-
Artikel
LGBTIQ op een kruispunt: vooruitgang en uitdagingen
Uit het derde LGBTIQ-onderzoek van het Europees Bureau voor de grondrechten (FRA) blijkt dat mensen nog steeds last hebben van door haat gemotiveerd geweld en discriminatie. Trans- en intersekse personen worden geconfronteerd met een nog groter slachtofferschap. Toch laten tekenen van vooruitgang zien dat de inspanningen van de EU en de lidstaten een positieve invloed kunnen hebben op het leven van mensen. Steeds meer LHBTIQ-mensen zijn open over hun seksuele geaardheid, genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken.
-
Artikel
Feiten en cijfers over LHBTIQA+ op een rij
De handreiking Feiten en Cijfers over lhbtiqa+ op een rij geeft informatie over de acceptatie, welzijn en gezondheid van lesbische, homoseksuele, bi+, trans, intersekse en queer en aseksuele personen. De publicatie brengt uitkomsten van verschillende Nederlandse onderzoeken samen.
De handreiking is in 2023 geüpdatet. Onder andere de omvang van de lhbtiqa+ gemeenschap, hun welzijn, maatschappelijke acceptatie van homoseksuele en lesbische personen, de mening van Nederlanders over bi+ en transgender personen, openheid en zichtbaarheid en de impact van negatieve reacties op de gezondheid van lhbtiqa+ personen komen aan bod.
De eerder verschenen cijfers in Feiten en Cijfers zijn afkomstig uit de Lhbt-monitor 2018 en de Lhbt-monitor 2016.De publicatie is onder meer geschikt voor lokale politici en beleidsmedewerkers als onderlegger bij het ontwikkelen van lhbtiqa+ beleid en voor docenten op agogische, zorg- en pedagogische beroepsopleidingen bij het lesgeven over seksuele, sekse- en genderdiversiteit.
Bron: Handreiking Movisie - Feiten en cijfers over lhbtiqa+ op een rij
-
Artikel
Queer Amsterdam 1945-2010
Door middel van een reeks stedelijke casestudy's onderzoekt dit boek de articulatie van bepaalde subculturen en uitdrukkingsvormen met de bredere verhalen die we vertellen over het naoorlogse Europa en bepaalde keerpuntmomenten. Het beschouwt het queerleven in de geselecteerde steden in relatie tot de komst en het einde van de polarisatie van de Koude Oorlog, en beschouwt de mate waarin de iconische gebeurtenissen van 1945, 1968 en 1989 het sociale en seksuele klimaat van de daaropvolgende decennia beïnvloedden.
Gert Hekma (1951-2022) was een Nederlandse antropoloog en socioloog, bekend om zijn onderzoek, publicaties en publieke uitspraken over (homo)seksualiteit en erotische variaties. Van 1984 tot 2017 doceerde hij homo- en lesbostudies aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. -
Artikel
Queer Nederland: Een raadselachtig voorbeeld
"Sinds de 'seksuele revolutie' van de jaren zestig loopt Nederland voorop als het gaat om het verdedigen van erotische vrijheden. Amsterdam werd internationaal bekend als een stad van seks, drugs en rock & roll - de homo- en sekshoofdstad van de wereld, breed open voor de viering van erotische genoegens. De verandering voor Nederland was dramatisch: van een samenleving geregeerd door christelijke politieke partijen en een conservatieve moraal naar een land waar zowel de lokale bevolking als buitenlanders van seks konden genieten."
Dit artikel introduceerde het tijdschrift "Sexualities" Volume 14, Issue 6.Bron: Gert Hekma (University of Amsterdam) & Jan WIllem Duyvendak (University of Amsterdam). Queer Netherlands: a puzzling example. Journal: Sexualities. Volume 14 | Issue number 6. Pages 625-631. https://doi.org/10.1177/1363460711422303
-
Artikel
Proefschrift: 'Consensus Sociale Bewegingen'
"Sociale bewegingen roepen beelden op van grote demonstraties en straatprotesten tegen een overheid en haar beleid. Zulke beelden, gebaseerd op conflict, komen veel naar voren in de media, die vaak gericht zijn op het drama van protest, en binnen sociale bewegingsstudies, waar wetenschappers zich vaak richten op de manieren waarop bewegingen zich verzetten tegen overheden en overheden zich verzetten tegen sociale bewegingen. Actoren binnen sociale bewegingen (hierna te noemen: bewegingsactoren) voeren echter op verschillende manieren actie en niet altijd in het zicht van het publiek. Door gericht te zijn op conflict en protest gaat het veld van sociale bewegingsstudies er misschien aan voorbij dat bewegingsactoren ook op andere manieren de maatschappij en de politiek proberen te beïnvloeden. Ik zie conflict als één uiteinde van het spectrum van belangenbehartiging. Om het evenwicht in sociale bewegingsstudies te herstellen richt ik mij in dit boek op het andere uiteinde van het spectrum, namelijk hoe bewegingsactoren consensus gebruiken in hun belangenbehartiging.
In hoofdstuk 1 formuleer ik de centrale vragen die ik later in het boek beantwoord: Wat is consensus gerichte activisme? Hoe komen op consensus gebaseerde relaties tussen bewegingsactoren en andere actoren tot stand? En welke implicaties kan consensusgerichte belangenbehartiging hebben voor enerzijds belangenbehartiging en anderzijds actoren die betrokken zijn bij belangenbehartiging? Vanuit het strategisch-interactieperspectief gebruik ik termen als ‘overheidsactoren’ (actoren binnen de overheid) en ‘bewegingsactoren’ bewust om voorbij te gaan aan monolithische termen als ‘de overheid’
en ‘de beweging’. Dit stelt mij in staat om interacties tussen specifieke actoren onder de loep te nemen. Ik definieer ‘sociale beweging’ als een netwerk bestaande uit verschillende soorten, gouvernementele en niet-gouvernementele, actoren dat voor gedeelde doelstellingen staat en dat gebruik maakt van geïnstitutionaliseerde en niet-geïnstitutionaliseerde tactieken in haar streven om politiek en cultuur te beïnvloeden. Hierdoor kan ik zowel een confrontatie repertoire als een consensus repertoire van actoren in hetzelfde netwerk onderzoeken die binnen en buiten organisaties en overheden opereren. De onderzoeksvragen worden onderzocht aan de hand van een casus: de relatie tussen de Nederlandse overheid en de centrale organisatie van de Nederlandse lesbische, homoseksuele, biseksuele, trans* en intersekse (LHBTI) beweging, Federatie COC Nederland (hierna te noemen: COC), van de jaren 60 tot 2020."Bron: Robert Joseph Davidson (2021). Consensus social movements: Strategic interaction in Dutch LGBTI politics. https://hdl.handle.net/11245.1/cc522a57-8c30-44fe-9633-ac132dc2491d
Faculty of Social and Behavioural Sciences (FMG), Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR)
-
Artikel
LHBT-monitor 2022 (SCP)
Lesbische, homoseksuele en biseksuele Nederlanders voelen zich nog steeds onveiliger dan heteroseksuelen. Zij zijn vaker slachtoffer van (seksueel) geweld en respectloos gedrag dan heteroseksuelen. In vergelijking met 2012 is de veiligheidssituatie van lesbische vrouwen en homoseksuele mannen wel verbeterd, maar dat geldt niet voor biseksuele personen. Met name biseksuele vrouwen zijn vaker het slachtoffer van seksueel geweld. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de leefsituatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen in Nederland.
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat LHB-personen over het algemeen dezelfde positie als heteroseksuelen innemen als het gaat over zaken als werk, wonen en vrijetijdsbesteding. Een tweede andere positieve uitkomst van het onderzoek is dat lesbische vrouwen en homoseksuele mannen psychisch even gezond en gelukkig zijn als heteroseksuele personen. -
Artikel
Homoseksueel en religieus opgroeien
Homoseksualiteit is een punt van verdeeldheid geworden in veel religieuze gemeenschappen. Mede daarom moeten individuen die in zo'n gemeenschap opgroeien en zich aangetrokken voelen tot hetzelfde geslacht, de boodschappen over homoseksualiteit met hun eigen ervaringen bespreken. Dit artikel onderzoekt de identiteitsstrategieën van religieuze gemeenschappen als de achtergrond van individuele identiteitsstrijd. Na een bespreking van Baumans „grammatica's van identiteit/alteriteit, beschrijft het vier verschillende discoursen die in conservatief-protestantse en evangelische kringen worden gebruikt: heiligheid, subjectiviteit, gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid, en vier manieren van onderhandelen: christelijke levensstijl, homoseksuele levensstijl, woon-werkverkeer (compartimentering), en integratie. Door een analyse van discoursen op gemeenschapsniveau te combineren met individuele strategieën, helpt dit narratieve onderzoek om de interacties van (groeps)cultuur en individuele coping beter te begrijpen.
R.Ruard Ganzevoort, Mark van der Laan, Erik Olsman
Appeared in Mental Health, Religion, and Culture 14(3), 2011, 209-222.
Bron: website Lived Religion
-
Artikel
Proefschrift: 'Ze wisten niet of ik een jongen of een meisje was: kennis, keuze en geslachtsvariaties'
In Nederland leven circa 80.000 mensen die geboren zijn met een geslachtsanatomie die niet helemaal overeenstemt met de norm voor mannen- en vrouwenlichamen. Vroeger heette dit hermafroditisme of intersekse condities en in 2006 werd de term: disorders of sex development voorgesteld.
Omdat alle drie de termen nog in gebruik zijn, wordt hier gesproken van geslachtsvariaties. Vanaf de jaren 1950 werd het standaard medische praktijk kinderen met een geslachtsvariatie te behoeden voor sociale problemen door hen een gender toe te wijzen en die procedure vervolgens geheim te houden. Maar hoe was dat voor die kinderen? Hoe kijken zij als nu-volwassenen terug op de medische interventies en de geheimzinnigheid? Door het herschikken en interfereren van de kennis uit de levensverhalen met de kennis uit medische narratieven ontstaat een meervoudig perspectief. Zo wordt duidelijk dat medische interventies in geval van geslachtsvariaties verantwoord werden in een asymmetrisch kennisnetwerk dat doordrongen was van paradoxale boodschappen. Kennisproducties en kennisnetwerken rondom geslachtsvariaties waren dan wel contingent, maar niet waardevrij. De onderliggende ideologie die de paradigmaverschuivingen, vergissingen en accommodaties in gang zette, was en is hoofdzakelijk normatief. Dit onderzoek wil bijdragen aan het beschouwen van deze mensen als volwaardig met volwaardige lichamen en volwaardige levens.Auteur Margriet van Heesch studeerde filosofie en algemene literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna kreeg zij een aanstelling als promovendus, eerst aan het Belle van Zuylen Instituut en vervolgens aan de AISSR van de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 2008 geeft zij aan de afdelingen sociologie, antropologie, politicologie en literatuurwetenschap diverse colleges over theorievorming rondom gender, seksualiteit en de epistemologie van de romantische liefde.
-
Artikel
Advocacy Beyond Identity
The gay/lesbian social movement has primarily been understood as an identity movement. This article contributes to expanding understandings of the gay/lesbian movement by following the advocacy of the Dutch Association for the Integration of Homosexuality COC (COC) as a case of a gay/lesbian movement organization’s expansion of its action repertoire to include public policy goals. On the basis of archival and interview data, this article identifies several factors that enabled the COC to see the Dutch government as a potential public policy partner. Previous legal successes and facilitation by the institutionalized wing of the women’s movement, coupled with a constitutional change, resulted in the COC’s development of a policy strategy. By tracing the history of the COC’s strategic interactions, this article demonstrates that, while an identity strategy was constant throughout the COC’s advocacy, the organization could combine an identity strategy with strategies of legal change, cultural change, and public policy.
Robert J. Davidson (2020) Advocacy Beyond Identity: A Dutch Gay/Lesbian Organization’s Embrace of a Public Policy Strategy, Journal of Homosexuality, 67:1, 35-57
-
Artikel
Lesbisch uitgaansleven in Amsterdam
Dit artikel verklaart de achteruitgang van de ruimte voor lesbiennes in Amsterdam door een beter begrip van de ervaringen van jonge lesbiennes met in/uitsluiting in het stedelijke nachtleven. De studie is gevestigd in Amsterdam, een stad die internationaal bekend staat als queer capital. Er zijn diepte-interviews gehouden met jonge lesbische uitgaansgelegenheden, eigenaren van lokale lesbische kroegen en organisatoren van op lesbiennes gerichte feesten. De resultaten laten zien dat hetero en queer ruimtes als vloeiend moeten worden opgevat, aangezien de klantenkring een queer en non-queer mix is geworden na een verschuiving naar een 'inclusieve' en ruimdenkende sfeer. Die verschuiving gaat hand in hand met de commodificatie van queer-locaties, waardoor de weinige ruimtes voor alleen vrouwen onder druk komen te staan. Zoals uit de interviews bleek, is een gecommodificeerde ruimdenkende, 'inclusieve' locatie of feest niet noodzakelijkerwijs een veilige plek voor lesbische clubbezoekers. De interviews brachten ook de diversiteit onder lesbische clubbezoekers naar voren, wat gedeeltelijk het groeiende aanbod aan locaties en feestconcepten verklaart met een daarmee gepaard gaande afname van de zichtbaarheid. Dit artikel stelt een aantal manieren voor om een veilige ruimte voor het lesbische nachtleven te creëren, in het licht van de ervaringen van geïnterviewde clubbezoekers en informatie die is verzameld van ondernemers binnen de scene.
Auteurs: Marieke (A.H.) Ekenhorst, Irina van Aalst
-
Artikel
Overstijgen van gender binairiteit: Gender non-binaire jongvolwassenen in Amsterdam
Deze kwalitatieve studie bespreekt de ervaren identiteit van gender non-binaire jongvolwassenen. Ondanks een groeiend positief discours in Nederland over genderminderheden, wordt deze groep in de praktijk nog steeds geconfronteerd met uitsluiting en stigmatisering van hun identiteit. Dit artikel is gebaseerd op de opvattingen van Butler (2004, 2011) over het deconstrueren van de hegemonische genderbinaire en heteronormativiteit. Het verkent de gelaagde ervaringen van gender non-binaire jongvolwassenen in Amsterdam. Door middel van participatieve observaties en diepte-interviews ontrafelt dit onderzoek de zelfverhalen van degenen die zich identificeren met niet-binaire genderidentiteiten en laat het zien hoe ze omgaan met hun minderheidsidentiteit en zich verzetten tegen uitsluiting.
-
Artikel
Privacy, publiciteit en gender in de vroegmoderne stedelijke ruimte van Amsterdam
Dit artikel gaat in op de lagen van openbaarheid en privacy in de stedelijke ruimte in Amsterdam door conflicten uit notariële verklaringen. Het onderzoekt en beschrijft de alledaagse cultuur van transparantie en haar relatieve openheid, waarin de praktijken van beweging binnen, door en rond het huis werden gemedieerd door geslacht, klasse en materialiteit. Het onderzoekt hoe ondanks de relatieve openheid van huizen, afbakeningen niet afwezig waren in vroegmoderne steden, maar een andere ruimtelijke logica volgden dan we vandaag kennen. Door het concept van poortwachterspraktijken worden privacy en publiciteit niet als absolute tegenpolen beschouwd, maar eerder als krachten die op dezelfde plek aan het werk kunnen zijn, waardoor een meer gelaagd perspectief op de stedelijke ruimte mogelijk wordt. Door deze lens bekijkt dit artikel verschillende manieren waarop vrouwen en mannen met verschillende sociale status publiciteit en privacy opeisten en onderhandelden in het dagelijks leven, op de drempel van hun huizen, in de steegjes waar ze woonden en weg van hun huizen. Door zich te wenden tot momentopnamen van het straatleven, laat het zien hoe deze onderhandelingen werden beïnvloed door zowel sociaal-culturele opvattingen als de materialiteit van het stadsleven in de vorm van deuren, verhoogde drempels en ramen. Ten slotte wordt onderzocht hoe, hoewel zowel publiciteit als privacy krachten aan het werk waren op straat en in huizen, een meer volledige vorm van geheimhouding en privacy grotere mobiliteiten vereiste, aangezien mensen buiten de stad of in ieder geval naar de rand ervan trokken. Gedrag dat men geheim wilde houden, zou onder de meeste omstandigheden de nodige mobiliteit nodig hebben gehad om geheim te blijven, en de ruimtelijke constellatie van privacy was vaak naar buiten gericht in plaats van naar binnen.
Bron: Pierik, B. (2022). Privacy, Publicity and Gender in Amsterdam’s Early Modern Urban Space. Privacy Studies Journal, 1(1), 1-22. https://tidsskrift.dk/privacy_studies_journal/article/view/129332
-
Artikel
VR for Diversity
Dit interactieve virtuele museum geeft inzicht in LHBTIQ+ kwesties door de geschiedenis en het gebruik van trotse homo's en verschillende juridische situaties wereldwijd en door te wijzen op de betekenis van identiteitsmarkeringen en hun onderlinge verbondenheid. Dit wordt aangevuld met een intiem engagement door middel van fotografie, persoonlijke verhalen van leden van de LHBTIQ+-gemeenschap en een volledig meeslepende pride-parade, waardoor gebruikers kunnen deelnemen en leren met diverse stilistische, feitelijke en ludieke tentoonstellingen.
Bron: Sky Leslie, Mirjam Vosmeer, Casper Sterrenburg, Anastasia Maimenscu, Damir Catibovic, and Olico Matsjitadze. 2022. VR for Diversity: A Virtual Museum Exhibition about LGBTIQ+. In CHI Conference on Human Factors in Computing Systems Extended Abstracts (CHI ’22 Extended Abstracts), April 29–May 05, 2022, New Orleans, LA, USA. ACM, New York, NY, USA, 4 pages.
https://doi.org/10.1145/3491101.3519917Dit nieuwsartikel verscheen op 19 juli 2022 op hva.nl over het VR-museum:
Studenten presenteren eerste VR-museum over LHBTIQA+ cultuur
Festival Queer Currents en Pride Amsterdam hebben de primeur
Betrouwbare en positieve informatie over LHBTIQ+-cultuur blijkt online lastig te vinden. Daarom hebben studenten van de master Digital Design (HvA) een LHBTQI+-museum in Virtual Reality gebouwd. Deze zomer hebben festival Queer Currents en de Pride Amsterdam de primeur. Het eerste VR-museum over queercultuur is daar tussen 22 juli en 4 augustus te bezichtigen. Het museum bevat onder andere ervaringsverhalen, een expositie van Pride Photo 2022 en een virtuele canal parade. “We willen iedere bezoeker een moment bieden van ‘aha, dit wist ik nog niet.’”
Studenten Casper Sterrenburg, Anastasia Maimescu, Damir Ćatibović en Olico Matsjitadze van de HvA-master Digital Design maakten het digitale museum over LHBTIQA+-cultuur, in opdracht van VR-onderzoeker Mirjam Vosmeer.
EUREKAMOMENT
Voorafgaand spraken de studenten met leden van de LHBTIQA+-gemeenschap van de Hogeschool van Amsterdam (HvA Pride), om van hen te horen waar de grootste frustraties zitten, en wat virtual reality daarin zou kunnen betekenen.
Belangrijkste punt bleek dat het moeilijk is om online betrouwbare én leuke informatie te vinden over queercultuur. De studenten ontwierpen daarom dit museum om die digitale plek te bieden; een verrassende combinatie van persoonlijke ervaringsverhalen, media en kunst.
“Het is niet de bedoeling om mensen te forceren om iets te leren”, zegt Casper Sterrenburg, een van de masterstudenten die het idee bedachten en uitwerkten. “We wilden vooral dat dit een verrassende, interactieve ervaring zou worden over de LHBTIQ+-cultuur, waar je ook nog iets nieuws van opsteekt. Ons doel is dat iedereen hier uiteindelijk zo’n eurekamoment beleeft. Dat bleek ook tijdens de gebruikerstesten: we hoorden vaak ‘O, dat wist ik niet.’”
VANUIT DE HELE WERELD TE BELEVEN
Bezoekers krijgen, met een VR-headset op, een tour door een virtuele ruimte met verschillende exposities. Bij binnenkomst is er een muur met vlaggen van de verschillende LHBTIQ+-gemeenschappen, en verderop een plek waar je persoonlijke ervaringsverhalen kunt bekijken en beluisteren. Dit zijn verhalen die leden van HvA Pride eerder hebben gedeeld.
De museumbezoeker leert ook meer homorechten wereldwijd, en over gender via de virtuele ‘genderbread person’. In het museum is ook een expositie te zien met werk van de Pride Photo Exhibition 2022 .
Daarnaast bevat het museum een zogeheten ‘Pride Experience Room’. Hier kom je terecht in een nabootsing van de Pride in Amsterdam. Je kunt in 360-graden om je heen kijken, naar grachtenpanden, bootjes en mensen die dansen op de kades.
OVER LANDSGRENZEN
De studenten zijn momenteel bezig aan de laatste stap: het museum wereldwijd downloadable maken. Casper: “De software die wij gebruiken heeft ons de mogelijkheid gegeven om een superrealistisch museum neer te zetten, dat er haarfijn uitziet. We zijn dit nu aan het omzetten naar een versie die mensen zelf op hun headset kunnen installeren. Als de beleving straks op die manier beschikbaar wordt, betekent dit dat het museum over landsgrenzen heengaat. Je kunt de verhalen, kunst en virtuele Amsterdam Pride straks overal ter wereld meemaken waar toegang is tot VR.”
Onderzoeksproject VR FOR DIVERSITY
De studenten van de master Digital Design ontwikkelden dit museum vanuit een opdracht van HvA-onderzoeker Mirjam Vosmeer, voor haar project VR for Diversity, en werden gecoacht door onderzoeker Sky Leslie. Vosmeer (lectoraat Civic Interaction Design) vroeg hun om een VR-ervaring te ontwikkelen, voor haar onderzoek naar hoe gebruikers reageren op interactie en storytelling. Zorgen deze elementen er in VR bijvoorbeeld voor dat gebruikers dingen beter kunnen onthouden? De kennis en inzichten die uit het onderzoek van Vosmeer voortkomen, kunnen worden ingezet door de creatieve industrie en culturele sector.
-
Artikel
Kleurrijke zorg
De huidige plurale en vergrijzende samenleving vraagt om aandacht voor diversiteit in de langdurige ouderenzorg. Deze literatuurstudie richt zich enerzijds op het thema culturele diversiteit, en specifiek op migrantenouderen met Turkse en Marokkaanse achtergrond aangezien deze groepen in de aankomende jaren -in de grote steden- het snelst zullen toenemen in aantal. Anderzijds, richt deze literatuurstudie zich op seksuele diversiteit en LHBT-ouderen (oftewel lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender) –een relatief onzichtbare groep in de zorg. Zowel migrantenouderen met Turkse/ Marokkaanse achtergrond als LHBT-ouderen hebben ervaringen met sociale uitsluiting en discriminatie. Als doelgroepen in de zorg lijkt hun zorgvraag onvoldoende overeen te stemmen met het bestaande zorgaanbod, aangezien zij minder gebruik van formele zorg- en welzijnsvoorzieningen lijken te maken dan op grond van hun gezondheidssituatie wordt verwacht. In de context van decentralisatie en extramuralisering in de zorg, hebben zorg- en welzijnsorganisaties behoefte aan meer informatie over de afstemming van aanbod en vraag, wat dit vraagt van professionals en hoe en in welke mate zij specifiek (personeels-)beleid moeten ontwikkelen voor deze doelgroepen.
In opdracht van Zorgorganisatie Cordaan onderzocht deze verkennende literatuurstudie wetenschappelijke en 'grijze' bronnen op kennis omtrent de gezondheid, het zorggebruik en de zorgvraag van migrantenouderen met Turkse/ Marokkaanse achtergrond -kortweg ‘migrantenouderen’- (1) en van LHBT-ouderen (2). Tevens is het huidige aanbod van (in)formele zorg, wonen en welzijn voor beide groepen zo goed mogelijk in kaart gebracht en zijn de ervaren knelpunten en succesfactoren van professionals en organisaties ten aanzien van beide doelgroepen geïnventariseerd (3 en 4). Deze informatie heeft tot doel aanbevelingen te doen over hoe de ogenschijnlijke kloof tussen vraag en aanbod door organisaties in zorg en welzijn kan worden overbrugd.
Bron: Leyerzapf, H., Klokgieters, S. S., Ghorashi, H., & Broese Van Groenou, M. I. (2017). Kleurrijke zorg: een verkennende literatuurstudie naar culturele en seksuele diversiteit in de langdurige ouderenzorg. Cordaan, Institute for Societal Resilience en Medical Humanities VUmc.
-
Artikel
Ruimte en identiteit
Queer (LHBTQI+) subjectiviteiten en hun relatie tot de productie van stedelijke ruimte worden goed begrepen in de Amerikaanse context. Er zijn echter wereldwijd veel gevallen waarin queer-gemeenschappen deze Amerikaanse routekaart niet volgden. Hedendaags onderzoek heeft zich gericht op hoe en waarom queer spaces zijn geproduceerd. Dit artikel onderzoekt gevallen waarin ruimtes niet zijn geproduceerd. Henri Lefebvre betoogde in zijn baanbrekende werk over de productie van ruimte dat "groepen, klassen of fracties van klassen zichzelf niet kunnen vormen, of elkaar kunnen herkennen, als 'subject' tenzij ze een ruimte genereren (of produceren)" (Lefebvre, 1991: 416). Zonder fysieke en ruimtelijke representaties in een stad is het voor een groep daarom bijna onmogelijk om zichzelf als zodanig te beschouwen. De implicaties van een gebrek aan ruimte voor minderheden zijn verreikend, inclusief het potentiële verlies van identiteit en het verlies van stadsdiversiteit in de drang naar assimilatie. Dit artikel presenteert een conceptueel raamwerk voor het analyseren van de productie van ruimte door minderheidsgroepen, gecreëerd door vergelijking van de bestaande literatuur over queer spaces met twee gevallen die afwijken van het typische Amerikaanse geval: Amsterdam, Nederland en Hong Kong, SAR China.
Auteur: Katherine Poltz, Universiteit van Amsterdam, Research master Urban Studies