Artikel

Toespraak bij de Nieuwjaarsontvangst van de gemeente Amsterdam

1 januari 2023

Toespraak burgemeester van Amsterdam, bij de Nieuwjaarsontvangst van de gemeente Amsterdam in het Concertgebouw, 1 januari 2023.

Dankjewel kinderburgemeester Thymen!

Ik wens jou en alle kinderen van Amsterdam een heel gelukkig nieuw jaar.

En natuurlijk alle Amsterdammers en alle speciale gasten hier aanwezig.

Wij hebben nog niet zo lang een kinderburgemeester in onze stad.

Maar als wij die wel gehad zouden hebben, laten we zeggen aan het einde van de negentiende eeuw, dan zou hij vast Kees Bakels hebben geheten.

Oftewel  Kees de Jongen, zoals Theo Thijssen hem beschreef.

De beginregels behoren tot de beroemdste uit de Nederlandse literatuur. Ik lees voor:

“Veel mensen schijnen Kees Bakels niet eens te hebben gekend en dat is eigenlijk niet goed te begrijpen. Is hij niet zowat de belangrijkste jongen geweest die er ooit bestaan heeft?”

Zo begon voor talloze lezers de kennismaking met de Jordaan van eind negentiende eeuw. Met de zware leefomstandigheden en de armoede.

En vooral met de twaalfjarige Kees die in zijn hoofd de hele wereld aankan.

Opgroeien in deze stad is niet altijd makkelijk en misschien daarom zo’n grote bron van inspiratie. Dat was het toen en dat is het nu nog altijd.

Ook bij Herman Koch, Arnon Grunberg, Mano Bouzamour, Murat Isik en Lale Gül – om er een maar een paar te noemen – is opgroeien in Amsterdam een bron voor prachtige literatuur.

Kees Bakels moest na zijn lagere school direct werk zoeken, en wie de avonturen van jonge hoofdpersonen nu volgt ziet dat we vooruitgang boeken.

Bijna 100 jaar later schreef Murat Isik de roman Wees Onzichtbaar over Metin, een jongen die opgroeit in de Bijlmer.  Zijn vader maakt constant ruzie en ook zijn buurgenoten maken Metin het leven soms zuur

In het gezin is weinig geld en Metin wordt geconfronteerd met discriminatie. Maar in tegenstelling tot Kees lukt het Metin om te gaan studeren.

Dat kon Metin doen omdat wij in Nederland, tekortkomingen ten spijt, nu beter onderwijs voor iedereen hebben. En Metin had het geluk dat zijn moeder hem al op jonge leeftijd naar de bibliotheek in Ganzenhoef bracht, zodat hij lezen leerde en liefde kreeg voor boeken.

Maar helaas lijken het Amsterdam van Kees én van Metin, ondanks een eeuw verschil, ook nog teveel op elkaar. Nog steeds zijn er grote verschillen in inkomen, welvaart en kansen. En de plek waar je wieg stond bepaalt nog altijd teveel hoeveel geluk en succes je ontmoet in het leven …. en ook in onze stad.

Of zoals rapper ArbiDjan uit Amsterdam noord zegt: ‘ik kom van naar pis stinkende trappenhallen en kakkerlakken. Uitkijken dat niemand je airmax komt afpakken. Vanaf een jaar of 6 constant op mijn hoede. Uit een eenoudergezin, constant vol woede. Hadden nooit geld voor het zwembad dus we glipten. Hadden nooit geld voor wat de rest had dus we pikten. (..) Mijn vader (..) gewoonweg naar de klote. Best een zwaar ding. Moeilijk te begrijpen voor een kind…'

Als het erop aan komt is er voor het handelen van het Amsterdamse bestuur eigenlijk maar één kompas:

De vraag is namelijk hoe wij onze samenleving willen doorgeven aan de generaties die nu opgroeien. In wat voor stad willen we dat zij volwassen worden.

En het antwoord luidt: Een vrije stad waar opgroeien betekent vrijer worden, meer mogelijkheden krijgen. Een stad waar opgroeien betekent dat je wereld groter wordt. Ook letterlijk. Er zijn nu nog te veel jongens en meisjes die opgroeien in bijvoorbeeld Geuzenveld, Holendrecht of De Banne, maar nauwelijks buiten de grenzen van hun wijk komen.

Zij moeten het gevoel kunnen hebben: ‘deze stad is ook van mij, dit land is ook van mij.’

En daarom zeilt het nieuwe college scherp aan de wind. In de Stopera en in de stadsdelen. En dat zeg ik met gepaste trots.

Op het college dat ongelijk durft te investeren. Dat met masterplannen vertrouwen wint in Zuidoost en Nieuw-West. Dat scherpe keuzes maakt voor de binnenstad, de woningbouw – in tijden van inflatie en stijgende prijzen - op peil houdt en alles uit de kast haalt om energiearmoede tegen te gaan.

En een college dat op zoveel vlakken, van duurzaamheid tot kunst en cultuur, MBO tot Digitale Stad een bondgenoot wil zijn van nieuwe generaties.

En trots ben ik op de jongste gemeenteraad van Nederland, die de stem van een nieuwe generatie laat klinken en pal staat voor een stad voor alle leeftijden.

De wereld groter maken, onze stad toegankelijk maken voor alle jongeren, gaat niet alleen over de investeringen die we doen. Het gaat ook – en misschien wel vooral – over welk voorbeeld we geven. Als volwassen Amsterdammers, maar vooral als bestuurders van onze prachtige stad.

Wij hebben onze lokale democratie en onze rechtstaat te hoeden. Ervoor te zorgen dat iedereen zijn aandeel kan opeisen.

Wij hebben pal te staan voor de democratische waarden die we willen doorgeven aan onze jongeren. Dat zijn de waarden van het open gesprek, van zachte en vreedzame omgangsvormen en van respect voor minderheden

Zeker nu, nu aan de oostgrens van Europa een jonge democratie voor haar bestaan vecht tegen een brute dictator wiens wereldbeeld – helaas - ook in onze samenleving weerklank vindt. In anti parlementaire en anti rechtsstatelijke sentimenten. In geflirt met extreemrechts gedachtegoed, antisemitisme, racisme en vrouwenhaat. Gecombineerd met complottheorieën.

Dit is een giftige mix die mensen aanzet tot intimideren, bedreigen of erger. Waarbij tegenstellingen worden uitvergroot en aangewakkerd en groepen tegenover elkaar komen te staan. Elite tegenover het volk, wit tegenover kleur, stad tegenover platteland. Oud tegenover jong.

Als verschil zwaarder weegt dan wat ons bij elkaar houdt, dan zijn kinderen en jongeren het eerste slachtoffer, en zeker die jongeren die het al moeilijk hebben. Omdat hun belang in de toekomst ligt, hun stem nog minder luid klinkt en in een sfeer van polarisatie en hijgerige, kortetermijnconflicten het eerste het onderspit delft.

Amsterdam is een jonge stad, hoewel bijna 750 jaar oud. Jong in zijn historische vrijheidsdrang en lust tot verandering. En – vooral - omdat meer dan een kwart van onze bevolking beneden de 25 jaar is.

Amsterdammers zeggen vaak dat de stad aardig is, of lief in de woorden van mijn voorganger Eberhard van der Laan.

Lang niet altijd, natuurlijk. Maar veel van het politieke gif, van de polarisatie die het landelijke debat beheerst, gaat – gelukkig - aan onze stad voorbij.

Op straat kom ik - bijna - altijd aardige mensen tegen. In buurthuizen, in gebedshuizen, op scholen, in cafés, overal spreek ik mensen die tolerant zijn, die zich willen inzetten voor elkaar en met elkaar willen samenleven.

Onze stad barst van vrijwilligers voor de opvang van mensen die hier hun thuis hebben verloren of van elders zijn gevlucht voor oorlog en vervolging. Van ondernemers die bijspringen om Amsterdammers te helpen die in de knel komen door stijgende prijzen. En van de sociale initiatieven die u op de vernieuwde site WijAmsterdam.nl vindt.

Zij verdienen ook bestuurders die vertrouwen geven. Die in al hun handelen de democratische waarden laten doorklinken. En die de toekomst van onze stad, van de jonge generaties en hun vrije ontwikkeling boven alles stellen.

Traditiegetrouw wordt er op deze eerste januari een wens uitgesproken voor de stad en haar inwoners. Mijn wens is dat onze kinderen en jongeren kunnen bloeien, ongeacht uit welk deel van de stad ze komen.

En ik voeg daar een opdracht voor ons zelf, de bestuurders van Amsterdam, aan toe.  Ingesleten wantrouwen creëert voor veel inwoners grote ergernissen, hindernissen of nog veel erger. Wantrouwen kweekt wantrouwen. En het geeft het verkeerde voorbeeld aan de generaties die na ons komen.

Alleen door vertrouwen te geven kan de overheid stap voor stap vertrouwen terugwinnen. In Amsterdam leren wij dat elke dag van onze bewoners, bijvoorbeeld van Red Amsterdam Noord, die nu zelf de plannen maken voor hun stadsdeel. Zij hebben hun plek aan de tafel opgeëist en veranderen onze bestuurscultuur.

En we leren het van onze jonge ambassadeurs, van de kinderraad, van Jason Bhugwandass – Amsterdammer van het jaar -, van Imane Valk en van Thymen, onze kinderburgemeester. Als bestuur van de stad willen wij leiden door te leren, en door dienstbaar te zijn.

Amsterdammers, dames en heren,

Hoe gaan wij onze stad doorgeven?

Ik ben ervan overtuigd dat ondanks de problemen die onze stad kent een volgende generatie kan opgroeien in een mooier, vrijer en kansrijker Amsterdam.

Laten wij dat in het nieuwe jaar voor ogen houden. Laten we er vertrouwen in hebben dat we dat kunnen. En laten we ons daarbij inspireren door Kees de Jongen, nadat hij eindelijk gekust was door zijn Rosa.

Ik lees nog een keer:

“En op de stille donkere gracht liep hij als een aanvoerder aan het hoofd van een onoverwinnelijk leger, trots zeker en gelukkig, de daverende muziek in zijn hoofd. En de mensen die hem voorbijgingen wisten niet dat daar een jongen ging die alles zou kunnen, nu hij eenmaal begonnen was […]”

Ik wens u nogmaals een prachtig 2023.

Dank u wel.

Aanvullende informatie