Het creëren van kansengelijkheid via het onderwijs staat opnieuw hoog op de agenda van onderwijsprofessionals, onderzoekers en beleidsmakers (Van de Werfhorst & Van Hest, 2019). Met kansengelijkheid in het onderwijs verwijzen we naar de kansen die kinderen krijgen om een ontwikkeling door te maken volgens de capaciteiten die zij hebben, ongeacht kenmerken als geslacht, religie, etnische of sociale achtergrond (Meijnen, 2004; Van de Werfhorst & Van Hest, 2019).

Al decennia lang wordt naar dit onderwerp onderzoek gedaan, internationaal en ook in Nederland. Steeds weer worden (vooral) verschillen in onderwijskansen en –resultaten gevonden tussen kinderen met hoog- en laagopgeleide ouders en tussen kinderen met en zonder migratieachtergrond (Van der Werfhorst, 2015; Roeleveld et al., 2015). Voor kinderen met een migratie-achtergrond geldt in Nederland dat zij hun achterstand in het basisonderwijs enigszins inlopen, voor etnisch Nederlandse leerlingen van laagopgeleide ouders geldt dit niet (Mulder et al., 2014). Uit recent onderzoek blijkt opnieuw dat er in het Nederlandse onderwijs grote verschillen bestaan tussen groepen kinderen, en dat sommige verschillen zelfs groter lijken te worden. Zo stelt de Onderwijsinspectie vast dat verschillen in onderwijskansen tussen kinderen van hoog- en laagopgeleide ouders weer toenemen (Onderwijsinspectie, 2019).

Om deze verschillen te verkleinen, wordt al geruime tijd landelijk beleid gevoerd, onder diverse benamingen (onderwijsvoorrangsbeleid, onderwijsstimuleringsbeleid, onderwijsachterstandenbeleid, onderwijskansenbeleid (Ledoux, 2003; Meijnen, 2004; Ledoux et al., 2005) en recent nog de Gelijke Kansen Alliantie. Het gevoerde beleid is echter vooral gericht op facilitering van scholen en niet op onderzoek naar en invoering van effectieve interventies. Over effectiviteit van interventies is juist voor de Nederlandse situatie opvallend weinig bekend (Ledoux & Veen, 2009). Reviewstudies over dit onderwerp betreffen vrijwel uitsluitend niet-Nederlands onderzoek (Driessen, 2013; CPB, 2018). Wel is duidelijk dat er geen one size fits all aanpak mogelijk is en dat rekening gehouden moet worden met verschillen in context tussen scholen (Ledoux et al., 2015), zoals samenstelling van de leerlingenpopulatie. Duidelijk is ook dat ongelijkheid een complex en hardnekkig probleem is waarop het definitieve antwoord nog niet is gevonden. Daarom is het belangrijk om te blijven zoeken naar aanpakken die deze verschillen kunnen verkleinen.

De interventies zijn ingebracht door de scholen en besturen uit het consortium en vloeien direct voort uit hun praktijkvragen. Deze vragen concentreren zich rondom de thema’s:

  1. Taal,
  2. Leerkrachtverwachtingen en
  3. Versterken van hulpbronnen.

Ook uit de literatuur blijkt dat deze drie thema’s een belangrijke plek innemen binnen het bredere onderwerp kansengelijkheid (zie bijv. Denessen, 2017; Kuiken, 2019; Leseman et al., 2019; Moll, et al., 2005; Ledoux, 2003).

1) Taal

Het thema Taal staat centraal binnen de vragen en interventies van de schoolbesturen ASKO, ASG en Zaanprimair. Consortiumscholen uit deze besturen hanteren aanpakken waarin het benutten van taalverschillen centraal staat.
Aanpakken waarin scholen ruimte bieden aan de thuistaal van kinderen kunnen bijdragen aan een positieve taalontwikkeling (Agirdag & Kambel, 2018; Blom, 2019). Tevens is het voor een goede taalontwikkeling belangrijk dat kinderen al vroeg in aanraking komen met een rijk taalaanbod (Kuiken, 2016; Leseman, et al., 2019). Kinderen die opgroeien in een gezin met laag opgeleide ouders of een laag inkomen, of een omgeving waar weinig Nederlands wordt gesproken blijken op dit gebied risico te lopen (Kuiken, 2016). Op basis van het idee dat het lastig is om een opgelopen achterstand in de taalvaardigheid op latere leeftijd in te halen, worden er binnen het basisonderwijs allerlei compenserende interventies ontwikkeld om hun taalontwikkeling te stimuleren. Zo krijgen scholen binnen het huidige beleid van de gemeente Amsterdam (“Kansenaanpak”) de vrijheid om te experimenteren met interventies rondom Taal. Voorbeelden hiervan zijn schakelklassen of leerlabs.
Echter, veel van de interventies die scholen uitproberen zijn nog nauwelijks onderzocht op effectiviteit (Kuiken, 2019). De doelstellingen van interventies worden bovendien vaak te breed geformuleerd, waardoor het lastig is om te evalueren of ze ook echt bereikt worden (Kuiken, 2019).

2) Leerkrachtverwachtingen

Het thema Leerkrachtverwachtingen staat centraal binnen de vragen van de schoolbesturen SIRIUS en ASG. Binnen consortiumscholen uit deze besturen bestaat behoefte om interventies te onderzoeken waarmee leerkrachten zich meer bewust worden van hun eigen verwachtingen, waardoor zij wellicht anders handelen t.a.v. de verschillende kinderen uit de klas. Uit onderzoek blijkt dat de verwachtingen van leerkrachten effecten hebben op de leerprestaties van kinderen (Denessen, 2017; Van der Bergh, 2018). Als kinderen aanvoelen dat die verwachtingen niet hoog zijn, gaan zij zich daarnaar gedragen, het zogenoemde ‘Pygmalioneffect’ (Rosenthal & Jacobson, 1968). Echter, leraren zijn zich soms niet bewust van de verwachtingen die zij van verschillende leerlingen hebben (Denessen, 2017). Enkele (inter)nationale studies laten zien dat leerkrachten (onbewuste) stereotypen en vooroordelen hebben over leerlingen met een migratieachtergronden/of leerlingen uit lagere sociale milieus (Geven, Batruch, & Van der Werfhorst, 2018).
Tegelijkertijd blijkt ook dat professionaliseringsinterventies leraren kunnen helpen om zich bewust te worden van deze verwachtingen, en op basis hiervan hun handelen bij te stellen (Rubie-Davies, 2014).

3) Versterken van hulpbronnen

Het versterken van hulpbronnen neemt een belangrijke plek in binnen de interventies van de schoolbesturen ASKO en STAIJ. Leerlingen hebben (sociale en culturele) hulpbronnen nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen (Bourdieu, 1986). Kinderen verschillen in de mate waarin zij deze hulpbronnen van huis uit meekrijgen. De consortiumscholen proberen met concrete interventies de hulpbronnen van leerlingen te versterken. Dit doen zij enerzijds met compenserende interventies, waarbij kinderen die van huis uit niet alle kennis mee hebben gekregen die op school verwacht wordt, vanuit de school extra leertijd en ondersteuning aangeboden krijgen.
Daarnaast zijn er binnen het consortium voorbeelden van projecten die inzetten op het benutten van wat kinderen juist wél kunnen. Deze projecten zijn gebaseerd op de theorie van Funds of Knowledge van Moll et al. (2005). Deze theorie beschrijft hoe scholen gebruik kunnen maken van de kennis en vaardigheden die kinderen buiten school (bijv. in hun gezin) opdoen. Volgens Moll et al. (2005) en Hogg (2011) draagt het gebruikmaken van buitenschoolse (kennis)bronnen bij aan de onderwijskansen van leerlingen, in het bijzonder van leerlingen met een migratieachtergrond.

Binnen de UvA loopt reeds een onderzoeksproject rondom Funds of Knowledge. Het werkplaatsproject “Gelijke onderwijskansen” kan aansluiten bij de ervaringen die hierin worden opgedaan.

Geraadpleegde bronnen

  • Agirdag, O., & Kambel, E. (2018). Meertaligheid in het onderwijs. Amsterdam: Boom.
    Blom et al., 2019. Wat iedereen moet weten over de taalontwikkeling van kinderen in een diverse samenleving [Oratie]. Utrecht: Universiteit Utrecht.
  • Bourdieu, P. (1986). The forms of capital. In: J. Richardson, Handbook of theory and research for the sociology of education (pp. 241-581). Westport, CT: Greenwoord.
    CPB (2018). Effectieve interventies leerachterstanden in het primair onderwijs. Den Haag: CPB.
  • Denessen, E. (2017). Verantwoord omgaan met verschillen: sociaal-culturele achtergronden en diffferentiatie in het onderwijs [Inaugurale rede]. Leiden Universiteit.
  • Driessen, 2013. De bestrijding van onderwijsachterstanden. Een review van opbrengsten en effectieve aanpakken. Nijmegen: ICTS.
  • Geven, S., Batruch, A., & Werhorst, H., van. (2018). Inequality in Teacher Judgements, Expectations and Track Recommendations: A review study. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.
  • Hogg, L. (2011). Funds of knowledge: An investigation of coherence within the literature. Teaching and Teacher Education, 27(3), 666-677.
  • Kuiken, F. (2016). Werken aan taalvaardigheid in de meertalige stad. In R. Fukkink & R. Oostdam (red.), Onderwijs en opvoeding in een stedelijke context (pp. 247-258). Bussum: Coutinho.
  • Kuiken, F. (2019). Van compensatieaanpak naar kansenaanpak. In: H. van der Werfhorst & E. van
  • Hest (red.), Gelijke kansen in de stad. Amsterdam: Amsterdam University Press.
  • Ledoux, G.M. & Overmaat, M. (2002). Op zoek naar succes. Een onderzoek naar basisscholen die meer en minder succesvol zijn voor autochtone en allochtone leerlingen uit achterstandgroepen. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
  • Ledoux, G. (2003). Ontwikkelingen in het basisonderwijs. In: W. Meijnen (red.), Onderwijsachterstanden in basisscholen. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.
  • Ledoux, G. (2005). Zes keer Prima. De bijdrage van het Prima cohortonderzoek aan kennisontwikkeling op het gebied van onderwijs en sociale ongelijkheid en bestrijding van onderwijsachterstanden. In: S. Karsten & P. Sleegers (red.), Onderwijs en ongelijkheid: grenzen aan de maakbaarheid? Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
  • Ledoux, G., Overmaat, M., Boogaard, M., Felix, C., & Triesscheijn, B. (2005). Onderwijskansen bekeken. De stand van zaken in het onderwijskansenbeleid. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
  • Ledoux, G., & Veen, A. (2009). Beleidsdoorlichting onderwijsachterstandenbeleid. Periode 2002-2008. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.
  • Ledoux, G., Roeleveld, J., Veen, A., Karssen, M., Van Daalen, M., Blok, H., Kuiper, E., Dikkers, L.,
  • Mulder, L., Fettelaar, D., & Driessen, G. (2015). Het onderwijsachterstandenbeleid onderzocht. Werkt het zoals bedoeld? Amsterdam/Nijmegen: Kohnstamm Instituut/ITS.
  • Leseman, P.P.M., Henrichs, L.F., Blom, E. & Verhagen, J. (2019). Young mono- and bilingual children’s exposure to academic language as related to language development and school achievement. In V. Grøver, P. Ucelli, M. Rowe & E. Lieven (eds.), Learning through language (pp. 205-217). Cambridge: University Press
  • Heemskerk, I., Meijer, J., Van Eck, Volman, M., & Karssen, M. (2011). EXPO II. Amsterdam: UvA/Kohnstamm.
  • Meijnen, W. (2004). Het concept meritocratie en het voortgezet onderwijs. Pedagogische studiën, 61, 79-88.
  • Moll, L.C., Amanti, C., Neff, D., & Gonzalez, N. (2005). Funds of knowledge for teaching: Using a qualitative approach to connect homes and classrooms. In N. Gonzalez, C. Amanti & L. Moll (Eds.), Theorizing Practices in Households, Communities and Classrooms (pp. 71-89). New Yersey: Erlbaum Associates.
  • Mulder, L, Fettelaar, D., Scouwenaars, I., Ledoux, G., Dikkers, L., & Kuiper, E. De achterstand van autochtone doelgroepleerlingen. Nijmegen/Amsterdam: ITS/Kohnstamm Instituut.
  • Oberon (2017). Werkplaatsen onderwijsonderzoek PO. Tussenrapportage onderzoek jaar 1. Utrecht: Oberon.
  • Onderwijsinspectie (2019). De Staat van het Onderwijs 2019. Utrecht: Onderwijsinspectie.
  • Pater, C. J., Sligte, H., & Van Eck, E. (2012). Verklarende evaluatie. Een methodiek. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
  • Penual, W. R., Fishman, B. J., Haugan, Chen, B.H., & Sablli, N. (2011). Organizing Research and Development at the intersection of learning, implementation and design. Educational Researchers, 40, 331-337.
  • PO-raad. (2018). Samen onderzoek doen werkt! Utrecht: PO-raad.
  • Ros, A., & Van den Berg. (2018). Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Eindhoven: Fontys
    Roeleveld, J., Driessen, G., Ledoux, G., Cuppen, J. & Meijer, J. (2011). Doelgroepleerlingen in het basisonderwijs. Historische ontwikkkeling en actuele situatie. Amsterdam/Nijmegen: Kohnstamm Instituut/ITS.
  • Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1968). Pygmalion in the classroom: Teacher expectations and pupils’ intellectual development. Ney York: Holt.
  • Rubie-Davies, C. (2014). Becoming a high expectation teacher: Raising the bar. New York: Routledge.
  • Van der Bergh, L. (2018). Waarderen van diversiteit. Lectorale rede. Eindhoven: Fontys.
  • Van der Werfhorst, H. (red.). (2005). Een kloof van alle tijden. Verschillen tussen lager en hoger opgeleiden in werk, cultuur en politiek. Amsterdam: Amsterdam University Press.
    Van der Werfhorst, H., & Van Hest, E. (red.). (2019). Gelijke kansen in de stad. Amsterdam: University Press.

Afbeelding credits

Icon afbeelding: Onderwijskansen - Eigenaar: Kohnstamm instituut