Een voorbeeld van een rainproof inrichting is dat bovengrondse nutsvoorzieningen (in risicovolle gebieden) op verhoogde plekken geplaatst worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor transformatorhuisjes en netwerkkastjes. Ondergrondse delen van nutsvoorzieningen zoals drinkwaterleidingen, riool- en gasbuizen worden juist dieper gelegd zodat ze niet kunnen opdrijven.
Afgesloten drinkwaterreservoirs vormen een tijdelijk alternatief voor de drinkwatervoorziening. Bij stijgend waterpeil moeten rioleringen voorzien zijn van keerkleppen om te voorkomen dat de gebouwen via het riool volstromen.