We verbeelden stedelijke ongelijkheid vaak in termen van een groeiende kloof, schetst Femke Kaulingfreks in haar oratie. Een kloof tussen de stad binnen en buiten de ring, een kloof tussen arme en rijke Amsterdammers, maar ook een kloof tussen leef- en systeemwereld. Het beeld van de kloof helpt om aan te kaarten dat mensen zich vervreemd of benadeeld voelen door beleid dat geen rekening houdt met hun ervaringen, maar het helpt niet om preciezer te begrijpen hoe ongelijkheid ontstaat, en hoe we ongelijkheid kunnen bestrijden.
De realiteit is complexer dan je kunt vatten in het beeld van twee werelden met een kloof ertussen. We zullen ín de kloof moeten springen, stelt Kaulingfreks, en moeten bestuderen wat daar gebeurt. Hoe komen bepaalde beleidsbeslissingen en ervaringen van bewoners tot stand, en hoe verhouden zij zich tot elkaar? Kaulingfreks beoogt te onderzoeken hoe gemeenschappen zich vormen in stedelijke tussenruimtes, hoe in die tussenruimtes praktijken van solidariteit ontstaan om mensen te beschermen tegen de negatieve effecten van stedelijke ongelijkheid, en welke rol tussenpersonen (vaak sociaal professionals) spelen in het werken aan oplossingen voor stedelijke ongelijkheid.