Auteurs: Mariette Hensen, Matty de Wit
Bron: website G4-USER
Onderzoek naar de mate van zelfredzaamheid van personen die zich in 2011 hebben gemeld met een adresprobleem en geen OGGZ hulptraject krijgen.
Omdat de maatschappelijke opvang (MO) een beperkte capaciteit heeft en een relatief dure en intensieve vorm van hulpverlening is, vindt selectie plaats aan de poort. Hierbij krijgt de meest kwetsbare groep (ook wel OGGZ-groep genoemd) toegang tot de MO en gerelateerde integrale trajecten. De meer zelfredzame groep wordt verwezen naar de reguliere hulpverlening, om zelf huisvesting en eventueel andere benodigde zorg te organiseren. In alle vier deze steden wordt deze selectie naar beste inzicht uitgevoerd. Er is echter maar weinig bekend over het vervolgtraject van de doelgroep die bij aanmelding als “voldoende zelfredzaam” wordt bestempeld en geacht wordt zijn eigen hulp te organiseren. Indien een deel van deze (nu nog) “lichte” doelgroep uiteindelijk ook tot de “zware” doelgroep van de OGGZ gaat behoren, is een belangrijke kans voor preventie gemist.
Dit onderzoek heeft tot doel Inzicht te bieden in het vervolgtraject van deze doelgroep en determinanten van positieve dan wel negatieve uitkomsten. Daarmee kan richting worden gegeven aan de ondersteuning die wordt geboden bij aanmelding en houvast worden geboden om degenen met het hoogste risico alsnog meer intensieve ondersteuning te bieden.
Auteurs: Mariette Hensen, Matty de Wit
Bron: website G4-USER
Vroegsignalering heeft in Amsterdam en Rotterdam volop de aandacht van de geraadpleegde woningcorporaties. Deze woningcorporaties voeren tegenwoordig een actief incasso uit. De inzet is bij alle corporaties om zo vroeg mogelijk bij een huurachterstand met de huurder afspraken te maken over het in lopen van de achterstand. Dit gebeurt vanuit de ervaring dat snelle actie meer mogelijkheden biedt om een huisuitzetting te voorkomen. Voor de corporaties heeft dit ook (financiële) voordelen.
Auteurs: Dorieke Wewerinke en Linda van den Dries
Projectleider: Judith Wolf
In dit onderzoek is het delict gedrag na ontslag uit detentie van een groep van ongeveer 200 Amsterdamse ex-gedetineerden bestudeerd. De incidentie van delicten is geschat en er is gezocht naar determinanten van recidive. Het doel van het onderzoek was een bijdrage te leveren aan het terugdringen van recidive door aanknopingspunten te vinden voor een betere aansluiting van subgroepen ex-gedetineerden met verschillende vormen van aanbod.
De onderzochte groep heeft in 2010 als respondent deelgenomen aan een onderzoek naar het voorkomen van sociale en medische problematiek onder gedetineerden. Daarbij is ook de aanwezigheid van hulp en zorg en de invloed van een detentieperiode daarop onderzocht. Inmiddels is ongeveer vijf jaar verstreken sinds hun ontslag uit detentie in 2010. Over deze periode zijn alle door de politie Amsterdam-Amstelland geregistreerde incidenten opgevraagd.
Zo kon het voorkomen van recidive worden geschat en kon worden gezocht naar determinanten van recidive. Een focus is gelegd op misdrijven, High Impact Crimes (HIC) en de snelheid van recidive.
Verwacht werd dat nieuwe detentieperiodes van invloed zijn op het totaal aantal gepleegde delicten binnen een vastgelegde tijdsperiode. Daarom is rekening gehouden met hoeveel tijd ex-gedetineerden in deze vijf jaar na ontslag uit detentie in totaal in vrijheid, en dus ook opnieuw in detentie, hebben doorgebracht.
Auteurs: Menno Segeren, Matty de Wit
Bron: website G4-USER
Participatie van kwetsbare mensen in de samenleving is één van de prioriteiten van het gemeentelijke beleid in het sociale domein. In de beleidsdiscussies is er vooralsnog weinig eenduidigheid in wat participatie inhoudt en hoe zich dit verhoudt tot concepten als herstel, empowerment en zelfredzaamheid. Ook is er nog geen consensus over een betrouwbaar en bruikbaar instrument voor het meten van ‘participatie’ van burgers. In gemeenten wordt al relatief veel gebruik gemaakt van de Participatieladder. Deze ladder is echter sterk gericht op (al dan niet betaald) werk als einddoel, en raakt veel minder de onderliggende mechanismen bij participatie en herstel van kwetsbare mensen.
Dit onderzoek beoogt een overzicht te bieden van bruikbare en betrouwbare instrumenten voor het meten van participatie, empowerment en herstel van sociaal kwetsbare mensen. Deze notitie is bedoeld als een hulpmiddel in de gemeentelijke beleidsontwikkeling en besluitvorming inzake de bepaling en monitoring van ‘participatie’ van burgers. De opdracht voor dit ‘klein maar fijn’project is gegeven door de Academische werkplaats G4-User en is uitgevoerd door het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Nijmegen, in samenwerking met de GG&GD van de gemeente Utrecht.
Auteurs:Maurice van Luijtelaar en Judith Wolf, Onderzoekscentrum maatschappelijk zorg
Bron: website G4-USER