Auteur: Joost de Haan
Supervisor: Mirjam Dijkshoorn (VU) en Christiaan Zandstra (Vervoerregio Amsterdam)
Om de maatschappij inclusiever te maken moeten we nieuwe vormen van educatie uitwerken om meer mensen in staat te stellen om te participeren. Aan de ene kant om bewoners van de stad nieuwe capaciteiten aan te leren en aan de andere kant om ambtenaren nieuw bewustzijn te geven van mentale en lichamelijke diversiteit om daarmee een toegankelijker stad vorm te geven. Zowel coaching als gaming spelen hun rol bij inclusief stadmaken.
The level of inclusion in education for mental and physical diversity influences the level of awareness of mental and physical diversity in society. If education is inclusive and diverse children go to the same schools and classes, then experiences are shared. If children that are mentally and/or physically diverse go to separate school, then experiences can't be shared. Different countries have different education systems. A few of those systems are studied and compared.
This is a student project which was part of the Global Health minor 2022-2023. In cooperation with the Municipality of Amsterdam students looked into the value of local urban agriculture projects in Amsterdam Nieuw-West. This collection includes a final report in English and a short video in Dutch explaining the main findings.
Mensen die mentaal of lichamelijk anders zijn dan anders ervaren vaak barrières als ze gebruik willen maken van openbaar vervoer. De Europese Commissie heeft in 2007 opdracht gegeven voor het opstellen van een Europese toegankelijkheidsnorm voor de gebouwde omgeving. Wat is de situatie van toegankelijkheidsnormering in Nederland rond openbaar vervoer en hoe kan het mainstreamen van toegankelijkheidsnormering zorgen voor meer toegankelijkheid in de projecten die de Vervoerregio uitvoert?
Auteur: Joost de Haan
Supervisor: Mirjam Dijkshoorn (VU) en Christiaan Zandstra (Vervoerregio Amsterdam)
In this project, the awareness and inclusivity of mentally and/or physically diverse individuals in Amsterdam is studied, with the aim to provide recommendations for the development of a serious game based on awareness and inclusivity of mentally and/or physically diverse individuals in Amsterdam. The research question is: “What are the views on awareness and inclusivity of mentally and/or physically diverse individuals in Amsterdam held by different stakeholders?”.
Four key findings emerged. Firstly, public transport and public places were perceived as inaccessible. Secondly, awareness of mentally and/or physically diverse individuals depends on the contact with them. Thirdly, awareness is more present when a person is affected by a mentally and/or physically diverse individual who experiences day to day challenges. Lastly, there is still a lack of cooperation between different interest groups who are involved in policy making.
Openbaar vervoer en de openbare ruimte kunnen fysiek beter toegankelijk worden, maar ook doormiddel van een helpende hand/assistentie. Een digitaal platform kan hulpvraag en hulpaanbod koppelen. Hoe staan verschillende stakeholders tegenover het in het leven roepen van zo’n platform?
Onderzoek uitgevoerd door master studenten Management, Policy Analysis & Entrepreneurship in Health and Life Sciences, in samenwerking met Gemeente Amsterdam en Vervoerregio Amsterdam.
Handleiding ontworpen door studenten Psychologie, in samenwerking met OV-Coach.
Deze handleiding is er om u te helpen in uw rol als OV-coach bij het begrijpen van klanten die last hebben van angst. Jouw rol als vrijwillige coach is om klanten te helpen en te ondersteunen met angst tijdens gebruik van het openbaar vervoer.
Onderzoek uitgevoerd door master studenten Management, Policy Analysis & Entrepreneurship in Health and Life Sciences, in samenwerking met Gemeente Amsterdam en Vervoerregio Amsterdam
Barrières maken mensen minder mobiel. Bij overstappen treden veel barrières op. Om reizigers mobieler te maken met openbaar vervoer vraagt de toegankelijkheid van overstappen extra aandacht. Tegen welke problemen lopen mensen met een fysieke beperking aan bij het overstappen in het OV in grootstedelijke gebieden?
Een digital platform voor hulp onderweg dat hulpvraag en hulpaanbod koppelt kan openbaar vervoer en de openbare ruimte toegankelijker maken. Studenten zijn een belangrijke gebruikersgroep van het openbaar vervoer. Hoe zou deze groep gemotiveerd kunnen worden om actief te worden op het platform aan de aanbodkant?
Samenvatting van Dr. Mitzi Waltz van bevindingen studenten betreffende online toegankelijkheid. Het onderzoek werd uitgevoerd door studenten te koppelen aan een buddy, een persoon met een handicap om toegankelijkheid van websites te testen.
Rapport van master studenten Management, Policy Analysis & Entrepreneurship in Health and Life Sciences (2019) in samenwerking met Vervoerregio Amsterdam & Gemeente Amsterdam
Literatuuronderzoek naar ervaren barrières in het openbaar vervoer door master studenten Management, Policy Analysis & Entrepreneurship in Health and Life Sciences, in samenwerking met Gemeente Amsterdam en Vervoerregio Amsterdam.
ACHTERGROND Voor slechtziende mensen is het openbaar vervoer (OV) de belangrijkste
manier om zich zelfstandig te verplaatsen over een langere afstand. De toegankelijkheid van de
openbare ruimte tijdens het voor- en natransport met het OV heeft invloed op de mate van het OV
gebruik (Vilans, 2008). Door de toegankelijkheid van het voor- en natransport van het OV te
verbeteren kunnen de slechtzienden gestimuleerd worden om het OV vaker te gebruiken.
DOEL Het doel van het onderzoek is om een inventarisatie te maken van de barrières die
slechtziende ouderen (65-plus) ondervinden tijdens het voor- en natransport met het OV in
Amsterdam. In dit onderzoek wordt expliciet gekeken naar het verschil in de barrières die
slechtziende ouderen tegenkomen en ervaren vergeleken normaalziende ouderen.
METHODE Een groep slechtziende ouderen (N=7) en een leeftijdsgerelateerde groep
normaalzienden (N=7) met een leeftijd tussen 68 en 84 jaar legden een route af met het OV in
Amsterdam. De groep normaalzienden was geïncludeerd om te kunnen achterhalen welke barrières
specifiek zijn voor slechtziende ouderen. Aan de hand van filmbeelden werd geobserveerd welke
barrières de deelnemers tegenkwamen. Bovendien werd met behulp van interviews gemeten welke
barrières de deelnemers zelf ervaarden. De barrières werden gecategoriseerd binnen de volgende
categorieën: wegdek, zicht, ontwerp infrastructuur, verkeerslichten, voetpad, oriëntatie,
metro(halte) en tram(halte) (tabel 3).
RESULTATEN Over het algemeen komen slechtziende ouderen meer barrières tegen dan
normaalziende ouderen. De filmbeelden toonden dat de categorieën wegdek (oneffenheden,
vuiligheid op de weg), infrastructuur (geen of onduidelijke voetinfrastructuur, paaltjes en obstakels
op of langs het voetpad, onoverzichtelijke kruispunten), verkeerslichten (onduidelijke
verkeerslichten, kapotte of ontbrekende tikkers) en oriëntatie (metrobewegwijzering) vaker
voorkomen bij slechtziende ouderen dan bij de controlegroep. De interviews toonden dat de
categorieën infrastructuur (onoverzichtelijke kruispunten), verkeerslichten (kapotte of ontbrekende
tikkers), en oriëntatie (metrobewegwijzering) vaker voorkomen bij slechtziende ouderen dan bij de
controlegroep. De resultaten van de filmbeelden en de interviews toonden aan dat de deelnemers
meer barrières tegenkwamen dan daadwerkelijk werden ervaren.
CONCLUSIE Er zijn specifieke barrières voor slechtziende ouderen. Onoverzichtelijke
kruispunten, kapotte of ontbrekende tikkers en de metrobewegwijzering behoeven urgente
aandacht. Bij het verbeteren van de toegankelijkheid van het voor- en natransport met het OV
moeten met deze barrières rekening worden gehouden.
Onderzoek naar de betrouwbaarheid van het ontworpen observatie-instrument om aan de hand van gedrag de belemmeringen van slechtziende en normaalziende voetgangers in kaart te brengen