How to deploy AM in European cities? Scenarios and externalities
Duurzame mobiliteit kan de impact op het milieu verminderen, de sociale mobiliteit verbeteren en duurzame en leefbare steden bevorderen. Disruptieve innovaties, zoals geautomatiseerde minibussen (AM), staan klaar om stedelijke mobiliteit een nieuwe vorm te geven en duurzame mobiliteitsdoelen te bereiken. Daarom is het belangrijk om de mogelijke vormen van inzet van AM te bestuderen om hun integratie met het openbaar vervoer te verzekeren. Met name AM als vorm van openbaar vervoer zou de maatschappelijke en ecologische impact van mobiliteit in stedelijke gebieden kunnen verminderen.
Een economische methode om deze effecten te analyseren zijn externe kosten. Externe kostenanalyse biedt een manier om de implicaties van de introductie van AM in het transportsysteem te kwantificeren. Ze hebben indirecte en niet-gecompenseerde effecten, zoals luchtvervuiling en congestie. Deze studie richt zich op mogelijke toekomstscenario's van AM in steden. Het schat de toe- of afname van de externe kosten (vergelijk voor en na invoering van AM) en het effect op de parkeerruimte. Het geeft inzicht in hoe AM kan bijdragen aan een duurzame transformatie van steden. De studie presenteert zes mogelijke scenario's gericht op de mogelijke modal shift veroorzaakt door AM en hun relatie met het openbaar vervoersnetwerk en de bijbehorende externe kostenresultaten. Zo leidt het vervangen van alle autoritten in de binnenstad door AM-diensten tot de grootste daling van de externe kosten, terwijl het vervangen van alle dieselbusritten door AM leidt tot een toename van externaliteiten. Bovendien variëren de resultaten naargelang het soort diensten dat wordt aangeboden en het gebied (stedelijk of voorstedelijk) waar de AM wordt ingevoerd. Deze beoordeling biedt beleidsmakers vooruitziende methoden om de nadelen van disruptieve innovaties te vermijden en deze te gebruiken om duurzame stedelijke ontwikkeling te realiseren.
Het project eHUBs is een van de hoofdprojecten binnen het Smart Mobility Programma van de gemeente Amsterdam. EHUBS zijn on-street locaties die e-bikes, e-bakfietsen, e-scooters en/of e-cars samenbrengen en gebruikers een breed scala aan mogelijkheden bieden om te experimenteren en in verschillende situaties te gebruiken. Het idee is om een hoogwaardig en divers aanbod van gedeelde elektrische mobiliteitsdiensten te bieden om burgers te ontmoedigen om een eigen auto te bezitten, wat resulteert in schonere, leefbare en aangenamere steden. Het hoofddoel is om, in samenwerking met commerciële vervoerders, 15-20 eHUB's te bouwen in gerichte gebieden in Amsterdam. Tot nu toe waren er 10 hubs in verschillende stadsdelen. Nu de eerste inzichten bekend zijn, is het tijd om ons te richten op het grotere geheel: hoe kunnen hubs door de hele stad worden opgeschaald, zodat elke burger op loopafstand gebruik kan maken van gedeelde mobiliteit?
Supporting increasing ambitions to use urban canals
Stedelijke kanalen en gekanaliseerde rivieren worden voor veel verschillende menselijke toepassingen gebruikt. We onderzochten huidig en toekomstig gebruik in Amsterdam (Nederland) en Toronto (Canada). Onze resultaten laten zien dat de vraag naar de meeste gebruiksfuncties in 2040 zal toenemen. Deze toename is het sterkst voor transport, voor thermische energiewinning voor verwarming en koeling van gebouwen en voor recreatie inclusief zwemmen. Daarnaast ontstaat er vraag naar nieuwe toepassingen, zoals het gunstig inzetten van producten uit vaarwegonderhoud en lokale klimaatregulering.
Deel 1:
De veranderingen in de vraag naar stedelijk oppervlaktewatergebruik in Amsterdam en Toronto worden gedreven door ontwikkelingen die zich in veel steden voordoen, zoals klimaatverandering, stadsvernieuwing en duurzaamheidsambities. Met toenemende druk om stedelijk oppervlaktewater in te zetten voor ander gebruik, wordt het van belang inzicht te krijgen in de geschiktheid van stedelijke grachten voor gewenste gebruiksfuncties en hoe dit kan worden verbeterd. Dergelijke inzichten ondersteunen functiegerichte planning, inrichting en onderhoud van stedelijk oppervlaktewater. Dit kan nuttig zijn voor bestaande wateren, maar ook voor nieuwe waterlichamen die worden gecreëerd in stadsvernieuwingsgebieden of als onderdeel van strategieën voor aanpassing aan de klimaatverandering. Geschiktheidsindexen kunnen worden gebruikt om de geschiktheid te beoordelen op basis van de kenmerken van een waterlichaam. De geschiktheidsanalyse laat ook zien welke kenmerken van het waterlichaam moeten worden aangepast om de geschiktheid te verbeteren. Een studie in Amsterdam en Gent (België) laat zien hoe de geschiktheid van stedelijke kanalen en gekanaliseerde rivieren kan worden verbeterd voor transport, thermische energiewinning en zwemmen. Ten eerste hebben we de huidige geschiktheid beoordeeld op een schaal van vijf klassen: ongeschikt, laag, redelijk, goed of uitstekend. In de meeste delen van het watersysteem in Amsterdam wordt de geschiktheid voor thermische energiewinning beoordeeld met ‘goed’, geschiktheid voor transport is ‘redelijk’ en voor recreatie is de geschiktheid ‘laag’. Een indicatieve analyse in Gent toont vergelijkbare geschiktheid voor vervoer en zwemmen; voor thermische energiewinning zijn de resultaten onzeker. Ten tweede hebben we beoordeeld welke kenmerken van het waterlichaam moeten worden gewijzigd om de geschiktheid te verbeteren. De uitkomsten van deze analyse zullen voor Amsterdam in detail worden gepresenteerd en vergeleken met de indicatieve analyse in Gent. De uitkomsten kunnen worden gebruikt door stedenbouwkundigen, ontwerpers en waterbeheerders om stedelijke wateren te optimaliseren voor belangrijke menselijke toepassingen.
Deel 2:
Voertaal: Engels
This research is part of AMS project URBAN PULSE II * Van der Meulen, E. S., Sutton, N. B., van de Ven, F. H. M., van Oel, P. R., & Rijnaarts, H. H. M. (2020). Trends in Demand of Urban Surface Water Extractions and in Situ Use Functions. Water Resources Management, 34(15), 4943-4958.
Identifying the potential early and late adopters of shared electric mobility hubs
Gedeelde elektrische mobiliteitshubs, of eHUB's, bieden gebruikers op aanvraag toegang tot een reeks gedeelde elektrische voertuigen. Er is momenteel echter weinig bekend over de kenmerken van potentiële gebruikers van deze nieuwe vorm van gedeelde mobiliteit. Dit maakt het moeilijk om de locatie van knooppunten te plannen en faciliteiten te bieden, wat uiteindelijk het succes ervan zal bepalen. Dit artikel probeert daarom potentiële gebruikers te identificeren op basis van een diepgaande case study van een representatieve steekproef van de bevolking van de gemeente Amsterdam.
Auteurs: Gustav Bösehans, Margaret Bell, Neil Thorpe, Fanchao Liao, Goncalo Homen de Almeida Correia and Dilum Dissanayake