Article

18de-eeuwse stal in Bos en Lommer

Archeologisch onderzoek Leeuwendalersweg (2009)


Bij archeologisch onderzoek in de bouwput Kolenkit Zuidelijk Veld aan de Leeuwendalersweg 633-799 zijn op een diepte van drie meter onder het huidige maaiveld goed geconserveerde 17de- en 18de-eeuwse bewoningssporen gedocumenteerd. Onderzoek van deze vindplaats was vooral van belang voor het opvullen van de kennislacune over de materiële cultuur van 18de-eeuwse huishoudens in het landelijk buitengebied van Amsterdam. Vanwege de grootschalige 20ste-eeuwse ophoging van deze gebieden met 2 tot 3 m zand zijn archeologische overblijfselen doorgaans moeilijk toegankelijk.
De vroegste gebruikssporen dateerden uit de 17de eeuw. Toen is waarschijnlijk, gelijk met de inpoldering van het naastgelegen Sloterdijkermeer in 1644, het veen opgehoogd. Tot de oudste bebouwingsfase in de 17de eeuw of begin 18de eeuw behoorde een rechthoekig gebouw van anderhalfsteens muurwerk, dat was gefundeerd op langshout en was gesloopt tot gemiddeld 2,60 m ÷ NAP. Aan de hand van de top van het gewelf van de naastgelegen waterkelder en de (stratigrafische) bodemlagen van het terrein kon het oorspronkelijke maaiveld niveau ten tijde van de gebruiksperiode van het gebouw worden herleid tot gemiddeld 2,00 m ÷ NAP. Aan de oostzijde van het gebouw was de voormalige Sloterdijkermeerweg gemarkeerd met een verhard tracé. Deze weg was de verbinding tussen de polder en het noordelijker gelegen Sloten. Een projectie van de archeologische overblijfselen op de stadsplattegrond van de Dienst der Publieke Werken uit 1929 wijst uit dat het gebouw op dat moment weliswaar verdwenen was, maar samenvalt met een zone van bebouwing langs voornoemde weg. De bouwwijze en inrichting wijzen op een gebruik van het gebouw als schuur of stal. De vloer binnen het gebouw bestond uit een kleivulling die vermengd was met huishoudelijk aardewerk afval uit de gehele 18de eeuw en afkomstig uit de directe omgeving. Vergelijking van deze (beperkte hoeveelheid) aardewerk vondsten met die uit de talrijke vindplaatsen in de historische binnenstad wijst erop dat de aardewerk soorten uit dit agrarische milieu grotendeels overeenkomen met het aardewerk dat in de stad zelf in gebruik was.

Opmerkelijk was de aanwezigheid van een aardewerk schoteltje uit 1775-1800 met een propagandistische boodschap die verbonden was met de toenmalige politieke stromingen in Amsterdam. Het schoteltje was versierd met de afbeelding van de Hollandse maagd met een vrijheidshoed op een stok, geflankeerd door de klimmende Hollandse leeuw en de tekst-banden ‘Voor Vryheid’ ‘en Vaderland’. Deze beelden behoorden tot de politieke symboliek van de Patriotten. Zij waren geïnspireerd door de ideeën van de Franse revolutionairen en streefden naar een staatsbestel zonder het gezag van stadhouder Prins Willem V. Archeologische vondsten met deze Patriottistische propaganda zijn betrekkelijk zeldzaam en tot nu toe slechts bekend van één andere Amsterdamse vindplaats, aan de Oostenburgermiddenstraat -,de 18de-eeuwse woonbuurt van de havenarbeiders op Oostenburg. De vondst van het blad van een zeis was juist weer heel kenmerkend voor het landelijke karakter van het 17de-19de-eeuwse Bos en Lommer. De zeis uit de 19de eeuw of eerste helft van de 20ste eeuw was onder het dikke pakket geel zand terecht gekomen dat bij de 20ste-eeuwse bouwontwikkeling in Bos en Lommer over de oude schuur was gestort.

Meer informatie is te vinden in rapport AAR42 (zie Documenten)

LDW (09-08-26) 035.JPG

Bakstenen muuromtrek van de schuur met links de koepel van een waterkelder

Schoteltje uit 1775-1800

Zeisblad uit 1850-1925

 

Image credits

Icon image: LDW overzicht gebouw2.jpg

Media

Documents