Steden hebben een positieve invloed op de productiviteit en vormen daarom een belangrijk onderdeel van onze economie. De productiviteitsvoordelen van verstedelijking zijn er voor alle werknemers, maar ze zijn niet voor alle bevolkingsgroepen even groot: jongeren en hoogopgeleiden profiteren het meest in termen van loonniveau. Naast een hoger loonniveau ervaren jongeren ook een substantieel hogere loongroei in steden. Zij behouden dit loonvoordeel op latere leeftijd, ook als ze gaan werken in een kleinere plaats.

Tien jaar werkervaring in Amsterdam resulteert bijvoorbeeld in circa 4,5% meer loon voor de gemiddelde werknemer dan tien jaar werkervaring in de minst verstedelijkte gebieden. Voor jongeren is dit zelfs 11%. Deze effecten zijn vergelijkbaar met het rendement van een jaar extra onderwijs.

Mensen profiteren minder van stedelijke productiviteitsvoordelen als de werkplek verder van stedelijk gebied ligt. De productiviteitsvoordelen zijn het sterkst als de werkplek binnen een straal van 10 à 20 kilometer van stedelijk gebied ligt. Verstedelijking op een afstand van 20 tot 80 kilometer heeft nog wel een positief effect, maar de omvang is beperkt. Echter niet alle regio’s profiteren in dezelfde mate van deze stedelijke productiviteitsvoordelen. Alleen grote tot middelgrote steden beschikken over voldoende massa om stedelijke productiviteitsvoordelen te kunnen benutten. Hieronder vallen bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam, maar ook kleinere steden zoals Groningen, Maastricht en Nijmegen. Grensregio’s profiteren in mindere mate, omdat de landsgrens een barrière vormt voor stedelijke productiviteitsvoordelen uit het buitenland.

 

Auteurs: Paul Verstraten, Gerard Verweij, Peter Zwaneveld

CPB Policy Brief 2018/05, 28 februari 2018

Bron: website CPB

Downloads