Looptijd: 1-4-2020 tot 31-12-2020
-
Article
Meegaan met de tijd
Dit onderzoek verkent:
de verwachtingen van de gemeente (OJZ), zorgaanbieders, hulpverleners en cliënten over de inzet van robotstofzuigers bij Hbh;
de voor- en nadelen van de inzet van robotstofzuigers bij Hbh voor de gemeente, zorgaanbieders, hulpverleners en cliënten;
de wijze waarop robotstofzuigers effectief ingezet kunnen worden. -
Article
Dried Blot Spot diagnostiek van syfilis, hiv, hepatitis B/C en kreatinine
Dried blood spot (DBS) monsters voor syfilis, hiv, hepatitis B/C en kreatinine diagnostiek, test evaluatie, kosteneffect, toepasbaarheid en acceptatie. De referentie test is de huidige serologische syfilis, hiv, hepatitis B/C en kreatinine diagnostiek op monsters verkregen via venapunctie.
In 2017 werd bij 3835 MSM consulten 441 keer (2,5% positiviteit) infectieuze syfilis gevonden en 77 keer (0,5%) de novo hiv infecties. Verder is ongeveer 20% van de MSM bezoekers bekend HIV positief. De studie wordt gepowered op de evaluatie van syfilis testen. Voor een goede test evaluatie is het van belang om minstens 30 personen die positief zijn volgens de standaard test te includeren. Dit zou betekenen dat om de syfilis blot spot test te evalueren er 30/2,5%= 1200 personen moeten deelnemen.
Met 1200 deelnemers en een verwachte syfilis prevalentie van 2.5% en een verwachte sensitiviteit van de DBS-based methode van 100%, is de verwachte precisie (95%CI): 88.4%-100%. Indien de specificiteit 99% is, is de verwachte precisie rondom die estimate is 98.2% - 99.5%.
Met 1200 deelnemers en een verwachte hiv prevalentie van 20% en een verwachte sensitiviteit van de DBS-based methode van 100%, is de verwachte precisie: 98.5%-100%. Als de sensitiviteit 99% zou zijn, is de verwachte precisie daaromheen 97.0%-99.9%. De verwachte specificiteit is 99%; de verwachte precisie rondom die estimate is 98.1% - 99.5%.
De evaluatie van hepatitis B/C testen en kreatinine bepalingen zijn secundaire uitkomstmaten. Hierop is verder geen powerberekening verricht.Looptijd: 1-4-2020 tot 1-6-2021
-
Article
Antibioticaresistentie onder specifieke groepen in Amsterdam: Implicaties voor de volksgezondheid?
De onderzoeken die in 2020 zullen worden afgerond, zullen inzicht geven of voor specifieke, relatief grote groepen inwoners in Amsterdam (o.a. MSM, personen met een migratiegeschiedenis, ongedocumenteerden) een breder probleem rondom AMR bestaat dan nu bekend. Voor bepaalde infecties en dragerschap onder deze groepen zijn er nu geen/nauwelijks epidemiologische en microbiologische gegevens bekend en maatregelen. Onder MSM willen we in het bijzonder verkennen of seksuele transmissie bij kan dragen aan Shigella infecties en ESBL dragerschap. De kennis uit het onderzoek draagt bij aan formuleren van mogelijk aanvullende maatregelen voor (infectie)preventie richting doelgroepen en in de zorgketen.
Looptijd: 1-1-2020 tot 31-12-2020
-
Article
Harm reduction revisited
Om wereldwijd harm reductie programma’s, waaronder spuitomruil en methadonverstrekking, te promoten, is er bewijs nodig dat er een causaal verband bestaat tussen deze programma’s en een afname in Hiv/HCV infecties onder druggebruikers. Door het ontbreken van experimenten, die onethisch zijn, is dit bewijs er niet. We maken gebruik van de unieke data over infecties en participatie in de Amsterdamse harm reductie programma’s uit de lopende Amsterdamse observationele cohort studie onder ruggebruikers.
We kunnen met behulp nieuwe statistische technieken nu een causaal effect onderzoeken. Hierdoor zullen we bewijs aandragen aan landen waar i.t.t. Nederland Hiv en HCV zich nog verspreiden.Looptijd: 1 oktober 2017 - 1 februari 2022
-
Article
Syfilis onder Amsterdamse homomannen: vroeg opsporing en netwerk analyse ?
Wij willen een campagne opzetten om symptomatische (en tevens zeer besmettelijke) syfilis infecties op te sporen en te behandelen en zodoende de transmissie keten in een zo vroeg mogelijk stadium te doorbreken. Indachtig de succesvolle campagne waarbij personen met een acute HIV infectie actief worden opgespoord (hebikhiv.nl), zal via dating sites, flyers en artikelen in op MSM gerichte media kennis over syfilis worden verspreid (o.m. de vroege symptomen, de ernst en consequenties van de besmetting, en de transmissie wijze). Personen met klachten passend bij een syfilis infectie worden aangespoord zich te melden bij de SOA poli voor verder onderzoek en behandeling.
Op basis van moleculaire data en eerder ontwikkelde typeringtechnieken (CDC plus methode) zal een geschikte methode worden ontwikkeld die cluster analyse mogelijk maakt. De beschreven cluster associaties en karakteristieken kunnen vervolgens gebruikt worden bij het formuleren van gerichte preventieve interventies om verdere syfilis verspreiding terug te dringen. Hierbij kan gedacht worden aan gerichte interventies voor risicogroepen voor syfilis.
De uitvoerende partij en belangrijke partners zijn de GGD/soa-poli.Looptijd: 1 oktober 2017 - 1 oktober 2019
-
Article
The ICECREAM study: Interventions to curb hepatitis C reinfections among men who have sex with men
Er is zeer effectieve medicatie voor personen met een hepatitis C virus (HCV) infectie. Hierdoor zouden alle infecties met dit virus geëlimineerd kunnen worden. Na succesvolle behandeling kan men echter opnieuw een HCV infectie oplopen. In Nederland zien we de meeste nieuwe HCV infecties onder homomannen. Een groot deel van hen is voor HCV behandeld, maar HCV eliminatie is niet mogelijk is zonder een afname in risicogedrag.
In een gerandomiseerde studie, bekijken wij in hoeverre 2 innovatieve interventies afzonderlijk of gecombineerd het risicogedrag gunstig beïnvloeden. Interventie 1 is een op-maat online gedragsinterventie die we ontwikkelen. Interventie 2 biedt gratis testen voor HCV herinfectie aan. Deze test kan men thuis op elk gewenst moment zelf afnemen met (online) ondersteuning. Met behulp van wiskundige modellen onderzoeken we het effect van de 2 interventies, afzonderlijk of gecombineerd, op het voorkomen van HCV herinfecties en het overdragen van HCV naar anderen.Looptijd: 7 juni 2018 - 31 december 2023
-
Article
Amsterdamse Cohort Studies
Het oorspronkelijke doel van de ACS was het onderzoeken van het natuurlijk beloop, het ontstaan en ontwikkelen van hiv-1 infectie, het in kaart brengen van de prevalentie, incidentie en risicofactoren voor hiv en aids, en het ontwikkelen en evalueren van interventies. In recente jaren is de focus verbreed naar de epidemiologie en het natuurlijk beloop van andere bloed- en seksueel overdraagbare infecties onder deelnemers van de ACS. Deelnemers vullen elke 6 maanden een gestandaardiseerde vragenlijst in waarmee informatie verzameld wordt betreffende demografie, medische voorgeschiedenis, seksueel gedrag en druggebruik, onderliggende cognities, kennis, depressie, etc. Aanvullend ondergaan hiv-positieve deelnemers en in het verleden ook hiv-negatieve druggebruikers een medisch onderzoek en er wordt bloed afgenomen voor diagnostische tests en opslag. Eind 2015 waren er in totaal 2713 MSM en 1680 (injecterende) DU geïncludeerd in de ACS. Van de 2713 MSM, waren 607 mannen hiv-positief bij intrede in de studie, 248 mannen seroconverteerden voor hiv tijdens follow-up en meer dan 350 MSM zijn overleden. Van de 1680 DU, waren 323 deelnemers hiv-positief bij studie intrede, 99 deelnemers seroconverteerden voor hiv tijdens follow-up en 573 DU zijn overleden. In totaal hebben MSM de GGD 56.184 keer bezocht en DU 28.002 keer. De aard van het onderzoek is multidisciplinair en wordt vooral uitgevoerd bij de GGD Amsterdam en het AMC.
Looptijd: 1 oktober 1984 - doorlopend
-
Article
The prevalence of HIV and STDs in a Dutch Transgender cohort: TITAN-study
Het is niet bekend hoe vaak hiv of soa’s voorkomen bij transgender personen in Nederland. Uit internationaal onderzoek lijkt het percentage hiv en soa’s hoger te zijn in de transgenderpopulatie vergeleken met de algemene populatie. Echter, vaak is er onderzoek gedaan in specifieke groepen die mogelijk op basis van andere redenen meer kans lopen op een hiv-infectie.
Om goede zorg in het kader van seksuele gezondheid te leveren is het allereerst noodzakelijk te weten hoe vaak hiv en soa’s in de transgenderpopulatie in Nederland voorkomt. Uitkomsten van dit onderzoek kunnen helpen om passende zorg voor seksuele gezondheid voor transgender personen op te zetten.Looptijd: 12 augustus 2020 - 11 augustus 2021
-
Article
InPrEP
Onderzoek naar informeel PrEP gebruik in NederlandPre expositie profylaxe (PrEP) is medicatie die mensen met een hoog risico op HIV infectie kunnen innemen om een hiv infectie te voorkomen. PrEP wordt op eigen initiatief, op informele wijze verkregen en zonder monitoring gebruikt door mannen die seks hebben met mannen (MSM). Zonder begeleiding kan dit ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van informele PrEP gebruikers, zoals nierfunctieverslechtering. InPrEP biedt zorg, begeleiding en informatie aan informele PrEP gebruikers om schade te voorkomen. Daarnaast vindt er vragenlijstonderzoek plaats om vast te stellen wat de omvang van PrEP gebruik in Amsterdam is, wat PrEP gebruikers karakteriseert en welke gevolgen PrEP gebruik heeft op het seksleven, psychosociaal welzijn en de incidentie van soa, hiv, hepatitis b/c en nierfunctieschade.
Uitvoerende partij en belangrijke partners zijn de GGD/soa-poli.Looptijd: 1 januari 2018 - 31 maart 2020
-
Article
HIV Transmissie Eliminatie Amsterdam H-TEAM
Het H-TEAM combineert verschillende innovatieve interventies om preventie, het sneller testen op hiv en de directe behandeling van infecties te bevorderen en zo verspreiding van het virus te voorkomen. Daarbij richt het H-TEAM zich specifiek op de doelgroepen met een hoger risico zoals mannen die seks hebben met mannen en mensen afkomstig uit gebieden met een hoge hiv-prevalentie.
Het H-TEAM is ontstaan en van start gegaan in Amsterdam en vormt een stadsgerichte aanpak van de hiv-epidemie. Het H-TEAM werkt nauw samen met verschillende andere grote steden en probeert waar mogelijk haar campagnes ook een nationaal podium te geven. Door deze gerichte aanpak staat het H-TEAM in de frontlinie van de wereldwijde hiv-bestrijding.
De doelen zijn:
1) Gerichte preventie
Hoe sneller we het aantal nieuwe hiv-infecties – met name in groepen met een hoog risico – voorkomen, hoe sneller de epidemie tot stilstand komt.
2) Snelle opsporing en behandeling
Snelle(re) opsporing en behandeling behoudt de gezondheid van mensen met een hiv-infectie beter en verkleint het risico van virusoverdracht.Looptijd: 1 oktober 2014 - 31 december 2019
-
Article
The Amsterdam Pre-Exposure Project 2 (AMPrEP2)
Dit is de verlenging van AMPrEP. AMPrEP 2 zal doorgaan tot eind 2020 om data te verzamelen over long-term follow-up. In Nederland sterft er niemand meer aan aids of hiv. Toch krijgen er jaarlijks ongeveer 700 nieuwe mensen de diagnose hiv, resulterend in een levenslange chronische ziekte. Het medicijn PrEP kan infectie met dit virus voorkomen. Het Amsterdam PrEP-project (AMPrEP) onderzoekt sinds 2015 de toepasbaarheid van PrEP in de praktijk. De positieve uitkomsten hebben mede geleid tot een nationaal PrEP-programma.
Primary Objectives:
1. To assess the rate of switches of PrEP regimen by PrEP users (event-driven to daily and daily to event-driven), stop (defined as no PrEP use for 3 months or more) and re-start moments of PrEP use, and its determinants
2. To assess the HIV incidence rate among participants who use event-driven PrEP over the first 4 years of useSecondary Objectives:
1. To assess changes in sexual behavior and compare these between daily and event-driven PrEP users over the first 4 years of use
2. To assess STI, including HCV, incidence and compare these between daily and event-driven PrEP users over the first 4 years of use
3. To assess the adherence to PrEP medication and compare these between daily and event-driven PrEP users over the first 4 years of use
4. To assess tenofovir disoproxil diphosphate levels in dried blood spots at seroconversion, and resistance patterns of breakthrough HIV infections among PrEP usersLooptijd: 1 juni 2018 - 1 december 2020
-
Article
DISCOVER studie
Een gerandomiseerd, dubbelblind fase 3-onderzoek ter beoordeling van de veiligheid en werkzaamheid van de combinatie van emtricitabine en tenofovir-alafenamide (F/TAF) in een vaste dosis eenmaal daags voor de preventieve behandeling vóór blootstelling van mannen en transgendervrouwen die geslachtsgemeenschap hebben met mannen en risico lopen op HIV-1-infectie.
Looptijd: 1 januari 2017 - 31 december 2021
-
Article
Typering en genetische analyse ter vergelijking van ceftriaxon gevoelige- en verminderd gevoelige Neisseria gonorrhoeae stammen
Het doel is om vast te stellen of we te maken hebben met een uitbraak van een specifieke stam van Neisseria gonorrhoeae die in 2018 en 2019 vaakis gevonden in Amsterdam binnen de selectie van verminderd gevoelige stammen en óf dat dit type specifiek samenhangt met ceftriaxon verminderde gevoeligheid. Hiervoor zal ter controle een gedetailleerde genoom analyse van ceftriaxon gevoelige stammen uit 2018 en 2019 verricht worden. De tweede doelstelling is om genetische determinanten voor ceftriaxon verminderde gevoeligheid in dit specifieke cluster stammen te identificeren.
Looptijd: 1 oktober 2019 - 31 oktober 2020
-
Article
Effect of Pre-exposure prophylaxis for HIV and risk compensation and STI spread
1) To investigate whether there is evidence for risk compensation among partners of PrEP users. We will addres this question in 2 subtopics:
a) Does the sexual risk behavior of partners of PrEP users differ when having sex with partners on PrEP from partners not on PrEP?
b) Does the sexual risk behavior and STI incidence of partners of PrEP users change over the coming 2 years, with the introduction of PrEP in a cohort of MSM in Amsterdam?
2) To determine the proportion of gonorrhoea in the partners of PrEP users that are attributed to contact with PrEP users.Looptijd: 1 augustus 2016 - 1 september 2020
-
Article
HIV prevention in the biomedical era
In dit project wordt onderzocht of hiv-negatieve mannen die seks hebben met mannen (MSM) het hebben van hiv als chronische ziekte onderschatten en welke mogelijkheid voor hiv preventie in het biomedische tijdperk hieruit af te leiden zijn. Middels een kwalitatieve studie wordt onderzocht hoe recent gediagnosticeerde hiv-positieve MSM de burden van hiv ervaren. M.b.v. de thema's die hieruit worden afgeleid wordt een vragenlijst opgesteld die de prevalentie van deze burden-thema's meet bij hiv-positieve mannen en de verwachting van deze burden thema's meet bij hiv-negatieve mannen om de onderschatting bij hiv-negatieve MSM in kaart te brengen. Op basis van deze informatie zal een interventie campagne ontwikkeld worden om verkeerde verwachtingen te corrigeren en een realistisch beeld van hiv te geven met als doel hiv negatieve MSM te motiveren zich te blijven beschermen tegen hiv.
Looptijd: 1 juni 2018 - 31 mei 2021
-
Article
Malaria preventie voor reizigers naar middelmatig endemische gebieden
Er zijn verschillende manieren om (ernstige) malaria te voorkomen. Aan reizigers kan worden geadviseerd alleen muggenmaatregelen te nemen (klamboe, DEET etc.), chemoprofylaxe te slikken (profylactisch antimalariamiddelen), een noodbehandeling mee te nemen (malariapillen die geslikt kunnen worden bij een verdenking op of bewezen malaria) en/of bij koorts zo snel mogelijk naar een arts te gaan. In een gebied waar malaria voorkomt, moet altijd muggenmaatregelen worden geadviseerd, naast eventuele aanvullende adviezen zoals chemoprofylaxe. Geen enkele maatregel is 100% effectief en elke maatregel heeft voor- en nadelen. Zo moet de (vaak kleine) kans op bijwerkingen van chemoprofylaxe worden afgewogen tegen de soms zeer kleine kans op malaria. Ook moet rekening worden gehouden met de bereidheid van reizigers om chemoprofylaxe te gaan slikken. Zo worden in sommige studies door gebruikers heel veel (vermeende) bijwerkingen gerapporteerd, die echter lang niet altijd door de chemoprofylaxe worden veroorzaakt (Schlagenhauf, 2003). Dat (adequaat ingenomen) chemoprofylaxe goed werkt, blijkt uit een aantal studies dat laat zien dat de meerderheid van de malariagevallen geen chemoprofylaxe heeft geslikt. (Jelinek, 2002) Hetzelfde blijkt bij herhaling uit de Nederlandse meldingscijfers (van Rijckevorsel, 2010). Een aantal studies laat zien dat voorgeschreven chemoprofylaxe vaak niet correct wordt ingenomen (Belderok, 2013).
Looptijd: 1 juni 2017 - 31 december 2020
-
Article
Non-daily use of HIV Pre-exposure prophylaxis: a tale of two cities
Pre-exposure prophylaxis (PrEP), met daarin antiretrovirale middelen die beschermen tegen een HIV infectie, heeft ons de mogelijkheid gegeven om de HIV epidemie onder controle te krijgen. PrEP kan worden genomen door HIV-negatieve personen die verhoogd risico hebben op een HIV infectie. Twee grote gerandomiseerde trials in Groot-Brittannië en Frankrijk/Canada hebben aangetoond dat PrEP een hoge efficacy (86%) heeft voor het voorkomen van HIV. De minister van Volksgezondheid heeft besloten PrEP vanaf 2019 landelijk uit te rollen. In België is PrEP landelijk geïntroduceerd in 2017.
PrEP kan op twee manieren worden genomen: dagelijks en rond om de seks (event-driven). Bij dagelijks gebruik nemen personen elke dag één tablet; bij event-driven gebruik nemen mensen twee pillen voor de seks en na de seks dagelijks één pil, totdat er 48 verstreken is sinds de laatste keer seks. Het aanbieden van een keuze voor twee regimes zou voor een toename in PrEP gebruik kunnen leiden, vooral onder personen die minder vaak risico lopen op HIV en die geen dagelijkse medicatie willen nemen. Event-driven PrEP (edPrEP0 gebruik resulteert in het verbruik van minder pillen en dus lagere kosten, daarnaast verbetert het de kosten effectiviteit van PrEP. Hoewel de Ipergay studie succesvol de effectiviteit van edPrEP heeft aangetoond, zijn er maar een aantal landen waar edPrEP wordt aangeboden en zijn er maar een aantal studies die edPrEP bestuderen. Meer kennis is nodig over de keuzes over edPrEP gebruik, o.a. de keuze over de keuze voor dit regime, het gebruiksprofiel, het wisselen tussen beide regimes over de tijd, seksueel risico gedrag, en de incidentie van seksueel overdraagbare infecties (zoals HIV).
Het doel van deze studie is om meer inzicht te geven in de motieven, keuzes, gebruik en uitkomsten van dagelijks en event-driven PrEP gebruik onder mannen die seks hebben met mannen en transgender personen. Gezien de schaarste in data voor edPrEP gebruik zullen wij in deze studie ons voornamelijk focussen op dit regime. Een tweede doel van deze studie is het opzetten van een samenwerking tussen twee PrEP demonstratie projecten (AMPrEP en Be-PrEP-ared) met het doel om gezamenlijke analyses op te zetten.
Looptijd: 15 september 2019 - 31 december 2020 -
Article
Shigella infecties bij mannen die seks hebben met mannen MSM in Amsterdam
Doel van het onderzoek: vaststellen prevalentie shigellose, salmonellose en campylobacteriose onder MSM in Amsterdam.
Shigella is een belangrijke verwekker van bacteriële diarree in Amsterdam. Het aantal gemelde, door kweek bewezen gevallen in Amsterdam in 2017 bedroeg 98, waarvan 42 in MSM (Jaarverslag afdeling Infectieziekten 2017). MSM zijn daarmee een belangrijke risicogroep voor deze infectie. Het daadwerkelijke aantal gevallen zou echter aanzienlijk hoger kunnen zijn. Haagsma et al. schatten dat 14% van patiënten met diarree, veroorzaakt door Shigella naar de huisarts gaat, dat de huisarts bij 50% van deze patiënten een kweek laat verrichten (met name bij bloederige diarree) en dat de kweek bij 28% van de patiënten positief is(1). Dat zou betekenen dat slechts 7% wordt getest en dat ongeveer 1,9% positief gediagnosticeerd wordt. Dus voor elke Shigella melding blijven er ongeveer 52 Shigella gevallen onontdekt. Er van uitgaand dat MSM net zo vaak met diarree naar de huisarts gaan als andere patiënten en dat de huisarts op dezelfde wijze kweken inzet, zou dit betekenen dat jaarlijks in totaal 52 x 42 = 2.184 gevallen van Shigellose onder MSM in Amsterdam voorkomen. Uitgaande van een totale populatie van 10.000 MSM met hoog risicogedrag in Amsterdam zou dit neerkomen op een jaarlijkse incidentie van 22% onder MSM.
Antibioticaresistentie is een toenemend probleem onder Shigella stammen. Het algemene advies voor behandeling van Shigella is afwachtend; bij ernstige infecties wordt echter wel antibiotische therapie aangeraden. Echter, resistentie voor ciprofloxacin, amoxicilline en cotrimoxazol – de eerste keuze middelen voor behandeling van Shigella – komt vaak voor. Op het GGD streeklaboratorium was voor deze middelen in de periode 2016-2018 respectievelijk 30%, 50% en 78% van de Shigella isolaten resistent (Jaarverslagen GGD Streeklaboratorium). Ook resistentie voor azitromycine en extended-spectrum cefalosporines komt in toenemede mate voor. Public Health England (PHE) heeft sinds enkele jaren een Shigella surveillance, gebaseerd op whole genome sequencing (WGS), ingesteld. In 2018 is tweemaal via een alert door PHE een early warning gegeven voor verspreiding van een multiresistente Shigella stam binnen de MSM populatie(2). In beide gevallen zijn daarna genetisch identieke stammen aangetoond binnen de Amsterdamse MSM risicogroep (persoonlijke communicatie, A. van Dam). Het RIVM is daarom ook, in samenwerking met Amsterdamse laboratoria en de afdeling infectieziekten van de GGD, gestart met een experimentele Shigella surveillance en zal WGS verrichten van in Amsterdam verzamelde isolaten.
De uitscheidingsduur van Shigella na een infectie is gemiddeld 1-4 weken, en kan oplopen tot enkele maanden(3). Het is dus goed mogelijk dat –zeker wanneer de incidentie van Shigellose zo hoog is als hierboven verondersteld wordt- ook vanuit een willekeurige populatie van MSM, Shigella met enige regelmaat aantoonbaar is na een doorgemaakte periode van diarree. Daarnaast weten wij niet hoe vaak in deze groep asymptomatische infecties kunnen optreden. In het algemeen wordt verondersteld dat Shigella infecties gepaard gaan met klachten en in eerdere case-control studies werd geen Shigella aangetoond bij personen zonder klachten(3,4). In deze studies werd de MSM-populatie echter niet specifiek gesampled.
Salmonella en Campylobacter komen ook in verhoogde frequentie onder MSM met diarree voor(5, 6). Binnen de algemene populatie monsters ingezonden voor bacteriële PCR vinden wij 0,6% positief voor Salmonella en 4,5% voor Campylobacter (Jaarverslag 2017, GGD Streeklaboratorium). Aangezien deze infecties niet meldingsplichtig zijn is niet bekend hoe vaak zij specifiek onder MSM voorkomen. Gericht onderzoek naar bacteriële verwekkers bij MSM met of zonder diarree is in Amsterdam niet eerder uitgevoerd.
Looptijd: 1 oktober 2019 - 30 juni 2020
-
Article
Veranderingen in seksueel risicogedrag in mannen die seks hebben met mannen in het tijdperk van het voorschrijven van pre-expositie profylaxe
Het doel van het voorgestelde onderzoek is om te onderzoeken of de initiatie van pre-expositie profylaxe (PrEP) veranderingen teweeg brengt in seksueel risicogedrag. We modelleren de patronen in seksueel risicogedrag van MSM direct voor en na de PrEP initiatie in mannen op PrEP en vergelijken dat met een vergelijkbare groep mannen niet op PrEP gevolgd in dezelfde tijdperiode.
Looptijd: 1 maart 2017 - 31 juli 2019
-
Article
Sexy HELIUS: Etniciteit en seksueel gedrag
In dit project wordt de relatie tussen etniciteit en seksueel gedrag bestudeerd, gebruikmakend van baseline data van het jongeren sample (< 35 jaar) van de Healthy Life in an Urban Setting Study (HELIUS studie). Ook wordt getest of de etnische verschillen in seksueel gedrag stand houden na correctie voor sociodemografische en socioeconomische variabelen, leefstijl en diverse mentale en somatische gezondheidsfactoren. Ten tweede wordt de vraag beantwoord of jongeren die seksueel risicogedrag (seks zonder condoom) rapporteren, zich ook vaker laten testen op hiv en soa’s dan jongeren die dit gedrag niet rapporteren in de HELIUS vragenlijst.
Uitgevoerd door: Yara Nelissen (Master Student Gezondheidswetenschappen VU) onder begeleiding van Ellen Generaal (GGD Amsterdam)Looptijd: 2 september 2019 - 31 januari 2020
-
Article
Kruispost Onderzoek
Kruispost is sinds 1983 een medische hulppost voor onverzekerde Amsterdammers. Er worden jaarlijks 7000-8000 consulten bij ruim 3000 unieke patiënten uitgevoerd. Het grootste deel van de patiëntenpopulatie van Kruispost bestaat uit ongedocumenteerden die afkomstig zijn uit endemische landen voor hepatitis B (HBV) en hepatitis C (HCV) en hiv. Momenteel vindt echter weinig screening voor deze ziektes plaats onder de doelgroep. Voor het onderzoek dat de Kruispost en GGD Amsterdam samen uitvoeren, worden 1000 patiënten gescreend op HBV, HCV, hiv en MRSA dragerschap. Tevens wordt een risicofactoren analyse uitgevoerd.
Uitgevoerd door: Sarineke Klok (Kruispost), Eline van Dulm, Ellen Generaal, Maria Prins (GGDLooptijd: mei 2018 - maart 2020
-
Article
Wet cupping
Dit project onderzoekt de vindbaar- en zichtbaarheid van wet cupping locaties, inclusief de omvang. Wie zijn de klanten, hoe wordt er gewerkt, maken zij gebruik van richtlijnen, wat is de aanwezige kennis ten aanzien van infectiepreventie bij wet cupping behandelaren, is er informatievoorziening naar cliënten, en hoe zijn zij georganiseerd?
Uitgevoerd door: Ellen Generaal, Joan Worp (GGD Amsterdam) in samenwerking met GGD KennemerlandLooptijd: 2 september 2019 - 29 mei 2020
-
Article
Actieplan Hepatitis Amsterdam
In deze pilot verstevigen en formaliseren we de bestaande globale hepatitis netwerkstructuur in Amsterdam waardoor de uitvoering van het ‘Actieplan hepatitis B en C preventie en zorg in Amsterdam’ wordt geborgd. We focussen in het bijzonder op opsporing van personen met een ongediagnosticeerde infectie, heropsporing en het uittekenen (en verbeteren) van patiëntzorgpaden in de zorgketen.
Uitgevoerd door: Ellen Generaal, Maria Prins (GGD Amsterdam)Looptijd: september 2018 - september 2020
-
Article
Welke ondersteuning kan de GGD de zorginstellingen inde regio Amsterdam (nog meer) bieden op het gebied van infectiepreventie? (inventariserend onderzoek)
Zorginstellingen op de hoogte brengen over de taken en dienstverleningsmogelijkheden van de GGD
Inzicht krijgen in de vraagstukken die leven bij de betreffende zorginstellingen op het gebied van antibioticaresistentie, hygiëne en infectiepreventie.
Inzicht te krijgen in de wensen en verwachtingen van zorginstellingen m.b.t. advisering en ondersteuning van de GGD.
Team Hygiëne & Inspectie en het Streeklaboratorium hebben met diverse zorginstellingen in Amsterdam en omliggende gemeenten een overeenkomst voor de ondersteuning en advisering op het gebied van hygiëne, infectiepreventie, diagnostiek en behandeling. Deze dienstverlening wordt verzorgd door de hygiëneadviseurs / deskundige infectiepreventie van team H&I en de artsen-microbioloog van het Streeklaboratorium. De wens vanuit de twee teams is echter om deze advisering uit te breiden en te optimaliseren. De visie van de afdeling infectieziekten is om de twee teams gezamenlijk naar buiten te laten treden zodat kortere lijnen met de zorginstellingen en het laboratorium ontstaan en interventies nog sneller kunnen plaatsvinden en optimaler opgevolgd kunnen worden. Om hierbij aan de behoeftes en verwachtingen van de zorginstellingen te kunnen voldoen is dit onderzoek nodig.Looptijd 1 maart 2019 - 31 december 2019
-
Article
FEMCURE
Chlamydia trachomatis (CT) is de meest voorkomende bacteriële seksueel overdraagbare aandoening en het aantal infecties blijft, vooral onder jongeren, onveranderd hoog. We weten nu dat bij vrouwen CT net zo vaak anaal als vaginaal voorkomt. We weten niet welke rol anale infecties spelen in de overdracht van CT, zoals tussen personen of tussen lichaamsgebieden van een persoon. Met de FemCure studie willen we hier inzicht in krijgen. In een longitudinale multicenter (GGD Zuid Limburg, GGD Amsterdam, GGD Rotterdam) cohort studie worden vrouwen met behandelde CT 3 maanden gevolgd. Aspecten van anale en genitale CT (zoals aanwezigheid, hoeveelheid, levend) worden in kaart gebracht en gerelateerd aan mogelijke voorspellende factoren (zoals seksueel gedrag). Met deze samenwerking tussen wetenschap en praktijk (MUMC, GGDen, RIVM, SOAAIDS) hopen we straks meer te weten over de overdracht van CT en concrete aanknopingspunten te hebben voor een verbeterde zorg met aanvullende test en behandel richtlijnen. Deze studie wordt gefinancierd door ZonMW.
De GGD Zuid-Limburg, Amsterdam en Rotterdam hebben in totaal 400 vrouwen geworven voor deelname aan FEMCURE
De verzamelde gegevens worden momenteel verwerkt en de eerste resultaten van FemCure zijn inmiddels bekend. Uit de FemCure studie is gebleken dat een behandeling van rectale chlamydia beter werkt met doxycycline dan een behandeling met azitromycine. Op dit moment is het zo dat vaginaal geïnfecteerde vrouwen vaak worden behandeld met azitromycine en niet altijd rectaal worden getest, terwijl een aantal van hen wel rectale chlamydia hebben.
De beste oplossing voor de zorg-praktijk moet nog worden gevonden: vrouwen vaker rectaal testen, of alle vrouwen met chlamydia behandelen met doxycycline. Het voordeel van de azitromycine kuur is dat deze eenmalig wordt ingenomen, het nadeel is dat deze minder goed lijkt te werken bij rectale chlamydia. Doxycycline daarentegen werkt beter voor rectale infecties maar moet een week lang ingenomen worden en mag niet tijdens zwangerschap worden gebruikt.
Daarnaast moeten we vermelden dat we nog niet precies weten of een rectale chlamydia complicaties geeft bij vrouwen en wat het betekent voor de verdere verspreiding van chlamydia.
Uitgevoerd door: Nicole Dukers (GGD Limburg), Henry de Vries, (GGD Amsterdam), Hannelore Gotz (GGD Rotterdam)
Looptijd: april 2016 t/m 2020Publicaties:
[1]. Dukers-Muijrers NH, et al. Design of the FemCure study: prospective multicentre study on the transmission of genital and extra-genital Chlamydia trachomatis infections in women receiving routine care. BMC Infect Dis. 2016 Aug 8;16:381. doi: 10.1186/s12879-016-1721-x.
[2]. Dukers-Muijrers NH, et al. Treatment effectiveness of azithromycin and doxycycline in uncomplicated rectal and vaginal Chlamydia trachomatis infections in women: a multicentre observational study (FemCure). Clin Infect Dis. 2019 Jan 28. doi: 10.1093/cid/ciz050
-
Article
PREVENT (Peer-Empowered Voluntary Extended Network Testing).
Hoewel het goed gaat met de hiv-bestrijding in Nederland en het aantal nieuwe diagnoses daalt, zoeken nog steeds veel mensen met hiv pas contact met de zorg op een moment dat hun afweer al ernstig is verzwakt. Daarom moeten we nóg actiever testen om mensen met hiv eerder op te sporen.
Per 2019 zijn verschillende GGD’s en hiv-behandelcentra in Nederland begonnen met het werven van deelnemers voor het PREVENT project. Zij zullen mannen die seks hebben met mannen (MSM) en transgenders vragen of zij gratis hiv-zelftesten willen verspreiden in hun sociale netwerken. De deelnemers worden als zogenaamde peer ingezet om mensen in hun eigen vrienden- of kennissenkring (de peergroup), die nog niet of lang geleden op hiv zijn getest, aan een hiv-zelftest te helpen. Vooral voor mensen met een niet-Westerse migratieachtergrond is dit belangrijk.
Mensen die – als peer - mee willen doen, ontvangen eerst informatie van een peer-coördinator. Daarna volgen zij een korte online training met voorbeeldvideo’s over hoe zij anderen kunnen benaderen en hoe de test precies werkt. Na de training wordt aan de peers testpakketten overhandigd om te verspreiden. Het gaat om een zelftest op basis van mondvocht. De test heeft een hoge betrouwbaarheid en kan eenvoudig zelf worden uitgevoerd. De personen die de test doen worden begeleid via de website www.Time2test.nl, anoniem, in de thuisomgeving of een andere veilige plek. Zij worden afhankelijk van de testuitslag doorverwezen naar de reguliere zorg. Bij het werven van de peers wordt specifiek aandacht besteed aan een sociaal netwerk van MSM met een niet-Westerse migratieachtergrond en transgenders.
Uitgevoerd door: Eline Op de Coul (onderzoeker RIVM), Titia Heijman (GGD Amsterdam), Udi Davidovich (GGD Amsterdam), in samenwerking met SOA-aids Nederland en GGD’s en hiv-behandelcentra in Nederland.Looptijd: januari 2019 - december 2021
-
Article
PASSYON
Om de 2 jaar vragen we bezoekers van oa de soa polikliniek GGD Amsterdam in de leeftijd van 16 t/m 24 jaar of we ze mogen testen op humaan papillomavirus (HPV). Met een extra test willen we nagaan wie op dit moment een HPV-infectie heeft. Ook willen we meer inzicht krijgen in factoren die samenhangen met het hebben van een HPV-infectie. De uitkomsten worden onder andere gebruikt om de gezondheidsraad te adviseren over al dan niet uitbreiding van de HPV vaccinatie campagne en het effect van vaccinatie op het voorkomen van HPV.
Uitgevoerd door:
(Titia Heijman) GGD Amsterdam, GGD Rotterdam-Rijnmond,UMC Utrecht,GGD Zuid-Limburg,GGD Hart voor Brabant,GGD Gelderland-midden,GGD Gelderland-Zuid,GGD Groningen,GGD Drenthe,GGD Twente,GGD Ijsselland,GGD Fryslan
Hoofd onderzoekers en financiering : het RIVM (Isabel Slurink Isabel.Slurink@rivm.nl en Petra Woestenberg Petra.Woestenberg@rivm.nl) in samenwerking met:Type: overheidsfinanciering, 2 jaarlijks terugkerend onderzoek
-
Article
Syfilis studies
SIAM: Vroeg opsporen van infectieuze syfilis infectie bij mensen die recent risico hebben gelopen op een syfilis infectie, en/of klachten hebben die zouden kunnen passen bij infectieuze syfilis TREPOLI: De aanwezigheid van syfilis bacterie in verschillende lichaamslokaties SPOT ON: screening voor hiv, hepatitis B, hepatitis C, syfilis en creatinine op zelf afgenomen dried blood spots.
Syfilis is een ernstige soa die onbehandeld kan leiden tot veel schade. Niet iedereen met syfilis heeft klachten. Het kan soms tot wel 3 maanden duren voordat in het bloed duidelijk is dat iemand een syfilis infectie heeft. Door middel van een landelijke campagne willen wij mannen bewust maken van de symptomen van syfilis en ook aangeven dat het niet altijd met klachten gepaard hoeft te gaan. We willen een symptomencheck ontwikkelen die een syfilis infectie kan opsporen. Hiermee kunnen patiënten vroeger worden behandeld waarmee verdere schade kan worden voorkomen en ook verder verspreiding wordt voorkomen.
Met de Trepoli studie willen we uitzoeken of de bacterie Treponema pallidum, de veroorzaker van syfilis, zich ook op bepaalde locaties in het lichaam kan bevinden. Op dit moment wordt de diagnose van syfilis vaak gesteld door bloedonderzoek of als er wondjes zijn, door het bekijken van wondvocht door de microscoop of een swab van het wondje. Wij willen onderzoeken of de bacterie ook aan te tonen is in de keel, anus, bloed of urine bij mensen met syfilis stadium 1,2 of latent recent.
Daarnaast willen wij onderzoeken of het mogelijk is om mensen die een vermoeden hebben risico te hebben gelopen op een soa waaronder syfilis, te vragen of zij een zelftest in thuissituatie zouden kunnen afnemen. Hiermee hopen wij meerdere mensen toegang te bieden tot het testen op SOA’s.
Uitgevoerd door: Silvia Nieuwenburg (arts onderzoeker GGD Amsterdam) , Hélène Zondag (PHD-student, streeklaboratorium GGD Amsterdam) Henry de Vries, Sylvia Bruisten, Alje van Dam, Adriaan Swaen, Maarten Schim van der Loeff , Udi Davidovich, Joel Illidge, Bart-Jan Mulder, Elske Hoornenborg(GGD Amsterdam), samenwerking met SOA-aids Nederland
Looptijd: 2 jaar -
Article
STI's, HIV, sexual risk behaviour, and drug use of male sex workers and transgender sex workers in Amsterdam, the Netherlands
Dit onderzoek kijkt naar de determinanten, seksuele gezondheid en gedragskenmerken van mannelijke en transgender sekswerkers in Amsterdam. Hiv, soa’s, (werk gerelateerd)drugsgebruik, seksualiteit, seksuele identiteit kwesties, gebruik van hormonen / siliconen, seksueel misbruik, fysiek en mentaal welzijn en kenmerken van sekswerk worden door een mixed-method design studie onderzocht
De uitvoerende partij en belangrijke partners zijn de GGD soa-poli.Looptijd: 1 januari 2017 - 31 december 2020
-
Article
Grootschalige Concentraties Luchtvervuiling in Nederland voor lokaal gebruik
Het doel van dit onderzoek is om de gedetailleerde luchtverontreiniging data, die er bij het RIVM is om de jaarlijkse GCN kaarten te maken, routinematig beschikbaar te maken. Hierdoor kunnen GGD-en lokale overheden beter adviseren over effectief en gezondheidsrelevant luchtbeleid. Dit project is een vervolg op het in 2018 afgeronde AW-MMK project ‘Lokaal gebruik van GCN gegevens’. Daarbij is een methode ontwikkeld om de gedetailleerde informatie die er bij het RIVM is over de bijdrage van bronnen aan luchtverontreiniging lokaal beschikbaar te maken. GGD Amsterdam zal in overleg met RIVM en lokale partijen een handreiking opstellen waarin wordt uitgelegd hoe de informatie op kaart moet worden gezet, wat de betekenis is voor de beleidspraktijk, en hoe de gezondheidswinst van lokale maatregelen kan worden geschat. Het gaat om gegevens over fijn stof (PM10 en PM2.5), roet (EC) en stikstofdioxide (NO2).
Uitgevoerd door: Saskia van der Zee en Imke van Moorselaar (GGD Amsterdam)Looptijd: 1 september 2019 - 1 maart 2020
-
Article
ZOLIFLODACINE , onderzoek naar een nieuw medicijn tegen gonorroe
De standaardbehandeling voor ongecompliceerde gonorroe in Nederland is een antibioticum:
ceftriaxon. Wanneer deze behandeling effectief is, zouden de klachten binnen 2-3 dagen
moeten verbeteren. Behandelingen met antibiotica slagen er echter steeds minder in om
gonorroe te genezen omdat de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de ziekte ongevoelig worden
voor antibiotica. Dit wordt antimicrobiële resistentie genoemd. Deze resistentie kan zich snel
verspreiden en er is een groot risico dat een betrouwbare behandeling om gonorroe te genezen op een gegeven moment niet meer beschikbaar zal zijn.
Zoliflodacine (spiropyrimidinetrione) is een veelbelovend nieuw antibioticum tegen GO [Taylor SN, et al. NEJM 2018; 379: 1835). De GGD Amsterdam is door de WHO geselecteerd als 1 van de 6 internationale sites waar een Fase III randomised control trial mag worden uitgevoerd.
Dit onderzoek is opgezet door de Global Antibiotic Research and Development Partnership (GARDP).
De Global Antibiotic Research and Development Partnership (GARDP) foundation is een nonprofit
organisatie die werkt aan het ontdekken van nieuwe antibioticabehandelingen. Het onderzoek wordt
gedaan door onderzoekers in verschillende ziekenhuizen en soa poliklinieken in verschillende landen.
Voor dit onderzoek worden maximaal 1092 proefpersonen gezocht uit Nederland, Zuid-Afrika, Thailand en de VS. In Nederland zullen naar verwachting ongeveer 99 proefpersonen meedoen. Het hele onderzoek duurt in totaal ongeveer 18 maanden.Looptijd: maart 2020 - december 2024