Read the full edition of the magazine here [in Dutch].
By Damian Holmes
(Read the original article on the WLA website)
BiodiverCITY_A Matter of Vital Soil! puts soil biodiversity and subsoil on the agenda of municipalities, urban designers, and policymakers across the Netherlands and beyond. The project is pioneering in examining soil life as a prerequisite for urban life. It argues that soil is the basis of our cities’ liveability, biodiversity, and climate resilience, especially amidst the uncertainty and compounding crises of the 21st century.
Due to the large number of buildings, paved surfaces, and high population density, soil in cities is often inaccessible, compacted (due to heavy loading), polluted and full of cables and pipes. With new construction, raising the ground level is the norm in the Netherlands, directly destroying the soil life below. Moreover, the subsurface of public space is under increasing pressure with a large amount of underground infrastructure (cables, pipes, extra trees, water infiltration solutions etc.) necessary for complex challenges around climate, energy, biodiversity, circular economy, digitalization, urban densification, and biodiversity. In the upcoming decennia, Dutch streets and squares are going through a major overhaul to meet climate goals and maintain liveability. This means road works and, therefore, soil disturbance at a massive scale. Hence the present urgency for designers, engineers, and green space managers to learn about the importance of soil life and how to design, construct and manage for more soil biodiversity.
Resulting from an interdisciplinary collaboration between various scientific institutions, urban designers and policymakers, the book is simultaneously informative, exploratory, and solution focussed. Released in the summer of 2021, the publication and research project make the hidden life in the soil visible and engaging for a broad audience, from urban professionals to scientists to anyone interested in their living environment, through a collection of in-depth (historical, scientific, policy-related) essays and rich visual material with stunning photographs of soil creatures and elaborate infographics about the state of our soils and how we can restore them. BiodiverCITY is published both as a hard copy and online, and to promote knowledge sharing and exchange, it is available open-source via openresearch.amsterdam (a digital platform for research, knowledge production and innovation in Amsterdam).
The appeal to all (public space) designers and policymakers in the Netherlands is clear: learn about soil and create the conditions for soil biodiversity to thrive because it is the basis of all biodiversity, liveability, and climate resilience of our cities. Building upon Amsterdam’s Integral Design Method Public Space, the matrix of design interventions for restoring urban soil follows the format of integral design measures: modular multifunctional solutions that create value on multiple scales. This is the first time anyone has tried to systematically include soil health as a design parameter for urban planning.
These design solutions, and the BiodiverCITY project as a whole, should not be viewed as a finished product but rather as a starting point – of a conversation, of a policy field, of new urban design practice, of our future urban soils.
BiodiverCITY_A Matter of Vital Soil! was initiated by the City of Amsterdam and developed in collaboration with Naturalis Biodiversity Center, NIOO-KNAW, ARTIS, and Inside Outside.
Client: City of Amsterdam
Company Role on Project: Joyce van den Berg was the executive landscape architect and conceptual lead on the project.
Concept: Joyce van den Berg, Hans van der Made
Editorial board and coordination: Joyce van den Berg, Hans van der Made, Ingrid Oosterheerd, Marco Roos, Alessandra Riccetti and Johan van Zoest
Tekst: Joyce van den Berg, Sofia Gomes, Gerard Korthals, Hans van der Made, Vincent Merckx, Sylvia Mota de Oliviera, Jorinde Nuytinck, Ingrid Oosterheerd, Froukje Rienks, Marco Roos, Menno Schilthuizen, Michael Stech, Renée Zijlmans and Johan van Zoest
Tekst editing and English translation: NST Science
Design of graphics: Louis van Amerongen, Alicia Sanchez Fonseca, Constanza Gomez Guzman, Jean Carlos Ocampo Cantillo, Rosita Hemelaar, Alessandra Riccetti, Chong Yao, Lujia Zhu and Marina Lopes Vasarini
City of Amsterdam – Louis van Amerongen, Patrick van Beveren, Paco Bunnik, Rigina Christiaans, Sabine Gimbrère, Rosita Hemelaar, Dagmar Keim, Marloes Michels, Caroline Nevejan, Thijs Vlaar, Josja van der Veer, Nicole Voulon and Annemiek Wiersma
Artis – Jan de Jong, Ruben Janssen and Ton Hilhorst
Het Nieuwe Instituut – Francine van Westeren and Ellen Zoete Inside Outside – Petra Blaisse, Jana Crepon and Aura Luz Melis
Naturalis Biodiversity Center – Bart Braun, Ate-alma Cohen, Bouchra Filali, Caroline van Impelen and Maaike van de Kamp-Romijn
Netherlands Institute of Ecology (NIOO-KNAW) – Wietse de Boer, Wim van der Putten, Isabelle van der Zande
Photo editors: Joyce van den Berg, Hans van der Made, Ingrid Oosterheerd, Alessandra Riccetti and Joseph Plateau grafisch ontwerpers
Design: Joseph Plateau grafisch ontwerpers Printing: Antilope De Bie, Belgium Publisher: Marcel Witvoet, nai010 publishers
© 2021 authors, nai010 publishers, Rotterdam. All rights reserved.
Gemeente Rotterdam doet sinds 2018 praktijkervaring op met integraal ontwerpen. En gemeente Amsterdam ontwikkelde de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte. Waarom is het zo belangrijk om de openbare ruimte integraal te ontwerpen? En wat maakt deze werkwijze zo moeilijk? Beide gemeenten delen hun ervaringen.
We gaan eerst naar Rotterdam voor een praktijkvoorbeeld in de energietransitie. “Een beleid formuleren is belangrijk, maar in sommige gebieden kun je niet wachten totdat het beleid is afgetikt. Dat was in mijn gebied het geval”, vertelt Anne-Marie Verheijen, programmamanager Aardgasvrij bij de afdeling Stadsontwikkeling Duurzaamheid van gemeente Rotterdam.
“In 2018 kreeg ik de opgave om het gebied Bospolder-Tussendijken aardgasvrij te maken. In de grond lag al van alles, daar moest het warmtenet als alternatief voor het aardgas nog bij. Ik moest zorgen voor een goede gebiedsbusinesscase en voor sociaal-maatschappelijke meerwaarde. Maar ik had meteen in de gaten dat het óók belangrijk was om in beeld te brengen wáár in de ondergrond dat warmtenet moest komen te liggen, mét behoud van toekomstige bovengrondse opgaven. Daarom heb ik meteen contact gezocht met 4 andere afdelingen van onze gemeente die in dit gebied werken: Stadsontwikkeling Landschap, Stadsontwikkeling Ingenieursbureau, Stadsbeheer Stedelijk water en leidingenbureau en Stadsbeheer Gebied. Ook heb ik de warmteleverancier en de woningcorporatie laten aanhaken. Al die mensen heb ik bereid gevonden om dit samen in beeld te brengen.”
“In Bospolder-Tussendijken moest bovengronds een goede boomstructuur komen en de verdeelstations wilden we niet in de openbare ruimte plaatsen. Eerst hebben we met alle interne en externe partijen per straat in beeld gebracht wat er al in de ondergrond lag. Vervolgens hebben we de ruimtelijke ambitie getekend. Uit die exercitie rolde vervolgens een oplossingsrichting waar het warmtenet moest komen liggen. Zodat we genoeg ruimte overhouden voor de boomstructuur.”
“Als je bovengrondse opgaven niet meteen meeneemt in de gebiedsaanpak aardgasvrij, ben je te laat. Dan bestelt de warmteleverancier zodra de gebiedsbusinesscase rond is materialen en start de warmteleverancier zo snel mogelijk met de werkzaamheden, terwijl jij je ruimtelijke inpassing niet op tijd gereed hebt. Als we dit niet zo hadden gedaan, hadden we straks wel een warmtenet liggen, maar konden we geen boom meer planten en stonden er 5 verdeelstations in de openbare ruimte in plantsoenen en naast speeltuintjes die veel ruimte innemen.”
“In de praktijk is het niet zo moeilijk gebleken. We hebben in elke straat de ondergrond zo weten te ontwerpen, dat bestaande bomen blijven staan en dat er later nieuwe bomen bij komen. Door vanaf dag 1 gezamenlijk naar dit vraagstuk te kijken, is het gelukt om in de ondergrond ruimte te reserveren voor boomwortels. Ook hebben we samen met de corporatie inpandige locaties voor de verdeelstations gevonden. Eigenlijk waren we vooraf overtuigd dat het in een oude stadswijk niet mogelijk zou zijn om ruimtelijke ambities bij een energietransitie overeind te houden. Maar in Bospolder-Tussendijken hebben we laten zien dat integraal ontwerpen te doen is.”
“Dat je vanaf dag 1 integraal werkt. Dat iedereen bereid is om het vakgebied of de standpunten van de ander te begrijpen. En dat je met elkaar de oplossing zoekt en gedeeld eigenaarschap voelt. Soms moet je een stap naar de ander maken of een grens respecteren. Je moet samen tot het gemeenschappelijke komen. Ook vraagt deze werkwijze een goede regiehouder die al die afwegingen met elkaar maakt en indien nodig escaleert naar een hogere laag in de organisatie. Dat was mijn rol.”
“In de transitieopgaven zijn twee verschillende snelheden te zien. Er zijn grote transities die vragen om stedelijk beleid. En er is de realiteit waarin nú al actie nodig is. Waarin we al gaan doen voordat de nieuwe beleidsstukken er zijn, zoals in Bospolder-Tussendijken. De uitdaging is om die twee werelden bij elkaar te brengen en goed ingebed in de gemeentelijke structuren. Het grote vraagstuk voor mij is: Hoe regelen we de governance hiervan?”
Een voorbeeld van een grote transitieopgave waarvoor een nieuwe werkwijze is ontwikkeld, komt uit de gemeente Amsterdam. Hoofdontwerper Joyce van den Berg vertelt:
“Wij hebben in 2020 de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte (IOOR) ontwikkeld. In deze methode gaan publieke en private partijen in een vroeg stadium om tafel om ondergrondse ruimte te reserveren voor verschillende functies. Het doel is dat alle toekomstige claims op de ondergrond een goede plek krijgen, zonder dat de kwaliteit van de openbare ruimte of bebouwing achteruit gaat.”
“Amsterdam staat voor veel complexe opgaven: Klimaatadaptatie en energietransitie. Digitalisering van de samenleving en verdichting van de stad, waardoor steeds meer elektra- en datakabels nodig zijn… Aan al deze opgaven wordt nu separaat gewerkt, maar dat is niet efficiënt. Daardoor ontstaat veel overlast. Straten moeten bijvoorbeeld vijf tot zes keer apart worden opengebroken. Ook moeten we in de toekomst met minder mensen meer werk doen. Bovendien worden transitieopgaven steeds urgenter. Het is niet slim om te blijven werken zoals we dat nu los van elkaar doen.”
“Dit betekent dat we op een andere manier ruimtelijke inpassingen moeten maken. Integraal ontwerpen is een vereiste om de wet- en regelgeving te halen. Als je volgens het oude systeem je werk doet, kom je er niet. Dan krijg je voorstellen die niet worden goedgekeurd door bepaalde commissies.”
“Je loopt tegen weerstand aan. Mensen hebben moeite met veranderen. Daarom is het belangrijk om ze te activeren en draagvlak te creëren. Wij hebben een leergang opgezet. Daarin zitten elementen als co-mentorschap, feedback en gedrag. Het is heel leuk om te zien hoe deelnemers reageren. Je gaat het gesprek over het technisch uitvoeren en beheren van de openbare ruimte heel anders voeren en dan kom je gezamenlijk tot een andere oplossing. De houding van de deelnemers verandert. Ze gaan denken: ‘Als ik zo ga werken, ontstaat er juist lucht.’ Behalve dat integraal ontwerpen hard nodig is, heeft het ook voordelen. We gaan de doelstellingen eerder behalen. We kunnen kosten vermijden en de kwaliteit van de openbare ruimte verhogen.”
“Innovatie. Je moet niet de bestaande werkwijze optimaliseren, dat is onmogelijk. Je moet het bestaande systeem juist loslaten en iets nieuws opbouwen. Anders komen we nooit tot een verandering. Dit vraagt ook om een ander soort leiderschap en een andere visie. Het gaat niet van de ene op de andere dag. Medewerkers moeten de oude werkwijze willen en kunnen loslaten en het nieuwe omarmen. Er is tijd nodig om te groeien en ruimte om fouten te durven maken. Het is niet fair om een pilotproject te vergelijken met een bestaand project. Je moet bereid zijn om er tijd in te stoppen. Doen we dat niet, dan gaan we gigantisch over de kop: We hebben te weinig capaciteit en kunnen niet meer voldoen aan de wet- en regelgeving.”
“Bij grote organisaties zoals de gemeenten Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam vraagt het om grote veranderingen. Ik verwacht dat de verandering sneller gaat bij middelgrote gemeenten, omdat de lijnen daar korter zijn. Zij kunnen tempo maken. Middelgrote gemeenten kunnen het verschil gaan maken en de grote vier kunnen van hen leren.”
“Richt je eerst op de early adaptors binnen en aan de randen van je organisatie. Zij komen met ideeën. Deze groep bestaat meestal uit 10% van de medewerkers. Richt je daarna op de 30% die vrij snel meegaat. Overstappen naar de integrale ontwerpmethode is niet eenvoudig, maar het helpt om je eerst op deze 40% te richten. De volgende 30% gaat mee wanneer een directeur inziet dat dit wel nodig is om de doelstellingen te behalen en zegt: ‘Zo gaan we vanaf nu werken’. De resterende 30% kun je beste links laten liggen, zij gaan toch niet mee.”
Heb je vragen over de gebiedsaanpak Bospolder-Tussendijken? Neem dan contact met Anne-Marie Verheijen via amj.verheijen@rotterdam.nl
Heb je hierna nog vragen?
Neem dan contact met Joyce van den Berg via integraleontwerpmethodeor@amsterdam.nl
Blauwe Kamer Year Book for Landscape
Architecture and Urbanism
the Netherlands 2022
EuroScience Open Forum (ESOF)
Leiden, the Netherlands 2022
Floriade Expo
Almere, the Netherlands 2022
Honour Award World Landscape
Architecture Professional Awards
Australia 2022
International Architecture Biennale
Rotterdam (IABR)
the Netherlands 2022
Nomination Design Studio Mag Awards
Italy 2022
National Science Agenda
the Netherlands 2022
Sysnesia Energi and Andi Publisher
Jakarta, Indonesia 2022
Venice Biennale of Architecture
Venice, Italy 2021
Visit Dutch Minister of Housing and
Spatial Planning 2022
Visit Deputy Director-General Environment
of the European Commission 2022
Seoul Biennale of Architecture and Urbanism
Seoul, Korea 2021
Amstelkerk
Amsterdam, the Netherlands 2021
NAi bookseller
Rotterdam, the Netherlands 2021
Stadswerk magazine for professionals in the living environment
the Netherlands 2020-22
Award 3D Map Esri Environmental System Research Institute
USA 2020
ARCAM
Amsterdam, the Netherlands 2020-22
City Deal Public Space
the Netherlands 2020-23
Pakhuis de Zwijger
Amsterdam, the Netherlands 2020-22
A collection of book reviews of our latest publication 'BiodiverCITY_A matter of vital soil!'
Catalogus Voorjaar 2022, Nai010 uitgevers
Gebiedsontwikkeling.nu
'Verzilver aandacht voor biodiversiteit met kennis van de bodem'
Bodemdierendagen
'Gemeente Amsterdam vindt biodiversiteit van de bodem van groot belang'
Stad+Groen
'Amsterdams boek over belang gezonde bodem'
Nature Today
'Een gezondere bodem voor een gezondere stad'
o.v.v.: BiodiverCITY, City of Amsterdam, nai010 publishers, 2021
To download the full publication in English or Dutch, visit this page. A printed copy of BiodiverCITY_A Matter of Vital Soil! can be purchased via nai010 uitgevers / publishers.
BiodiverCITY_A Matter of Vital Soil! was initiated by the City of Amsterdam and developed in collaboration with Naturalis Biodiversity Center, NIOO-KNAW, ARTIS, and Inside Outside.
Prior to BiodiverCITY, the Integral Design Method Public Space, Volume I (Amstel-Stad Case Study , Amsterdam) & II (Handbook) was published.
So often communicating the imperative of urban biodiversity can come off as either too technical or too naive, missing the mark and disengaging the audience that most needs to take on these challenges. BiodiverCITY: A Matter of Vital Soil! is a welcome breakthrough.
The book is a true collaborative effort, credited tothe City of Amsterdam (the book’s subject) and researchers from Naturalis, Netherlands Institute of Ecology, Inside Outside, and Artis, with its origins in the Seoul Biennale of Architecture and Urbanism and the Venice Biennale of Architecture.
The concept is credited to Joyce van den Berg and Hans van der Made, chief design and landscape architect and senior chief planner for the City of Amsterdam, though even that information is not easy to come by in
this group effort. Simply put, the message of the book is focused on fully incorporating biodiversity into public space planning, starting with the soil and its inhabitants.
As van den Berg and van der Made neatly put it, “The design of space in the city needs to be more integral and develop upwards from below rather than downwards from above.”
Getting the science of subsurface biodiversity across isn’t easily done, but the authors’ mix of graphics, photography, and very close-in images (arachnophobes take note) is strong and beautifully designed. With appealingly titled chapters such as “Networks of the Fungal Kingdom” and “Soil Animals Need to Go to Town,” BiodiverCITY manages to get the technical points across with a light touch and even a bit of wit without sacrificing detail or urgency. If every city could have a reference like this, it might spark a transformative moment.
We kunnen vele plannen bedenken voor de fysieke leefomgeving en dat gebeurt ook. Uiteindelijk landt alles in een ontwerp. En vaak is dat het moment dat we erachter komen dat het niet past. Met de Integrale Ontwerpmethodiek Openbare Ruimte (IOOR) van de gemeente Amsterdam kan dit verleden tijd zijn. Disclaimer: het vergt wel wat aanpassingen.
Lees het artikel "Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte: de sleutel naar de toekomstbestendige stad?" gepubliceerd op Biind.
Om de volledige publicatie Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte in het Nederlands of Engels te downloaden, bezoek deze pagina.
The publications «Integral Design Method for Public Space, case Amstel-Stad and handbook» and «BiodiverCITY_A Matter of Vital Soil!» travel the world.
Our publications Integral Design Method Public Space, Vol. I & II and BiodiverCITY_A Matter of Vital Soil! travelling around the world. Video production: Maria Baeva.
Paris (France) , Bas Koppers, October 2021
Paris (France) , Bas Koppers, October 2021
Seoul (Korea) Biennale of Architecture and Urbanism 2021, Organisational team, October 2021
Seoul (Korea) Biennale of Architecture and Urbanism 2021, Organisational team, October 2021
Hamburg (Germany), Anastasija Dukic, October 2021
Hamburg (Germany), Anastasija Dukic, October 2021
Yogyakarta (Indonesia), Andi Publisher, October 2021
Yogyakarta (Indonesia), Andi Publisher, October 2021
Venice (Italy) Biennale of Architecture 2021, IOOR team, September 2021
Venice (Italy) Biennale of Architecture 2021, IOOR team, September 2021
Venice (Italy) Biennale of Architecture 2021, IOOR team, September 2021
Venice (Italy) Biennale of Architecture 2021, IOOR team, September 2021
Amsterdam (The Netherlands), Sub terra Exhibition at Arcam 2021, IOOR team, September 2021
Amsterdam (The Netherlands), Sub terra Exhibition at Arcam 2021, IOOR team, September 2021
Amsterdam (The Netherlands), Architectura & Natura 2021, IOOR team, November 2021
Eindhoven (The Netherlands), IOOR team, November 2021
São Paulo (Brazil), Marina Vasarini Lopes, November 2021
Amsterdam (The Netherland), Nina Kopp, November 2021
Karlsruhe (Germany), Joyce van den Berg, December 2021
Koenigsbach-Stein (Germany), Joyce van den Berg, December 2021
Weimar (Germany), Maria Baeva, December 2021
Yachats, Oregon (USA), Jacques Abelman, January 2022
Saga (Japan), Maki Ryu, January 2022
Los Angeles (USA), Patricia Bijvoet, January 2022
Greenwood Cemetery Brooklyn, New York (USA), Andrea Johnson, January 2022
Puigcerdá (Spain), Elisabeth Escala, January 2022
Cartagena (Colombia), Jean Carlos Ocampo Cantillo, January 2022
Bogotá (Colombia), Jean Carlos Ocampo Cantillo, January 2022
Mexico City (Mexico), Constanza Gomez Guzman, January 2022
Antwerp (Belgium), Ann Meirlaen, January 2022
Vingåker (Sweden), Zhiyu Li, January 2022
Cercal do Alentejo (Portugal), Alexandra Pixley, January 2022
Lissabon (Portugal), Alexandra Pixley, January 2022
Porto (Portugal), Daniel Casas Valle, January 2022
Moscow (Russia), Mariia Baeva, January 2022
Düsseldorf (Germany), IOOR Team, January 2022
Duisberg (Germany), IOOR Team, January 2022
Alexandroupolis (Greece), Marina Anagnostou, March 2022
Wakayama (Japan), Yuji Hara, March 2022
Kobe (Japan), Ryutaro Goto, March 2022
Saga (Japan), Yasuhiro Kawasaki, March 2022
Milan (Italy), Alessandra Riccetti, March 2022
Milan (Italy), Alessandra Riccetti, March 2022
Hoofdontwerper en landschapsarchitect Joyce van den Berg vertelt in Vakblad Groen over het belang van een vitale bodem, integraal ontwerp, e-learning en de handreiking gezonde bodem.
Joyce, “Als je blijft ontwerpen op straat- of projectniveau dan lukt het niet om alle opgaven waar we voor staan te realiseren. Denk aan klimaatadaptatie, energie- en warmtetransitie. Opgaven met een ondergrondse ruimtevraag, zoals nieuwe kabels en leidingen, bodembiodiversiteit, bomen en waterbuffers. Het maakt de inrichting van de boven- én ondergrond steeds complexer. Terwijl dit lang niet alles is. Bij beleidsdocument ‘nummer zoveel’ over wat we willen met de openbare ruimte ben ik gestopt met lezen. Ik dacht, ‘dat dat allemaal past’. En hoe brengen we dat tot uitvoering zonder dat de stad continu openligt?”
“Het antwoord is integraal ontwerpen voor een groter gebied, bijvoorbeeld op de schaal van een energie- of natuurlijke watersysteem, en door functies te combineren. Want blijf je stapelen op kleine schaal dan wordt de stad bloedheet, loop je straks met kaplaarzen door de stad en komen mensen zonder elektra of warmte te zitten. Die urgentie wordt nog niet gevoeld en vertaald in actie. Bovendien, om alle ambities te realiseren, moeten 4800 Amsterdamse straten en pleinen 5 tot 6 keer open tot 2040. Elke keer dat de straat opengaat, beschadigt 10% van de bestrating en is er het risico om kabels en leidingen te raken of boomwortels te beschadigen. Met veel overlast voor bewoners en hoge kosten voor de stad tot gevolg.”
“We hebben de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte (IOOR) ontwikkeld. In de methode staan ondergrond en het meervoudig functiegebruik voorop. Publieke en private partijen schuiven vroeg aan om ondergrondse ruimte te reserveren. Zo brengen we nu alle ambities in beeld voor het Wallengebied samen met kabel- en leidingbedrijven en grote kennisinstellingen waaronder de UvA. We kijken wat wel en niet (gecombineerd) mogelijk is op basis van datasets. Door dat hele proces inclusief beheer naar de voorkant te trekken, is extra engineering en coördinatie nodig voor alle infra die hoort bij de nieuwe opgaven en zijn proceskosten hoger. Het is een soort hypotheek op de toekomst die je terugverdient bij de uitvoering. Het tig keer openbreken van straten willen we terugbrengen naar 1,5 keer.”
“IOOR start met analyseren en data verzamelen op acht verschillende thema’s, onder andere waterberging, warmtesystemen en biodiversiteit. 3D-modellen van de huidige en potentiele inrichting, een digitale twin van de realiteit boven- en ondergronds, laat clashes zien. Wat kan wel en wat niet? Vervolgens ontwerpen we verschillende straatprofielen waardoor we tot op het laatste moment alle scenario’s in de lucht kunnen houden. Een voorbeeld? De invoering van autoluw in het Wallengebied. Daar is nog geen definitieve uitspraak over. We hebben daarom straatprofielen met en zonder parkeren op straat en ruimte voor hubs. Wat het besluit straks ook is, je hoeft het ontwerp niet opnieuw te bedenken.”
Visualisatie grachtenprofiel
“Integraal ontwerpen betekent anders werken. Ons vak is er nog niet op ingericht. Het ontwerpen van de ondergrond is nieuw. Het is echt een kanteling van de stedenbouw. Integraal ontwerpen betekent ook integraal aanbesteden waardoor je soms langer moet wachten. Niet nu de straat openmaken voor aardgasvrij en een paar maanden later voor het plaatsen van laadpalen om maar iets te noemen. Omdat we al zoveel moeten is de weerstand soms enorm. We hebben al genoeg trammelant aan ons hoofd. Het lukt ons niet meer om boven het bos uit te kijken en dan komt IOOR er nog eens extra bij. Ik snap dat het lastig is want het is ingewikkeld. Er is echt doorzettingskracht nodig. Het gaat niet altijd van een leiendak maar IOOR biedt antwoorden op de problemen waar we tegenaan lopen. Zo kregen ontwerpers en techneuten van ArenAPoort water en bomen niet in het ontwerp. Het paste fysiek niet in de ondergrond. Met de integrale aanpak lukte het wel. Gelukkig zien steeds meer collega’s dat de huidige aanpak niet meer werkt. Projectdirecteur Amstel-stad Ellen Nieuweboer was een van de eersten die de integrale aanpak omarmde. Zij heeft een grote opgave om veel woningen te ontwikkelen in Zuidoost én wil een leefbare stad maken. Het integrale ontwerp loopt van UMC tot Amstel.”
Amstel-stad
“De ontwikkeling van integraal ontwerpen doen we samen. Intern binnen Amsterdam, met 12 andere Nederlandse steden, vijf ministeries, wetenschappers en kennisinstellingen. Nationaal en internationaal wordt Amsterdam gezien als koploper als het gaat om het concretiseren van duurzaamheid en sturen op innovaties. Dat vind ik echt heel tof omdat duurzaam vaak allemaal hoog over is. Zo zijn we met Binnenlandse Zaken in gesprek om regelgeving voor het leggen van kabels- en leidingen aan te passen om de kabelkoker te kunnen gebruiken. Een ruimtebesparende innovatie en de straat hoeft niet meer open. Via een klep trek je kabels erin of eruit. Belangrijk als je weet dat naast herinrichtingen er 30.000 aanvragen per jaar zijn voor nieuwe opbrekingen. Het worden er alleen maar meer door stijgend datagebruik.”
“Eerder dit jaar bezocht minister De Jonge Amsterdam om te kijken hoe wij werken voor het programma Mooi Nederland en IOOR heeft de WLA World Landscape Architecture Professional award 2022 gewonnen. Hoewel de accenten elke keer anders zullen liggen, is de basis overal toepasbaar door de modulaire opzet. Dat zie je al binnen Amsterdam. Amstel-stad is een transformatie van werken naar wonen. In het Wallengebied werk je in de bestaande stad met smalle straatjes en grachten die boven- en ondergronds al vrij vol liggen. En waar in Amstel-stad nog vrijwel niemand woont, is dat op de Wallen anders. Misschien nog wel mooier dan de prijs is de wereldwijde belangstelling. Van Milaan tot Tokyo. IOOR is inmiddels vertaald in het Engels en, bijzonder, in het Indonesisch om te gebruiken voor de bouw van het nieuwe Jakarta. De eerste straat in uitvoering is de Korfmakersstraat. Nee, niet in Amsterdam maar in Rotterdam. Ik moest daar wel om gniffelen.”
Aanleg stadsverwarming in Korfmakersstraat
“Of ik nog wensen heb? Ik wil mijn tanden zetten in een blauwdruk voor onderwaterlandschappen. Die is er niet en er zijn weinig mensen die het kunnen terwijl 35% van het Amsterdamse oppervlakte water is. Ik zou de eindverantwoordelijkheid voor een gezonde stad graag op één plek zien. Daarom wil ik een pleidooi houden voor gemeenschappelijk opdrachtgeverschap. Ook zijn we in gesprek om een soort hulpmotor buitenom te organiseren; een directie overstijgend team dat kan helpen met het toepassen van IOOR. Mijn droom? Concrete toepassingen, groot en klein, waarbij we werken aan een gezonde vitale stad.”
IOOR contribution to the book "Ontwerpen vanuit de Doorsnede: de ondergrond als bouwsteen voor de toekomstbestendige stad" that was published on October 6th 2022. The book gathers the results of te design study Stad x Ruimte [City x Space], organised by TU Delft, Centrum Ondergronds Bouwen [Centre for Underground Construction], Departement Omgeving [Department of Environment] and Vereniging Deltametropool.
Besides the results of 7 professional design teams and 6 TU Delft student design teams on various cases in The Netherlands and Flanders, the book contains several long-form reflective essays on the case studies and the future of designing with the underground. As IOOR-team we provided one of these longer articles, reflecting on our experiences with integral public space design in Amsterdam, and the challenges and opportunities it brings for future proof public space.
Many thanks to dr. Fransje Hooimeijer and drs. ir. Hans de Boer at the TU Delft for the invitation to contribute to this interesting publication.
The entire book is available here: http://www.publicspace.be/index.php/project/ontwerpen-vanuit-de-doorsnede/
De nieuwe publicatie BiodiverCITY._A Matter of Vital Soil! agendeert het belang van bodemleven voor de toekomst van de stad. Ken jij je onderburen?
BiodiverCITY_Een kwestie van vitale bodem! is een initiatief van de Gemeente Amsterdam en tot stand gekomen samen met Naturalis Biodiversity Center, NIOO-KNAW, ARTIS, en Inside Outside.
Om de volledige publicatie van BiodiverCITY in het Nederlands of Engels te downloaden, bezoek deze pagina. Een gedrukt exemplaar van de Engelstalige BiodiverCITY is verkrijgbaar via nai010 uitgevers / publishers.
Eerder werd de publicatie Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte Deel I (Casus Amstel-Stad) en Deel II (Werkboek) uitgebracht.
Er moet een kanteling van de steden-bouw komen. Dat zegt Joyce van den Berg, landschapsarchitect bij de gemeente Amsterdam, als ze het heeft het over de noodzakelijke aandacht die ontwikkelaars en bouwers moeten gaan hebben voor de bodem. Circa een kwart van de biodiversiteit leeft onder de grond; inmiddels is bij menigeen wel doorgedrongen dat bij klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen die bodem niet vergeten mag worden.
Het artikel is gebaseerd op de talkshow 'Herstel van bodemleven' in maart 2022, waar Joyce van den Berg aan deel heeft genomen.
Sustainable design of space above and below ground
Public space both above and below ground is becoming increasingly crowded. To maintain the quality of life in the city, now and in the future, the City of Amsterdam is developing an integral approach to optimizing the sustainable use of space above and below ground. The Ministry of the Interior and Kingdom Relations (BZK) is supporting this approach with a pilot project. Data from the Dutch Key Register of the Subsurface (Basisregistratie Ondergrond [BRO]) is made accessible in a 3D viewer in combination with other data sets that are relevant to the transformation of the Paasheuvelweg area in Amsterdam-Zuidoost.
This story map and accompanying ‘3D Scene Viewer’ have been constructed with the help of ArcGIS Online, which also provides the user manual. Both the story map and the Scene Viewer were commissioned in the spring of 2020 by the City of Amsterdam and the Programme for Key Register of the Subsurface. This programme is aimed at providing reliable information, accessible to everybody, about the Dutch soil and subsurface. The BRO supports, among others, the four main social assignments of today: the energy transition, the housing assignment, infrastructural projects and water protection.
The story map contains four tabs, each of which shows a number of subjects in the Scene Viewer. Each subject is shown with a ‘viewer image’. To enter the actual Scene Viewer, you have to click on the link ‘Verkennen in Scene Viewer (Explore in Scene Viewer)’ in the top-right corner. You can do this by moving the mouse to the top-right corner of the viewer frame, in the light-grey bar. The complete legend of all elements shown in the viewer images is available in the Scene Viewer.
You can move through the online visualization of underground space. Its performance depends on the browser you use, the speed of the internet connection and the number of data layers activated in a particular scene. If you work within a Citrix environment, you may receive the error message: ‘Probleem met het laden van de Scene Viewer? (Problem loading the Scene Viewer?)’ We advise you not to open the story map within the Citrix environment. These browsers support the 3D environments and story maps.
The ‘Regional Energy Strategy (RES) City of Amsterdam Amstel-Stad Geothermal Energy’ story map took first place in the 3D-Map category at the Esri User Conference Map Gallery 2020. Owing to the coronavirus, the 40th Esri User Conference (13-16 July, San Diego) took place as a virtual event. The online conference attracted more than 85,000 participants.
This commission has been carried out in close cooperation between the City of Amsterdam and Geodan and Arcadis. Project management: Vivian van den Bosch (Arcadis), Annoesjka Nienhuis (City of Amsterdam), Lorenzo Turk and Jan Wiersma (Geodan). Text, format and picture editing: Ceciel Fruijtier (Geodan), in close cooperation with Marco Scheffers, Michael Afanasyev, Richard Ruijtenbeek and Annoesjka Nienhuis (City of Amsterdam). Data visualization: Tessa Neijmeijer, Jorn Habes and Brian de Vogel (Geodan) and Maarten Hogeweij (City of Amsterdam). With thanks to: Marleen Ford, Marina Vasarini Lopes, Joyce van den Berg, Frans de Heij, Lucia Kleinegris (City of Amsterdam), Janjaap Ruijssenaars and all participants in the Value Engineering sessions.
Disclaimer: No rights may be derived from the data shown. The data collected and processed in this pilot project is one-off and not up to date. The models and data presented have been exclusively made for this Proof of Concept.
In Oogstmagazine delen docenten en deelnemers hun ervaringen met de leergang systeeminnovatie. Doel van Oogstmagazine is het zichtbaar maken van de ervaringen en geleerde lessen met collega’s van de betrokken organisaties en mogelijke toekomstige deelnemers.