Sofia Chakrouni
Vrije Universiteit Amsterdam, Bestuurskunde
Afstudeerscriptie – master Besturen van Veiligheid
-
Artikel
MSc Thesis VU - “ Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg": De rol van buurtbemiddeling in de aanpak van woonoverlast door psychisch kwetsbare personen
De aanleiding voor dit onderzoek is een relatief laag aantal meldingen van woonoverlast door psychisch kwetsbare personen in het stadsdeel Nieuw-West (Beter Buren jaarverslag, 2013). Resultaten van dit onderzoek leveren een bijdrage aan een breder onderzoek binnen het kader van burgerschap en veiligheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen of de inzet van buurtbemiddeling een meerwaarde heeft ten opzichte van andere interventies die worden gehanteerd bij de aanpak van woonoverlast door personen met een psychiatrische stoornis.
-
Artikel
MSc Thesis VU - Aanpak en preventie van slachtofferschap van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij meisjes in stadsdeel Amsterdam Nieuw-West
Huidig onderzoek richt zicht op de vraag welke handvatten geboden kunnen worden op het gebied van de aanpak en preventie van slachtofferschap van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij meisjes in stadsdeel Amsterdam Nieuw-West. De hoofdvraag en bijbehorende deelvragen luiden dan ook als volgt:
Welke handvatten kunnen geboden worden voor de aanpak en preventie van slachtofferschap van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij meisjes in Stadsdeel Amsterdam Nieuw-West?Masterthesis Interventiecriminologie
Faculteit Rechtsgeleerdheid
Datum: 18-11-2015
Annelies Oppelaar
-
Artikel
Wonen aan de stadsrand
Een opvallende statistiek betreffende de demografische kenmerken zijn onder andere dat van meer dan twee derde van de huishoudens, een persoon in Amsterdam geboren is. Ook woonden dertien van de vijftien huishoudens voordat zij in Nieuw Sloten kwamen wonen al in Amsterdam. Tevens wonen alle respondenten in Nieuw Sloten samen met een partner, of hebben ze met een partner in Nieuw Sloten samengewoond. Life events blijken een belangrijke gebeurtenissen te zijn, waardoor er bij mensen een verhuisintentie ontstaat. Onder de respondenten bleek met name het hebben of wensen van een of meerdere kinderen een belangrijke aanleiding om te willen verhuizen. Studeren bleek voor mensen een belangrijke factor te zijn in hun wooncarrière. Geen enkele respondent ging in Nieuw Sloten wonen omdat hij of zij ging studeren in Amsterdam, maar van de zeven personen die in Amsterdam zijn komen wonen voor hun studie hebben er zes sindsdien nooit meer buiten Amsterdam gewoond. Dit geeft aan dat de locatie van de studie of opleiding een belangrijk aspect is dat invloed heeft op de verdere wooncarrière. Slechts één respondent heeft zich in Nieuw Sloten gevestigd vanwege het krijgen van een nieuwe baan. Onder de respondenten bleek dit in mindere mate mee te spelen, omdat vrijwel alle respondenten al in Amsterdam of in de regio werkten. De eigenschappen van de huidige woning en de voormalige woning blijken in belangrijke zin mee te spelen in het woonmotief. Het tekort aan ruimte in de voormalige woning is een belangrijke factor, evenals het hebben van een tuin. De meeste respondenten wilden ook in een benedenhuis wonen met tuin. De combinatie van het wonen op een etage met kinderen bleken ze niet prettig te vinden, waardoor zij uitsluitend op zoek gingen naar een benedenwoning. Wat betreft de locatie van de woning en de woonomgeving is gebleken dat de rust en de ruimte in Nieuw Sloten belangrijkste aspecten zijn. Enerzijds waren er factoren als geluidsoverlast, drukte en onveiligheid die mensen verdrongen van de voormalige woonlocatie. Anderzijds zijn er factoren als ruimte, rust, kindvriendelijkheid en de nabijheid van de stad die men naar Nieuw Sloten toe trokken. Veel respondenten wilden niet in de stad wonen, maar wel op een locatie van waaruit de stad goed te bereiken is met de fiets en het openbaar vervoer. Tram 2 wordt door een aantal respondenten geroemd. Tevens geeft een aantal respondenten aan gelet te hebben op de ligging ten opzichte van de snelwegen. Deze respondenten gebruiken dagelijks de auto voor woon-werkverkeer, de bereikbaarheid was voor hen belangrijk, evenals de mogelijkheid om voor de deur te kunnen parkeren. 43 Doordat Nieuw Sloten nog nieuw was en relatief onbekend, hadden enkele respondenten de keuze tussen een aantal woningen in de periode dat de wijk nog opgeleverd moest worden. Verder blijkt dat vrijwel geen enkele respondent echt rekening gehouden heeft met de situatie op de woningmarkt wat betreft het moment dat de woning werd gekocht. Wel blijkt dat een aantal respondenten, die de woning voor de crisis heeft gekocht, de hypotheek op één inkomen te hebben gezet, iets wat na de financiële crisis lastiger werd. De situatie op de woningmarkt daarentegen blijkt van aanzienlijke invloed op het budget en dus ook op de mogelijkheden op de woningmarkt. De betaalbaarheid van de woning in combinatie met de woonruimte die een locatie als Nieuw Sloten biedt, maakt het wonen daar aantrekkelijk. In die zin wordt het door een aantal respondenten benoemd als een compromis. Over het algemeen vinden de respondenten het erg fijn om in Nieuw Sloten te wonen. De rust, ruimte en groen in de omgeving is een belangrijke factor in de tevredenheid. De winkels voor dagelijkse boodschappen zijn prettig, echter het gebrek aan horeca wordt veel genoemd en men hoopt dat de gemeente de leefbaarheid in de wijk kan verbeteren door het winkelcentrum op het Belgiëplein aantrekkelijker te maken. De identiteit van de respondenten als inwoner van Amsterdam wordt erg verschillend ervaren. Sommigen ervaren een Amsterdamse sfeer, terwijl anderen het gevoel hebben in een dorp te wonen. Ook de mate van buurtcontact verschilt nogal onder de respondenten. Over het algemeen blijkt het hebben van kinderen de mate van buurtcontact te vergroten. Tot slot blijken de respondenten geen verhuisintentie te hebben in de eerstvolgende jaren.
Bachelor scriptieproject Sociale Geografie & Planologie
Student: Joep Kelderman
-
Artikel
Ik ga hier nooit meer weg
Dit onderzoek haakt in op de huidige problematiek omtrent herstructurering. In het bijzonder wordt getracht te analyseren wat de redenen zijn om een (nieuwbouw)woning te weigeren. Deze scriptie richt zich specifiek op de rol van de buurt en de mate waarin de buurt een plaats inneemt bij dit keuzeproces. Het kwalitatieve onderzoek heeft plaatsgevonden in twee complexen in Amsterdam Nieuw-West: Nieuw Reimerswaal en West Avenue. Uit de resultaten bleek dat de buurt wel degelijk een rol heeft gespeeld bij de weigering en acceptatie van woningen. In het bijzonder is de mate van buurtbinding van groot belang op de verhuisbereidheid en daarmee het keuzeproces.
Myrthe Baaij
Bachelorscriptie ASW Universiteit van Amsterdam
-
Artikel
MSc Thesis UvA - Broedplaatsen: beleid en praktijk
Een vergelijkend onderzoek naar de praktijk van twee Broedplaatsen in Amsterdam Nieuw-West en hoe deze zich verhouden tot het Broedplaatsenbeleid
Broedplaatsen bouwen voort op een traditie van kraken in Amsterdam maar zijn in de loop der jaren steeds meer deel uitgaan maken van een economisch discours. Deze tegenstelling leidt tot discussies over wat een Broedplaats is en wat de ‘functie’ er van zou moeten zijn. Om te onderzoeken wat Broedplaatsen doen en in hoeverre zij zich verhouden tot de gestelde beleidsdoelen, heb ik een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de dagelijkse praktijken van twee Broedplaatsen.Master scriptie Sociologie
Student: F. Ensink op Kemna
-
Artikel
MSc Thesis UvA - Kleinschalige landbouwprojecten in Amsterdam Nieuw-West
In dit onderzoek wordt ingespeeld op het vraagstuk in hoeverre buurttuinen (stedelijke landbouwprojecten) bijdragen aan het creëren van sociaal kapitaal onder buurtbewoners in de Wijsgerenbuurt. Dit vraagstuk is gebaseerd op bestaand onderzoek naar buurttuinen waarin naar voren komt dat buurttuinen kunnen bijdragen aan het sociaal kapitaal van de tuinders en de sociale cohesie in een buurt.
In de bestaande literatuur wordt door enkele auteurs gesteld dat buurtbewoners een groter sociaal kapitaal krijgen als gevolg van deelname aan een buurttuinen. Andere auteurs zijn hier sceptischer over. Eerder onderzoek heeft ook laten zien dat buurtbewoners die deelnemen aan een stedelijk landbouwproject, zoals een buurttuin, elkaar beter kunnen leren kennen, meer onderling vertrouwen kunnen creëren en bereid zijn om andere buurtbewoners te helpen. In dit onderzoek ligt de nadruk op het concept sociaal kapitaal. Door de complexiteit van het concept is in dit onderzoek om het concept van de grond af aan op te bouwen waarbij is gekeken naar verschillende raakvlakken tussen een aantal bestaande definities. In dit onderzoek zal sociaal kapitaal gemeten worden aan de hand van drie aspecten:
(1) sociale netwerken, (2) vertrouwen en (3) wederkerigheid.
Door een gebrek aan onderzoek naar ervaringen van buurtbewoners die niet betrokken zijn bij een aanwezige buurttuin, is in dit onderzoek een vergelijking gemaakt tussen de deelnemers van een buurttuin (‘tuinders’) en de omwonenden van een buurttuin (‘omwonenden’).
De volgende hoofdvraag staat centraal in dit onderzoek: Op welke manier(en) draagt de aanwezigheid van de buurttuinen in de Wijsgerenbuurt , Amsterdam Nieuw--‐West, bij aan het creëren van sociaal kapitaal in de buurt? En is er een verschil in creatie van sociaal kapitaal waar te nemen tussen de tuinders en de omwonenden van de buurttuinen? Dit onderzoek betreft een kwalitatieve case studie die is uitgevoerd in de Wijsgerenbuurt te Amsterdam. Recentelijk zijn in deze buurt twee identieke buurttuinen gevestigd die zijn ontstaan vanuit de wens van de buurtbewoners. Aan de hand van interviews en observaties is getracht een goed inzicht te krijgen tussen de ervaringen van tuinders en omwonenden over de aanwezigheid van de buurttuinen en de onderwerpen ‘sociale netwerken’, ‘vertrouwen’ en ‘wederkerigheid’.
Zo is in dit onderzoek gekeken hoe de buurttuinen in de Wijsgerenbuurt worden gebruikt en door wie de buurttuinen worden gebruikt. Op deze manier kan er dieper worden ingespeeld op de vragen wie er gebruik maken van een buurttuinen. In beide tuinen is er sprake van een vaste groep tuinders. Iedere tuinder bezit een eigen stukje moestuin waar men jaarlijks contributie voor betaald. Doordat alle tuinders bewoners zijn van de Wijsgerenbuurt, is het mogelijk om te kijken wat de invloed is van de buurttuinen op de bewoners en de buurt.
De Wijsgerenbuurt kan bestempeld worden als een naoorlogse buurt. Tot op heden zijn alle woningen en de grond in bezit van woningcorporatie Ymere. De bevolking van de Wijsgerenbuurt is divers, waarbij de bewoners van Marokkaanse afkomst het dominants aanwezig zijn, gevolgd door bewoners van Nederlandse en Turkse afkomst. Dit zorgt dat bewoners uit de Wijsgerenbuurt geregeld in contact staan met bewoners met een andere afkomst. Uit het onderzoek is een aantal belangrijke resultaten naar voren gekomen.
Op de eerste plaats functioneren de buurttuinen als een plek om te tuinieren. De tuinders zijn het meest frequent aanwezig in de buurttuinen en komen hier voornamelijk om te tuinieren. Daarnaast functioneren de tuinen ook als een ontmoetingsplek voor de tuinders. Naast het tuinieren hebben de tuinders geregeld contact met elkaar in de tuinen. De buurttuinen zijn beide vrij toegankelijk voor alle bewoners en er zijn picknicktafels aanwezig waar de tuinders en de omwonenden gebruik van kunnen maken. Het onderzoek laat zien dat dit ook het geval is. Op deze manier functioneren de buurttuinen ook als een ontmoetingsplaats voor omwonenden.
De resultaten laten zien dat het voornamelijk de tuinders zijn die ‘profiteren’ van de aanwezigheid van de buurttuinen. Zij creëren door deelname aan de buurttuinen meer sociaal kapitaal (zowel bonding als bridging). Het merendeel van de tuinders ervaart een groter sociaal netwerk, is meer vertrouwd met medetuinders en buurtbewoners en door deelname aan de buurttuin ligt de drempel lager om medetuinders om hulp te vragen. Door de etnische diversiteit onder de tuinders hebben de tuinders geregeld contact met medetuinders met een andere afkomst.
Dit contact blijft echter beperkt door een taalbarrière onder een gedeelte van de tuinders. In vergelijking met de tuinders, profiteren de omwonenden in mindere mate van de buurttuinen. De resultaten uit de interviews laten zien dat het merendeel van de omwonenden geen binding heeft met de tuinen en daarnaast ook niet geïnteresseerd is in de tuinen. Observaties daarentegen laten zien dat de buurttuinen wel degelijk worden gebruikt door de omwonenden. Toch laat dit onderzoek zien dat omwonenden minder sociaal kapitaal creëren dan de tuinders.
Thomas Hartog
Masterthesis Universiteit van Amsterdam
Faculteit Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
-
Artikel
MSc Thesis UvA - Transitiepotentieel van Urban Living Labs in de metropoolregio Amsterdam
Er is een wereldwijde opkomst waarneembaar van experimentele governance-arrangementen om klimaatverandering tegen te gaan. Urban Living Labs zijn een manier waarop steden, met name in Europa, invulling proberen te geven aan deze experimenten. Het Urban Living Lab-concept behelst een relatief nieuwe methode van governance, waarin partijen in een public-private-people-partnership zoeken naar oplossingen voor de duurzame ontwikkeling van steden aan de hand van experimenten. In dit onderzoek wordt het transitiepotentieel van drie Urban Living Labs in de Metropoolregio Amsterdam onderzocht aan de hand van transitiemanagement. De aanleiding voor dit onderzoek is dat er getwijfeld wordt of Urban Living Labs in staat zijn om tot duurzame transities te leiden. De Urban Living Labs in dit onderzoek (Circulair Buiksloterham, City-zen Nieuw-West en Energiek Zuidoost) bevinden zich in een te vroeg stadium om uitspraken te doen over hun mogelijkheid om fundamentele veranderingen teweeg te brengen in de structuur, cultuur en werkwijzen van het maatschappelijk systeem. Het onderzoek geeft daarom vooral aanknopingspunten om vroegtijdig bij te kunnen sturen in het transitieproces van de Urban Living Labs. De belangrijkste resultaten met betrekking tot het transitiepotentieel van de Urban Living Labs aan de hand van transitiemanagement zijn dat de organisatie van een transitiearena, duidelijke afspraken met betrekking tot de coördinatie en verantwoordelijkheden, flexibiliteit en geformaliseerde leerprocessen belangrijke governanceactiviteiten zijn.
Anikka Fülöp-Laczi
10615954
Masterscriptie Politicologie, Bestuur & Beleid
Global Environmental Politics and Governance in Theory and Practice
Universiteit van Amsterdam
-
Artikel
MSc Thesis UvA - The (mix)match between policy-makers and residents: On the problematization of Geuzenveld and social mixing as a potential solution
This study examines a deprived neighborhood by identifying its problematizations and to what extent social mixing is proposed as a potential solution, by policy-makers and residents. This has been done by analyzing policy documents on Geuzenveld, together with two interviews with policy-makers. The view of the residents has been captured by sixteen in-depth interviews with residents of different ethnic backgrounds. It seems that the majority of problems that Geuzenveld faces are similarly represented to be by the two actors. Underlying those problems are the lack of a good command of Dutch and the low-educational level of some ethnic minorities, which are problems that are assumed to cease in time. Social mixing is, according to both actors, also seen as a solution to the problems. While residents expect individual influences of income differentiation through housing differentiation on ‘weaker’ residents, policy-makers suffice with the stabilizing effect it is expected to bring in the neighborhood. Ethnic mixing is desired by most residents from different backgrounds. It remains however ambiguous why policy-makers are less focused on ethnic differentiation than in earlier policy on ethnically segregated so-called deprived neighborhoods.
Sociology – Migration and Ethnic Studies
Graduate school of Social Sciences
University of Amsterdam
Esther Lemsom -
Artikel
MSc Thesis UvA - Neighbourhood perceptions in socially-mixed neighbourhoods: A study in the neighbourhoods Geuzenveld, Middenmeer and Weesperzijde in Amsterdam.
This thesis aims to gain further insights into the discussion on social cohesion in socially-mixed neighbourhoods by exploring the relationship between neighbourhood perceptions and processes related to social cohesion in three socially-mixed neighbourhoods Geuzenveld, Middenmeer, Weesperzijde in Amsterdam. The main logic for this research is that in socially-mixed neighbourhoods spatial segregation between social groups is limited and therefore differences between social groups are less observable. For this purpose it is expected that residents’ neighbourhood perceptions give an understanding of how social groups generate symbolic boundaries of their neighbourhood in the form of a ‘mental map’. Although this may relate to the administrative and infrastructural boundaries of the neighbourhood, this thesis is interested in to what extend social resources form the basis of these neighbourhood perceptions. Results show that social cohesion in neighbourhood perceptions depend on the context of the neighbourhood; social differences in the form of social exclusion and social networks are decisive for regenerated neighbourhoods, while social differences in consumption practices are more determining in gentrified neighbourhoods.
University of Amsterdam
Master thesis Human Geography
Marien van Grondelle
April 2013
-
Artikel
MSc Thesis UvA - Je oogst wat je zaait: een onderzoek naar de verhoudingen tussen jongeren en omwonenden in het zuidwest kwadrant van osdorp
Ik heb onderzocht welke jongeren in het Zuidwest Kwadrant regelmatig op straat te vinden zijn en hoe zij de wijk gebruiken in hun vrije tijd. Daarnaast heb ik gesproken met de omwonenden over hun ervaringen in de wijk. Door middel van deze gesprekken probeerde ik te achterhalen op welke wijze de jongeren en omwonenden met elkaar samenleven en of dat veranderd is sinds de vernieuwing. Daarnaast heb ik ter plekke onderzocht hoe jongeren zich gedragen op straat. Door middel van observaties en interviews heb ik de ontmoetingsplekken en de activiteiten van jongeren in de wijk in kaart gebracht. Verder is nagegaan of er sprake is van overlast en in hoeverre de omwonenden overlast ervaren.
Auteur: Mayke Zandstra
(afstudeer scriptie)