Artikel

De onttovering van thuis

Waar ‘thuis’ tot de coronacrisis een bejubelde plek was, ontdekken we nu hoe geïsoleerd het thuisbestaan kan zijn. Je écht ergens thuis voelen blijkt een uitzonderlijke ervaring.

En toen zaten we thuis. Aanvankelijk leek dat misschien nog leuk, vooral voor degenen die gewoon zijn hun hele werkweek buitenshuis door te brengen. Eindelijk de kans om van thuis te genieten en om van huis uit te werken! Maar al snel sloeg de toon in de kranten, op Facebook en op Twitter om: kinderen die de hele dag thuis zijn blijken een kwelling; van werken komt maar weinig terecht; de muren komen op iedereen af, of je nu alleenstaand bent of met meerdere mensen samenwoont.

Thuis is leuk – tenminste, als je kunt kiezen om er te verblijven. Maar nu het een burgerplicht is geworden om onze uren te slijten binnen de vier muren van ons huis, worden we hard geconfronteerd met een aantal kanten van thuis waar we nog niet eerder bij hebben stilgestaan. Normaal gesproken ben je thuis in control: baas in eigen huis. Maar hoe kun je in control zijn als de overheid je vertelt dat je daar móet verblijven? Natuurlijk, je kunt binnenshuis nog steeds doen (en vooral: laten) wat je zelf wil, maar nu het verblijf daar onvrijwillig is geworden, is het lastiger om je thuis werkelijk thuis te voelen. Gedwongen huiselijkheid is een contradictio in terminis. We waarderen thuis, zo realiseren we ons nu, zolang we weer uit huis kunnen vertrekken – anders voelt het al snel als een gevangenis.

 

Voor het volledige artikel: zie De Groene Amsterdammer

Aanvullende informatie

Afbeelding credits

Icon afbeelding: groene.nl