data en informatie open zijn tenzij er gegronde redenen zijn deze niet openbaar te maken. Ook hier is de papieren werkelijkheid vaak anders dan de praktijk.
Auteurs: Elisabeth IJmker en Ida de Freitas
Een uitdaging voor digitale platforms die ‘communities of practice’ (CoP) ondersteunen, is hoe nieuw verworven kennis van elders toepasbaar wordt in de lokale contexten van werkvloeren waar specialisatie plaatsvindt. IKEA bijvoorbeeld, het bedrijf waar ik werk, ontwikkelt voortdurend zijn kennis als wereldwijde detailhandelaar in woninginrichting om de concurrentie voor te blijven. Nieuw verworven kennis wordt via een digitaal platform aan de medewerkers ter beschikking gesteld. Zo kunnen ze deze nieuwe kennis toepassen in hun manier van werken, waardoor verdere specialisatie plaatsvindt. Kan een digitaal platform bijdragen aan de voortdurende ontwikkeling van expertise in lokale contexten en tegelijkertijd bijdragen aan relevante kennisdeling op wereldschaal?
Auteur:
Ino Paap
Wetenschappers aan Nederlandse universiteiten behoren tot de meest productieve ter wereld. Er wordt in ons land per hoofd van de bevolking bijzonder veel kennis geschapen door hardwerkende academici, die bovendien intensief onderwijs geven en daardoor hun studenten niet alleen leren hoe onderzoek gedaan wordt maar hen ook al zelf nieuwe kennis laten genereren. Je zou dus denken: daar maken we in Nederland natuurlijk optimaal gebruik van. Maar dat is niet zo. Dat ligt deels aan de manier waarop onderzoeksresultaten worden gepubliceerd: in een groot aantal zeer gespecialiseerde wetenschappelijke tijdschriften. Het wetenschappelijk onderzoek is de laatste decennia sterk gericht op het schrijven van deze gespecialiseerde artikelen. Het aantal artikelen, de mate waarin ze door andere onderzoekers worden geciteerd, en het aantal verworven onderzoekssubsidies is de afgelopen decennia bepalend geweest. Wie niet voldoende schreef werd minder serieus genomen.
Auteur:
Paul Wouters
In 2016 kreeg ik de kans om samen te werken met zo’n 200 studenten van vier minorprogramma’s (TU Delft TBM Faculteit) op het TU Delft Open Research Platform. De studenten van deze minoren hielden zich bezig met gezamenlijk onderzoek binnen teams en ontwikkelden hun eigen projecten rond echte vraagstukken in Nederland en ook internationaal. Voor elke studentengroep werd een projectpagina gemaakt en de studenten werd gevraagd om artikelen te maken voor elke stap van hun werk (analyse, communicatiemiddelen, vergadernotities, ideeën) en deze artikelen online te delen, zodat zowel andere studenten als de belanghebbenden ze zouden kunnen zien en feedback zouden kunnen geven.
Auteur: Pinar Sefkatli
De Engels-Ierse filosoof George Berkeley vroeg zich rond 1700 af: maakt een boom geluid als niemand hoort dat die omvalt? Zijn antwoord was stellig: ‘esse est percipi’, oftwel ‘zijn is waargenomen worden’. Gelukkig voor hem geloofde Berkeley in een God die alles waarnam, en daarmee was het bestaan gewaarborgd. Genereert een onderzoeker kennis als er niemand is die ervan hoort? Het lijkt wat polemisch gesteld misschien, maar deze vraag raakt wel degelijk aan een teer punt – want wanneer is iets kennis? Om bij Plato te beginnen: hij definieerde kennis als een ‘gerechtvaardigde, ware overtuiging’. Gerechtvaardigd: dat zit meestal wel goed bij onze onderzoekers, met hun methodologieën en hun protocollen en hun uiterst precieze verslaglegging. Bij waarheid wordt het al lastiger. Hoewel de meningen verschillen over de haalbaarheid (vanuit praktische dan wel theoretische gronden) van waarheid, heerst er in het algemeen consensus dat waarheid in elk geval het nastreven waard is. Maar wie bepaalt dan wanneer dat doel bereikt is? Wanneer iets waar is? Zijn dat de onderzoekers zelf?
Auteur:
Veronica Baas
In het eerste essay pleit Peter van Assche voor een radicale circulaire architectuur als een choreografie van transities van materialen van vast naar vloeibaar en gas en weer terug. Eveline Jonkhoff introduceert vervolgens de redenen waarom een circulaire strategie voor een stad als Amsterdam noodzakelijk is en beschrijft hoe deze is gemaakt met vele collega’s, bedrijven en bewoners van Amsterdam
Auteur:
Peter van Assche
Het is de ambitie van Amsterdam om in 2050 een volledig circulaire stad te zijn. Een stad waarin iedereen prettig kan leven en verblijven, met oog voor de grenzen die de aarde ons oplegt. Dat is goed voor de economie, voor de natuur én voor de Amsterdammers en bezoekers.
Auteur:
Eveline Jonkhoff
Hoe ziet vooruitgang eruit? In de twintigste eeuw werd vooruitgang begrepen als een zich voortdurend in een stijgende lijn bewegende groei die werd gemeten in BBP. Hoe rijk een land ook al was, succes betekende altijd: nóg meer groei. De crises die zich sinds de eeuwwisseling opstapelen – van financiële ineenstorting en klimaatontregeling tot quarantainemaatregelen vanwege het coronavirus – maken nu echter zichtbaar wat een absurd smalle definitie van vooruitgang dat eigenlijk is.
Auteur:
Kate Raworth
Klimaatverandering lijkt soms een Star Wars strijd tussen de Force en de Sith. Informatie over de relatie tussen mensen, dingen, de omgeving en de ecologie is aan de kaak gesteld sinds de Club van Rome het inzicht over de grenzen van materiële groei bekendmaakte in 1972. Het argument is tot de dag van vandaag kraakhelder: de huidige mate van bevolkingsgroei, voedselproductie, industrialisatie, uitputting van natuurlijke hulpbronnen; en de vervuiling in het water, de lucht en aardbodem is ernstig. Maar ‘the bigger picture’ is te groot en informatie over verduurzaming heeft hierdoor een verlammend effect. Door de bomen is het bos van informatie niet meer te zien.
Auteur: Juan-Carlos Goilo
Hoe weet je waar je bent en wie je bent? Hoe weet je met wie en met wat je bent? Om te weten of Amsterdam op de goede weg is naar een circulaire stad gaat de gemeente Amsterdam de voortgang meten. De monitor brengt in kaart in welke mate de Amsterdamse economie circulair is en signaleert op welke gebieden er meer moet gebeuren. Hiermee kan de stad meten of haar streven naar een halvering van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030 haalbaar is, net als de ambitie om uiterlijk in 2050 100% circulair te zijn. De monitor draagt specifiek bij aan het genereren van up-to-date inzicht in de grondstoffen en materialen die de stad verbruikt en in een later stadium als afval produceert.
Auteur: Juan-Carlos Goilo