Artikel

Onderzoek samenhang en toekomstig gebruik P+R-terreinen op de Zaancorridor

De verwachting is dat door ontwikkelingen in woningbouw en mobiliteit de druk op de Zaancorridor de komende jaren toeneemt. In dit onderzoek staat de vraag centraal wat de geschetste ontwikkelingen in woningbouw en mobiliteit gaan betekenen voor het gebruik van de P+R-terreinen op de Zaancorridor.

Om deze vraag te beantwoorden is de samenhang tussen de P+R locaties op Zaancoridor onderzocht en in kaart gebracht. Op basis hiervan is ook de toekomstige parkeerbehoefte op de P+R-terreinen bepaald. Dit is gedaan middels twee scenario’s: een autonome prognose voor 2040 en een onderzoeksvariant 2040 waarin een aantal hypothetische beleidsopties zijn toegevoegd.

Samenhang

  • Er is op drie plekken op de Zaancorridor samenhang geconstateerd in het gebruik van P+R-locaties: regio Alkmaar, Castricum-Uitgeest, en de gemeente Zaanstad.
  • De lokale aard van de samenhang betekent dat er meerdere samenhangende strategieën nodig zijn om gebruik van P+R-terreinen op de Zaancorridor lokaal en (boven)regionaal te sturen.
  • In regio Alkmaar en in de gemeente Zaanstad beïnvloeden ruimtelijke ontwikkelingen en veranderingen in parkeercapaciteit en -regimes het gebruik van de samenhangende stations. In de samenhang tussen Castricum en Uitgeest speelt met name de kwaliteit van de ov-verbinding een belangrijke rol.
  • Nabijheid en bereikbaarheid zijn van belang in de keuze om bij een P+R te parkeren. Redenen om een P+R verder weg te kiezen zijn een P+R met betere ov-verbindingen en de beleefde kans op een parkeerplek op de P+R.
  • Verbetering van ov-aanbod, parkeercapaciteit, beschikbaarheid of de vindbaarheid vergroten de aantrekkelijkheid van een P+R. Bij sluiting van een P+R kiest 29% van de gebruikers voor reizen via een ander station, 31% zoekt een parkeerplaats in de buurt, 20% gaat niet meer met de trein reizen en de laatste 20% komt met een ander vervoersmiddel naar het station

Toekomstbeeld

  • In de autonome prognose groeit het gebruik van de P+R-terreinen op de Zaancorridor tussen 2023 en 2040 met 18%. Zowel het eigenlijke gebruik door treinreizigers als het oneigenlijke gebruik nemen toe. Vijf P+R-terreinen hebben in 2040 de maximale capaciteit bereikt. Er is in dit scenario sprake van latente vraag naar parkeerplaatsen op P+R terreinen.
  • In de onderzoeksvariant valt de parkeercapaciteit op P+R-terreinen op de Zaancorridor lager uit dan de autonome prognose, en hierdoor daalt ook het gebruik (-11%). Zowel het eigenlijke als oneigenlijk gebruik van P+R’s neemt af. De latente vraag naar parkeerplekken neemt toe door het wegvallen van P+R capaciteit. Zes P+R-terreinen hebben de maximale capaciteit bereikt. Op P+R-locaties waar parkeerregulering op de P+R wordt toegepast voldoet de capaciteit van de P+R aan de parkeervraag.

Aanbevelingen

  • In de zones met samenhang tussen P+R’s dient gekeken te worden naar de impact van ruimtelijke ontwikkelingen en ingrepen in parkeercapaciteit op de samenhangende P+R’s. Het wordt aanbevolen aanvullend onderzoek te doen naar effecten van maatregelen die worden getroffen op P+R’s in regio Alkmaar, de Zaanse P+R’s en op de P+R’s Castricum-Uitgeest.
  • Verbeterde capaciteit, vindbaarheid en aantrekkelijkheid van P+R’s én het onaantrekkelijker maken van parkeren in de omgeving helpen een modal shift van de auto naar het ov als hoofdvervoersmiddel bewerkstelligen. Het verbeteren van de P+R’s op de Zaancorridor is daarmee een effectieve maatregel om de bereikbaarheid van deze gebieden te verbeteren.
  • De capaciteit en frequentie van treinverbindingen op de Zaancorridor zijn een randvoorwaarde voor het faciliteren van de autonome groei. Flankerende maatregelen, zoals verbetering van fietsinfrastructuur van en naar en fietsparkeergelegenheid bij P+R’s maken de ketenreis nog aantrekkelijker.

Aanvullende informatie

Afbeelding credits

Header afbeelding: Provincie NH

Media

Documenten