Quico Touw, 32 jaar, geboren en getogen Amsterdammer. Hart voor kunst & cultuur en groot muziekliefhebber. Hij is oprichter van klein poppodium en broedplaats Cinetol in de Diamantbuurt. Zelf woont hij west, maar hier voelt hij zich meer thuis. Quico kent de buurt en buurtbewoners en gaat graag het gesprek aan. Verder is hij iemand die niet stil kan zitten en houdt van bouwen, lassen, timmeren, noem het maar...
Sophie geeft aan dat ze door de Coronacrisis heeft gemerkt dat ze de laatste jaren vervreemd is geraakt van de stad, doordat deze overspoeld is geraakt met toerisme en commercie. Ze is daardoor de binding met Amsterdam en De Pijp, waar zij ook geboren en getogen is, een beetje verloren.
Voor de gemeente ziet ze een rol weggelegd om ondernemingen in buurten beter te cureren. Op het moment vind je bijna alleen cafés in de Pijp waar een biertje €5 kost en lunch boven de €10, dit sluit aan bij de nieuwe doelgroep van bovenmodale verdieners, maar niet bij de oorspronkelijke buurtbewoners.
Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn dat de gemeente subsidies verstrekt aan plekken die zij zelf waardevol vinden. Sophie noemt als voorbeeld Cinetol, een voormalig buurthuis en op het moment een broedplaats die evenementen organiseert die niet direct winstgevend zijn maar wel waardevol op een cultureel niveau. Ze zou graag meer van dit soort plekken zien in de Pijp, die buurtbewoners verbinden en een culturele component hebben.
Op het moment zijn veel instellingen die zich richten op kunst en cultuur afgesloten voor een grote groep mensen door hoge toegangsprijzen en een hoogdrempelige uitstraling. Daarnaast bevinden veel van deze instellingen zich in het Centrum of Oud-Zuid (de grote musea, de grotere concertzalen). Dit zou beter verspreid kunnen worden, ook in buurten zoals De Bijlmer, De Baarsjes en Osdorp.
Sophie benadrukt tot slot dat horeca en culturele instituten niet de enige vormen zijn waarbij (culturele) verbinding plaats kan vinden, maar dat hierbij bijvoorbeeld ook gedacht kan worden aan straatfeesten of buurtfestivals. Zo wordt de stad leefbaarder voor Amsterdammers zelf.
Een veilige, vreedzame stad waar iedereen vrij kan zijn
Ik ben geboren en getogen in Amsterdam-Zuid en ik heb me altijd heel fijn gevoeld in Amsterdam. Als ik een tijdje ergens anders had gewoond en terugkwam, dan voelde ik me er altijd weer ontzettend thuis. In Amsterdam-Zuid groeien kinderen natuurlijk best beschermd op. Ik herinner me dat ook zo. Als ik op kamp ging en de andere kinderen zeiden: “Kom jij uit Amsterdam? Met al die drugs? Hoe kan je daar leven?” dan snapte ik niet waar ze het over hadden. Ik zag wel eens graffiti, wist ook wel dat ik ‘in de grote stad’ woonde, maar onveilig voelde ik me nooit. Ik woon nu in Amsterdam-Oost en heb zelf kinderen en ik ben heel blij dat ook zij zich zo veilig en vrij voelen in Amsterdam. Nog meer dan ik in mijn jeugd zijn zij veel op straat met vrienden: een van hen ook in Zuid, want daar zit hij op school. Dat dat kan, dat is wat ik nodig heb in Amsterdam. Ik ben me ook heel bewust dat die vrijheid en vrede niet vanzelfsprekend is: die kan ook afnemen en wordt op dit moment ook niet door iedereen in Amsterdam zo ervaren. Er is nog altijd veel ongelijkheid: dat is niet zo zeer gebonden aan de buurt waar je woont, als wel uit het milieu waaruit je komt. Mijn kinderen hebben veel kansen, andere kinderen hebben die veel minder. Als ik een ding wens is dat die ongelijkheid steeds kleiner wordt en Amsterdam een emancipatiemachine blijft.
Wat de stad nodig heeft zijn meer 'non hostile places' zoals Mezrab, Treasure House, en voor mij persoonlijk ook de kerk. Wat ik daar ook mee bedoel vooral is dat je ook in de stad kan bewegen/genieten als je geen geld hebt-- er zijn zoveel dingen die achter een paywall zitten op de een of andere manier. -- ook zijn bijvoorbeeld de meeste openbare plekken zoals parken en pleinen weer nogal lek als het gaat regenen. Ik moet zeggen dat een museum kaart helpt- en dat ik ook bijvoorbeeld de tuin van artis super fijn vind-- het probleem van de paywall is ook vooral als ik ga oppassen en met kinderen naar buiten ga- dan wil je niet voor alles hoeven betalen.
“voor de oorlog,” was Amsterdam een vrijstaat waar alles kon. Van Opruiend Links tot Neerbuigend Rechts. Iedereen mocht alles zeggen, of desnoods schreeuwen, maar uiteindelijk werd er goddank iedere dag dronken verbroederd bij café Hoppe. Ruim voor het Corvid19 Virus zijn we echter ten onder gegaan aan het GroenLinks Bacil. Het rollen van koffertjes wordt vergeleken met dat van tanks. Het verkopen van kaasjes met dat van Heroïne. Kortom alles mag (nog steeds) worden gezegd, zolang het maar is wat zij willen. Gelukkig zijn er nog steeds een paar laatste initiatieven, die mij herinneren aan vervlogen tijden, zoals Cinetol, waar iedereen nog steeds mag zeggen wat hij wil, en waar dan vervolgens weer niets van terecht komt.
Om eerlijk te zijn is er eerst nog veel werk aan de winkel om Amsterdam (weer) te laten bloeien in het nu. Pas daarna kan ik adresseren wat ik nodig heb in de toekomst. Het afgelopen decennium is Amsterdam beknot en beperkt in haar mogelijkheid om te floreren. Het zijn niet alleen de investeerders die de huizenmarkt verstoren of een te groot aantal toeristen die onze straten overspoelen maar ook de bezuinigingen op bijvoorbeeld de (psychiatrische) zorg en de toenemende ongelijkheid tussen arm en rijk in een stadsdeel, buurt, straat of zelfs trappenhuis. Wat ik nodig heb in de toekomst in Amsterdam is een besef nu dat we op deze manier niet alleen de identiteit van de stad verliezen maar nog erger ook haar inwoners. Voor wie Amsterdam is, wordt momenteel bepaald door de hoeveelheid geld die je tot je beschikking hebt. Dit staat haaks op het Amsterdamse gedachtegoed waarin we toch niet vies zijn van begrippen als tolerant, inclusief en progressief. Een plek in Amsterdam verdien je tegenwoordig alleen letterlijk. Deze eenzijdige benadering van verdienen brengt de stad in een wankel evenwicht die zoals het er nu voorstaat, doorslaat naar een onherstelbare disbalans. Actie nu zorgt voor de toekomst later waarin ik diversiteit aan woningen, winkels, musea, restaurants maar bovenal aan bewoners nodig heb om aangenaam te kunnen leven.
Imago van Amsterdam: van toeristenstad naar creatieve duurzame stad
Wat ik voor mijn buurt en Amsterdam wens is meer groen, schonere lucht en minder verkeer en vervuiling. Het zou mooi zijn als het imago van Amsterdam verschuift van toeristenstad naar creatieve duurzame stad waar mensen wonen en werken.
Het lijkt me een goed streven om het verkeer (auto’s, brommers, motoren), in de binnenstad en ook de pijp, nog meer terug te dringen. En dat naast het goede ov-netwerk van Amsterdam, bestemmingsverkeer en (deel)auto’s van bewoners en ondernemers geen uitstoot meer produceren. Zo komt er ook meer ruimte voor fietsers, wandelaars, planten en bomen. Een afname van het aantal parkeerplaatsen op straat creëert bijvoorbeeld ruimte voor bomen en bredere fietspaden. Omdat we aan een drukke straat wonen maak ik me wel eens zorgen over de luchtkwaliteit op straat maar ook in ons huis.
De binnenstad van Amsterdam meer richten op bewoners in plaats van de focus op (massa)toerisme. Dit leidt tot een beter leefklimaat met minder drukte, minder woningnood en meer veiligheid en diversiteit. Ongebruikte etages boven winkelpanden tot woonbestemming maken. Zoals op de Kalverstraat en Leidsestraat. Ook zou er meer ruimte voor (tijdelijke) creatieve invulling van leegstaande (winkel)panden mogen komen. En ongebruikte achtertuinen en daken van bedrijfspanden omtoveren tot stadsmoestuin of groene daken. In het algemeen meer aandacht voor het opwekken van duurzame energie in de stad.
Rudi Jonker: “De bijdragen van mijn broer. Zijn wens voor Amsterdam heeft hij handgeletterd. Dat is zijn kunst en ambacht. Dat doet hij bij voorkeur op een opengevouwen Nespresso-verpakking. Hij drinkt graag koffie.”
Wat heb je aan de bouw van of renovatie tot grote woningen? Zijn het de belastinginkomsten en het positief vestigingsklimaat? Of is het de normalisering van de emotionele wanorde die een leven gericht op financiële stimulus creëert en oneindig moet worden gevoed met de leegte tussen mobilair? Laten wij dit emotionele gat daarentegen opvullen met iets werkelijks. Laten wij dit opvullen met gemeenschap, in de vorm van gemeenschappelijke ruimtes.
Thijs rijdt de stad in. Hij bespreekt enkele zaken met Paul. Hij heeft de control overgegeven aan stad en navigatie. Die 'weet' hoe te rijden om snel te arriveren waar Thijs moet zijn. Hij informeert hun derde gesprekspartner, Faye, dat hij er over 3 minuten is. Faye vraagt of hij ook Tamas wil oppikken. Het adres wordt automatisch ingevoerd in de navigatie. Tamas weet er van. Prima. Bij een stoplicht ziet Thijs een joggende Frank, een goede vriend. Met zijn 67 jaar is hij nog zeer actief.
Frank kijkt op zijn horloge om te zien hoe lang hij loopt, met welke hartslag. Plots hoort hij een 'ping' en een door hem gekozen stem zegt: "Frank, het is goed om even rustig te gaan lopen. Dat voorkomt problemen door overbelasting". Hij gaat zitten en leest zijn app uit. Hij is voorzichtig. Recent is één van zijn hartkleppen vervangen door een nieuwe, in vitro uit eigen stamcellen gekweekt. Elke dag bekijkt hij de samenvatting van de tijdens de dag door de oortelefoon (28 sensoren) en de horlogeband (32 sensoren) verzamelde data over zijn lichaamsfuncties. Samen met Femke, zijn arts, heeft hij normen ingesteld wanneer Frank en/of zijn arts een signaal krijgen dat er mogelijk wat aan de hand is en een interventie nodig is. Ook met eigen lichaamsmateriaal kan afstoting voor komen. Elke week skypen Femke en hij om de analyseresultaten te bespreken. Het gaat de goede kant op. Hij heeft goed gekeurd dat zij de verzamelde data real-time krijgt via een extra beveiligde want encrypted verbinding.
Frank zakt wat onderuit op de bank, relaxed en kijkt naar het verkeer. Een gerobotiseerde truck stopt bij het afval punt op de hoek om het vuil op te halen. Kennelijk is dat punt bijna vol. Hij herinnert zich nog het gedoe toen de gemeente dit invoerde. Men was benauwd dat de AI gestuurde truck met twee robots onvoldoende rekening zou houden met onverwachte situaties, ongecontroleerd zou zijn, ‘zijn’ eigen ding zou gaan doen. Nu is het een dienst die niemand kwijt wil, want deze is altijd beschikbaar, op afroep waardoor geen vuil naast de containers en, het allerbeste: geen ratten, spreeuwen, zeemeeuwen.
Omdat de Randstad een Europees en landelijk gesteunde pilot heeft voor een basisinkomen was er geen gedoe vanwege het banenverlies. Veel mensen raken hun baan kwijt. Zelfs waar men dacht dat het niet zou gebeuren. Journalisten bijvoorbeeld vanwege schrijvende AI die 24/7 beschikbaar is en op afroep in verschillende stijlen en talen kan schrijven. Inmiddels is het een internationaal AI-persnetwerk met een eigen leger van drones en vaste camera’s, bijvoorbeeld in stadions.
Hoewel de verkeersdrukte na Corona is afgenomen en het Centrum is afgesloten voor auto’s is het elders nog steeds druk in de stad. Verkeersdeelnemers kunnen hun navigatie aan laten sluiten op het goed beveiligde stadssysteem. Om mee te doen moet men toestemming geven dat data wordt gedeeld over hun locatie, hun beweging en waar ze naar toe willen. Auto en inzittenden blijven anoniem. Op basis van de analyse van alle gegevens die binnen komen bij de 'verkeershub' worden aanwijzingen gegeven aan vervoermiddelen om zonder belemmeringen te komen waar men wil zijn. Ook als je eigenlijk omrijdt ben je nog altijd sneller dan vroeger.
Frank dankt zijn leven aan dit verkeerssysteem. Daardoor is de aanrijdtijd van ambulances, brandweer en politie ook aanmerkelijk korter geworden. Bij een melding wordt de weg voor hen vrij gemaakt. Hij is er blij mee. Hij begrijpt de aarzelingen van sommigen. De overheid gaat er misschien wel integer mee om, maar hoe zit het met digitale inbrekers? Niets is 100% veilig.
Door een unieke samenwerking van overheid-bedrijven-burgers zijn burgers zeker van een goed werkende en veilige toegang tot de digitale stad in de openbare en publieke ruimte. Ook is de werking ervan niet afhankelijk van één provider. Terwijl ook het dataverkeer van voor de stad kritische diensten als verkeer en vervoer, elektriciteit, water gewaarborgd is.
De drukte, geluid en luchtkwaliteit worden goed in de gaten gehouden; het verkeer wordt bestuurd door een slim want AIgestuurd netwerk van sensoren, beacons en slimme camera’s met 5G antenne’s. Het 5G sensor-netwerk ligt naast dat van providers en bedient uitsluitend de stad. Dat alles is gerealiseerd door een stadcommons, een samenwerking van de gemeente en enkele grote maatschappelijk bewogen bedrijven in de stad (wo ABN AMRO, Alliander, Engie, ING, KPN , Philips, Rochdale, Stadgenoot, Waag en Ziggo). Ook KHN en KvK doen mee. De Amsterdamse burgers met een bovenmodaal inkomen is gevraagd mee te doen aan de commons door als een soort van crowdfunding een abonnement te nemen, naast een providerabonnement dat zij hebben voor nationaal en internationaal dataverkeer. Meer dan 80% deed mee. Een fantastisch resultaat. Dat lukte vooral omdat deze commons voor mensen en hun gezin in de stad met een inkomen tot modaal zorgt voor gratis toegang tot de digitale stad in de openbare en publieke ruimte Amsterdam. De Corona periode heeft hartstikke duidelijk gemaakt hoe belangrijk een goede toegang is tot de digitale wereld voor jong en oud.
Met die kleine sensor-verzamelkastjes van de gemeente kan de kwaliteit van leven in de openbare ruimte gemanaged worden. Met 5G is er geen belemmering meer in het dataverkeer, terwijl je weet dat de meting veilig is want de overheid is betrokken. Amsterdam loopt voor bij technologie om privacyregels en -uitgangspunten ook in de praktijk te kunnen waarborgen in een data gestuurde stad.
De kwaliteit van leven wordt ook geholpen doordat het Openbaar Vervoer inmiddels rijdt op elektra en waterstof. Recent biedt Connexion een dienst van elektrische zelfrijdende busjes die je op aanvraag snel brengen waar je moet zijn, net als Uber, maar goedkoper en gratis voor specifieke doelgroepen. Ook zijn er steeds meer auto’s met waterstof. Natuurlijk helpt ook de van oudsher grote aantallen bomen, struiken en andere beplanting op de openbare weg en in de parken. Dat kan meer worden als we minder eigen auto’s hebben. Mensen lijken daar toch maar moeilijk van af te stappen.
Een paar jaar gelden is met veel bombarie de SIC (Share If You Care) begonnen. Een abonnement geeft je recht op gebruik van gemeenschappelijke rondrijdende auto’s en beschikbare scooters en fietsen op basis van waterstof en elektra. Dat komt maar langzaam van de grond. Ondanks dat het aantal parkeerplaatsen gestaag afneemt, en parkeergarages steeds vaker omgebouwd worden naar broedplaatsen, een combinatie van kleinschalig eten en drinken met creatief en cultureel werken.
Ook is er een goed begin gemaakt met de stad als circulaire economie, mijmert Frank verder. Meer dan 70% van de energie in de stad is duurzaam. Samen met Alliander en Waternet is het nu zo geregeld dat we hoofdzakelijk gebruik maken van zon- en windenergie en bodemwarmte. Wat helpt is dat wind- en zonenergie is veel goedkoper geworden dan energie van kolen en olie. Dankzij smart city wordt er ook veel efficiënter omgegaan met energie. Water van regen en riool, wordt verantwoord en biologisch gereinigd zodat er veel hergebruik is. Inmiddels zijn ook de meeste daken groen.
Frank kijkt op zijn horloge. Hij kan weer. Mooi die stad in ontwikkeling. Hij hoopt dat hij het nog meemaakt dat alle vervoer gemeenschappelijk is en de vrijkomende ruimte gebruikt, niet voor woningen maar voor groen en broedplekken zodat Amsterdam de vrijplaats kan blijven voor mensen met ideeën, klein of groot, gek of praktisch. Een stad ook waar dingen gebeuren, met energie en betekening. Ondanks of juist omdat Amsterdam internationaal ‘een dorp’ is. Op sommige terreinen, bijvoorbeeld als het gaat om inclusie, leefbaarheid en de vrijheid van bewoners, ondernemers en bezoekers (‘digital rights’) heeft Amsterdam inmiddels internationaal de impact van een multi miljoenen stad.
De toekomst is moeilijk te voorspellen omdat er nog teveel onvoorspelbare momenten en ontwikkelingen zijn.
Wat zeker is dat we op veel gebieden enorme investeringen zullen moeten doen en niet alleen nationaal maar mondiaal. Nu is duidelijk dat we op defensie gebied veel geld kunnen vrijmaken want het is niet meer wij tegen zij maar wij (de mensheid) tegen covid 19 en wat zeker is komen covid 20-21-22-23 etc. er zeker ook aan. En hiertegen hebben we geen wapens meer nodig maar vaccins (wapen tegen het virus).
En helaas zullen we meer (slacht)offers moeten brengen. Klinkt hard maar zou zo maar kunnen gebeuren
Omdat we weer ieder voor zichzelf en wie kan het grootste voordeel hieruit halen, spelen.
De “waarheid” haalt ons in.
Leeftijd gesprekspartner: 65 Eigen leeftijd: - Stadsdeel: Zuid
Achterliggende gedachte bij de illustratie van Rudi:
Ik heb gewoon veel moeite met het verschil tussen arm en rijk. Altijd al. Een probleem van alle tijden… denk ik.
Veel “normale” zaken lijken mij voor veel mensen onhaalbaar en onbetaalbaar. Een kamer ven 3x4m voor 800,-. En sommige mensen betalen het, waardoor de zaak eigenlijk al beklonken is… denk ik.
De stad heeft voor een deel behoefte aan gezond verstand. Ik weet alleen niet waar je het moet halen. En de vraag blijft ook altijd of ik het zelf genoeg heb…
De Coronacrisis laat zien dat het niet zo makkelijk is om informatie te delen, te lezen en dan nog te verwerken. De meesten lijken al te doen, voordat er is nagedacht.
Er zijn altijd agenda’s en belangen waar we niet van af weten… De hang naar macht, geld en controle werkt niet altijd in het voordeel van de meerderheid… denk ik.
Leeftijd gesprekspartner: 58 Eigen leeftijd: Stadsdeel: Zuid