Artikel

Nieuwjaarstoespraak 1 januari 2021

1 januari 2021

Beste Amsterdammer,

‘Hoe gaat het echt met je?’

Misschien zag je het afgelopen jaar de posters met deze vraag in de stad. Ze waren gemaakt door Amsterdamse kunstenaars die het gesprek tussen ons, Amsterdammers, wilden voortzetten. Die ons wilden troosten met gedichten en met tekeningen… met schoonheid.

Ja, hoe gaat het met ons?

We hebben een rotjaar achter de rug.

Corona maakte duidelijk hoe kwetsbaar we zijn: onze economie bleek te afhankelijk van massatoerisme. En het sociale weefsel van de stad rafelt nu meer mensen werkloos worden, arme gezinnen grotere schulden maken en de rijen bij de voedselbanken langer worden. En ook als geld en werk geen zorg zijn, hebben veel Amsterdammers de pijn gevoeld van rouw, eenzaamheid en stress. En juist als de omstandigheden moeilijker worden dan wordt het verlangen naar elkaar, naar een omhelzing, naar een gewoon gesprek aan de koffietafel – naar een borrel in het café – groter. Juist dan verlangen we er naar om bij elkaar te kunnen zijn.

Maar de stille straten van onze stad, de lege restaurants en cafés en de kale sportvelden hebben ons ook geconfronteerd met iets dat al langer onder de oppervlakte sluimerde. De bewoners van onze historische binnenstad hadden al langer het gevoel dat de buurt niet meer de hunne was. En veel inwoners in Zuidoost, in Nieuw West en in Noord hadden al veel langer moeite om de eindjes aan elkaar te knopen en om zich gehoord te weten. En gezinnen maakten zich al langer zorgen over een huis, een fijne plek om hun jonge kinderen te laten spelen.

We laten 2020 achter ons. Met een zucht van opluchting.

En zoals elk jaar beginnen we in januari uit te kijken naar het moment dat de eerste stralen van de voorjaarszon op ons gezicht vallen. Dit jaar barsten we van het ongeduld. Naar de lente, naar snelle vaccinatie, naar onze vrijheid.

Als we terugkijken naar het afgelopen jaar dan zien we wat we verloren hebben.

Maar ik wens ons ook toe dat we – als we terugkijken – in die lange maanden van wachten de kiem zien van een nieuwe stad. Zoals we applaudisseerden voor de zorg, de steun die we gaven aan ondernemers in de buurt, al het vrijwilligerswerk dat door talloze Amsterdammers is gedaan. Onze huidhonger: het heeft ons ermee geconfronteerd hoezeer we elkaar nodig hebben. Laten we dit besef gebruiken voor nieuwe gemeenschapszin. Voor nieuw vermogen om samen te werken, nieuwe bereidheid om rekening met elkaar te houden. Laten we in dit nieuwe jaar vaker elkaar de vraag stellen: hoe gaat het echt met je? Hoe gaat het echt met onze stad?

En, beste Amsterdammer, als iemand jou in 2021 die vraag stelt, dan wens ik dat je kan zeggen: mij gaat het goed. Ik ben gezond, ik voel me vrij, vrolijk. En ik voel me thuis, …. ik weet dat ik thuis ben in Amsterdam.

Gelukkig Nieuwjaar!

Aanvullende informatie