-
Artikel
Keuzes maken voor participatietools
Hoe kies je als participatieprofessional uit het brede aanbod van online en offline participatietools de tool die past, dat wil zeggen die bijdraagt bij aan het doel van een participatieproces?
In dit KIEM-onderzoeksproject is bestaande wetenschappelijke kennis over burgerparticipatie gebruikt
om handvatten te ontwikkelen bij het maken van onderbouwde keuzes voor de inzet van offline of online
participatietools. Professionals in de praktijk kunnen deze inzichten gebruiken bij het ontwerpen van een
participatiestrategie. In dit project is met een aantal praktijkpartners en experts samengewerkt om inzicht
te krijgen in wat er nodig is om onderbouwd keuzes te kunnen maken voor een participatietool.Auteurs: Christine Blijenberg & Irene Kelder (maart 2021). -
Artikel
Vuistregels voor participatie
Goede participatieprocessen inrichten is niet eenvoudig. Er zijn vaak veel partijen en personen betrokken, hun belangen zijn regelmatig tegengesteld en een initiatief hangt vaak samen met andere initiatieven. Waar begin je dan met participatie en wanneer doe je het goed? In de praktijk is er behoefte aan principes of standaarden. Dat zijn vuistregels voor een degelijk en deugdelijk participatieproces die onafhankelijk zijn van de specifieke context.
Welke principes zien we steeds, impliciet of expliciet, terugkomen? En welke worden als randvoorwaardelijk ervaren voor een goede participatiepraktijk? Om dat te ontdekken hebben we verschillende handreikingen, nota’s, stappenplannen, checklists en principedocumenten bestudeerd, alsook de moties die als reactie daarop in bijvoorbeeld de gemeenteraad zijn ontstaan. Deze overzichten hebben zijn naast de nationale succesfactoren en wetten van de directie participatie en naast de internationale principes van IAP2 en de Mutual Gains Approach (MGA) gelegd. Deze zijn vergeleken met een aantal wetenschappelijke publicaties over participatie, stakeholder management, onderhandeling en mediation.Auteurs: Merlijn van Hulst, Martine de Jong en Ingmar van Meerkerk. -
Artikel
Ontwerpprincipes voor betere burgerparticipatie
Burgerparticipatie is in toenemende mate ingebed in wetgeving en beleid. Vaak is participatie daarin vaag aangeduid. Dat biedt weinig bescherming tegen uit de literatuur bekende uitsluitingsprocessen. Een actueel voorbeeld is de ‘Omgevingswet’ die in 2021 ingaat. In dit artikel bespreken we het onderdeel burgerparticipatie van dat wetsvoorstel om dergelijke uitsluitingsmechanismen te identificeren en bestrijden.
-
Artikel
Onderbouwd ontwerpen aan participatieprocessen
Participatie van bewoners bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving is sinds de jaren zestig steeds
meer normale praktijk geworden. In het ene participatieproces. In het ene participatieproces mogen bewoners van beleidsvorming tot uitvoering en oplevering meedoen, in het andere proces is
participatie beperkt tot één of enkele momenten in de beleidsvorming.
Parallel aan de ontwikkeling van deze praktijk, zijn ook wetenschappelijke inzichten rond participatie
opgedaan. De link tussen deze beiden is zwak te noemen. Nieuwe participatiepraktijken worden vaak
niet systematisch wetenschappelijke onderzocht, waardoor niet duidelijk is of en waarom een nieuwe
aanpak werkt. Omgekeerd geldt dat de praktijk vaak weinig of geen gebruik maakt van
wetenschappelijke inzichten bij het ontwerp van participatieprocessen. Het aanleggen van een wetenschappelijke kennisbasis omtrent participatie is een belangrijke stap in de goede richting.Auteurs: Vivian Visser, MSc., Dr. Jitske van Popering-Verkerk, Prof. Dr. Arwin van Buuren.
19 december 2019 | GovernEUR|Erasmus Universiteit Rotterdam. -
Artikel
Handboek Publiek-Civiele Samenwerking
Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van maatschappelijke transities toont de noodzaak voor nieuwe modellen voor veranderende rollen en verantwoordelijkheden voor de betrokken partijen. In deze studies ontbreekt het echter aan het toepasbaar maken van de kennis en inzichten voor veranderende governance binnen maatschappelijke transities.
Hier is een belangrijke rol voor de creatieve industrie weggelegd. Met haar kennis en inzet van ontwerpmethodes, fungeert de creatieve industrie als aanjager en schakel om de verschillende belangen te verbinden en betrokken partijen als gelijkwaardige partners in deze transitie te laten deelnemen. In die context heeft Waag Futurelab het initiatief genomen tot het onderzoeksproject Publieke-Civiele Samenwerking. In dit project zijn nieuwe kennis en procesmodellen onderzocht, die duurzame samenwerking tussen burgers en overheden ondersteunen om succesvolle participatie te realiseren.
Het onderzoek resulteerde in het Handboek Publiek-Civiele Samenwerking: een boek vol inspiratie, voorbeelden, ondersteuning en ontwerpmethodes om publiek-civiele samenwerkingen te versterken. Het handboek biedt ondersteuning aan maatschappelijke initiatieven, ambtenaren en beleidsmakers, maar ook aan financiers en lokale ondernemers die actief zijn in domeinen waar burgers, bedrijven en overheden elkaar tegenkomen. Denk aan de energietransitie of de woningmarkt: domeinen waar naar nieuwe werkwijzen worden gezocht om complexe vraagstukken aan te gaan.Auteurs: Bas Raijmakers, creatief directeur van Stby | Imme Ruarus, lead van het Smart Citizens Lab van Waag Futurelab |Paulien Kreutzer, senior design researcher bij Stby | Tessel van Leeuwen, conceptontwikkelaar bij Waag FuturelabVormgeving: Alain Otjens, Waag FuturelabFoto’s (tenzij anders vermeld): Waag Futurelab | StbyFoto voorkant Wardie Hellendoorn -
Artikel
Beyond Good Intentions: Towards a Power Literacy Framework for Service Designers
[Abstract]
Moving into the social and public sector, service design is becoming both more complex and more participatory. This is reflected in the greater diversity and interrelatedness of stakeholders and the wicked problems being addressed. However, although many service designers working in the social and public domains bring into their design practice the intention to make design more participatory and equitable,
they may lack an in-depth understanding of power, privilege, and the social structures (norms, roles, rules, assumptions, and beliefs) that uphold structural inequality.
In this paper we present findings from seven interviews with service designers to investigate the challenges they face when addressing power issues in design, and their experiences of how power shows up in their design process. By drawing from understandings of power in social theory, as well as the interviewees’ perspectives on how power manifests in design practice, we outline a framework for power literacy in service design. The framework comprises five forms of power found in design practice: privilege, access power, goal power, role power, and rule power. We conclude by suggesting that service design practices that make use of reflexivity to develop power literacy may contribute to more socially just, decolonial, and democratic design practices.Source: Goodwill, M., Bendor, R., & van der Bijl-Brouwer, M. (2021). Beyond good intentions: Towards a power literacy framework for service designers. International Journal of Design, 15(3), 45-59.Field Guide: The aim of the field guide is to help designer’s develop power literacy. This includes building up your awareness of, sensitivity to and understanding of the impact of power and systemic oppression in participatory design processes. You will gain a holistic understanding of power, while examining the role you play in reproducing inequity—however unintentional—and what you can do to change this.Thesis: Read the thesis that the Field guide was created part of. The field guide was originally created by Maya Goodwill for their graduation thesis, Power Literacy: towards a socially just, decolonial and democratic design process, as a part of the Master of Science in Design for Interaction at Delft University of Technology. -
Artikel
Obstakels voor het toepassen van Participatieprincipes
Hoe ziet een goede samenwerking tussen overheid en burgers er uit? Daar is geen eenvoudig of éénduidig antwoord op te geven. Dat komt met name doordat een goede manier van samenwerking erg afhankelijk is van de context van elke specifieke plaats en tijd. De onderzoeksvraag van deze verkennis is: Zijn er terugkerende (d.w.z. structurele) obstakels die het toepassen van de beginselen bemoeilijken?
Het Kennisknooppunt Participatie (KKP) van de directie Participatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is onder meer in het leven geroepen om meer ervaringen en kennis over participatie vast te leggen en delen. Zo kan het vallen minder pijn doen en het weer opstaan versneld worden. Over de loop der jaren heeft de directie Participatie wijsheid over burgerparticipatie verzameld en geordend. -
Artikel
Catalyst methodiek
De stad verandert snel door digitalisering. De belofte van data en nieuwe digitale technologie is groot. Tegelijkertijd zijn er ook grote vragen. De partijen in Amsterdam die bij deze innovatie betrokken zijn, hebben zich uitgesproken voor een maatschappelijk verantwoorde ontwikkeling, oftewel in samenspraak met de inwoners van Amsterdam. Men is het erover eens dat de stem van de inwoner nog te veel ontbreekt in de discussie omtrent innovatieve digitale ontwikkelingen. Hiervoor is de afgelopen twee jaar de Catalyst-methodiek ontwikkeld: een participatiemethodiek om inwoners zinvol te betrekken bij innovatievraagstukken in de stad.
De Catalyst-methodiek is wetenschappelijk onderzocht en het innovatieve resultaat van een unieke samenwerking tussen NEMO en de VU. De methodiek bestaat uit een combinatie van stappen die flexibel ingezet kunnen worden afhankelijke van waar de situatie naar vraagt. De stappen zijn altijd gebaseerd op drie principes:
- Laagdrempelig: we willen met onze methodiek een divers publiek betrekken. Dat doen we door laagdrempelige activiteiten te creëren waar iedereen aan mee kan doen.
- Speels en creatief: we gebruiken speelse en creatieve methoden. Niet alleen om mensen te motiveren om mee te doen, maar ook om hen te helpen om hun mening te vormen. Want mensen hebben geen pasklare mening op de plank liggen; die mening moet in gesprek gevormd worden.
- Opbouwend: het doel is om bij te dragen aan de maatschappelijke inbedding van de technologie. Daarom stellen we kritische vragen op een constructieve manier.
De Catalyst-methodiek is ingezet binnen de Digitale Perimeter om de volgende drie innovatie technologieën op een participerende wijze te benaderen.
- Bodycams
Camera’s die beveiligers op hun lichaam dragen om videobeelden van risicovolle situaties direct met de controlekamer te kunnen delen.
Doel: er voor zorgen dat de controlekamer snel een goede inschatting kan maken van de situatie en daarnaar kan handelen.
- Crowd Monitoring
Een combinatie van meerdere camera’s en sensoren die samen tellen hoeveel mensen zich in een bepaald gebied begeven, hoe snel ze zich bewegen, en welke route ze nemen.
Doel: voorkomen dat straten en pleinen zo vol raken dat het gevaarlijk wordt.
- Gezichtsherkenning
Software die foto’s van gezichten met elkaar kan vergelijken.
Doel: supporters met een stadionverbod herkennen of in een mensenmassa daders op sporen.
Deze technologieën kunnen de stad veiliger en prettiger maken, maar ze verzamelen ook veel informatie over inwoners en bezoekers van de stad. Wat vinden de inwoners van Amsterdam daarvan? Dat is waar het om draait bij het inzetten van de Catalyst-methodiek.
Auteurs: Frank Kupper, Giovanni Stijnen, Aafke Fraaije & Ruth Visser.
Behandelend ambtenaren Gemeente Amsterdam: Sigrid Winkel & Daan Groenink. -
Artikel
Leidraad en handboek voor Stadsdeelpanels
Dit handboek is bedoeld voor de stadsdelen van Amsterdam die gaan starten met stadsdeelpanels. In eerste instantie is het handboek gemaakt voor (en in samenwerking met) ambtenaren die een opdracht hebben gekregen om een stadsdeelpanel uit te voeren. Sommigen van hen zijn betrokken geweest bij het opstellen van dit document, voor anderen is het nieuw.
Het handboek is gemaakt om de stadsdelen te ondersteunen om samen aan de slag te gaan met het werken met gelote bewonerspanels in het stadsdeel of stadsgebied. Misschien hebben jullie die hulp wel helemaal niet nodig. Of zoek je vooral inspiratie en goede voorbeelden. Het kan ook zijn dat je juist heel veel behoefte hebt aan houvast. Gebruik het handboek waar nodig. En onthoud dat houding, gedrag en cultuur belangrijker zijn dan de structuur die in dit handboek is uitgewerkt. Naast dit handboek uitvoeren stadsdeelpanels is er een Leidraad Starten met Stadsdeelpanels voor stadsdeel commissies die een stadsdeelpanel willen instellen.Behandeld in Commissie Sociaal, Economische Zaken en Democratisering 8 februari 2023 en 18 januari 2023
Behandeld in Gemeenteraad 16 maart 2023
Behandelend ambtenaar: Digitalisering en Innovatie, Stedelijk Team Participatie, Susan Curvers, s.curvers@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht Commissie klik hier
Voor meer informatie/voordracht Gemeenteraad klik hier
***
Over Stadsdeelpanels
Een stadsdeelpanel is een groep van maximaal 250 bewoners die bij elkaar komt om mee te denken over een onderwerp dat belangrijk is voor het stadsdeel. Deze bewoners zijn door middel van loting geselecteerd. Zij brengen een advies uit aan de stadsdeelcommissie of de bestuurscommissie van Weesp. Bron: Stadsdeelpanels - Gemeente Amsterdam
-
Artikel
Duurzame Burgerberaden: Hoe ontwerp en Organiseer je ze?
Sinds enkele jaren is het burgerberaad een veelbelovende participatievorm om burgers te betrekken bij maatschappelijke vraagstukken. Ambtenaren en politici hebben er hoge verwachtingen van als participatievorm, bijvoorbeeld om oplossingen te vinden voor vraagstukken over het klimaat en duurzaamheid. Tegelijkertijd is er nog veel onbekend over hoe je burgerberaden goed ontwerpt en organiseert. De Haagse Hogeschool en de Hogeschool van Amsterdam doen de komende twee jaar daarom samen met gemeenten en opleidingen onderzoek naar de opzet, het verloop en de impact van burgerberaden.
Het organiseren van een burgerberaad is niet eenvoudig. Participatieprofessionals, een groeiende groep ambtenaren verantwoordelijk voor burgerparticipatie, stellen zich de vraag: hoe ontwerp en organiseer je een burgerberaad op een goede en effectieve manier? Ze streven naar een goede uitvoering, omdat een niet goed georganiseerd burgerberaad averechts kan werken en de bereidheid tot participatie en het vertrouwen van burgers in de overheid schaadt. Met dit onderzoeksproject willen we bijdragen aan het ontwikkelen van concrete, toepasbare kennis die participatieprofessionals nodig hebben om burgerberaden met succes uit te voeren.
Het onderzoek richt zich op vier kenkenmerken van burgerberaden:- de representativiteit van de deelnemersgroep;
- de rol van experts tijdens het burgerberaad;
- de invloed van adviezen op beleid;
- de maatschappelijke verankering ervan.
Toolkit voor participatieprofessionals
In leernetwerkbijeenkomsten komen participatieprofessionals samen die betrokken zijn bij de organisatie van burgerberaden, voornamelijk gericht op klimaat of duurzaamheid. Tijdens deze bijeenkomsten worden praktijkervaringen en onderzoeksinzichten gedeeld. De verkregen inzichten uit dit onderzoek dienen als waardevolle richtlijnen voor participatieprofessionals bij het vormgeven van een burgerberaad.
Deze inzichten worden geïntegreerd in een ontwerp-toolkit, die participatieprofessionals voorziet van middelen om doordachte keuzes te maken voor, tijdens en na afloop van een burgerberaad. Daarnaast beoogt dit onderzoek meer inzicht te geven in de waarde van burgerberaden als participatievorm met betrekking tot vraagstukken over klimaat en duurzaamheid.
Centraal in dit onderzoek staat het leernetwerk met 14 praktijkpartners uit gemeenten en provincies. Bij de uitvoering van ons onderzoek werken we samen met de participatieprofessionals in deze organisaties. Hierdoor proberen we in te spelen op de vragen en dilemma’s in de praktijk. We ontwikkelen gedurende het onderzoek inzichten die toegepast kunnen worden bij burgerberaden van andere deelnemers aan het leernetwerk. Met deze aanpak verwachten we kennis te ontwikkelen die makkelijk toepasbaar is in de praktijk.
Startdatum 01 feb 2024 | Einddatum 01 feb 2026 -
Artikel
Speeltuinen, burgers en participatie: reflecties op kritische momenten in Amsterdam Oost
Hoe kun je omgaan met conflict in participatie processen? Na aanleiding van een jarenlange samenwerking met de gemeente Amsterdam ontwikkelde wij een methode om te reflecteren op conflict in processen van burgerparticipatie.
Het doel van dit schrijven is tweeledig. We analyseren twee casussen van participatie in Amsterdam Oost. Maar deze casusbeschrijvingen dienen ook een voorbeeld voor de ‘kritieke-momenten reflectiemethode’ die wij hebben ontwikkeld. De kritieke-momenten reflectiemethode is een manier om te begrijpen hoe, ondanks alle goede intenties, participatie vaak toch kan escaleren of tot nieuwe conflicten kan leiden. De methode die wij aandragen geeft professionals die participatie- of andere samenwerkingsverbanden willen bewerkstelligen, een handelingsrepertoire om actoren (spelers en betrokkenen die een actieve rol innemen en invloed hebben op een proces) en herinneringen een plek en rol te geven in het proces. De reflectie die in de methode wordt aangedragen is in Amsterdam Oost toegepast op de praktijk, met als doel beleidmakers en politici de mogelijkheid te bieden hun eigen handelen te begrijpen en nieuwe participatieprocessen te versterken.Verloo, N. & Lodder, N. (2016). Speeltuinen, burgers en participatie: reflecties op kritieke momenten Amsterdam Oost. Gemeente Amsterdam.
Permalink: http://hdl.handle.net/11245/1.541730