Article

Dicht op de huid

Gezichts- en emotieherkenning in Nederland

De ontwikkeling van automatische gezichts- en emotieherkenning is in volle gang. Een foto van een voorbijganger kunnen we koppelen aan zijn Facebook- profiel (Acquisti & Gross 2009) en computers worden steeds beter in het onderscheiden van echte en gespeelde emoties (Andrade 2014). In supermark- ten bepaalt soms niet de caissière, maar een gezichtsherkenningssysteem of je oud genoeg bent om alcohol te kopen (AIT-bv 2014).

Het inzetten van deze geavanceerde technieken biedt voordelen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, omdat het makkelijker wordt om een verdachte te identificeren. Maar de inzet van de technologie roept ook vragen op. Welke informatie valt er eigenlijk van ons gezicht af te lezen? Welke partijen gebruiken die informatie, op welke manier? Zijn wij nog wel ‘de eigenaar’ van ons eigen gezicht en van onze eigen emoties? De technieken stuiten bij sommigen op verzet, bijvoorbeeld van kunstenaars die gezichtsherkenning op creatieve wijze omzeilen (Polo 2010).1

Deze verkennende studie van het Rathenau Instituut signaleert een belangrijke ontwikkeling op het gebied van gezichts- en emotieherkenning: de techniek is indringend en raakt wijdverbreid. Databases groeien, toepassingsmogelijkheden nemen toe, en de techniek wordt steeds beter. Daardoor zitten deze technolo- gieën ons steeds dichter op de huid. In de Verenigde Staten lijkt dit besef toe te nemen: bedrijven ontwikkelen gedragscodes,2 er vinden politieke hoorzittingen plaats over de impact van de technologie op privacy en andere burgerrechten3

en senatoren stellen bedrijven kritische vragen over de impact van deze technologie (Persbericht Al Franken 2014).

Bron: Janssen A., Kool, L. & Timmer, J., Dicht op de huid - Gezichts- en emotie- herkenning in Nederland. Den Haag, Rathenau Instituut 2015

Image credits

Icon image: Schermafbeelding 2022-01-24 om 09.41.26.png

Media

Documents