De derde bijeenkomst uit de AWB-serie vond plaats op donderdagavond 11 april in de Oostzaal van het Groote Museum Artis in Amsterdam. De drie sprekers spraken elk vanuit hun verschillende vakdisciplines aan de hand van het thema INTERACTIE over bodem, over het handelen voor een vitale bodem en klimaatbestendige stad, ín en mét de bodem. Ze spraken niet alleen vanuit het perspectief van de mens, maar ook vanuit het perspectief en belang van het niet-menselijke.
Rembrandt Zegers van Bureau Natuurcentraal trapte de avond af. Hij werkt als procesbegeleider in het samenleven met de natuur, is expert binnen het UN Harmony with Nature-programma en werkt als adviseur aan commons bij Cross Cultural Bridges.
Hij nam de bezoeker mee op excursie, hoe communiceert de mens met bodem? Door zijn of haar zintuigen. De bodem is actor, kleine kinderen begrijpen dat, zij kruipen over de grond en bewegen onbevooroordeeld door zand, modder, strooisel laag en groene vlakten en acteren met wat ze vinden, of het nu plantjes, diertjes of stukjes afval is. Hij bestookte het publiek met kleine hersenkrakers en prikkelende uitspraken zoals: 'De enige tijd dat we niet onder de grond zijn of deel van de grond is als we leven.’ En 'Terwijl we leven zijn we nog steeds in uitwisseling met de bodem, er totaal van afhankelijk.’ Interacteren we met de bodem alsof die dood is? Of ‘Interacteren we met de bodem alsof die levend is?
De mens gaat vooral mechanisch te werk in de bodem, we onttrekken, graven en lozen allerlei zaken die wij mensen nodig hebben, in grote getalen, het is een interactie alsof de bodem dood is. Het zijn vooral de bodemintermediairs (uitvoerende organisaties) die dit mogen doen. De opmars van de intensieve landbouw heeft tot veranderde bodems geleid. Tegen de menselijke bodemintermediairs plaatste hij de natuurlijke bodemintermediairs: de bodemdieren. Die geven de bodem wel de juiste aandacht en voeding, de mens niet. De mens moet (h)erkennen dat de natuur een actor is en leren te interacteren met de bodem als levend orgaan. Door gebruik maken van holistische principes, regeneratie, nature based solutions en rewilding, gebaseerd op inheemse culturen. Vruchtbare bodem krijg je door bijvoorbeeld het aanleggen van voedselbossen. Het functioneert op eigen kracht, zonder bemesting, beregening of ontwatering en er is hoge biodiversiteit waarmee de bodemvruchtbaarheid wordt herstelt. Maar om nog meer voor elkaar te krijgen en om actor bodem te leren kennen moet je spelen. Maar hoe speel je een spel met iemand die geen mensentaal (de natuur) spreekt? Onze zintuigen moeten constant aan zijn, loop op blote voeten, doe je ogen dicht en voel de aanwezigheid van je buurman/vrouw.
De betekenis komt uit de relatie, volgens Maurice Merleau-Ponty en Zegers benadrukt dit. Is het niet tijd voor bodem speelplaatsen en observatieposten voor bodem? Welke dieren leven van of in de bodem, welke planten en bomen doen het goed voor een gezonde bodem. We moeten naarstig op zoek naar anderen vormen van samenleven, zoals coöperaties of ‘commons’. Er zijn al energie coöperaties, wat te denken van bodem coöperaties!?
Rembrandt Zegers is directeur van Bureau Natuurcentraal en auteur van de publicatie Making Nature Social: Towards a Relationship with Nature.
https://nl.linkedin.com/in/rembrandt-zegers-phd-77721012
Maike van Stiphout van DS landschapsarchitecten pakte het stokje over en gaf een inspirerende kijk in haar landschapsontwerp-keuken. Als landschapsarchitect is zij al lang bezig de natuur als onlosmakelijk onderdeel van het ruimtelijke ontwerp te maken. Maar het gaat haar niet snel genoeg, er moeten nog flinke stappen worden gemaakt. Cultuur en natuur moeten worden samen gebracht, niet op basis van ego (met mens bovenaan) maar basis van eco (mens onderdeel van). Natuur maken in de stad is een cultuurdaad, stelt ze. En aan de hand van drie concepten sieren, omlijsten en delen toonde ze een keur van mooie, geslaagde voorbeelden van natuur maken in stedelijke context. Kijk eens naar de stad als een berglandschap en deel de gevels met stadsnatuur, nodigde ze enthousiast uit! In het woontoren Amsterdam Vertical heeft ze met het ontwerpteam aan de hand van een programma van eisen van de dieren elke gevel zo geschikt mogelijk gemaakt. Door de juiste beplanting op de juiste plek, maar ook door porositeit en andere architectonische toepassingen wordt de gevel nu gedeeld met stadsnatuur.
Alles in de stad is door mensen gemaakt, behalve de wilde planten en dieren, geeft ze mee. Zij zijn het die het doen, de bodem vitaal maken en voor de broodnodige biodiversiteit zorgen. Geef ze de ruimte, zodat ze blijvend hun werk kunnen doen. Maar, voegt ze toe, natuur maken in de stad is ook ‘laten’ en introduceert de esthetiek van verwildering. Hou op met die strijd tegen de natuur uit angst om te worden overgroeid. Maak selectief schoon, geef de planten hun naam en laat begroeiing langs de muur staan.
Maike van Stiphout is medeoprichter van DS landschapsarchitecten en auteur van de Eerste en Tweede gids voor natuurinclusief ontwerp.
https://www.dsla.nl/personeel/maike-van-stiphout/
https://www.naibooksellers.nl/eerste-gids-voor-natuurinclusief-ontwerp-maike-van-stiphout.html
Als laatste in de rij inspirerende sprekers kwam Michael Stech aan het woord, hij werkt als onderzoeker en expert op het gebied van mossen bij Naturalis en is projectleider NWA onderzoek HiddenBiodiversity. In dit onderzoeksproject onderzoeken hij en zijn collega’s de verborgen biodiversiteit in stedelijke bodems. Letterlijk door onder het maaiveld te kijken, en niet alleen in open grond en boomspiegels, maar juist ook onder de gesloten rijweg en betegelde stoep, met en zonder bomen. Dit doet hij aan de hand van DNA-metabarcoding. Daarbij moet wel verteld worden dat hij per soort/sample een DNA barcode krijgt, maar niet kan zien of het DNA van levende of dode soorten zijn. Los daarvan, blijkt dat er zich heel veel soorten onder gesloten wegdek bevinden, waar we veel niet van kennen en kunnen spreken van verborgen stadsnatuur. Door het onderzoek weet hij meer, maar ook weer minder, want het onderzoek roept nieuwe vragen op: wat weten we (niet) over bodembiodiversiteit in de stad? Wat welke soorten zijn er allemaal, welke rol spelen ze in voedselwebben, hoe zijn de ontwikkelingen in de tijd en welke verbanden zijn er te maken in verband met boomgezondheid, stadsinrichting en –klimaat, stressoren?
Bijvoorbeeld Archaea zijn veelvoudig te vinden juist op plekken waar geen bomen staan. Zijn het indicatoren voor extreme omstandigheden? En schimmels, bij alle onderzochte plekken (boomspiegel, stoep met of zonder bomen, weg met of zonder bomen) is een groot gedeelte onbekend, oplopend tot wel 40%. Eerste voorzichtige conclusies is: een gevarieerde omgeving met bomen, open grond en organisch materiaal verhoogt de bodembiodiversiteit, ecologische functies en daarmee (waarschijnlijk) de weerbaarheid van de (stads)bodem waaruit maatregelen volgen als: laat gezonde bomen niet wijken voor infrastructuur, reserveer veel ruimte voor groen, beperk de afvoer van organische stof en realiseer een minimale bodembedekking. Bodemtips die ook te vinden zijn in het boekje Tips voor een gezonde bodem, samengesteld door Naturalis Biodiversity Center, City Deal Openbare Ruimte, Onder het maaiveld en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam.
Michael Stech is onderzoeker en expert op het gebied van mossen bij Naturalis Biodiversity Center en projectleider van het NWA onderzoek HiddenBiodiversity
https://natuurwijzer.naturalis.nl/onderzoekers/michael-stech
https://www.universiteitleiden.nl/medewerkers/michael-stech
https://www.naturalis.nl/verborgenstadsnatuur