Bron: Het Fabeltjesweb
-
Collectie
Gelijke kansen en het dierenrijk
Over kansen(on)gelijkheid voor mensen (m/v/x) wordt veel onderzocht, geschreven en gezegd. Hoe zit dat eigenlijk met het dierenrijk? Meneer de Uil van het populaire tv-programma de Fabeltjeskrant zei "Want dieren zijn precies als mensen; Met dezelfde mensen-wensen". Maar vinden we eigenlijk dat dieren evenveel kansen verdienen als mensen? Hoe gaan verschillende dierensoorten om met gelijke kansen en wat kunnen we daar als mensen van leren?
In deze collectie verzamelen we artikelen over (on)gelijke kansen bij en voor dieren. -
Collectie
Kansenongelijkheid in de gemeenteraad
Het tegengaan van kansenongelijkheid is één van de topprioriteiten van de Gemeente Amsterdam. Nu de coronacrisis onze stad hard heeft geraakt, is deze prioriteit belangrijker dan ooit. De sociale gevolgen en gezondheidseffecten van de crisis zijn ongelijk verdeeld over de stad en zullen naar verwachting nog jarenlang merkbaar zijn.
In deze collectie vindt u onderzoeken van de Gemeente Amsterdam met betrekking tot kansenongelijkheid. -
Collectie
Eigentijdse ongelijkheid (Rapport SCP)
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat er in Nederland zeven sociale klassen zijn met grote onderlinge verschillen. In het SCP-rapport Eigentijdse Ongelijkheid is gekeken naar iemands positie in de maatschappij. Die hangt niet alleen af van opleiding, beroep, inkomen en financieel vermogen (economisch kapitaal), maar ook van ‘wie je kent’ (sociaal kapitaal), ‘waar je bij past’ (cultureel kapitaal) en ‘wie je bent’ (persoonskapitaal: gezondheid en aantrekkelijkheid). Uit het onderzoek blijkt dat één op de zes Nederlanders (16,3%) achterstand heeft op deze vier terreinen. Daartegenover staat een groep van 19,9%, die over de gehele linie een voorsprong heeft. Deze structurele ongelijkheid in ons land is hardnekkig en heeft grote gevolgen.
In het SCP-onderzoek Eigentijdse Ongelijkheid is nagegaan hoe volwassen Nederlanders onderling verschillen in deze vier kapitaalvormen: economisch, sociaal, cultureel en persoonskapitaal.
De analyse levert zeven sociale klassen op: de werkende bovenlaag (19,9%); de jongere kansrijken (8,6%); de rentenierende bovenlaag (12,2%); de werkende middengroep (24,9%); de laagopgeleide gepensioneerden (18,1%); de onzekere werkenden (10,0%); en het precariaat (6,3%).
In deze collectie treft u het onderzoeksrapport inclusief bijlagen en een infographic die de resultaten inzichtelijk maken. -
Collectie
Gelijke kansen in de stad
In de stad zijn achtergrondfactoren, economische en sociale verschillen nog te vaak bepalend. Er is een groeiende tweedeling in de stad. De coronacrisis versterkt en verdiept bestaande ongelijkheid en vergroot de noodzaak alles eraan te doen wat mogelijk is. De kloof in inkomen en welvaart vertaalt zich naar een lange reeks ongelijkheden, op verschillende momenten in het leven — onder andere op het gebied van gezondheid, werkzekerheid en woonsituatie. Onderzoek laat zien dat mensen met een praktische opleiding of niet-westerse migratieachtergrond op vrijwel alle leefgebieden slechter uitkomen. Dat is niet langer acceptabel.
In deze collectie vindt u artikelen over gelijke kansen in de stad.Nog te vaak zijn achtergrondfactoren, economische en sociale verschillen bepalend. Er is een groeiende tweedeling in de stad. De coronacrisis versterkt en verdiept bestaande ongelijkheid en vergroot de noodzaak alles eraan te doen wat mogelijk is. De kloof in inkomen en welvaart vertaalt zich naar een lange reeks ongelijkheden, op verschillende momenten in het leven — onder andere op het gebied van gezondheid, werkzekerheid en woonsituatie. Onderzoek laat zien dat mensen met een praktische opleiding of niet-westerse migratieachtergrond op vrijwel alle leefgebieden slechter uitkomen. Dat is niet langer acceptabel.
Bron: Gemeente Amsterdam - Tegengaan Kansenongelijkheid
-
Collectie
Gelijke kansen op de woningmarkt
Het hebben van een dak boven je hoofd is een fundamenteel mensenrecht. Het is een eerste levensbehoefte die het mogelijk maakt om een waardig leven te leiden. Dit grondrecht staat onder druk wanneer mensen geen gelijke kansen hebben bij het zoeken naar een (huur)woning. Uit recent onderzoek blijkt dat één op de drie woningzoekenden te vermoeden dat hij, zij of hen gediscrimineerd wordt bij het krijgen van een huurwoning. Wanneer het iemand niet lukt om een woning te vinden, kan dit ingrijpende gevolgen hebben. Een woning vormt de basis om een bestaan op te bouwen. Bovendien kan het ervaren van discriminatie schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid en welzijn van mensen.
In deze collectie vindt u artikelen over gelijke kansen op de woningmarkt. -
Collectie
Gelijke kansen op de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is altijd al gekenmerkt geweest door ongelijkheden, maar in de laatste decennia zijn vele typen van ongelijkheid tussen werkenden toegenomen. Als een gevolg daarvan wordt de arbeidsmarkt meer en meer gekarakteriseerd door grote verschillen – kloven – tussen verschillende groepen. Een van de meest uitgesproken kloven is de kloof tussen goed beschermde werknemers met een vast contract in loondienst en een breed scala van werkenden met ‘atypische’ of ‘non-standaard’ contracten – zoals tijdelijke contracten, en uitzend- en oproepkrachten – die veel minder bescherming kennen ten aanzien van werk en inkomen. Andere kloven betreffen die tussen hoogopgeleide en laagopgeleide werkenden, tussen goedbetaalde en laagbetaalde werkenden en tussen immigranten en autochtonen op de arbeidsmarkt. De ‘oude’ kloof tussen mannelijke en vrouwelijke werkenden is eveneens opmerkelijk hardnekkig, hoewel zij langzaam kleiner lijkt te worden.
In deze collectie vindt u meer artikelen over gelijke kansen op de arbeidsmarkt. -
Artikel
Onderzoek commissie Zedelijk Gedrag Gemeenteambtenaren (1942-1958)
Bijgaand de onderzoeksresultaten met betrekking tot het functioneren van de Amsterdamse beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeenteambtenaren (1942-1958) waarin ook een koppeling wordt gelegd naar het huidige beleid.
De gemeente Amsterdam heeft onderzoek laten doen naar de handelswijze van de Amsterdamse Beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel tussen 1912 en 1959. Dit is gedaan op basis van het archief dat zich in onze collectie bevindt. Er is onderzocht hoe de beoordelingen van de commissie tot stand kwamen, en in hoeverre er sprake was van discriminatie op basis van onder meer seksuele gerichtheid, geslacht en afkomst. De resultaten zijn, met begeleidende Raadsbrief, op 8 juni voorgelegd aan de gemeenteraad van Amsterdam.
De Amsterdamse Beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel werd ingesteld op 6 februari 1912 en opgeheven per 1 januari 1959. De commissie bracht advies uit of potentiële werknemers die eerder veroordeeld waren, desondanks toch in aanmerking kwamen voor functies bij de gemeente Amsterdam en andere semioverheidsbedrijven. De Beoordelingscommissie was ingesteld door de toenmalige burgemeester W.F. van Leeuwen. Er bestonden nog geen landelijke richtlijnen, en hij wilde niet persoonlijk oordelen over deze kwesties die zo belangrijk waren voor de betrokkenen. De Commissie was in feite verantwoordelijk voor wat wij nu kennen als de verklaring omtrent gedrag (VOG). Deze is verplicht voor alle Amsterdamse ambtenaren en wordt afgegeven door Justis, deel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Taak en werking Commissie
De commissieleden onderzochten in hoeverre kandidaten geschikt waren voor de functie en in staat waren het aanzien van de gemeente Amsterdam hoog te houden. Het ging voornamelijk om laaggeschoolde functies, zoals in de bewaking of op de tram. De commissie bestond uit een groep van zeven ambtenaren die om de twee tot drie maanden bij elkaar kwam voor een vergadering. Of de sollicitanten geschikt waren om bij de gemeente Amsterdam aan de slag te gaan, werd beoordeeld op basis van informatie van de politie, het Genootschap voor Reclassering en eigen inlichtingen. De commissie kreeg meer dan 17.000 verzoeken om advies. Hiervan zijn 3305 beoordelingen bewaard gebleven uit de jaren 1942 tot en met 1958. De rest van de verzoeken in deze periode, zo’n 70%, werd door de voorzitter en/of de secretaris zelfstandig afgehandeld. Het onderzoek is gedaan op basis van de notulen van de vergaderingen die bewaard zijn gebleven.
Uitkomsten onderzoek
De gemeente Amsterdam heeft twee onafhankelijke onderzoeksrapporten laten opstellen door de onderzoekers Jurriaan Omlo (Bureau Omlo) en Gregor Walz (Verwonderzoek), en door onderzoeksjournalist Karin Spaink. Uit beide onderzoeken blijkt dat er binnen de commissie veel ruimte was voor willekeur en persoonlijke vooroordelen. Een duidelijke opdracht of een formeel beoordelingskader ontbrak. Interne of externe controle was er niet. Verantwoording hoefde er niet te worden afgelegd. De commissieleden waren geselecteerd op basis van hun aanzien en positie binnen de gemeente, en niet op basis van hun expertise op het gebied van werving en selectie of delinquentie. Inlichtingen werden niet altijd op een rechtmatige manier verworven, waardoor de privacy van kandidaten in het geding kwam. Commissieleden lieten impliciete en expliciete vooroordelen meewegen bij het beoordelen van homoseksuele mannen, vrouwen, mensen met een verstandelijke beperking, mensen met een crimineel verleden, mensen met een migratieachtergrond en mensen uit een lagere economische klasse.
Homoseksualiteit
Dat blijkt alleen al uit de verschillende typeringen die door de commissieleden geuit werden. Aanvragers waren netjes, rustig, fatsoenlijk, eerlijk en ‘doet erg zijn best’, maar werden ook ronduit ‘debiel’ genoemd of een ‘scharrelaar’, ‘stumperig’, ‘infantiel’, ‘psychopate’, ‘een lui man’, ‘ordinair’, ‘slappeling’, ‘onbeheerscht type’, ‘arrogant type’, ‘ongelikte beer’, mislukt type’, ‘losbandig’, ‘driftkop’, ‘dweil’, ‘vaatdoek’ of ‘snol’. In 76 gevallen kwam de homoseksuele gerichtheid van de aanvrager ter sprake. Een homoseksuele geaardheid was op zichzelf geen reden tot afwijzing, maar er werden vele expliciete waardeoordelen uitgesproken over homoseksuele mannen. Geregeld was het taalgebruik veroordelend en negatief. Zo werd homoseksualiteit gezien als ‘een kwaal waaraan iemand lijdt’, waarschuwde de voorzitter van de commissie voor een ‘reservoir van homoseksuelen’ en spreekt men soms over ‘verdacht van homoseksuele neigingen’. Als iemand volgens de commissie met zijn homoseksualiteit ‘te koop’ liep, kon dat reden zijn om een negatief advies te geven.
Seksisme en racisme
De commissie bestond meestal uit alleen maar mannen. De vrouwelijke aanvragers werden kritischer beoordeeld dan de mannelijke aanvragers. Ze werden veel vaker op basis van hun seksueel gedrag beoordeeld (36% van de vrouwen tegenover 8% van de mannen). Als een vrouw recent als sekswerker had gewerkt, of veel contacten met verschillende mannen had, werd haar dat zwaar aangerekend. Vrouwen werden verantwoordelijk gehouden voor het gedrag van mannen. Opvallend is dat seksueel wangedrag van mannen soms mild werd beoordeeld. Ontucht met minderjarigen (zelfs incest) was niet altijd een reden voor een negatief advies.
Voorbeelden van racisme komen weinig voor in de beoordelingen, er waren nog weinig aanvragers van niet-Europese afkomst. Deze uitspraak spreekt echter boekdelen: ‘De heer […] deelde mede, dat [aanvrager] een kleuring (Surinamer) is. Men heeft met deze menschen zooveel slechte ervaringen opgedaan, dat ze brandschoon moeten zijn willen ze een kans hebben om aangenomen te worden. Het vonnis is in dit geval niets, maar met het oog op de consequenties ten aanzien van soortgenooten komt de man niet in aanmerking. De aanvraag wordt derhalve, overeenkomstig het bepaalde in de vorige vergadering, teruggezonden.’
Bron: Gemeente Amsterdam - Onderzoek Commissie Goed Zedelijk Gedrag
Behandelend in Gemeenteraad 1/2 december 2021, Commissie Kunst Diversiteit Democratisering 13 oktober en 22 september 2021
Behandelend ambtenaar: Directie OJZD, afdeling Diversiteit, Sanne van Waarden, Directie P&O, Thijs Paanakker
Voor meer informatie/voordracht commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht Gemeenteraad klik hier
Bronnen:
- Moet zo iemand in overheidsdienst worden toegelaten? Auteur - Jurriaan Omlo(Bureau Omlo), Gregor Walz (Verwonderzoek)
- Zo iemand kunnen we toch niet op het publiek loslaten? Auteur - Karin Spaink
- Raadsbrief onderzoeksresultaten
-
Artikel
High Dosage Tutoring
Het nieuwe GKA-magazine is uit, met als thema ‘mentoring en coaching’! Vanuit de GKA delen wij graag mooie voorbeelden. Daarbij gaat het om bewezen effectieve interventies, bijzondere samenwerkingen en inspirerende initiatieven. In deze editie gaan wij in op HDT: High Dosage Tutoring. Een intensieve onderwijsinterventie in het basis- en middelbaar onderwijs waarbij extra aandacht wordt gegeven aan leerlingen, waardoor ze kunnen laten zien wat ze in huis hebben. Elke leerling krijgt passende begeleiding zodat zij hun talenten optimaal kunnen inzetten en ontwikkelen. Per week krijgen zij twee tot vijf uur extra begeleiding van een tutor, vandaar de term 'High Dosage'.
In deze editie van het magazine delen wij wat HDT precies inhoudt, hoe ermee gewerkt wordt en wat de pilots in Nederland aan resultaat opleveren. Het thema wordt belicht vanuit verschillende perspectieven; van beleidsmakers, onderzoekers, schoolleiders, leraren, leerlingen, wethouders tot ouders. Zo beargumenteert Marjolein Moorman (Wethouder Onderwijs, Armoede en Inburgering van Gemeente Amsterdam) waarom het de investering waard is. Anne Kielman van stichting The Bridge Learning Interventions heeft HDT in Nederland op de kaart gezet en legt uit wat de effecten zijn. Daarnaast zijn er verschillende leerlingen en ouders aan het woord.
-
Artikel
De Staat van het Onderwijs 2021
Volgens de Inspectie van het Onderwijs ontstaat er door de coronacrisis een unieke kans om het onderwijs structureel te verbeteren. Omdat leerlingen en studenten vertraging hebben opgelopen door de coronapandemie is er een inhaalslag aangekondigd. De inspectie roept in de Staat van het Onderwijs 2021 op meer te doen dan alleen de corona-achterstanden in te halen: maak van de aangekondigde reparatie een renovatie.
Want al voor de coronacrisis stelde de inspectie herhaaldelijk vast dat jaarlijks duizenden jongeren het risico lopen dat ze de maatschappij in moeten zonder de minimaal benodigde vaardigheden. Als de ambitie van de reparatie is om het onderwijs terug te brengen tot de toestand van vóór 2020, dan zijn te veel leerlingen daar niet mee geholpen. Om ervoor te zorgen dat 2021 bekend wordt als het jaar van de ommekeer, is het nodig dat alle partijen doelgericht en eensgezind samenwerken aan deze opgave.
Lees hier het hele artikel
-
Artikel
Boek: Gelijke kansen in de stad
Sociale ongelijkheid is een complex vraagstuk. Wetenschappelijk inzicht, opgebouwd over een langere tijd en vanuit meerdere perspectieven, is onontbeerlijk voor structurele oplossingen. De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een brede expertise op dit terrein. Ongelijkheid is een speerpunt in het onderzoek. Het Amsterdam Centre for Inequality Studies, verbonden aan de sociale faculteit van de UvA, combineert wetenschappelijke expertise op dit gebied met maatschappelijk engagement. Onderzoekers van verschillende disciplines werken er samen om greep te krijgen op het ontstaan én het voorkomen van ongelijkheid.
Deze bundel
De bijdragen aan deze bundel gaan voor een groot aantal thema’s na wat de staat van kennis is op het onderhavige terrein, en welke kennisvragen nog openliggen. We willen een bijdrage leveren aan de ambitie van de UvA om de verbinding met de stad te versterken. We hopen dan ook dat deze bundel verschillende publieken weet te bereiken: beleidsmakers, politici, maatschappelijke partners en wetenschappers. Via het stellen van nieuwe kennisvragen hopen we bij te dragen aan een kennisbasis en onderzoeksagenda waarmee de stad, maatschappelijke partners en de wetenschap vooruit kunnen in hun ambitie om de banden aan te halen.
Bron: van de Werfhorst, H., & van Hest, E. 2019. Gelijke kansen in de stad. Amsterdam University Press. ISBN: 9789048550890
-
Collectie
Kenniscentrum Ongelijkheid
Het Kenniscentrum Ongelijkheid heeft tot doel nieuwe, aanhoudende of groeiende vormen van ongelijkheid in de Metropoolregio Amsterdam – en in het bijzonder de cumulatie van ongelijkheid binnen en over levensdomeinen en levensfasen heen – te beschrijven en te verklaren, en door middel van onderzoek bij te dragen aan de (door)ontwikkeling van praktijken die ongelijkheid kunnen voorkomen of tegengaan. Deze missie vertalen we naar drie doeldomeinen: het beschrijven, begrijpen en aanpakken van ongelijkheid.
Het Kenniscentrum Ongelijkheid is een gezamenlijk initiatief van de Gemeente Amsterdam en de vier kennisinstellingen in de stad: UvA, VU, HvA en Inholland. De onderzoeksprogramma's en projecten starten rond 1 januari 2022. Vanaf dan is er meer content in deze collectie te vinden.
Klik op 'meer informatie' voor algemene informatie over het Kenniscentrum Ongelijkheid -
Collectie
Kohnstamm Instituut
Het Kohnstamm Instituut is een kennis- en onderzoekscentrum op het gebied van onderwijs, scholing en jeugdhulp. Het bevorderen van kansen voor kinderen, jongeren en volwassenen zien wij als onze opdracht, evenals het bevorderen van de kwaliteit van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdhulp. Ons onderzoek is relevant voor praktijk en beleid. Wij werken vanuit een levensloopperspectief en ons onderwijsonderzoek beslaat alle onderwijstypen en leeftijden, van voorschoolse ontwikkeling tot hoger onderwijs en levenslang leren.
Contact opnemen kan via: https://kohnstamminstituut.nl/contact/
-
Collectie
Amsterdam Centre for Inequality Studies (UvA)
AMCIS research focuses on how institutions affect inequalities in political participation and decision-making, life courses, educational and occupational careers, and well-being. Within AMCIS, researchers from Sociology, Political Science, Demography, Educational Science, and Economics work together to study the impact of institutions on inequalities in the fields of labour, education, and politics.
-
Collectie
Landelijke organisaties en kansenongelijkheid
In deze collectie vindt u landelijke organisaties die zich bezig houden met onderzoek rondom kansenongelijkheid. Hier vindt u het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Gelijke Kansen Alliantie (GKA) van het Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap, de Sociaal Economische Raad (SER), de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en het Verwey-Jonker Instituut.
-
Collectie
Gelijke kansen in het onderwijs
In Amsterdam staat kansengelijkheid hoog op de agenda. Daarom investeert de gemeente in individuele begeleiding en ondersteuning, want: voor kinderen die thuis minder krijgen, is meer nodig op school. Maar de stad gaat vooral aan de slag met het aanpakken van het systeem dat kansenongelijkheid in de hand werkt. Wethouder Marjolein Moorman: “Kinderen worden nu op 11- of 12-jarige leeftijd geselecteerd op onderwijsniveau. Voor kinderen met een taalachterstand of een lastige thuissituatie is dat funest. Bovendien zorgt deze vroege selectie ervoor dat leerlingen al heel jong niet meer met kinderen met een ander onderwijsniveau in de klas zitten. Dat is voor alle leerlingen een slechte ontwikkeling.”
In deze collectie vindt u artikelen over gelijke kansen in het onderwijs. -
Collectie
Gelijke kansen in de zorg
De kansen op een gezond leven zijn in Nederland niet gelijk verdeeld. Het maakt uit voor je gezondheid en levensverwachting waar je geboren wordt, waar je woont, welke opleiding je hebt genoten en hoeveel je verdient. Lokaal, regionaal en landelijk wordt al jaren geprobeerd hierin verandering te brengen. Tot nu toe zonder dat de gezondheidsverschillen afnemen. Sterker nog, ze lijken toe te nemen. De maatschappelijke gevolgen van de coronacrisis dragen daar ook nog eens aan bij. Mensen met een kwetsbare maatschappelijke positie komen zo steeds meer op achterstand te staan.
In deze collectie vindt u artikelen over gelijke kansen in de zorg. -
Collectie
Gelijke kansen voor kinderen en jongeren
Ieder kind verdient de best mogelijke start van zijn of haar leven en een optimale kans op een goede toekomst. De eerste 1000 dagen van een kind zijn cruciaal voor een goede start. De gezondheid van een kind voor, tijdens en na de geboorte blijkt een belangrijke voorspeller te zijn van problemen – zowel fysiek als mentaal – op latere leeftijd.
Voor Nederlandse jongeren blijkt dat ze veel mogelijkheden hebben, met goed onderwijs en kansen op een baan. Veel jongeren grijpen deze kansen aan. Maar er zijn ook zorgen. Het sociaal leenstelsel zorgt voor onzekerheid, niet iedereen vindt werk dat genoeg oplevert (zoals flexwerk met onzekere arbeidsvoorwaarden), betaalbare starterswoningen zijn er weinig en relatief veel jongeren hebben last van stress of psychische klachten.
In deze collectie vindt u artikelen met betrekking tot gelijke kansen voor kinderen en jongeren. -
Collectie
Gelijke kansen voor ouderen
Iedereen, ongeacht de leeftijd, moet gelijke kansen hebben om zich te ontplooien en volwaardig te participeren aan het maatschappelijk leven. Voor ouderen betekent het dat ze een zelfstandig leven kunnen leiden zonder discriminatie, isolement, armoede, verwaarlozing of misbruik. Dit is helaas minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Vooral wanneer ouderen kwetsbaar worden door een verminderde zelfredzaamheid, problemen met de lichamelijke of geestelijke gezondheid en bij het levenseinde.
In deze collectie vindt u artikelen over gelijke kansen voor ouderen. -
Collectie
Gelijke kansen en diversiteit
Uit de cijfers van de Factsheet Diversiteit en Inclusie blijkt dat laagopgeleide mensen, vrouwen, en mensen met een niet-westerse migratie-achtergrond in Amsterdam relatief minder kansen en negatievere ervaringen hebben. Groepen Amsterdammers bij wie kenmerken samenvallen, hebben te maken met een opeenstapeling van ongelijkheid, onveiligheid en gebrek aan kansen.
In deze collectie vindt u artikelen over het bevorderen van diversiteit op verschillende thema's in de stad om kansenongelijkheid tegen te gaan. -
Collectie
Gelijke kansen tijdens de coronacrisis
Onze stad is, net als de rest van de wereld, razendsnel in een nieuwe realiteit beland. De realiteit van de coronacrisis. De effecten van de coronacrisis op de stad zijn groot. Het raakt alle Amsterdammers. We weten nog niet hoe de stad er na de crisis uitziet. We weten wel dat er nieuwe uitdagingen zijn ontstaan, bestaande problemen groter en zichtbaarder zijn geworden en dat de coronacrisis effecten heeft op de stad en kansenongelijkheid.
In deze collectie vindt u artikelen over gelijke kansen tijdens de coronacrisis.