Artikel

Toespraak herdenking Februaristaking 2024, Jonas Daniël Meijerplein

15 februari 2024

In de ochtend van dinsdag 25 februari 1941 verspreidden leden van de Communistische Partij stakingspamfletten door de stad.
Daarop stond beschreven wat er in de dagen daarvoor op en rond dit plein was gebeurd. Ik citeer:


‘De nazi’s hebben […] als beesten in de wijken met veel Joodse bevolking huisgehouden. Honderden Grünen Feldpolizei kwamen zwaarbewapend plotseling de oude binnenstad en andere wijken binnengevallen. Razend, tierend, ranselend en schietend stortten zij zich met hun bewapende overmacht op weerloze mannen, vrouwen en kinderen. Honderden jonge Joden werden met ruw geweld en volkomen willekeurig van de straat in arrestantenwagens gesmakt en weggevoerd naar een onbekend verschrikkingsoord.’
Einde citaat.

Elk jaar eren wij hier de onverschrokken dokwerkers, fabrieksarbeiders, winkelbediendes, docenten en ambtenaren die, uit woede over deze razzia’s, meededen aan de enige grootschalige staking tegen de Jodenvervolging in bezet West-Europa.
Laten wij vandaag ook stilstaan bij de honderden Joodse mannen die tijdens die razzia’s werden opgepakt. Vrijwel allemaal werden ze vermoord in Buchenwald en Mauthausen. En in Hartheim waar 150 Amsterdamse Joden binnen een jaar werden jaar vergast.
Ze werden gebruikt als oefenmateriaal voor de moordfabrieken die de nazi’s in plaatsen zoals Auschwitz-Birkenau, Sobibor en Treblinka zouden bouwen.

Altijd, ieder jaar als we herdenken, vragen we ons weer af hoe het zover heeft kunnen komen. Amsterdam werd overvallen door de razzia’s.
Maar het is een vergissing om te denken dat ze uit het niets kwamen.
Ze waren een wraakactie voor het verzet van Joodse Amsterdammers tegen de Duitse bezetter. En tegen de knokploegen van de NSB.
Die knokploegen waren al jaren voor de bezetting bezig haat te zaaien, te pesten en te provoceren, om zo de geesten rijp te maken voor fascisme en nationaalsocialisme.

Dat gevaar werd te lang niet herkend. Veel mensen waren teleurgesteld in de werking van de democratie en de verdelende partijpolitiek.
De schrijver Menno ter Braak doorzag het gevaar wel.
Hij zei dat het nationaalsocialisme weliswaar gemeenschapszin leek voor te staan, maar in feite niets meer was dan, en ik citeer:
‘[…] de leer der pure rancune; het zijn de formules van den haat, de stembuigingen van den nijd, de schelheid van den laster […]’ Einde citaat.

Meer dan acht decennia na de eerste razzia’s, na de staking, is de rancune aan een nieuwe opmars bezig. Het is die rancune die een dictator ertoe brengt om een vreedzame democratische activist als Aleksei Navalny te martelen en te vermoorden. Om de Russische burgers publiekelijk om zijn dood willen rouwen, op te pakken en vast te zetten.
Achter de propaganda over de oorlog tegen Oekraïne schuilt de rancune van Poetin.
Achter zijn wereldbeeld dat is vervuld van haat tegen Europa, tegen mensenrechten en de vrijheden die we hier sinds de Tweede Wereldoorlog koesteren, schuilt diepe rancune.
En laten wij wel wezen, achter de steun voor Poetin buiten Rusland – ook in ons land - schuilt de rancune.

Als rancune wordt aangejaagd door leiders die bereid zijn de principes van de democratische rechtsstaat opzij te zetten en nietsontziend geweld te gebruiken dan noemen we dat - ook vandaag - fascisme.
In de jaren ’30 zagen sommige intellectuelen het gevaar van het fascisme.
De Joodse arbeiders die rond dit plein woonden zagen het nog scherper.
‘Fascisme is moord’ scandeerden zij al in de jaren ’30.
Ze hadden niet kunnen bevroeden hoe zeer en tragisch hun gelijk zou zijn. Zelfs de stakers van februari 1941 konden niet weten op welke schaal de vernietiging van menselijkheid en menselijk leven zou plaatsvinden.
Zij hebben de moord op meer dan 100.000 Nederlandse Joden niet kunnen voorkomen.
Maar zij hebben een daad verricht van diepe solidariteit met hen die werden vervolgd omdat zij wisten dat de onvrijheid van de één de onvrijheid van allen betekent. Toen en nu.
Daarom blijven wij hen herdenken. Daarom staan wij hier. Omdat wij onze democratie, onze rechtsstaat en onze vrijheden koesteren. En omdat wij weten dat wij deze moeten beschermen. Tegen de rancune, tegen de haat, toen en nu.

Aanvullende informatie