Artikel

Havengilde diner 2019

29 november 2019

Dames en heren, ik dank u hartelijk voor de uitnodiging om hier vanavond te spreken.

Ik heb me afgevraagd op welk moment in mijn toespraak ik de olifant in de kamer zal benoemen. Ik heb besloten om dat meteen maar aan het begin te doen.

De verhouding tussen het Amsterdamse stadhuis en de haven is stroef. Het stadsbestuur heeft haast met de grote maatschappelijke opgaven die op ons afkomen en gaat soms iets te snel voorbij aan wat dit voor de havenbedrijven betekent. U bent in de goede en slechte tijden trouw gebleven aan onze haven, daar mogen we onszelf best vaker aan herinneren. Hoe dankbaar we ook zijn voor de tech bedrijven die in onze stad neerstrijken, zij kunnen morgen hun laptop dichtklappen en elders in de wereld kantoor houden. U bent verknocht aan onze haven en biedt werk aan meer dan 60.000 mensen.

“Toch denk ik dat de gemiddelde Amsterdammer niet weet wat in de haven gebeurt. Toen ik hier studeerde had ik ook geen idee.” Ik had het gezegd kunnen hebben maar het zijn de woorden van Peter van Wessel, directeur Oiltanking (in de zaal aanwezig). Hij zei dit bij het 100 jarig bestaan (in 2017) van ORAM.

Ik denk dat hij gelijk heeft.

Hoe kan het toch dat stad en haven elkaar een beetje uit het oog verloren zijn?

Sta me toe om in vogelvlucht over de geschiedenis van onze haven te spreken. Misschien vinden we daarin de verklaring.

Wanneer je een plattegrond ziet verbaast het telkens weer als je die rechte lijn van het Noordzeekanaal ziet lopen. Je moet rond 1850 (gereed in 1876) maar hebben gedurfd om te zeggen: dat kanaal moet er komen want daar wordt onze handelspositie beter van. Het graven ervan werd lang voor technisch onmogelijk gehouden. Bovendien was het Noordhollandsch Kanaal vijftig jaar eerder aangelegd maar binnen de kortste keren niet breed en diep genoeg voor de snel veranderde scheepvaart terwijl bij de opening nog werd gesproken van het “pronkstuk dezer eeuw”. Bij het Noordzeekanaal gooide het stadsbestuur het over een andere boeg, de bevolking werd de belofte gedaan dat de directe verbinding met de open zee “Amsterdam tot de beste Zeehaven van Europa” zou maken. Ondernemers werden iets dwingender overtuigd met het argument, ik citeer, “het kanaal geldt als welvaren of den ondergang van uw bedrijf”.

De financiering van het project verliep moeizaam omdat de rijke kooplieden en handelshuizen slechts 4,5% dividend in het vooruitzicht werd gesteld, gegarandeerd door de staat (ja, u hoort het goed en nee, dat is niet wat ik u vandaag in het vooruitzicht ga stellen).

Met de bouw van het Centraal Station dertien jaar later (1889) kwam Amsterdam voor het eerst in haar geschiedenis afgesneden te liggen van de haven. De beroemde architect Cuypers was er van overtuigd dat het Centraal Station op de huidige plek moest komen. De reders waren huiverig voor dit idee omdat het lastig zou worden voor grote schepen om te manoeuvreren. De Amsterdamse Kamer van Koophandel was van meet af aan tegen en noemde het een, ‘eeuwige en onherstelbare fout’. Dat viel uiteindelijk mee want de haven ontwikkelde zich vervolgens langs het IJ beter dan op de oude plek ooit voor mogelijk was gehouden. Wel kunnen we constateren dat met de bouw van het Centraal Station Amsterdam overging van een waterstad naar een landstad. Na de Tweede Wereldoorlog de-industrialiseerde Nederland en ook in Amsterdam werd de industrie steeds kleiner, de scheepswerven krompen in en in 1984 moest zelfs de Amsterdamse Droogdok Maatschappij haar deuren sluiten. De Amsterdamse haven concentreerde zich voortaan op de opslag en doorvoer van fossiele brandstoffen, die vanaf 2000 verantwoordelijk waren voor meer dan 90% van de volumegroei van de haven. Amsterdam werd een wereldstad met een energiehaven.

Dames en heren, stad en haven is altijd een open zenuw gebleven. Door de tijd heen gaat het altijd over geld, de breedte en diepte van de kanalen en twisten tussen Den Haag en Amsterdam. Maar op één onderdeel wist iedereen elkaar telkens weer te vinden: de haven staat voor werkgelegenheid en welvaart.

Ik zei het al aan het begin. Er komen grote maatschappelijke opgaven op ons af. Na 1,5 jaar burgemeesterschap ben ik me bewust geworden dat Amsterdam niet op zijn macht maar op de kracht van de Metropoolregio moet voortbouwen. Amsterdam is een dorp vergeleken met andere wereldsteden, maar wanneer ik onze 32 regiogemeenten bij elkaar optel hebben we een serieuze schaal. Daar moeten we op voortbouwen want op de middellange termijn zijn er 5 of 6 economische topregio’s in Europa. Wij hebben de ambitie om in 2025 bij de top drie te zitten. Dat betekent dat we onze jongeren de competenties moeten leren die in de toekomst nodig zijn. Een fraai voorbeeld is de manier waarop het bedrijfsleven, de Provincie NH en de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk de handen ineen hebben geslagen en het programma Techport twee jaar geleden zijn begonnen. Daar profiteren we allemaal van.

Onze regio staat voor nog een opgave. Wij moeten een schaalsprong maken op het gebied van wonen, bereikbaarheid en duurzaamheid. Ik wil langzamerhand toe naar het H- woord. (Voordat iemand denkt dat ik een lans wil breken voor de hypotheekrenteaftrek, ik bedoel Haven stad.) We gaan ten noorden en zuiden van het IJ, deels in het havengebied 40.000 tot 70.000 woningen bouwen en ruimte maken voor rond de 50.000 arbeidsplaatsen. Dat betekent transformatie van de huidige bedrijfslocaties langs de IJ-oevers. Zonder gedwongen uitplaatsingen. Ik weet dat u zorgen heeft over de belofte die wij hierover hebben gedaan. Daarom is het goed dat ik ten overstaan van u zeg me gehouden te voelen aan de afspraak dat bedrijven in het havengebied die dat willen en die tot die tijd contracten hebben gewoon kunnen blijven zitten tot 2040.

Daarnaast willen wij met u werken aan een circulaire haven. Het Noordzeekanaalgebied moet straks het stopcontact van de metropoolregio worden. Bij IJmuiden komt de stroom die op zee wordt opgewekt aan land en vervolgens wordt die energie over de regio verdeeld. Dat is geen linkse luchtfietserij, maar ons nieuwe verdienmodel. We willen toch allemaal het Kodak debacle vermijden? U weet wat ik bedoel. Kodak was een  succesvol Amerikaans bedrijf dat zoveel geld verdiende aan fotorolletjes dat ze de digitale fototechniek aan zich voorbij lieten gaan. Het bedrijf ging failliet met massa ontslagen tot gevolg.

Dames en heren,

Ik kom tot een afronding.

We hebben als stad en haven een gezamenlijke ontstaansgeschiedenis, maar zijn in de loop van de vorige eeuw een beetje uit elkaar gegroeid. Nu vinden we elkaar weer in onze gedeelde belangen rond de toekomst van onze regio.

We beseffen dat we veel van u vragen om onze ambities te realiseren. Toch is er alle reden om met zelfvertrouwen naar de toekomst te kijken want met Schiphol, Flora Holland en onze trotse haven hebben we de besten in hun soort. Daar wil ik met u aan blijven werken.

Een toast. Op u. En όnze haven!

Aanvullende informatie