Behandeld in Commissie Algemene Zaken 18 maart 2021
Behandelend ambtenaar: Stadsdeel Zuidoost/kwartiermaker Henriette Rombouts, h.rombouts@amsterdam.nl, Programmadirecteur Saundra Williams
Voor meer informatie klik hier
Op 13 december 1966 slaat Burgemeester Gijs van Hall de eerste paal voor woningbouw in de Bijlmermeer. Krap twee jaar later, op 25 november 1968, nemen Kees en Truus Copray als eerste bewoners de sleutel in ontvangst van hun nieuwe woning in de flat Hoogoord. De Bijlmer was een belofte. Mooie ruime en betaalbare woningen voor iedereen. Veel groen. Alle ingrediënten voor een mooi, bloeiend stadsdeel. Tegenwoordig komt het stadsdeel vaak op een negatieve manier in het nieuws. Een opeenstapeling van uitdagingen, verkeerde beslissingen en negatieve ontwikkelingen zorgden ervoor dat Zuidoost te vaak in statistieken bovenaan de verkeerde lijstjes terecht kwam. Deels ten onrechte. Zuidoost is een bloeiend en bruisend stadsdeel. Veel bewoners zijn er trots op om hier te wonen. Tegelijkertijd realiseren we ons dat veel dingen (nog) beter kunnen. De komende jaren willen we met elkaar de kansen voor jongeren, de leefbaarheid en de veiligheid naar een hoger plan brengen.
Behandeld in Commissie Algemene Zaken 18 maart 2021
Behandelend ambtenaar: Stadsdeel Zuidoost/kwartiermaker Henriette Rombouts, h.rombouts@amsterdam.nl, Programmadirecteur Saundra Williams
Voor meer informatie klik hier
Deze Woonagenda heeft als uitgangspunten voldoende, betaalbare en goede woningen in 2025. We brengen in kaart waar de huidige woningmarkt te kort schiet, wat we daar nu al aan doen en welke aanvullende acties nodig zijn. Naast de feiten en cijfers over de huidige woningmarkt, de prognose van de woningvoorraad en woningbehoefte, zijn de stadsgesprekken een belangrijke bouwsteen voor de Woonagenda. In het kader van de stadsgesprekken is wethouder Ivens op vier markten in gesprek gegaan, is er een enquête gehouden onder 6.843 Amsterdammers en zijn er gesprekken gevoerd met bewoners en professionals. De belangrijkste thema’s die uit de stadsgesprekken kwamen, zijn: meer gereguleerde huur, meer middeldure huurwoningen, meer passendheid op huur en grootte, meer flexibiliteit, starters hebben moeilijk toegang tot de Amsterdamse woningmarkt en Amsterdammers eerst.
Behandeld in Commissie Wonen 12 juli 2017
Behandeldnd ambtenaar: V. Berkers, v.berkers@amsterdam.nl; C. van Groenigen, c.van.groenigen@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Amsterdam is en blijft van iedereen.
Amsterdam is continu in verandering. Dat zorgt voor veel dynamiek die voor mensen heel verschillend uit kan pakken. Dat roept voor de overheid de vraag op: wat wil je veranderen, waarop wil je sturen en wat laat je aan de markt over? Te veel overheidssturing kan die dynamiek verstoren of zelfs stilleggen. Maar zonder enige sturing of kaders ligt er een groot risico dat het recht van de sterkste gaat gelden, waardoor andere mensen in de knel kunnen komen. Willen we ervoor zorgen dat Amsterdam voor iedereen is, dan moeten we op zoek naar de juiste balans waarbij ongewenste effecten zoveel mogelijk worden voorkomen. Juist die balans van een dynamische stad waarbij de ongewenste effecten zo veel mogelijk worden geremd, is de basis voor een Amsterdam van iedereen.
Het onderzoek ‘Wonen in Amsterdam’ (WiA) brengt sinds 1995 elke 2 jaar het wonen in de stad in beeld. Het is een belangrijke graadmeter voor het Amsterdamse woonbeleid. Hoe ontwikkelt de woonvoorraad zich naar prijsniveau, hoe veel hebben bewoners te besteden, hoe oordelen zij over hun woning en woonomgeving en wat zijn hun woon- en verhuiswensen?
Hier treft u de factsheet van het veertiende WiA onderzoek. Hierin worden kerncijfers over woningmarktsegmenten en inkomensgroepen in Amsterdam gepresenteerd.
Auteurs: Vera Berkers & Kees Dignum
Aanleiding voor dit rapport is een interne notitie uitgebracht in november 2017 door de Ombudsman Metropoolregio Amsterdam om een doorbraak teweeg te brengen in de wanbetalersregeling (zie kader). Volgens deze notitie zaten er toen in Nederland 300.000 mensen in de wanbetalersregeling (hierna: wanbetalers), waarvan de helft structureel, terwijl de regeling eigenlijk als tijdelijke maatregel is bedoeld.
Na publicatie van de notitie heeft Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) in opdracht van de afdeling armoedebestrijding (directie Inkomen) van de gemeente Amsterdam een onderzoek uitgevoerd om beter in beeld te krijgen welke Amsterdammers te maken hebben met betalingsachterstanden/schulden. Hiervoor is gekeken naar Amsterdammers in de wanbetalersregeling, Amsterdammers aangemeld bij Vroeg Eropaf en Amsterdammers bekend bij schuldhulpverlening.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 26 februari 2020
Behandelend ambtenaar "Wanbetalers": Karen Nieuwenhuis, karen.nieuwenhuis@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Bron: OIS in opdracht van WPI, Daan Schmitz, d.schmitz@amsterdam.nl, Idske de Jong, idske.de.jong@amsterdam.nl
Voortgangsbrief en toelichting op diversiteitsbeleid gemeente Amsterdam
De instroom van vluchtelingen is na een piek in 2015 en 2016 weer gestabiliseerd en ook het aantal nareizigers neemt af. Toch blijft de gemeente voor een grote uitdaging staan om de vluchtelingen die naar Amsterdam komen zo snel mogelijk te laten integreren en participeren. De ‘Amsterdamse Aanpak Statushouders’is daartoe ontwikkeld. Sinds 2016 is OIS intensief bezig het beleid te voorzien van informatie en onderzoek over de groep asielzoekers en statushouders in Amsterdam. Een van deze producten is de vluchtelingenmonitor. De ‘Vluchtelingenmonitor 2020’ is de vijfde monitor op rijen beschrijft de situatie van begin 2020, effecten van de corona-crisis zijn hierin dus nog niet zichtbaar. Voor een aantal gegevens zijn de gegevens nog niet beschikbaar voor deze peildatum, dan wordt juli 2019als peildatum gehanteerd. De vluchtelingenmonitor gaat elke keer in op de situatie van Amsterdamse statushouders ophet terrein van demografie, werk en inkomen, onderwijs en het draagvlak voor de opvang van vluchtelingenin de stad. In deze editie van de vluchtelingenmonitor zijn er drie groepen statushouders uitgelicht: kinderen en jongeren; Eritrese statushouders en vrouwen. Daarnaast wordt er op een aantal thema’seen vergelijking gemaakt met statushouders in Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven (G5).
In een circulaire economie proberen we onze producten zo lang mogelijk te gebruiken en grond-stoffen behouden. Hoe beter dit lukt, hoe hoger op de circulaire verwerkingsladder. Op dit moment recyclen we al 22% van ons afval. In de komende jaren willen we zoveel mogelijk afval via ‘hogere treden’ verwerken. Dat kan bijvoorbeeld door je textiel in een textiel-container te gooien, zodat er nieuw garen uit gesponnen kan worden. Of door je spullen te verkopen of naar een kringloopwinkel te brengen. Of, nog beter, door te voorkomen dat er afval ontstaat. Hierbij kan je denken aan een verbod op single-use plastics.
Klimaatverandering verandert de stad. Weersextremen als wateroverlast, hitte en droogte komen steeds vaker voor en de kans op overstromingen neemt toe. Als gemeente Amsterdam zetten we ons in om onze bijdrage te leveren aan het tegengaan van klimaat-verandering. Daarnaast hebben we een inschatting gemaakt van de risico’s die het veranderende klimaat met zich meebrengt. Dit hebben we gedaan door middel van stresstesten en gesprekken met diverse partijen. Aan de hand daarvan konden we in februari 2020 de Strategie Klimaatadaptatie presenteren. Ons doel: de stad in 2050 zo goed mogelijk voorbereid laten zijn op weersextremen en de gevolgen van het veranderende klimaat.
Behandeld in Commissie Wonen en Bouwen 30 juni en 19 mei 2021
Behandelend ambtenaar: B. van Turenhout, b.turenhout@amsterdam.nl, M. Opheikens,
M.Opheikens@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Tot stand gekomen in samenwerking met;
Mobiliteit geeft vrijheid. Indirect laat de pandemie ons zien waar vervoer in wezen toe doet. Het maakt mogelijk wat we nu zo jammerlijk moeten missen. Ons leven beleven. Meedoen in stad en samenleving. Langer en weer thuis kunnen wonen. Erop uit om eenzaamheid buiten de deur te houden. Ons nuttig maken bij de vereniging. Mobiliteit is voor ons allemaal.Binnen de grenzen van het mogelijke moet iedereen zich kunnen verplaatsen: oud of jong, ziek of gezond, en ongeacht een lichamelijke, geestelijke, of zintuiglijke beperking.Primair met het openbaar vervoer.Met speciaal vervoer als het niet anders kan.
Behandeld in Gemeenteraad 7 juli 2021
Behandelend ambtenaar: Onderwijs, Jeugd, Zorg & Diversiteit, Stefaan Vanderstappen,s.vanderstappen@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
In Amsterdam werken alle primair onderwijs besturen samen in het Breed Bestuurlijk Overleg (het BBO) en deze besturen hebben in de kwaliteitsagenda uitgesproken behoefte te hebben aan een gemeenschappelijk beeld van de staat van het Amsterdamse primair onderwijs. Een gezamenlijk beeld kan leiden tot een gezamenlijke agenda, en dat gezamenlijke beeld kan voortkomen uit een terugkerend onderzoek.Het onderzoek wordt gecombineerd met bijeenkomsten met en voor iedereen uit het Amsterdamse onderwijsveld: leraren, leerlingen, bestuurders, de gemeente en andere partners. De Staat van het Amsterdamse primair onderwijs zal bepaalde onderwerpen jaarlijks monitorenzodat ontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast heeft het tot doel enkele thema’s te agenderendoor middel van verdiepend onderzoek. Ook wordt er gezocht naar eenadviserendefunctie, bijvoorbeeld het bespreken van succesvolle voorbeelden.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 27 januari en 6 januari 2021
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Behandelend ambtenaar: OJZ/ afdeling onderwijs en leerplicht, Ralph Rusconi
In opdracht van: BBO
Auteurs:Lotje Cohen, Merel van der Wouden, Frederique van Spijker, Soufyan Ahamiane, Tobias Brils, Willem Boterman (UvA), Laura de Graaff, Zahraa Attar
De coronapandemie heeft indringende effecten op Amsterdam en zijn inwoners die veel verder gaan dan de gevolgen voor gezondheid en welzijn. In De Staat van de Stad Amsterdam - een tweejaarlijkse rapportage van Onderzoek en Statistiek - constateren we onder andere een stagnerende bevolkingsgroei, een krimpende economie, toegenomen werkloosheid en veranderingen in de vrijetijdsbesteding, leefbaarheid en veiligheid. Daartegenover staan tekenen van economisch herstel in de loop van 2021.
De rapportage geeft een beeld van hoe de stad ervoor staat in termen van de leefsituatie en participatie van (groepen) Amsterdammers op tal van terreinen. Ook geeft het een totaalbeeld met behulp van de Leefsituatie-index, de Brede Welvaart en het Stadsportret. De gegevens zijn gebaseerd op een tweejaarlijkse enquête onder volwassen Amsterdammers (periode september-december 2020) en op vele andere (interne en externe) gegevensbronnen.
De jarenlange bevolkingsgroei stagneerde en de stad kreeg er in 2020 slechts 117 inwoners bij. Dit kwam doordat de migratie vanuit het buitenland afnam. Ook was er in 2020 sprake van oversterfte (500 meer dan in 2019) als gevolg van COVID-19.
De coronapandemie had grote gevolgen voor de economie die tot 2020 sterker groeide dan landelijk maar in 2020 relatief sterk kromp (-7%). De stad werd vooral geraakt door minder toerisme (-62%) en grote baanverliezen in de horeca en de detailhandel. Door overheidssteun bleef de toename in bedrijfsbeëindigingen nog enigszins beperkt. In het tweede kwartaal van 2021 groeide de economie weer (9% t.o.v. 2020), maar blijft achter ten opzichte van 2019 (-8%).
De gemiddelde werkloosheid is in 2020 gestegen van 4,2% in 2019 naar 5,3% van de beroepsbevolking en bedroeg in het laatste kwartaal van 2020 zelfs 6,5%. Vooral werknemers met een flexibel contract, veelal jongeren, verloren hun baan en veel zelfstandigen werden afhankelijk van inkomenssteun. Vanaf begin 2021 daalt de werkloosheid weer, naar 5,6% in het eerste kwartaal. Langzaamaan gaat het vanaf 2021 economisch weer wat beter met de stad, wat te zien is in de conjunctuurklok.
Een bijeffect van de crisis, van onder andere minder reisbewegingen, is een lagere CO2-uitstoot ten opzichte van 2018. Ook de opwekking van duurzame energie, circulaire banen en milieuvriendelijk vervoer blijven toenemen in Amsterdam. Een ander bijeffect van de coronamaatregelen is dat de criminaliteit afnam in 2020, vooral zakkenrollerij, woninginbraken en straatroof. De online criminaliteit nam echter verder toe en ook de ervaren overlast en huiselijk geweld namen toe.
Ondanks dat fysiek contact in 2020 bemoeilijkt werd door de coronamaatregelen onderhielden Amsterdammers even vaak contact met vrienden en familie, maar wel vaker online, dan in 2018. Men is minder tevreden met vriendschappen en relaties.
Het gemiddelde welzijnsniveau van Amsterdammers is van 2018 op 2020 verslechterd; het Leefsituatie-indexcijfer ging van gemiddeld 105 naar 102 (index = 100 in 2004). Dit komt voornamelijk door achteruitgang op de domeinen vrijetijdsbesteding en vakantie die onder druk staan vanwege de coronamaatregelen. Amsterdammers van 45 t/m 54 jaar zijn er meer dan gemiddeld op achteruitgegaan. Laagopgeleiden gingen er ook qua gezondheid en sociale participatie op achteruit en werklozen op sociale participatie. Jongvolwassenen (18 t/m 24 jaar) hebben relatief vaak een coronabesmetting opgelopen en worden daar in het algemeen minder ernstig ziek van, maar voelen zich minder vaak (psychisch) gezond dan in 2018 (zie ook de factsheet Mentaal welbevinden van Amsterdammers in coronatijd).
Amsterdammers vinden zichzelf iets minder vaak een gelukkig mens dan in eerdere jaren, vooral laagopgeleiden en jongvolwassenen. En inwoners met een lage sociaaleconomische status en/of een matige of slechte gezondheid, maar ook jongvolwassenen, hebben in 2020 minder vertrouwen in de toekomst dan in 2018.
Amsterdammers vinden zichzelf iets minder vaak een gelukkig mens dan in eerdere jaren, vooral laagopgeleiden en jongvolwassenen. En inwoners met een lage sociaaleconomische status en/of een matige of slechte gezondheid, maar ook jongvolwassenen, hebben in 2020 minder vertrouwen in de toekomst dan in 2018.
Een bijeffect van de crisis, van onder andere minder reisbewegingen, is een lagere CO2-uitstoot ten opzichte van 2018. Ook de opwekking van duurzame energie, circulaire banen en milieuvriendelijk vervoer blijven toenemen in Amsterdam. Een ander bijeffect van de coronamaatregelen is dat de criminaliteit afnam in 2020, vooral zakkenrollerij, woninginbraken en straatroof. De online criminaliteit nam echter verder toe en ook de ervaren overlast en huiselijk geweld namen toe.
Ondanks dat fysiek contact in 2020 bemoeilijkt werd door de coronamaatregelen onderhielden Amsterdammers even vaak contact met vrienden en familie, maar wel vaker online, dan in 2018. Men is minder tevreden met vriendschappen en relaties.
Het gemiddelde welzijnsniveau van Amsterdammers is van 2018 op 2020 verslechterd; het Leefsituatie-indexcijfer ging van gemiddeld 105 naar 102 (index = 100 in 2004). Dit komt voornamelijk door achteruitgang op de domeinen vrijetijdsbesteding en vakantie die onder druk staan vanwege de coronamaatregelen. Amsterdammers van 45 t/m 54 jaar zijn er meer dan gemiddeld op achteruitgegaan. Laagopgeleiden gingen er ook qua gezondheid en sociale participatie op achteruit en werklozen op sociale participatie. Jongvolwassenen (18 t/m 24 jaar) hebben relatief vaak een coronabesmetting opgelopen en worden daar in het algemeen minder ernstig ziek van, maar voelen zich minder vaak (psychisch) gezond dan in 2018 (zie ook de factsheet Mentaal welbevinden van Amsterdammers in coronatijd).
Amsterdammers vinden zichzelf iets minder vaak een gelukkig mens dan in eerdere jaren, vooral laagopgeleiden en jongvolwassenen. En inwoners met een lage sociaaleconomische status en/of een matige of slechte gezondheid, maar ook jongvolwassenen, hebben in 2020 minder vertrouwen in de toekomst dan in 2018.
Amsterdam bevindt zich op een bijzonder moment in het bijna 750-jarig bestaan. Tijdens het opstellen van deze toekomstvisie voor 2050 werd de wereld overvallen door een ontregelende pandemie. De zeer snelle groei van de Amsterdamse economie en het aantal inwoners en bezoekers is door corona abrupt ten einde gekomen. Het Amsterdamse college van B en W kiest ervoor om in deze onzekere tijd de blik stevig gericht te houden op de toekomst. Voorliggende Omgevingsvisie Amsterdam 2050 zet voor de lange termijn een heldere koers uit. Dat is belangrijk, want juist onzekerheid schept een behoefte aan richting geven door de overheid.
Behandeld in Gemeenteraad 7 juli 2021 en Commissie Ruimtelijke Ordening 30 juni 2021
Behandelend ambtenaar: Ruimte en Duurzaamheid, Frank van den Beuken,f.vandenbeuken@amsterdam.nl
Voor meer informatie commissie klik hier
Voor meer informatie Gemeenteraad 7 juli 2021 klik hier
Bronnen:
OIS: Grip, Feiko de, Bosveld, Willem
Antea Group: drs T. (Tim) ArtzP.J. (Peter) Verhoeven MScK. (Kjell) Spillekom MSc
De Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal is een ambitiedocument met een lange termijn visie op de Amsterdamse energietransitie en acties voor de korte termijn. In de Routekaart beschrijven we de belangrijkste ingrediënten van onze strategie om de overgang van fossiele naar duurzame energie in beweging te zetten en te houden. We brengen de opgave en effecten van maatregelen in beeld en sturen hierop met een Klimaatbegroting. De Routekaart is de start van een wendbaar proces, waarbij intensief wordt samengewerkt, geëxperimenteerd en geleerd zodat waar nodig kan worden bijgestuurd. De ontwikkelingen en voortgang staan in de jaarlijkse rapportage.
Behandeld in Gemeenteraad 22 april 2020 en Commissie MLW/FEZ 16/21april
Behandelend ambtenaar:
Ruimte & Duurzaamheid, Pascal Hament, p.hament@amsterdam.nl
Maureen van Eijk, Programmamanager Amsterdam Klimaatneutraal, m.van.eijk@amsterdam.nl
Bron: amsterdam.nl/klimaatneutraal
nieuwamsterdamsklimaat.nl
Bron: CE Delft - www.ce.nl - Effect voorgenomen besluit op CO2 uitstoot
Auteurs: Sjoerd van der Niet, Pien van Berkel, Frans Rooijers, Lonneke Wielders
De Natuurwaardenkaart Amsterdam 2016 geeft de totale natuurwaarde voor de groengebieden binnen de gemeentegrenzen van Amsterdam en het Amsterdamse Bos en is bepaald op basis van soortenaantal, natuurlijkheid, vervangbaarheid en de rol van het gebied in de ecologische structuur. De methode die gebruikt is om de natuurwaardenkaarten van 2002 en 2009 samen te stellen is ook voor de Natuurwaardenkaart Amsterdam 2016 gebruikt.
De stadsranden zijn de meest waardevolle gebieden uit oogpunt van stedelijke natuur. De soortenrijkdom en het voorkomen van bijzondere soorten wordt vooral bepaald door de oppervlakte en isolatie van gebieden, de structuurrijkdom (landschappelijke heterogeniteit) en de gebruiksdruk. Hoewel de patronen verschillen per soortengroep, bieden stadsrandgebieden de meest gunstige voorwaarden voor biodiversiteit.
Het rapport is opgesteld door:
Auke Brouwer & Geert Timmermans (projectleiding)
Geert Timmermans (teksten)
Auke Brouwer (GIS & kaartbeelden)
Anneke Blokker (deeltekst vleermuizen)
Florinda Nieuwenhuis (deeltekst wilde bijen)
Valentijn ten Hoopen (deelteksten muurplanten en orchideeën)
Bart de Vries (lay-out)
Deze monitor geeft inzicht in de ontwikkeling van het lerarentekort in Amsterdam. Met analyses van het tekort in de stad op gebiedsniveau en het leraren tekort op scholen met leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand. Het lerarentekort in het Amsterdamse basisonderwijs is groot. Te veel Amsterdamse kinderen hebben geen vaste leerkracht of een leerkracht die (nog) niet bevoegd is voor de klas. Daarom is een Noodplan opgesteld met maatregelen om het lerarentekort in het basisonderwijs terug te dringen. Daarbij is besloten om zo nodig ongelijk te investeren om de kansengelijkheid te bevorderen. In 2023 is het gemiddelde tekort aan bevoegde leraren in het basisonderwijs in Amsterdam kleiner dan 5% en is er geen ongelijkheid meer in de verdeling van het tekort in de stad.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 2 december 2020
Behandelend ambtenaar:OJZ/ afdeling onderwijs, Alain Kras, a.kras@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
In dit document wordt de opzet van de monitor Circulaire Economie uiteen gezet. Zie voor aanvullende informatie ook de aparte collectie Digitalisering en Monitoring.
Colofon
Deze Monitor is een product van de gemeente Amsterdam en in nauwe samenwerking met TNO en de TU Delft opgesteld. De gemeente Amsterdam bedankt alle betrokken partijen voor de waardevolle gesprekken en inzichten die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze Monitor.
Uitgave: Gemeente Amsterdam
Redactie: Gemeente Amsterdam, TNO en TUDelft (met speciale dank aan Ton Bastein, Arnout Sabbe en Rusné Sileryté)
Ontwerp, datavisualisaties en realisatie: Beautiful Minds
Copyright © 2020 Gemeente Amsterdam
Monitoring en wettelijke toetsing van de luchtkwaliteit gebeurt in Nederland op basis van een combinatie van metingen (landelijk meetnet luchtkwaliteit) en berekeningen. Deze monitoring en toetsing vindt jaarlijks plaats binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) en wordt aangevoerd door het RIVM. De NSL-monitoringsresultaten van 2021 hebben betrekking op het zichtjaar 2020 en zijn voor Amsterdam sterk verbeterd t.o.v. zichtjaar 2019. De emissies stikstofdioxiden (NO2) en fijnstof (PM10 en PM2.5)zijn allen gereduceerd. Houd hierbij rekening met het versterkende Corona-effect (zie paragraaf ‘Gevolgen van Corona en het weer’)
Behandeld in Commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid - 20 januari 2022
Behandelend ambtenaar: Ruimte & Duurzaamheid, Paul Coops, p.coops@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Het Actieplan Schone Lucht (ASL) beschrijft de ambitie om vanaf 2030 te voldoen aan de striktere WHO-advieswaarden.Het Actieplan Schone Lucht is op 1 oktober 2019 vastgesteld door de Raad. Het beschrijft een pakket van maatregelen dat moet leiden tot het behalen van de gekozen ambities. De doelstelling is om vanaf 2030 in Amsterdam te voldoen aan de WHO-advieswaarden op luchtkwaliteit.
Het klimaatvraagstuk noopt tot resultaten wat betreft CO₂-reductie en de inzet van dit burgerberaad was daarom gericht op concrete voorstellen om Amsterdam te helpen bij het vinden van goede en haalbare oplossingen. Normaal komen die oplossingen uit de koker van deskundige ambtenaren, bijgestaan door experts. Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid Marieke van Doorninck legde echter op 1 november aan een ‘mini-burgerberaad’ de vraag voor om Amsterdam te helpen met CO₂-reductie
Behandeld in Commissie Financien en Economische Zaken 10 februari 2022
Behandelend ambtenaar: Ruimte en duurzaamheid, Kim de Jong, kim.jong@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron:
Deelnemers burgerberaad - voorzitter Alex Brenninkmeijer en leden burgerberaad: Alannah Cornelissen, Daan Methorst, Ian Rooker en Sven Arensman
Met ondersteuning van: DoeDemocratie, Berenschot, JDH Productions en
Primoforum. Op uitnodiging van de gemeente Amsterdam. Onderzoek: Hogeschool van Amsterdam
De meeste immigranten die zich recent hebben gevestigd in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) hebben niet de hoge inkomens waar in media vaak over wordt gesproken. Dat is een van de uitkomsten van de Migratiemonitor MRA. Recente buitenlandse migranten zijn weliswaar vaker hoog opgeleid dan gemiddeld in de MRA, maar minder vaak dan binnenlandse migranten. Ook de inkomenspositie van de groep recente immigranten is minder sterk dan die van binnenlandse migranten.
De Migratiemonitor MRA is tot stand gekomen vóór het uitbreken van de coronapandemie. De cijfers hebben betrekking op de jaren 2013 en 2017. De rapportage beoogt dan ook niet de effecten van corona op de bevolkingsontwikkeling in beeld te brengen. Wel worden in het afsluitende hoofdstuk de mogelijke effecten besproken.
In het rapport zijn de inwoners van de MRA beschreven aan de hand van vier groepen:
Het rapport schetst voor deze groepen de belangrijkste kenmerken op het gebied van demografie, wonen en werk en inkomen, en laat zien in hoeverre de groepen van elkaar verschillen.
Tussen 2013 en 2017 nam het aantal inwoners van de MRA toe van 2,34 miljoen naar 2,43 miljoen (+4%). Meer dan de helft van de inwoners van de MRA is er ook geboren (55%). Een kwart (25%) is in Nederland, maar buiten de MRA geboren. Acht procent is in het buitenland geboren en woont korter dan tien jaar in Nederland en elf procent is in het buitenland geboren en woon langer in Nederland. In Amsterdam wijken deze cijfers iets af: in de hoofdstad is 45% van de bevolking in de MRA geboren en een kwart elders in Nederland.
De Migratiemonitor MRA beantwoordt de volgende onderzoeksvragen:
Waar wonen migranten die zich vanuit het buitenland in de MRA hebben gevestigd tien jaar later?
In deze factsheet kijken we naar de ontwikkeling van een vaste set indicatoren die de economische situatie in Amsterdam vanuit verschillende invalshoeken weergeven. Er wordt gekeken naar het vertrouwen, economische ontwikkelingen en arbeidsmarkt.
Discriminatie kan vele vormen aannemen, één daarvan is benadeling op de arbeidsmarkt. De gemeente Amsterdam zet zich in om discriminatie op de arbeidsmarkt te voorkomen en te bestrijden. Om zicht te krijgen op arbeidsmarktdiscriminatie in Amsterdam worden sinds eind 2018 hierover vragen gesteld in de Regionale Enquête Beroepsbevolking (REB) van OIS.
Recente resultaten (juli 2020-juni 2021) tonen dat 21% van de Amsterdammers die in de afgelopen 12 maanden is afgewezen bij een sollicitatie voor een baan of stage denkt dat discriminatie (soms) een reden daarvoor was. Oudere Amsterdammers en Amsterdammers met een migratieachtergrond, met name Marokkaans, ervaren dit relatief vaak.
Vijftien procent van de werkende Amsterdammers heeft de afgelopen 12 maanden discriminatie op de werkvloer ervaren. Het gaat daarbij vaak om kwetsende grappen door collega’s. Werkende jongeren en werkenden met een migratieachtergrond ervaren dit vaker.
Behandeld in Commissie Kunst Diversiteit Democratisering 17 november 2021
Behandelend ambtenaar: directie Participatie, Simone Crok, s.crok@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
In opdracht van de afdelingen Ruimte en Duurzaamheid (programma Amsterdam Klimaatneutraal), Werk, Participatie en Inkomen (Armoedebestrijding) en Wonen heeft OIS in 2020 onderzoek gedaan naar de energielasten van huishoudens. Hierbij is gekeken naar de hoogte van de maandelijkse energierekening, de energierekening als aandeel van het inkomen (de energiequote) en of er sprake is van energiearmoede. Dat is het geval wanneer een huishouden meer dan 10% van het inkomen kwijt is aan energielasten. In het rapport 'Energiearmoede in Amsterdam' staan de resultaten beschreven.
Om een circulaire economie te realiseren is er verandering nodig in alle sectoren van onze economie. Het doel van deze factsheet is om te laten zien hoe op basis van de werkgelegenheid deze verandering in de Amsterdamse economie in beeld gebracht kan worden.
Amsterdam wil in 2050 een circulaire stad zijn waar waardevolle materialen en grondstoffen worden hergebruikt en geen afval wordt geproduceerd. Hiermee kan de stad bijdragen aan vermindering van CO2-uitstoot maar ook aan vermindering van andere ecologische effecten zoals biodiversiteitsverlies. Circulair materiaalgebruik draagt ook bij aan het tegengaan van grondstoffentekorten.
De verwachting is dat de transitie naar een circulaire economie er onder andere voor zorgt dat bestaande banen veranderen in ‘circulaire’ banen. Een van de redenen om de omvang van de circulaire werkgelegenheid in beeld te brengen is om de snelheid van de transitie te kunnen monitoren. Het uitgangspunt is: hoe meer circulair de bedrijven omgaan met materialen en grondstoffen, hoe meer circulaire banen. Naast de bestaande banen, wordt op basis van online vacatures bekeken hoe de vraag naar circulaire banen zich ontwikkelt.
Figuur 1 laat zien dat het aantal circulaire banen de afgelopen tien jaar is gegroeid van rond de 30.000 in 2010 naar ongeveer 46.400 in 2021. Ook het aandeel circulaire banen ten opzichte van de totale werkgelegenheid in Amsterdam is gegroeid (met ongeveer 0,8 procentpunt) en ligt nu rond de 6,5%.
De transitie naar een circulaire economie kan zich uiten in de veranderingen in de huidige werkgelegenheid, maar de vraag naar arbeid kan ook informatief zijn over de richting van de ontwikkeling van de economie. In dit licht zijn de online vacatures in dit onderzoek onder de loep genomen. Van alle online vacatures die direct door werkgevers zijn geplaatst zijn de vacatures voor circulaire banen geselecteerd op basis van zoekwoorden die duiden op circulaire activiteiten (zie de bijlage in de publicatie voor een volledige lijst met zoekwoorden).
Figuur 2 laat zien dat er in de eerste drie kwartalen van 2021 rond de vierduizend circulaire online vacatures openstonden in Amsterdam. Die vacatures vormden een aandeel van rond de 10% van het totale aantal online vacatures. Het aandeel circulaire vacatures lijkt dus een stuk hoger te liggen dan het aandeel in de bestaande banen . Dit duidt op een verwachting van verdere toename in circulaire banen.
Bron: Jobdigger / OIS
Een andere circulaire ambitie van de gemeente Amsterdam is om de milieudruk van consumptiegoederen zoals textiel, meubels en elektronica te verlagen, onder andere door meer reparatie, verhuur en tweedehands verkoop. In termen van werkgelegenheid zou deze ambitie zich kunnen uiten in een toename in aantal vestigingen en werkgelegenheid bij winkels en diensten gericht op reparatie, verhuur en tweedehands verkoop. Om de milieudruk werkelijk te verlagen moet er ook een afname plaats vinden in winkels gericht op verkoop van nieuwe spullen.
Figuur 3 laat zien dat handel in nieuwe spullen nog altijd de overhand heeft in termen van werkgelegenheid en dat er nog een behoorlijke weg te gaan is voor de levensduurverlenging activiteiten om een significant deel van de consumptie van nieuwe spullen te vervangen. Het aantal banen in de detailhandel, die overwegend gericht is op verkoop van nieuwe spullen, is met 35% gestegen in de periode 2010-2021; van 25.000 naar ong. 34.000 banen. Het gaat dan om banen bij (web)winkels in kleding (27%), webwinkels met algemeen assortiment 5%, webwinkels in overig non-food 5%, drogisterijen 4%, webwinkels in voeding 4%. Daarnaast hoort daar een hele lijst aan verschillende typen winkels bij zoals apotheken, winkels in sportartikelen, woninginrichting, bouwmarkten, juweliers, schoenenwinkels, winkels in fietsen en bromfietsen of winkels in communicatieapparatuur die elk goed zijn voor 3% tot 1% van de banen. Ook bedrijfsactiviteiten die gericht zijn op vervoer van goederen zijn gegroeid in werkgelegenheid met zo’n 90%; van 1.600 naar zo’n 3.000 banen. De laatstgenoemde ontwikkeling is overigens in lijn met de verwachting van groei in de logistieke sector bij de transitie naar een circulaire economie.
Op het gebied van levensduurverlenging zien we vooral een stijging in het aantal banen op het vlak van verhuur en lease (zie Figuur 4); in de periode 2010-2021 is het aantal banen gestegen van ongeveer 800 banen naar 2.200 banen. Het aantal banen op het vlak van reparatie van consumptiegoederen is gegroeid van 650 naar 1.250. De stijging in het aantal banen op het gebied van de levensduurverlening van producten is nog onvoldoende om een significant deel van verkoop van nieuwe spullen te vervangen. De stijging in het aantal banen op het vlak van tweedehands winkels en reparatie van voertuigen is met 3-4% erg laag.
Bron: ARRA OIS
De huidige cijfers laten zien dat slechts een klein deel (6,5%) van de Amsterdamse werkgelegenheid als circulair aan te merken is, maar de cijfers laten ook zien dat er een stijgende trend is. De Amsterdamse economie is in toenemende mate circulair met name door verhuur en lease bedrijfsactiviteiten. De ‘kern’ circulaire banen, zoals banen in de reparatie, hernieuwbare energie, afvalbeheer, nemen relatief minder sterk toe dan de banen die circulair zijn door de producten of diensten die ze aanbieden. De verhuur- en lease bedrijfsactiviteiten staan in principe hoger op de R-ladder omdat deze activiteiten ervoor zorgen dat materiaalgebruik echt radicaal wordt heroverwogen. De kern van circulaire economie is het verminderen van materiaalgebruik om zo milieudruk en afhankelijkheid te verlagen. De R-ladder geeft verschillende hiërarchisch geordende mogelijkheden om stappen te zetten naar een circulaire economie. Bij sommige sectoren komen er (bijna) geen circulaire banen voor. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen waar de knelpunten voor snellere groei in circulaire banen per sector precies liggen.
De monitor presenteert in samenhang met de voortgangsrapportage de belangrijkste trends, cijfers en werkgelegenheidsontwikkelingen in de technische sectoren(met in het bijzonder de duurzaamheidssector) en de voortgang van het programma Duurzame Stad, Duurzame Banen. Deze monitor geeft inzicht in het tempo van de stedelijke investeringen die werk genereren. Aan de hand van kwantitatieve indicatoren wordt de groei van banen, de toeleiding naar opleiding en de begeleiding naar werk in de technische sectoren inzichtelijk gemaakt. En kwalitatieve indicatoren laten de voortgang en ontwikkeling van samenwerkingsverbanden, afspraken met werkgevers en onderwijsinstellingen zien. Tot slot worden de knelpunten in de uitvoering van de programma’s in kaart gebracht en mogelijke nieuwe interventies die hieruit voortvloeien.
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 2 februari 2022
Behandelend ambtenaar: Programmamanager Duurzame Stad, Duurzame Banen Hester Keesmaat,h.keesmaat@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Aan de vooravond van de coronacrisis stond Amsterdam er goed voor. Zo vinden de meeste Amsterdammers het prettig om hier te wonen en voelt men zich verbonden met de stad. Ook wat betreft politieke participatie zien we gunstige ontwikkelingen. De bekendheid van de burgemeester en van de coalitie is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren; de stemintentie is hoog en er zijn relatief veel Amsterdammers betrokken bij lokale politieke activiteiten.
Diversiteit en inclusiviteit zijn belangrijk thema’s in het coalitieakkoord 2018-2022 van de Gemeente Amsterdam. Daarbij worden vier vormen van uitsluitsel benoemd: discriminatie, groeiende tweedeling (op basis van herkomst of religie, en sociaaleconomische tweedeling), achterblijvende emancipatie (van vrouwen en lhbtiq+ personen) en gevoel van onveiligheid (gevoel van veiligheid als randvoorwaarde om je vrij te kunnen voelen). Ten aanzien hiervan zijn drie ambities opgesteld. Aan het eind van de bestuursperiode: is (arbeidsmarkt) discriminatie afgenomen; zijn de netwerken en emanciperende krachten in de stad versterkt; is het (Amsterdams) burgerschap versterkt. Deze ambities zijn uitgewerkt in de vorm van vier programmalijnen die worden uitgevoerd door de afdeling Diversiteit, te weten:1.Antidiscriminatie 2.Emancipatie (met als speciale doelgroepen: lhbtiq+ personen vrouwen) 3.Verbonden Stad 4.Gedeelde Geschiedenis
Behandeld in Gemeenteraad 17 februari 2022
Behandelend ambtenaar: OJZD, Sacha van Halder, s.van.halder@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron OIS : Ellen Lindeman, Lotje Cohen - lotje.cohen@amsterdam.nl - e.lindeman@amsterdam.nl
ATB 2021 is de vierde ATB-uitgave in een reeks. De Amsterdamse Thermometer van de
Bereikbaarheid (ATB) 2021 presenteert de ontwikkelingen in trends en achtergronden van de
mobiliteit in Amsterdam. Met ATB 2021 zijn recente cijfers beschikbaar over de Amsterdamse mobiliteit en bereikbaarheid. Door zijn toegankelijke vorm, levert de ATB meerwaarde als instrument om de staat van de stad op het gebied van mobiliteit inzichtelijk te maken. Daarmee levert het product een bijdrage aan transparante communicatie over de stad. Het product is, net als de vorige editie uit 2019, gepubliceerd op www.amsterdam.nl/atb.
Behandeld in Commissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid - 9 september 2021
Behandelend ambtenaar: Verkeer & Openbare Ruimte, Maarten van der Lof, m.van.der.lof@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Bron:
De Amsterdamse Thermometer van de Bereikbaarheid (ATB) 2021 is een uitgave
van de gemeente Amsterdam, afdeling Verkeer en Openbare Ruimte.
Voortgang realisatie Amsterdamse Agenda armoede en schulden 2019-2022. Met het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ en de Amsterdamse Agenda armoede en schulden 2019-2022 zet het college in op het tegengaan van kansenongelijkheid en het scheppen van perspectief op een betere toekomst. Deze voortgangsrapportage geeft een update over de realisatie van de ambities.
De rapportage volgt de structuur van de actielijnen uit de Agenda:
1. Perspectief op een betere toekomst
2. Kansen voor kinderen en jongeren
3. Preventie van armoede en schulden
4. Amsterdam vrij van problematische schulden
5. Meedoen zonder belemmeringen
6. Financiële ruimte door inkomensondersteuning
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 7 april 2021
Behandelend ambtenaar:WPI, Geerten Kruis, g.kruis@amsterdam.nl; WPI, Kasia Kruijer,
k.kruijer@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
De Amsterdamse aanpak statushouders behelst een versterking en innovatie van de ondersteuning gericht op duurzame integratie. De aanpak bestaat - naast het reguliere beleid - uit twee lijnen. De eerste lijn is het actieplan Werk en Ondernemerschap voor Vluchtelingen, voor aan Amsterdam gekoppelde statushouders die nog in een AZC wonen. De tweede lijn is het programma Entree Amsterdam, gericht op statushouders die al een woning in Amsterdam hebben gekregen. In dit programma begeleidt een dedicated team de statushouders zoveel mogelijk naar opleiding of werk. De verwachting is dat deze aanpak een positief effect heeft op (het tempo van) integratie, opleiding en werk. Om te onderzoeken of dat daadwerkelijk het geval is, heeft de gemeente Amsterdam LPBL gevraagd een Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) uit te voeren.
Behandeld in Commissie Jeugd en Cultuur 5 oktober 2017 en Werk & Economie 4 oktober 2017
Behandelend ambtenaar: Femke Blokhuis, f.blokhuis@amsterdam.nl, Brecht van Mourik, b.van.mourik@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Opgesteld door:
LPBL: Veroni Larsen en Merei Lubbe
Op verzoek van: Gemeente Amsterdam
Dit college heeft aan het begin van deze collegeperiode de ambitie geformuleerd voor
iedere vluchteling een doorgaande lijn van begeleiding te realiseren, vanaf het
moment van aankomst tot en met duurzame integratie, werk en opleiding en
participatie. Zodat zij zich zo snel mogelijk Amsterdammer voelen en zo snel mogelijk
mee doen. Om deze ambitie te realiseren is eind 2015 de Amsterdamse Aanpak
Statushouders ontwikkeld.
Om te onderzoeken of de Amsterdamse aanpak een positief effect heeft op (het
tempo van) integratie, opleiding en werk heeft LPBL in opdracht van de gemeente
Amsterdam een MKBA uitgevoerd. Dat deze aanpak resultaten oplevert, blijkt uit
deze MKBA. De MKBA geeft aan dat de Amsterdamse aanpak loont: elke euro die er
in wordt gestoken levert twee euro op.
De gemeente Amsterdam zet zich al jaren in om bewoners te helpen bij een gezonde leefstijl. Met het programma Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) zorgt Amsterdam dat kinderen gezond kunnen opgroeien met voldoende beweging, slaap en gezonde voeding door hun omgeving zo in te richten dat gezonde keuzes normaal worden.
In deze rapportage is gekeken naar de verschillen tussen de drie condities in het wetenschappelijk onderzoek. Hierbij gaat het om de financiële zelfredzaamheid (zoals uitkeringsafhankelijkheid en schuldpositie), de maatschappelijke zelfredzaamheid (bijvoorbeeld de mate van participatie), welzijn (zoals fysieke en mentale gezondheid en het huidig sociaal netwerk) en de klanttevredenheid (contact met de gemeente en de mate van tevredenheid over de dienstverlening).
Behandeld in Commissie Werk, Inkomen en Onderwijs 27 janauri 2021 , 6 januari 2021 en 2 december 2020
Behandelend ambtenaar:Jan Feenstra, Bestuur & Beleid, j.feenstra@amsterdam.nl Chris Kornmann, Programmamanager, C.Kornmann@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Auteur: Paul de Beer - bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen UvA
De gemeente Amsterdam heeft in de afgelopen periode ambities en beleid geformuleerd op het terrein van duurzaamheid en energietransitie in onder meer de Routekaart Amsterdam Klimaat-neutraal 2050 en de concept-Transitievisie Warmte. De verwachting is dat de investeringen die benodigd zijn voor uitvoering van de ambities en maatregelen voor de lange termijn gevolgen zullen hebben voor de arbeidsmarkt in de regio. Gezien de impact op de arbeidsmarkt is het relevant dat de economie van Amsterdam nu en de komende jaren de gevolgen zal ondervinden van de corona-crisis. Daarbij komt de vraag naar voren in hoeverre de uitvoering van de agenda voor duurzaam-heid en energietransitie in de gemeente Amsterdam een bijdrage kan leveren aan het economische herstel.
Behandeld in Commissie Financien en Economische Zaken 4 februari 2021, 14 januari 2021 en 10 december 2020
Behandelend ambtenaar: Ruimte en Duurzaamheid, Jeroen Grooten, j.grooten@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Bronnen:
www.ce.nl - Sjoerd van der Niet, Pien van Berkel, Frans Rooijers, Lonneke Wielders
www.seo.nl - Bert Tieben, Tom Snits, Jasper Schilling, Fenneke van de Poll, Joram Dehens
Amsterdam Food Capital is een initiatief van MKB Amsterdam, Koninklijke Horeca Amsterdam en alle aangesloten ondernemers, waaronder Amsterdam Foodcenter, Local Heroes, Amsterdam Green Campus. Samen met campagnebureau Food Cabinet heeft Amsterdam Food Capital de handen ineengeslagen om te werken aan een ambitieus doel: Amsterdam op de kaart zetten als World Food Capital 2025.
De aanleiding:
- Nederland is de op een na grootste landbouwexporteur ter wereld.
- 3% Van het geproduceerde eten uit de metropool regio Amsterdam komt op het bord van een Amsterdammer terecht.
- 30.000 km is de gemiddelde afstand die een maaltijd heeft afgelegd.
- Er is dus weinig aandacht voor korte ketens, en weinig aandacht voor de producten die om ons heen gemaakt worden.
- Er is een groeiende bezorgdheid over de toename van het aantal fastfoodrestaurants. Er moet meer plaats komen voor gezonde alternatieve en het aanbod moet daarin meegroeien.
- Amsterdammers vragen zich steeds vaker vertwijfeld af of de binnenstad soms alleen nog voor toeristen was bedoeld. Veel lokale winkeliers en niet-toeristische horeca zijn verdwenen.
Met de Amsterdam Food Movement wordt geprobeerd deze problemen en zorgen aan te pakken. Amsterdam Food Capital 2025 is de ambitie. Maar de campagne zal veel meer gaan over de route daar naartoe. Het is een beweging die wordt gestart op basis van een manifest. Een manifest dat ondernemers kunnen onderschrijven en waarmee de ambitie naar buiten gebracht kan worden. Daarnaast worden diverse activiteiten georganiseerd, zoals een Amsterdam Food Week.
Presentatie gegeven door Maarten Coumans
In Amsterdam willen we een goed leven voor iedereen, binnen de natuurlijke grenzen van de aarde. Dat kan in een circulaire stad. Hier gaan we slimmer om met schaarse grondstoffen, produceren en consumeren we anders, en is er meer werkgelegenheid voor iedereen. Zo werken we aan welzijn, gezondheid, een prettige leefomgeving, een schoner milieu en meer rechtvaardigheid, zowel binnen de stadsgrenzen als ver daarbuiten. Welkom in de circulaire stad
De Strategie Amsterdam Circulair 2020-2025 is een product van de gemeente Amsterdam en in nauwe samenwerking met Circle Economy opgesteld. De gemeente Amsterdam bedankt alle betrokken partijen voor de waardevolle gesprekken en inzichten die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze strategie.
Uitgave: Gemeente Amsterdam
Redactie: Circle Economy en Gemeente Amsterdam
Ontwerp en realisatie: Beautiful Minds
Contactgegevens: Postbus 2758 1000 CT Amsterdam
Wij besteden veel zorg aan de inhoud van deze publicatie. Daarbij streven wij naar correcte en actuele informatie. Wij hebben geprobeerd alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Personen of instanties die menen dat hun rechten desondanks niet gerespecteerd worden, kunnen contact opnemen met de redactie.
Copyright © 2020 Gemeente Amsterdam
De circulaire economie kan worden beschreven als een geheel van grondstoffen die de economie in komen (input), grondstoffen die zijn verwerkt tot eindproduct of halffabricaat (gebruik) en grondstoffen die de economie verlaten (output). Afval behoort in deze beschrijving tot de output van de economie. Om een transitie te maken naar een circulaire economie is het nodig is om ten eerste minder afval te produceren en ten tweede om het aandeel gerecycled afval te vergroten en de hoeveelheid grondstoffen die de keten verlaat door middel van verbranding en storten te verkleinen. In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van in Amsterdam geproduceerd en verwerkt, primair bedrijfs- en stedelijk afval.
De hoeveelheid in Amsterdam geproduceerd primair afval (stedelijk en bedrijfsafval) is afgenomen over de periode 2016 t/m 2019. In 2016 werd er 2.040 kiloton afval geproduceerd, in 2019 was dit 1.760 kiloton; een afname van 14%.
In Amsterdam wordt voornamelijk bouw- en sloopafval (1.160 kiloton (69%) in 2019) en stedelijk afval (390 kiloton (22%) in 2019) geproduceerd. De afname in de totale hoeveelheid afval die wordt geproduceerd kan niet worden toegeschreven aan een specifieke afvalsoort. Zowel de hoeveelheid bouw- en sloopafval en de hoeveelheid stedelijk afval is afgenomen tussen 2016 en 2019, respectievelijk een afname van 17% en 12%.
Verdere uitsplitsing van bouw- en sloopafval laat zien dat dit voornamelijk bestaat uit grond en stenen en dat de afname in bouw en sloopafval grotendeels komt door een afname in deze categorie. Opvallend is dat de hoeveelheid beton en mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten juist is toegenomen.
De samenstelling van stedelijk afval is lastig terug te brengen tot een specifiek materiaal, omdat het voor het grootste deel bestaat uit gemengd afval (restafval), namelijk 69%, en het overige afval gelijkmatig verdeeld is over de verschillende materialen die wel gescheiden worden. De hoeveelheid grofvuil is toegenomen tussen 2016 en 2019, net als de hoeveelheid veegvuil. Voor de andere categorieën is een afname geregistreerd of is het niveau gelijk gebleven tussen 2016 en 2019. Voor sommige grondstoffen geldt echter dat de verwerker de ontvangst niet hoeft te melden wanneer uitsluitend deze bepaalde grondstof wordt opgeslagen, overgeslagen of verwerkt (bijv. papier en karton). Hierdoor is de hoeveelheid die wordt geregistreerd voor deze specifieke grondstoffen waarschijnlijk een onderschatting.
Verder is een toename in de hoeveelheid grofvuil in lijn met een groeiende populatie, maar dit kan niet de volledige toename verklaren. Dat gemengd stedelijk afval afneemt, ondanks een groeiende bevolking, is opvallend en positief.
De verwerking van afval kan grofweg in drie categorieën ingedeeld worden, in lijn met de R-ladder : recycling, recovery en verlies. Voor afval dat niet gerecycled kan worden wordt getracht om energie terug te winnen uit het afval (recovery), bijvoorbeeld door middel van verbranding. Wanneer dit niet mogelijk is wordt het afval gestort of verbrand (zonder terugwinning van energie). Dit geldt als verlies van grondstoffen. Het is dus cruciaal dat een zo groot mogelijk deel van het afval wordt gerecycled en zo min mogelijk afval wordt verbrand of gestort.
Omdat er in dit artikel uitsluitend naar primair afval wordt gekeken, is er een vierde categorie toegevoegd: overslag en opslag. Na over- en/of opslag van afval zal te allen tijde tenminste nog een verwerkingsstap volgen voordat de verwerking is voltooid. Stappen die later in de keten plaatsvinden zijn niet opgenomen in het artikel om dubbeltellingen te voorkomen. Wanneer er meer gegevens zijn over de totale keten van afvalverwerking kan er een inschatting worden gemaakt van hoe dit afval verder verwerkt wordt.
De hoeveelheid afval die wordt gerecycled schommelt sinds 2016 rond 900 kiloton. In 2019 werd er 945 kiloton afval gerecycled. In het licht van de dalende trend die de totale afvalproductie in heeft gezet sinds 2016 betekent dit dat het aandeel gerecycled afval geleidelijk toeneemt (van 43% in 2016 naar 54% in 2019). Dit is ook terug te zien in de afname van de hoeveelheid afval dat wordt verbrand en/of opgeslagen of overgeslagen. Het verlies van grondstoffen is in 2019 toegenomen ten opzichte van 2018 (van 127 kiloton naar 161 kiloton). Een groot deel van het afval wordt over- of opgeslagen voor verdere bewerking: 37% in 2016 (744 kiloton) en 32% in 2019 (564 kiloton).
Verdere uitsplitsing van Figuur 4 naar de meest voorkomende afvalsoorten is te zien dat de toename van de hoeveelheid gerecycled afval komt doordat er meer stedelijk afval wordt gerecycled. Dit afval werd in 2016 nog voornamelijk gebruikt voor energieterugwinning en in 2019 voornamelijk voor recycling.
Bron: LMA, bewerking OIS
In 2019 werd 59% (229 kiloton) van het stedelijk afval gerecycled, in 2016 slechts 14% (63 kiloton). Voor bouw- en sloopafval is de toename aanzienlijk kleiner, maar in 2019 is het aandeel recycling wel op hetzelfde niveau als bij stedelijk afval. In 2016 werd 55% (775 kiloton) bouw- en sloopafval gerecycled, in 2019 was dit 59% (681 kiloton). In de praktijk ligt dit percentage waarschijnlijk hoger omdat de grootste categorie voor twee derde meer dan één verwerkingsstap nodig heeft en dus waarschijnlijk later voor een groot deel wordt gerecycled. Ondanks dat stedelijk afval relatief vaker wordt gerecycled, is het meeste gerecyclede afval alsnog bouw- en sloopafval.
De hoeveelheid in Amsterdam geproduceerd primair afval is met 14% afgenomen over de periode 2016 t/m 2019: van 2.040 kiloton naar 1.760 kiloton. De gemeente beheert 22% van het afval in de vorm van stedelijk afval. Het overige afval bestaat voornamelijk uit bouw- en sloopafval (69%). De afname van de afvalproductie is gelijkmatig verdeeld over de verschillende afvalsoorten.
Een positieve ontwikkeling vanuit het perspectief van de circulaire economie is dat de hoeveelheid gerecycled afval, ondanks de afname in de afvalproductie, stabiel is gebleven. Het aandeel gerecycled afval is daarmee dus toegenomen (van 43% in 2016 naar 54% in 2019). Dit komt voornamelijk doordat stedelijk afval beter verwerkt wordt. Waar in 2016 het grootste deel van het afval nog werd gebruikt voor energiewinning, wordt in 2019 het grootste deel gebruikt voor recycling.
Alle 32 ontwikkelbuurten komen in deze rapportage aan bod. In stadsdeel Nieuw-West zijn de 19 ontwikkelbuurten geclusterd in 10 rapportages. In de inleiding worden de aanleiding en doelstellingen van de ontwikkelbuurtenaanpak kort uiteen gezet en een aantal gezamenlijke, overkoepelende keuzes en inspanningen toegelicht. Na de inleiding is per buurt is een overzicht opgenomen van de inspanningen in 2019 door de gemeente en haar partners. Ook is de belangrijkste doelstelling voor de desbetreffende buurt in beeld gebracht en wordt duidelijk welke inspanningen hieraan bijdragen. Per buurt zetten we een project van het afgelopen jaar in de schijnwerpers en wordt inzicht gegeven in de huidige duurzaamheid van woningen (nul-meting). Hoewel de rapportage gericht is op 2019 biedt deze ook een doorkijk naar de aanpak voor 2020.
Behandeld in Gemeenteraad 1 juli 2020 en Commissie Bouwen en Wonen 3 juni 2020 en 13 mei 2020
Behandelend ambtenaar: Directie Wonen – Henriette Rombouts, henriette.rombouts@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Samen met bewoners werken aan de verbetering van buurten: in 2020 was dit belangrijker dan ooit. Helaas zijn er buurten in Amsterdam waar het op bepaalde terreinen minder goed gaat dan in de rest van de stad. Met de Ontwikkelbuurtenaanpak investeren we daarom gericht in dat wat een buurt nodig heeft, zowel vanuit de extra – als de reguliere middelen. Vanaf 2016 en na de bestuursopdracht van 2017 hebben we deze aanpak in de steigers gezet. In de daarop volgende jaren konden bewoners steeds meer van de grote en kleine verbeteringen in hun buurten zien en merken. Dit jaar is de aanpak met volle kracht op stoom gekomen.
Behandeld in Commissie Wonen en Bouwen 19 mei en 14 april 2021
Behandelend ambtenaar: Directie Wonen – Tymen Peverelli, t.peverelli@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Op 5 november 2015 heeft de gemeenteraad het Actieprogramma Sociaal Ondernemen 2015-2018 vastgesteld. Het Actieprogramma is mede tot stand gekomen naar aanleiding van het Initiatiefvoorstel van Marijke Shahsavari-Jansen ‘Ruim baan voor Sociale Ondernemingen’.1 Het doel van dit programma is een groei van sociaal ondernemerschap in Amsterdam en om Amsterdam verder te ontwikkelen als dé plek voor sociaal ondernemen. Met het Actieprogramma erkent en waardeert het College de maatschappelijke betekenis en rol van sociale ondernemingen en van de andere spelers in het ecosysteem die vanuit hun functie en rol bijdragen aan meer impact.
1. Initiatiefvoorstel ‘Ruim baan voor Sociale Ondernemingen’ van mw. Shahsavari-Jansen, waarmee de gemeenteraad op 11 maart 2015 heeft ingestemd. 2. ‘Scaling the Impact of the Social Enterprise sector’, McKinsey & company, oktober 2016.
Behandeld in Commissie Commissie Werk en Economie 13 september 2017 en 19 juli 2017
Behandelend ambtenaar: rve economie, Ellen Oetelmans, e.oetelmans@amsterdam.nl
Fransje Tiggeloven, f.tiggeloven@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Amsterdam volgt de definitie van een sociale onderneming zoals die is geformuleerd door de Europese Commissie en de aanvulling van de SER daarop.
Een sociale onderneming:
Het Actieplan Schone Lucht zet in op het verbeteren van de luchtkwaliteit, zodat de gemiddelde Amsterdammer in 2030 drie maanden langer leeft. De Gemeente neemt daarvoor zoveel mogelijk vervuilingsbronnen weg en ze zet haar energie op de bronnen waar ze de meeste invloed op heeft: het verkeer, de passagiers- en pleziervaart, houtstook en de mobiele werktuigen. De maatregelen in het Actieplan zorgen dat Amsterdam zo snel mogelijk voldoet aan de Europese normen voor luchtkwaliteit. De ambitie gaat echter verder en richt zich op het halen van de advieswaarden van de World Health Organization (WHO) in 2030.
Behandeling in Commissie Verkeer Vervoer en Luchtkwaliteit, Water, Duurzaamheid en Circulaire Economie 31 oktober 2019.
Voor meer informatie klik hier
Behandelend ambtenaar:
J. Schutter, j.schutter@amsterdam.nl
M. Dirkx, m.dirkx@amsterdam.nl
Geluid hoort bij een levendige, bruisende stad. Maar te veel geluid kan leiden tot hinder en slaapverstoring, stress en vermoeidheid. En als dat lang aanhoudt, is er het risico van hoge bloeddruk en hartklachten. Het beperken van (ernstige) geluidshinder draagt daarom niet alleen bij aan een betere leefomgeving voor de Amsterdammers, maar ook aan een betere gezondheid. In Amsterdam is het verkeer de grootste bron van ernstige geluidshinder. Met dit Actieplan Geluid geven wij aan welke mogelijkheden er zijn om het geluid van het verkeer in de stad terug te dringen. Met het plan wordt voldaan aan de verplichtingen vanuit de EU-richtlijnOmgevingslawaai. Amsterdam is op grond van de EU-richtlijn Omgevingslawaai verplicht om vijfjaarlijks in een Actieplan Geluid aan te geven wat de gemeente
doet om ernstige geluidsoverlast in de stad te beperken. Dit ontwerp-Actieplan Geluid Amsterdam 2020-2023 voldoet aan die verplichting. In het actieplan wordt een breed beeld gegeven van de aanpak van geluidsoverlast in Amsterdam. De meeste aandacht gaat hierbij uit naar degeluidsbelasting door het verkeer, maar er is ook aandacht voor andere stedelijke bronnen diegeluidshinder kunnen veroorzaken.
Behandeld in college van B&W 5 januari 2021, Gemeenteraad 4/5 november 2020 en Commissie Financien en Economische Zaken 29 oktober 2020 en Gemeenteraad van 21 april 2020 en in Commissie MLW/FEZ 16 april 2020
Behandelend ambtenaar: Ruimte en Duurzaamheid, Carlo Schoonebeek, c.schoonebeek@amsterdam.nl
Voor meer informatie klik hier
Voor meer informatie Raad klik hier
In opdracht van Duco Stuurman en Henk Jagersma heeft het stedelijk strategieteam een eerste verkenning gedaan naar de woonwerkbalans voor praktisch en middelbaar opgeleiden in de MRA. Ook het thema vervoersarmoede werd hierbij betrokken. Het doel van de verkenning was het integraal in beeld brengen van dit thema voor de MRA met het oog op de Verstedelijkingsstrategie.
Conclusies
De economie van de metropoolregio loopt op termijn schade op doordat er onvoldoende aandacht is voor de beschikbaarheid van praktisch en middelbaar opgeleiden als werknemers in de toekomst. Door krapte in de woningmarkt wonen zij in toenemende mate verder van de stad of in buurten met een sterke concentratie van sociale huurwoningen. Hierdoor wonen zij verderaf van openbaar vervoersknooppunten. Deze groep is daardoor meer afhankelijk van de auto. Reizen van huis naar werk is in toenemende mate ingewikkelder, duurder en tijdrovender. Toegang tot mobiliteit groeit als drempel tot werk. Door de krapte op de arbeidsmarkt krijgen praktisch en middelbaaropgeleiden meer mogelijkheden om te kiezen voor werk dichterbij huis. Dit zorgt voor toenemende werknemerstekort in stedelijk gebied. In stedelijk gebied neemt het aantal stagemogelijkheden af door een wegtrekkend MKB. De meer dienstverlenende banen die overblijven hebben meer flexibele werktijden en arbeidsvoorwaarden waardoor de financiële positie van werknemers onzeker is.
De sociale impact hiervan is dat relatief veel mensen met een praktisch opleidingsniveau niet werken. De drempel naar werk is te groot. Mobiliteit is één van de belemmerende factoren hierbij. Er zijn goede voorbeelden om dit te doorbreken, voor werkgevers liggen hier kansen. Zij kunnen echter op andere wegen (zoals via migranten) nog aan prima arbeidskrachten komen. Op termijn zullen werkgevers in de stad meer moeite hebben om praktisch en middelbaar opgeleiden te vinden als werknemer. Dit beperkt de economische groei en heeft ook maatschappelijke impact op zorg, onderwijs en veiligheid in de stad. Deze ontwikkelingen worden onvoldoende in samenhang bestreden vanuit beleidsmatig en bestuurlijk perspectief. Vanuit de leefwereld van praktisch en middelbaar opgeleide werknemers zien we dat barrières met kleine maatregelen doorbroken kunnen worden. Voor gemeenten en werk gevers liggen hierin kansen. Daarnaast kan bij het bouwen aan de metropool meer worden nagedacht over het verbinden van de opgave van wonen, werk en mobiliteit door de grenzen van governance heen (arbeidsmarktregio’s, concessiegebieden). Door dit vanuit het economische perspectief aan te vliegen kan het gesprek hierover in de regio vanuit een nieuwe dimensie worden gevoerd.
Vervolg
De Verkenning krijgt een vervolg in de Verstedelijkingsstrategie van de MRA en daarnaast wordt deze besproken in het directeurenoverleg van de MRA om zowel in het sociale als het fysieke domein vervolg te krijgen. Daarnaast is het één van de bouwstenen voor een vervolgopdracht Middengroepen waaraan het Stedelijke Strategieteam werkt.
Deze editie van de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam is een jubileumeditie. De eerste editie, van 2011, stond in het teken van de gevolgen van de Grote Recessie. Deze tiende editie ziet het licht onder een vergelijkbaar gesternte: een crisis. Maar de huidige crisis – de coronacrisis, voor de goede orde – heeft een totaal ander karakter en een geheel andere impact dan de Grote Recessie. In deze Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam trekken we eerste lessen uit de coronacrisis (waar we op het moment van schrijven overigens nog middenin zitten). Hoewel de onzekerheid over de uitweg kleiner is dan vorig jaar – toen nog niet duidelijk was of er op korte termijn een effectief vaccin voorhanden zou komen – zijn er ook op dit moment nog een fors aantal onzekerheden. Tegelijkertijd kennen de komende decennia een groot aantal structurele uitdagingen zoals de energietransitie, vergrijzing, en een vastgelopen woningmarkt die we in deze editie bespreken. Ook deze tiende editie van de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam bevat een analyse van de trends van de afgelopen jaren op het terrein van economie en arbeidsmarkt en een analyse van de structuur van de economie, inclusief aandacht voor het energieverbruik tegen de achtergrond van de energietransitie en de klimaatopgave. Ook geven we een voorspelling van de te verwachten economische ontwikkeling op korte termijn. Net als vorig jaar richten we ons daarbij op de specifieke kwetsbaarheden van de economie van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) om uitspraken te kunnen doen over de impact van de coronacrisis en het te verwachten pad van herstel.
Behandeld in Gemeenteraad 17 februari 2022
Behandelend ambtenaar: Economische Zaken. Martijn van Vliet, M.van.vliet@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron:
De Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2021(EVMRA) is een uitgave van de Gemeente Amsterdam, Economische Zaken en Cultuur in opdracht van Platform Economie Metropoolregio Amsterdam. De EVMRA wordt gemaakt door TNO, Vrije Universiteit Amsterdam,SEO Economisch Onderzoek, CE Delft en Studio Infograph.
Rondom Amsterdam ontwikkelt zich een metropool van formaat, die zich uitstrekt van Zandvoort tot Lelystad, van Heemskerk tot Hilversum en van Beemster tot Haarlemmermeer. Een regio met zowel grootstedelijke als suburbane en dorpse karakteristieken. Die een hoge leefkwaliteit biedt met een rijk palet aan woonmilieus, een aantrekkelijk stedelijk voorzieningenaanbod en volop recreatiemogelijkheden in het gevarieerde buitengebied dat overal nabij is. Een stedelijke regio die functioneert als één
grote stad met 2,5 miljoen inwoners, 300.000 bedrijven en 1,5 miljoen banen. Een regio die een van de economische groeimotoren en belangrijkste sociale knooppunten van Nederland is en die meedoet in de internationale top.
Behandeld in Gemeenteraad 13 juli 2022
Behandelend ambtenaar: Jonas Baud, Public Affairs, Bestuurs- en Management Advisering, jonas.baud@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron:
info@metropoolregioamsterdam.nl
www.metropoolregioamsterdam.nl
Er zijn verschillende signalen dat het aantal daklozen toeneemt. In dit onderzoek worden ervaringen uit het veld gecombineerd met recente cijfers om inzicht te bieden in de ontwikkeling van het aantal daklozen in de vier grote steden, mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen.
Auteurs: Matty de Wit, Marcel Buster, Tim Oosterveer, Eva Mandos, Tamara van Batenburg, Maaike Dujardin, Regina van der Meer, Maartje Keetman, Nasra Karamali, Marjolein Donker, Lisette Plantinga-Muis, Sandra Schuitemaker
Bron: website G4-USER
De toenemende groei van de steden heeft ons de afgelopen decennia welvaart gebracht. Helaas kent deze verstedelijking ook een keerzijde. Net als in andere wereldsteden zien we dat de groei van de G4 de verschillen in kansen tussen haar inwoners vergroot. Deze propositie schetst kort de achtergrond van bestaande ongelijkheid - wat we weten over oorzaken en wat werkt om ongelijkheid tegen te gaan - en doet voorstellen voor benodigde systeemaanpassingen om kansenongelijkheid weg te nemen.
Bron: G4 - Propositie kansenongelijkheid
In oktober 2018 heeft de Regiegroep van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) besloten om de regionale samenwerking binnen de MRA, te evalueren. Het rapport 'Meer richting en resultaat', opgesteld door een externe commissie is in de zomer van 2019 vrijgegeven. De roep om meer focus, slagvaardigheid en het tegengaan van de versplintering, wordt door Amsterdam herkend. Dat vraagt om de gezamenlijke basis van uitgangspunten en werkwijzen goed tegen het licht te houden en opnieuw met elkaar te bevestigen. De historie en ligging van de MRA geeft de regionale samenwerking een prachtige uitgangspositie. De leefkwaliteit en economische aantrekkingskracht zijn bijzonder hoog. Dit heeft echter ook zijn keerzijde. Nog niet iedereen kan meedoen en geniet van deze kwaliteiten. Een duidelijke gezamenlijke koers op de ruimtelijk-economische vraagstukken in samenhang met de sociaal-maatschappelijke opgaven en met minder vrijblijvende afspraken zijn noodzakelijk om hiervoor verantwoordelijkheid te nemen. De MRA-samenwerking in haar huidige vorm is nog pril dat kinderziektes een normaal verschijnsel maakt en bijsturing mogelijk moet zijn. Amsterdam wil daarom dit moment aangrijpen om elkaar recht in de ogen te kijken en samen te zoeken naar een effectievere samenwerking met duidelijke focus.
Meer richting en resultaat
Behandeld in Raad 22 januari 2020
Behandeld in Commissie AZ 5 december 2019
Behandelend ambtenaar: Marleen Langendijk, m.langendijk@amsterdam.nl
Public Affairs en bestuurlijke projecten
Voor meer informatie klik hier
Update raming Amsterdam Klimaatneutraal - De bijgestelde raming van de CO2-emissies van Amsterdam in 2030. Dit rapport is een actualisatie van de eerdere ramingen opgesteld in de afgelopen twee jaar. Het College heeft in 2018 afgesproken om in 2030 55% CO2-reductie te realiseren ten opzichte van 1990. De vraag die we hier beantwoorden is: in hoeverre zal de doelstelling worden gerealiseerd met reeds vastgesteld en voorgenomen beleid? In 2019 was de uitstoot 16% hoger dan in 1990. De raming voor 2030 is opgesteld op basis van de meest recente cijfers, uit 2019. De uitstoot van Amsterdam in 2019 bedroeg 4.436 kton, wat 16% hoger is dan in 1990.
Behandeld in Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 9 juni 2022 en 19 mei 2022 en 07 april 2022
Behandelend ambtenaar: Jeroen Grooten,j.grooten@amsterdam.nl
Voor meer informatie/voordracht klik hier
Bron: CE Delft
Sjoerd van der Niet, Nanda Naber, Frans Rooijers
www.ce.nl
ATELIER is een ambitieus smart city project waarin Amsterdam en Bilbao een energieleverende wijk (PED – positive energy district) realiseren, in samenwerking met kennisinstellingen en private partijen, om tot een structurele impact te komen op het energiesysteem in de stad. Daarnaast maken zes fellow cities deel uit van het project: Riga, Kopenhagen, Budapest, Bratislava, Krakow en Matosinhos zullen de innovatieve oplossingen op termijn implementeren in hun eigen stad.
Resultaten voor Amsterdam
In Buiksloterham zullen de projectlocaties Republica en Poppies worden ontwikkeld; ca 20.000m2 vloeroppervlak met zowel woningen, als commerciële voorzieningen waaronder een hotel en restaurant met parkeerplaatsen. Hier wordt een Buiksloterham energy community gerealiseerd door een aantal baanbrekende, bestaande lokale energiegemeenschappen te verbinden tot een energie positieve wijk. De bewoners zullen deel uitmaken van een lokale energie markt waar zij zelf duurzaam opgewekte energie (of bespaarde elektriciteit) kunnen verhandelen via een lokaal digitaal platform met de buurt. Hiervoor zijn tal van technische innovaties nodig die op deze schaal nog niet bestaan. Activiteiten richten zich onder meer op coördinatie van lokaal aanbod, opslag en vraag, peer-to-peer energie-uitwisseling en actief betrekken van burgers en andere stakeholders. Deze lokale energiemarkt zal gekoppeld worden aan het lokale net, ook elektrisch vervoer zal worden meegenomen (smart mobility hub). Tevens wordt op de locatie ook gebruik gemaakt van nieuwe sanitatie, die gekoppeld zal zijn aan warmtewinning. Hier gaat het sluiten van kringlopen hand in hand met duurzame energieopwekking. Er wordt o.a. samengewerkt met de technische partner Spectral voor het ontwerpen en implementeren van de smart grids.
City Vision 2050
Daarnaast is de ontwikkeling van een ambitieuze stedelijke visie tot 2050 onderdeel van dit project, de visie gaat zich richten op de interactie van energie met de brede ontwikkeling van de stad. Het betreft als het ware een doorontwikkeling van de Routekaart Klimaatneutraal naar 2050 in samenhang met een bredere stadsvisie. Dit sluit goed aan bij de doelen van de Structuurvisie en de verdere uitwerking van de Routekaart. Alle acht deelnemende steden zullen een City Vision opstellen in het kader van ATELIER.
Meer informatie: smartcity-atelier.eu
-
Aan ATELIER is een Europese Horizon2020 subsidie toegekend van 19,5 M euro. Het project is 1 november 2019 gestart en heeft een looptijd van vijf jaar. Het volledige consortium bestaat uit 30 partners uit 11 landen.
Coördinator: City of Amsterdam (NL)
Partners: City of Bilbao (SP) Tecnalia (SP) TNO (NL) Cartif (SP) De Waag Society (NL) Amsterdam University of Applied Sciences (NL) Paul Scherrer Institute (SW) Steinbeis-Europa-Zentrum (GE) City of Budapest (HU) City of Matosinhos (PO) City of Riga (LT) City of Copenhagen (DK) City of Bratislava (SK) City of Krakow (PL) DEUSTOTECH (SP) Cluster de Energía (SP) IBERDROLA (SP) TELUR (SP) EVE (SP) SPECTRAL (NL) Republica Development VOF (NL) Developer Poppies Location (NL) Amsterdam Institute for Metropolitan Solutions (NL) Waternet (NL) DNV-GL (NL) Greenchoice (NL) Civiesco (IT) Zabala Innovation Consulting (SP), Fraunhofer ITWM (GE)